Inleiding tot Algemene Psychologie

De menselijke rede en intuïtie stellen mensen in staat om de realiteit te begrijpen

Observatie was niet relevant en er was geen wetenschappelijke studie van gedrag of mentale processen

De ziel gehoorzaamde aan bepaalde niet-aardse wetmatigheden

Ze werkten met axioma's als grondslag voor kennis in plaats van observatie

Psychologie was een zeer jonge wetenschap in vergelijking met andere studies

Socrates, Plato en Aristoteles dachten na over psychologie en de plaats van de mens in het universum. Ze geloofden dat mensen de enige wezens waren met rede en intuïtie, wat het mogelijk maakte om de realiteit te begrijpen. Ze beschouwden de ziel als iets eigen aan de mens, gehoorzaam aan bepaalde niet-aardse wetmatigheden.

Voor Socrates, Plato en Aristoteles bestond er geen wetenschappelijke studie van het gedrag of de mentale processen. Ze maakten geen observaties, maar werkten met axioma's, die als grondslag aanvaarde beweringen waren.

De wetenschappelijke revolutie bracht een nieuwe manier van denken met zich mee. Hierdoor werd psychologie als een zeer jonge wetenschap beschouwd in vergelijking met andere studies.

Voor Socrates, Plato en Aristoteles bestond observatie niet als methode in de studie van het gedrag en mentale processen.

'Sofa science' verwijst naar het geloof dat mensen de enige wezens zijn met rede en intuïtie, wat het mogelijk maakt om de realiteit te begrijpen. Dit was belangrijk in de opvattingen van Socrates, Plato en Aristoteles omdat het de menselijke mogelijkheden benadrukte en de rol van de mens in het begrijpen van de wereld.