Inleiding tot de Landbouweconomie 2

Inleiding tot de Landbouweconomie 2

• De presentatie is van docent Jakhari Naresh, 2025.

Landbouweconomie

• Landbouweconomie is de studie van de productie, distributie en consumptie van voedsel en vezelproducten.
• Het richt zich op efficiënt gebruik van hulpbronnen en economische analyse.
• In Suriname kiezen boeren tussen rijst en bananen op basis van marktprijzen en klimaatomstandigheden.
• Als kunstmest duurder wordt, kunnen boeren overschakelen op organische mest om kosten te besparen.

Agro-Economie Definitie en Factoren

• Agro-economie concentreert zich op hoe grondstoffen in de landbouwsector worden gebruikt.
• Factoren als vraag en aanbod, productiviteit en handelsbeleid spelen een rol.
• Een stijging in de vraag naar rijst kan de prijzen verhogen en boeren stimuleren om meer rijst te verbouwen.
• Innovaties in zaden of irrigatie kunnen de productiviteit verhogen.
• Exportbeperkingen kunnen de lokale markt beïnvloeden.

Werkgebied van een Agro-Econoom

• Marktanalyse omvat het bestuderen van prijsvorming en markttrends.
• De prijs van bananen wordt bepaald door vraag, aanbod, transport en kwaliteit.
• Biologische producten worden steeds populairder.
• Agro-economen adviseren boeren over winstgevende gewassen, zoals cacao door de exportvraag.
• Bedrijven krijgen advies over het optimaliseren van toeleveringsketens en het verminderen van voedselverspilling tijdens transport.
• Beleidsonderzoek omvat de impact van subsidies op kleine boeren en de effecten van klimaatverandering op de landbouw, zoals de impact van droogte op cassave.

Voedsel- en Vezelindustrie in Suriname

• Belangrijke exportproducten zijn rijst, bananen en cacao, cassave is een basisvoedsel.
• Suriname exporteert rijst naar de Caribische regio en cacao wordt gebruikt voor chocolade.
• De landbouwsector is een grote werkgever, zoals de rijstteelt die duizenden banen oplevert.
• Export van landbouwproducten is een belangrijke bron van inkomsten en export van bananen genereert buitenlandse valuta.
• Uitdagingen zijn klimaatverandering, bijvoorbeeld overstromingen in 2020 die rijstoogsten vernielden, en prijsschommelingen op internationale markten.
• Dalende rijstprijzen kunnen de winstgevendheid van Surinaamse boeren verminderen.

Agribusiness Markten

• Inputmarkten omvatten zaden en meststoffen, waarvan de prijzen fluctueren, alsmede machines en arbeid, waarbij mechanisatie investeringen vereist maar arbeidskosten kan drukken.
• Hogere kunstmestprijzen kunnen de productiekosten verhogen.
• Een boer kan in een tractor investeren om de efficiëntie te verhogen.
• Outputmarkten richten zich op de afzet van producten naar de consument, van boerderij naar supermarkt.
• Een coöperatie kan boeren helpen hun producten rechtstreeks aan supermarkten te leveren.
• Marktstructuren variëren van perfecte concurrentie, zoals kleine rijstboeren die concurreren op prijs, tot monopolies, waarbij een groot bedrijf de bananenexport beheerst, en oligopolies waar enkele bedrijven zoals bij cacao de markt domineren.

Resource Markten

• Productiefactoren zijn grond, kapitaal en arbeid.
• Schaarste aan vruchtbare grond kan de productie beperken, denk aan concurrentie met stedelijke ontwikkeling.
• Investeringen in machines, irrigatiesystemen en technologie zijn onderdeel van kapitaal, bijvoorbeeld investeren in irrigatie water efficiënt te gebruiken.
• De beschikbaarheid van geschoolde arbeidskrachten is belangrijk, en er kan een tekort zijn tijdens het oogstseizoen.
• Efficiëntie is de optimale toewijzing van middelen om verspilling te voorkomen; irrigatiesystemen die water efficiënt gebruiken.

Business Fluctuations

• De relatie tussen productie en grondstofgebruik houdt in dat meer grondstoffen een hogere productie kunnen opleveren, maar dat de kosten een rol spelen.
• Meer kunstmest kan bijvoorbeeld de opbrengst verhogen, maar ook de kosten.
• Substitutie van inputs kan de kosteneffectiviteit beïnvloeden, zoals de overweging tussen kunstmest en organische mest.
• Veranderingen in consumentenvraag kunnen boeren dwingen om andere gewassen te telen.
• Steeds meer consumenten willen biologische producten.

Economics of Input Substitution

• Boeren vervangen inputs op basis van kosten en beschikbaarheid.
• Mechanisatie kan een alternatief zijn voor handarbeid, machines zijn duur maar verhogen de efficiëntie.
• Een boer die investeert in een maaidorser kan de de oogsttijd verkorten.
• Input substitutie oefent een impact uit op productiviteit en kostenstructuur.
• Mechanisatie kan de arbeidskosten verlagen, maar vereist een hoge initiële investering.

Economics of Product Substitution

• Consumenten geven de voorkeur aan biologische producten.
• Een boer schakelt over op biologische bananenteelt om de vraag te bedienen.
• Er is een opkomst van alternatieve gewassen zoals quinoa, die populair is vanwege zijn hoge voedingswaarde.
• Boeren moeten zich aanpassen aan veranderende markten.
• Een boer investeert in nieuwe teelttechnieken voor quinoa.

Prijzen en Inkomens

• Prijzen en inkomens fluctueren door seizoensgebonden schommelingen, bijvoorbeeld rijstprijzen die stijgen in het droge seizoen als gevolg van lagere aanvoer.
• Internationale factoren zoals wisselkoersen en handelsverdragen spelen een rol, een sterke dollar maakt Surinaamse export duurder.
• Risicobeheer omvat prijsstabilisatie en verzekeringen, een boer kan bijvoorbeeld een verzekering afsluiten tegen mislukte oogsten.

Government Intervention in Agriculture

• Overheidsinterventie in de landbouw gebeurt door middel van instrumenten zoals subsidies, prijsregulering en exportbeleid.
• Subsidies, bijvoorbeeld overheidssteun voor rijstboeren in Suriname, zijn financiële steun voor boeren.
• Prijsregulering beschermt tegen lage prijzen door minimumprijzen in te stellen om boeren te beschermen.
• Exportbeleid stimuleert export, bijvoorbeeld exportsubsidies voor bananen.
• Overheidssteun is er bijvoorbeeld voor rijstboeren in Suriname.

National Agricultural Budget

• De nationale landbouwbegroting bestaat uit overheidsuitgaven, subsidies en infrastructuur.
• Overheidsuitgaven gaan naar investeringen in landbouwontwikkeling, zoals infrastructuurprojecten waaronder irrigatiesystemen.
• Subsidies ondersteunen boeren en bedrijven, bijvoorbeeld voor de aankoop van kunstmest.
• Er wordt geïnvesteerd in de verbetering van transport en opslagfaciliteiten, bijvoorbeeld de bouw van nieuwe opslagfaciliteiten voor rijst.

Product Markets and National Output

• Het handelsbeleid bestaat uit exportstrategieën voor landbouwproducten, bijvoorbeeld de export van rijst naar de Caribische regio.
• Prijsondersteuning beschermt lokale boeren, bijvoorbeeld door minimumprijzen voor rijst.
• Case study’s worden gebruikt voor analyse onder de Surinames’s export van rijst en bananen, denk aan het voorbeeld hoe exportbeperkingen de lokale markt beïnvloeden.

Farmers Support

• Farmers Support (Boerensteun) bestaat uit subsidies, innovatie en microfinanciering.
• Subsidies verlenen financiële steun aan kleine boeren voor zaken zoals zaden en kunstmest.
• Innovatie houdt duurzame landbouwpraktijken en technologie en training in duurzame landbouwtechnieken in.
• Er wordt microfinanciering verleend door verbeterde toegang tot kapitaal, en kleine leningen voor boeren om machines te kopen.

Conclusie

• De agrarische economie is cruciaal voor de economie van Suriname en draagt bij aan werkgelegenheid en export.
• Marktwerking en overheidssubsidies zijn essentieel voor groei en stabiliteit.
• Subsidies helpen boeren om te concurreren op de internationale markt.
• Internationale handel heeft een grote impact op de sector, export van rijst en bananen brengt buitenlandse valuta binnen.

Vragen & Discussie

• De grootste uitdaging in de Surinaamse landbouwsector zijn klimaatverandering en prijsschommelingen.
• Technologie, zoals precisielandbouw, kan de agribusiness verbeteren.
• Door subsidies en infrastructuurinvesteringen speelt de overheid een rol in de landbouwontwikkeling.

Case Study – Suriname’s Export van Rijst

• Suriname is een belangrijke rijstproducent in de Caribische regio en rijstteelt is een pijler van de Surinaamse landbouweconomie.
• Exportbestemmingen zijn landen zoals Trinidad en Tobago, Jamaica en Haïti.
• De vraag naar rijst is hoog door beperkte lokale productie, en Suriname profiteert door rijst te exporteren.
• De prijs wordt bepaald door internationale markttrends, transportkosten en kwaliteit.
• Hogere rijstprijzen leiden tot hogere exportprijzen voor Suriname.
• Uitdagingen zijn klimaatverandering (overstromingen en droogte beïnvloeden de rijstproductie, in 2020 rijstoogsten verloren gegaan) en concurrentie (goedkopere rijst uit Azië kan de Surinaamse export onder druk zetten).
• Subsidies en exportbeleid worden door de overheid gebruikt ter ondersteuning van rijstboeren.

Case Study – Suriname’s Export van Bananen

• Bananen zijn een belangrijk exportproduct voor Suriname, vooral naar Europa en de Caribische regio.
• De sector biedt werk aan duizenden mensen in verbouw en verpakkingsfaciliteiten.
• De vraag in Europa is stabiel vanwege de populariteit, Suriname profiteert hiervan door hoogwaardige bananen te exporteren.
• Marktwerking: De prijs wordt bepaald door kwaliteit, transportkosten en internationale markttrends.
• Biologische bananen brengen meer op door de vraag naar duurzame producten.
• Kwaliteitseisen: Europese markten hebben strenge eisen aan de kwaliteit van bananen.
• Transportkosten: Hoge kosten naar Europa beïnvloeden de winstgevendheid, en stijgende brandstofprijzen verhogen de kosten.
• De overheid biedt steun door innovatie en export te faciliteren.

Conclusie van de Case Study

• Rijst en bananen zijn cruciaal voor de Surinaamse economie, exportinkomsten helpen met financieren van ontwikkelingsprojecten.
• Overheidssteun en subsidies voor rijstboeren stimuleren export.
• Investeren in innovatie versterkt de exportpositie.
• Biologische bananen openen nieuwe markten.
• Samenwerking met internationale partners is gewenst middels handelsverdragen met Europese landen.