Inleiding tot Geschiedenis en Maatschappij

Choose a study mode

Play Quiz
Study Flashcards
Spaced Repetition
Chat to Lesson

Podcast

Play an AI-generated podcast conversation about this lesson

Questions and Answers

Wat is een landbouwsamenleving?

  • Een samenleving waar bijna alle mensen boeren zijn. (correct)
  • Een samenleving met veel steden.
  • Een samenleving met een sterke hiërarchie.
  • Een samenleving van jagers-verzamelaars.

Een primaire bron is altijd geschreven tekst.

False (B)

Wat betekent het begrip 'verleden'?

Alles wat gebeurd is voor het heden.

De __________ is een kleinere groep in de samenleving die een krachtige positie heeft.

<p>elite</p> Signup and view all the answers

Koppel de periodes aan hun bijbehorende tijdsperioden:

<p>Tijd van jagers en boeren = 200,000 BCE-3000 BCE Tijd van Grieken en Romeinen = 3000 BCE – 500 CE Tijd van ontdekking en hervorming = 1500-1600 Tijd van de wereldoorlogen = 1900-1950</p> Signup and view all the answers

Wat is de definitie van 'hiërarchie'?

<p>Een rangorde waarbij de ene persoon meer macht of rijkdom heeft dan de andere. (B)</p> Signup and view all the answers

Een archeoloog bestudeert alleen geschreven bronnen.

<p>False (B)</p> Signup and view all the answers

Wat verstaan we onder 'revolutie'?

<p>Een grote en snelle verandering met langdurige gevolgen.</p> Signup and view all the answers

De __________ omvat de tijd vóór geschreven geschiedenis.

<p>prehistorie</p> Signup and view all the answers

Wat bestudeert een historicus?

<p>De geschiedenis (A)</p> Signup and view all the answers

Wat kunt u het beste gebruiken om de historische chronologie van gebeurtenissen vast te stellen?

<p>Tijdslijnen (B)</p> Signup and view all the answers

Welke beschrijving past het best bij nomaden?

<p>Ze verhuizen regelmatig en hebben geen vaste woonplaats. (D)</p> Signup and view all the answers

Wat is het belangrijkste kenmerk van een secundaire bron?

<p>Het biedt informatie van iemand die niet direct bij de gebeurtenis aanwezig was. (A)</p> Signup and view all the answers

Welke periode wordt gekenmerkt door de opkomst van steden en staten?

<p>Tijd van steden en staten (D)</p> Signup and view all the answers

Wat is een kenmerk van een landbouwsamenleving?

<p>De meeste mensen zijn boeren en leven van landbouw. (B)</p> Signup and view all the answers

Wat beschrijft het beste de term 'elite' in een maatschappelijke context?

<p>Mensen met een krachtige positie in de samenleving. (D)</p> Signup and view all the answers

Wat is het gevolg van een revolutie?

<p>Het zorgt voor een plotselinge en ingrijpende verandering. (B)</p> Signup and view all the answers

Welk aspect is niet typisch voor de tijd van televisie en computer?

<p>Een sterke focus op landbouwproductie. (D)</p> Signup and view all the answers

Welke activiteit is kenmerkend voor archeologen?

<p>Het diggeren en onderzoeken van opgravingen. (D)</p> Signup and view all the answers

Flashcards

Cultuur

De ideeën, gebruiken en kunstvormen van een groep mensen die ze aan hun kinderen doorgeven.

Elite

Een kleine groep in de samenleving met machtige posities.

Hiërarchie

Een rangorde in de samenleving: de ene persoon is machtiger of rijker dan de ander.

Landbouwsamenleving

Een samenleving waar bijna iedereen boer is. Er zijn geen steden.

Signup and view all the flashcards

Oorzaak

De reden waarom iets gebeurt.

Signup and view all the flashcards

Gevolg

Wat gebeurt als gevolg van iets anders dat gebeurt.

Signup and view all the flashcards

Primaire bron

Een bron die directe informatie geeft van mensen die rechtstreeks bij een gebeurtenis betrokken waren, bv. een ooggetuige.

Signup and view all the flashcards

Secundaire bron

Als je er niet bij was, maar er wel iets over weet, bijvoorbeeld een geschiedenisboek.

Signup and view all the flashcards

Archeoloog

Iemand die sporen van het verleden opgraaft en bestudeert.

Signup and view all the flashcards

Geschiedenis

Een beschrijving van een deel van het verleden.

Signup and view all the flashcards

Ongeschreven bron

Een bron die geen geschreven tekst bevat, zoals een archeologische vondst of een schilderij.

Signup and view all the flashcards

Geschreven bron

Een bron die geschreven tekst bevat, zoals een dagboek of een krantenartikel.

Signup and view all the flashcards

Nomaden

Mensen zonder een vaste woonplaats die rondtrekken.

Signup and view all the flashcards

Jagers-Verzamelaars

Mensen die hun voedsel verzamelen door te jagen en te verzamelen.

Signup and view all the flashcards

Evolutie

Geleidelijke ontwikkeling.

Signup and view all the flashcards

Revolutie

Een grote en snelle verandering met blijvende gevolgen.

Signup and view all the flashcards

Chronologie

De volgorde waarin gebeurtenissen plaatsvonden.

Signup and view all the flashcards

Historicus

Iemand die het verleden bestudeert.

Signup and view all the flashcards

Erfgoed

De overgeleverde voorwerpen en overblijfselen van het verleden die van waarde zijn.

Signup and view all the flashcards

Prehistorie

De periode vóór de geschreven bronnen.

Signup and view all the flashcards

Study Notes

Inleiding tot geschiedenis

  • Cultuur: Ideeën, gebruiken en kunstvormen die een groep mensen doorgeeft aan de volgende generatie.
  • Elite: Kleine groep in de samenleving met veel macht.
  • Hiërarchie: Een rangorde in de samenleving, waarbij sommige mensen meer macht of rijkdom bezitten dan anderen.
  • Landbouwsamenleving: Samenleving waar de meeste mensen boeren zijn en er geen steden bestaan.

Oorzaak en gevolg

  • Oorzaak: De reden waarom iets gebeurt.
  • Gevolg: Wat er gebeurt als gevolg van een gebeurtenis of actie.

Bronnen indelen

  • Geschreven bron: Een bron met tekst, zoals een dagboek.
  • Ongeschreven bron: Een bron zonder tekst.
  • Primaire bron: Informatie rechtstreeks van iemand die bij de gebeurtenis betrokken was.
  • Secundaire bron: Informatie over een gebeurtenis van iemand die er zelf niet bij aanwezig was.

Jagers, boeren en farao's

  • Evolutie: Langzame verandering.
  • Jagers-verzamelaars: Mensen die hun voedsel verkrijgen door jagen en verzamelen.
  • Nomaden: Mensen zonder vaste woonplaats. Ze trekken rond op zoek naar voedsel.

Periodisering (tijdperken)

  • Tijd van jagers en boeren: 200.000 v.C. - 3000 v.C.
  • Tijd van Grieken en Romeinen: 3000 v.C. - 500 n.C.
  • Tijd van monniken en ridders: 500 - 1000 n.C.
  • Tijd van steden en staten: 1000 - 1500 n.C.
  • Tijd van ontdekkers en hervormers: 1500 - 1600 n.C.
  • Tijd van regenten en vorsten: 1600 - 1700 n.C.
  • Tijd van pruiken en revoluties: 1700 - 1800 n.C.
  • Tijd van burgers en stoommachines: 1800 - 1900.
  • Tijd van de wereldoorlogen: 1900 - 1950.
  • Tijd van televisie en computer: 1950 - heden.

Begrippen (verschillende concepten)

  • Archeoloog: Iemand die sporen van het verleden in de grond zoekt.
  • Bron: Element dat historische informatie geeft over het verleden.
  • Chronologie: Volgorde waarin gebeurtenissen zich voordoen.
  • Cultureel: Ideeën, gebruiken, kunst, etc. van een groep.
  • Economisch: Handel, geld, economische ontwikkeling van een groep/beschaving.
  • Geschiedenis: Beschrijving van het verleden.
  • Historicus: Iemand die het verleden bestudeert
  • Politiek: Bestuur en de machtsverdeling in een land/regio.
  • Prehistorie: Periode voor de uitvinding van het schrift.
  • Sociaal: Relaties tussen mensen en gemeenschappen.
  • Verleden: Gebeurtenissen die vóór vandaag gebeurden.
  • Erfgoed: Overblijfsels van het verleden.

Studying That Suits You

Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.

Quiz Team

More Like This

Understanding Historical Concepts
8 questions
Basisbegrippen Geschiedenis
10 questions

Basisbegrippen Geschiedenis

BetterKnownSynecdoche avatar
BetterKnownSynecdoche
Begrippen en bronnen in de geschiedenis
10 questions
Geschiedenis Begrippen en Bronnen
10 questions
Use Quizgecko on...
Browser
Browser