powerpoint 1 stat

Introductie tot Statistiek 1

• Ilja Cornelisz doceert Statistiek 1.
• Statistische geletterdheid is cruciaal om statistische resultaten te begrijpen en te evalueren.
• Gebruik en misbruik van statistiek komen voor, vooral bij visualisatie van data.

Belang van statistische geletterdheid

• Statistische geletterdheid is het vermogen om statistische resultaten te begrijpen en kritisch te evalueren.
• Statistische geletterdheid is gekoppeld aan het vermogen om de bijdragen te waarderen die statistisch denken kan leveren aan persoonlijke en professionele beslissingen.
• Een gebrek aan statistische geletterdheid kan leiden tot misverstanden en wantrouwen in de waarde van statistiek.
• Vooruitgang in het gebruik van statistiek gaat hand in hand met een toename van misbruik en drogredenen.

Kansrekening versus Statistiek

• Kansrekening gaat van deductie uit en statistiek gaat van inductie uit.
• Kansrekening: gegeven alle details van een populatie, hoe waarschijnlijk is een bepaalde steekproefuitkomst (algemeen -> specifiek).
• Statistiek: gegeven een bepaalde steekproefuitkomst, wat kan men met welke waarschijnlijkheid zeggen over de populatie (specifiek -> algemeen).
• Kansrekening en statistiek houden beiden rekening met toeval.
• Dezelfde technieken (zoals gemiddelden) gebruikt men voor steekproeven en populaties.

Definitie van Statistiek

• Statistiek is de wetenschap van het verzamelen, organiseren en interpreteren van numerieke feiten, die gegevens of data worden genoemd.
• Beschrijvende statistiek vat steekproef- of populatiegegevens samen met getallen, tabellen en grafieken.
• Inferentiële statistiek maakt voorspellingen over populatieparameters op basis van steekproefgegevens.

Statistiek vs. Methodologie

• Methodologie omvat de systematische wijze waarop empirisch onderzoek zou uitgevoerd moeten worden.
• Statistiek biedt de instrumenten die nodig zijn om empirisch onderzoek uit te voeren.
• Methodologie en statistiek zijn verschillend, maar zijn beide nodig voor goed empirisch onderzoek.

Planning van Statistiek 1

• Er zijn 12 hoorcolleges op de campus (2x per week)
• De hoorcolleges hebben focus op de Agresti tekstboek en het tentamen.
• De hoorcolleges hebben focus op vragen die gesteld worden via Canvas discussieborden (Q&A).
• Er zijn 6 werkcolleges (1x per week)
• Aanwezigheid bij de werkcolleges is verplicht.
• De werkcolleges hebben focus op huiswerkopdrachten en de eindopdracht.
• De leerstof bestaat uit:
  • Agresti (2018) – Statistical Methods for the Social Sciences.
  • American Psychological Association (2020). Concise guide to APA Style.
• Het eindcijfer is opgesplitst in:
  • 60% - Tentamen- meerkeuze
  • 40% - Opdracht- onderzoeksverslag

Instrumenten: materiaal en leerdoelen

• Hoorcolleges:
  • Theorie, samenhang en voorbeelden/toepassingen: Hoorcolleges 1.1 - 6.2
  • Q&A: interactief, vragen beantwoorden op Canvas
• Werkcolleges:
  • Theoretische concepten van de hoorcolleges toepassen.
  • Wetenschappelijk rapporteren en onderzoeksresultaten interpreteren.
• Agresti (2018), afgekort tot A&F:
  • Theorie: H1 - H9
  • Verwerking: oefeningen aan het einde van elk hoofdstuk
• Grasp:
  • Theorie en praktijk
  • Individueel ondersteund statistiekonderwijs
• StatTalk:
  • Korte kennisclips per onderwerp; relevant voor de cursus en mogelijk grappig.
• Canvas-quizzen:
  • Elke week een formatieve test (4x), 1 vraag per test staat in het tentamen (aangepast).

Leerdoelen Statistiek 1

• De statistische kenmerken van psychologische en pedagogische variabelen in woord, getal en grafieken weer kunnen geven.
• De verschillende meetniveaus, soorten centrummaten, spreidingsmaten en de betekenis van statistische figuren begrijpen.
• Elementaire psychologische of pedagogische vragen vertalen in statistische vragen of hypothesen.
• De juiste statistische analyses bepalen en uitvoeren in de juiste gevallen.
• De resultaten statistische analyses mondeling en schriftelijk kunnen presenteren in overeenstemming met de APA-normen.
• Het kunnen redeneren door gebruik te maken van statistiek.
• Een kritische houding kunnen aannemen met betrekking tot statistiek.

Onderzoeksvraag en Data

• De vraag is: Hoe hoog is de werkdruk van Statistiek 1?
• Onderzoek wordt gedaan met behulp van data: observaties van karakteristieken.
• Populatie omvat de totale set van deelnemers, relevant voor de onderzoeksvraag.
• Steekproef omvat een deel van de populatie waarover data verzameld is.
• Goede data is nodig om de onderzoeksvraag te beantwoorden.
• Goede data omvat betrouwbare en valide data.

Variabelen, Meetniveaus en Waardenbereik

• Variabele: Gemeten karakteristiek die kan verschillen tussen subjecten.
• Soorten variabelen: gedrags-, stimulus-, subject-, fysiologische-variabelen
• Meetniveaus (NOIR): categorisch/kwalitatief en kwantitatief/numeriek.
  • Categorisch/kwalitatief
    • Nominaal: ongeordende categorieën (bijv. kleur ogen)
    • Ordinaal: geordende categorieën (bijv. opleidingsniveau)
    • Kwantitatief/numeriek
    • Interval: gelijke afstand tussen opeenvolgende waarden (bijv. °C)
    • Ratio: gelijke afstand én absoluut nulpunt (bijv. Kelvin)
• Waardenbereik: discreet en continu.
  • Discreet: eindig ondeelbare meeteenheid (aantal broers/zussen)
  • Continu: oneindig deelbare meeteenheid (lichaamslengte)

Inferentiële Statistiek

• Inferentiële statistiek omvat het doen van uitspraken over de gehele populatie op basis van een steekproef.
• Er is een verschil tussen de gemeten steekproefgrootheid en de populatiegrootheid.
• Dit verschil ontstaat door natuurlijke variatie (toeval) tussen steekproeven, en door problemen/fouten in de steekproef.

Steekproefproblemen bij Inferentiële Statistiek

• Het doel is betrouwbare en valide uitspraken doen over een populatie obv een steekproef.
• Er zijn een aantal problemen met steekproeven:
  • Steekproefgrootheden komen niet overeen met populatiegrootheden
  • Steekproeffout (sampling error): omvat toevallige steekproefverschillen
  • Steekproefvertekening (sampling bias): omvat selectieve werving
  • Meetfout (response bias): omvat incorrect antwoord
  • Selectieve respons (non-response bias): omvat selectieve deelname
• De oplossing is het creëren van een aselecte steekproef met een voldoend omvang.
• Dit moet informatie opleveren van iedereen die benaderd is.
• En dus zorgen voor correcte responses voor alle subjecten op alle items.