Podcast
Questions and Answers
Leerdoelen binnen dit hoofdstuk: 1- Je kunt interactievormen zoals mutualisme, commensalisme, parasitisme en amensalisme herkennen in ongeziene voorbeelden. 2- Je kunt uitleggen wat mutualisme, commensalisme, parasitisme en amensalisme betekenen. Inleiding In het vorige hoofdstuk leerden we hoe en waarom individuen die tot dezelfde soort behoren met elkaar kunnen communiceren. De relaties tussen soorten, vaak aangeduid met de term 'inter-specifieke relaties', komen overal in de natuur voor. Deze relaties kunnen een breed scala aa.
Leerdoelen binnen dit hoofdstuk: 1- Je kunt interactievormen zoals mutualisme, commensalisme, parasitisme en amensalisme herkennen in ongeziene voorbeelden. 2- Je kunt uitleggen wat mutualisme, commensalisme, parasitisme en amensalisme betekenen. Inleiding In het vorige hoofdstuk leerden we hoe en waarom individuen die tot dezelfde soort behoren met elkaar kunnen communiceren. De relaties tussen soorten, vaak aangeduid met de term 'inter-specifieke relaties', komen overal in de natuur voor. Deze relaties kunnen een breed scala aa.
n interacties tussen organismen van verschillende soorten vormen.
Hoofdstuk 3: Interacties tussen organismen van verschillende soorten 1 ______ 2 2.1 Predatie (roofdieren en prooien): 2 2.2 Competitie 3 2.3 Mutualisme (wederzijds voordelige relaties): 4 2.4 Parasitisme (een soort profiteert ten koste van de andere): 4 2.5 Commensalisme (een soort profiteert en de andere heeft er niet veel last van): 5 2.6 Amensalisme (een soort wordt benadeeld terwijl de andere onbeïnvloed blijft): 6
Hoofdstuk 3: Interacties tussen organismen van verschillende soorten 1 ______ 2 2.1 Predatie (roofdieren en prooien): 2 2.2 Competitie 3 2.3 Mutualisme (wederzijds voordelige relaties): 4 2.4 Parasitisme (een soort profiteert ten koste van de andere): 4 2.5 Commensalisme (een soort profiteert en de andere heeft er niet veel last van): 5 2.6 Amensalisme (een soort wordt benadeeld terwijl de andere onbeïnvloed blijft): 6
Inleiding 1 2 Vormen van relaties tussen soorten
______: 2 2.2 Competitie 3 2.3 Mutualisme (wederzijds voordelige relaties): 4 2.4 Parasitisme (een soort profiteert ten koste van de andere): 4 2.5 Commensalisme (een soort profiteert en de andere heeft er niet veel last van): 5 2.6 Amensalisme (een soort wordt benadeeld terwijl de andere onbeïnvloed blijft): 6
______: 2 2.2 Competitie 3 2.3 Mutualisme (wederzijds voordelige relaties): 4 2.4 Parasitisme (een soort profiteert ten koste van de andere): 4 2.5 Commensalisme (een soort profiteert en de andere heeft er niet veel last van): 5 2.6 Amensalisme (een soort wordt benadeeld terwijl de andere onbeïnvloed blijft): 6
2.1 Predatie (roofdieren en prooien)
______ 2.3 Mutualisme (wederzijds voordelige relaties): 4 2.4 Parasitisme (een soort profiteert ten koste van de andere): 4 2.5 Commensalisme (een soort profiteert en de andere heeft er niet veel last van): 5 2.6 Amensalisme (een soort wordt benadeeld terwijl de andere onbeïnvloed blijft)
______ 2.3 Mutualisme (wederzijds voordelige relaties): 4 2.4 Parasitisme (een soort profiteert ten koste van de andere): 4 2.5 Commensalisme (een soort profiteert en de andere heeft er niet veel last van): 5 2.6 Amensalisme (een soort wordt benadeeld terwijl de andere onbeïnvloed blijft)
Signup and view all the answers
______ 2.4 Parasitisme (een soort profiteert ten koste van de andere): 4 2.5 Commensalisme (een soort profiteert en de andere heeft er niet veel last van): 5 2.6 Amensalisme (een soort wordt benadeeld terwijl de andere onbeïnvloed blijft)
______ 2.4 Parasitisme (een soort profiteert ten koste van de andere): 4 2.5 Commensalisme (een soort profiteert en de andere heeft er niet veel last van): 5 2.6 Amensalisme (een soort wordt benadeeld terwijl de andere onbeïnvloed blijft)
Signup and view all the answers