Intrekking Rijbewijs

Intrekking Rijbewijs: Jurisprudentie CBR

• Achtergrond: Anonieme melding over frauduleuze samenwerking tussen examinator CBR en rijscholen.
• Onderzoek: Uit het onderzoek blijkt dat een examinator tussen 2011 en 2014 frauduleus rijscholen en kandidaten ondersteunde, in ruil voor betaling.
• Verantwoordelijken: Examiner werd veroordeeld tot negen maanden cel, en drie rijschoolhouders kregen taakstraffen en ontzetting uit hun beroep.
• Methode Indicatie: CBR ontwierp 9 indicatoren om kandidaten te identificeren die mogelijk onterecht zijn geslaagd.
• Aantal beïnvloede kandidaten: 197 kandidaten waren mogelijk onterecht geslaagd op basis van minimaal één van de aanvullende indicatoren naast de eerste twee.
• CBR aanpassing: CBR herbenoemde indicatoren en maakte wijzigingen in het gebruik van één indicator.
• Resultaat intrekking: De intrekking van de rijvaardigheidverklaring van een betrokkene werd bepaald.
• Bevoegdheid CBR: Het CBR heeft de bevoegdheid een verklaring van rijvaardigheid af te geven en te intrekken als er aanzienlijke twijfel bestaat over de geldigheid van het examen, mits dit geen strijdigheid met de algemene beginselen van behoorlijk bestuur oplevert.
• Bewijslast: De bewijslast ligt bij het CBR om aannemelijk te maken dat de verklaring ten onrechte is afgegeven.
• Belastende besluit: Intrekking is een belastend besluit, met bewijslast bij het bestuursorgaan.
• Europese Hof voor de Rechten van de Mens: Intrekking kwalificeert als punitieve sanctie als de maatstaven van het Europees Hof over 'criminal charges' (artikel 6 EVRM) worden aangetoond.
• Risico verkeersveiligheid: De reden voor de intrekking is dat de verkeersveiligheid ernstig in gevaar kan komen als personen zonder voldoende rijvaardigheid het verkeer betreden.