Podcast
Questions and Answers
Wat is de formule om het indexcijfer te berekenen?
Wat is de formule om het indexcijfer te berekenen?
Wat beschrijft het reële inkomen?
Wat beschrijft het reële inkomen?
Wanneer is er sprake van hyperinflatie?
Wanneer is er sprake van hyperinflatie?
Wat geeft de consumentenprijsindex (CPI) aan?
Wat geeft de consumentenprijsindex (CPI) aan?
Signup and view all the answers
Wat is het basisjaar in de berekening van een indexcijfer?
Wat is het basisjaar in de berekening van een indexcijfer?
Signup and view all the answers
Wat omvat een budgetonderzoek?
Wat omvat een budgetonderzoek?
Signup and view all the answers
Wat zijn voorraadgrootheden?
Wat zijn voorraadgrootheden?
Signup and view all the answers
Wat zijn de twee hoofdtypen inflatie?
Wat zijn de twee hoofdtypen inflatie?
Signup and view all the answers
Wat is een voorwaarde om een volledige AOW-uitkering te ontvangen?
Wat is een voorwaarde om een volledige AOW-uitkering te ontvangen?
Signup and view all the answers
Wat is het kapitaaldekkingsstelsel?
Wat is het kapitaaldekkingsstelsel?
Signup and view all the answers
Wat betekent waardevast pensioen?
Wat betekent waardevast pensioen?
Signup and view all the answers
Wat geeft de dekkingsgraad van een pensioenfonds aan?
Wat geeft de dekkingsgraad van een pensioenfonds aan?
Signup and view all the answers
Wat is de invloed van een lage rekenrente op pensioenfondsen?
Wat is de invloed van een lage rekenrente op pensioenfondsen?
Signup and view all the answers
Wat houdt een privaat pensioen in?
Wat houdt een privaat pensioen in?
Signup and view all the answers
Wat gebeurt er als het huidige vermogen van een pensioenfonds lager is dan de toekomstige verplichtingen?
Wat gebeurt er als het huidige vermogen van een pensioenfonds lager is dan de toekomstige verplichtingen?
Signup and view all the answers
Wat is een belangrijk aspect van een collectief pensioen?
Wat is een belangrijk aspect van een collectief pensioen?
Signup and view all the answers
Wat is de definitie van vermogen?
Wat is de definitie van vermogen?
Signup and view all the answers
Wat is de juiste beschrijving van het zekerheidsmotief voor sparen?
Wat is de juiste beschrijving van het zekerheidsmotief voor sparen?
Signup and view all the answers
Wat zijn de drie soorten leenmotieven?
Wat zijn de drie soorten leenmotieven?
Signup and view all the answers
Wat is het verschil tussen consumptief krediet en hypothecair krediet?
Wat is het verschil tussen consumptief krediet en hypothecair krediet?
Signup and view all the answers
Wat houdt de term 'tijdsvoorkeur' in?
Wat houdt de term 'tijdsvoorkeur' in?
Signup and view all the answers
Welke uitleg hoort bij de vermogensmarkt?
Welke uitleg hoort bij de vermogensmarkt?
Signup and view all the answers
Wat beschrijft de reële rente?
Wat beschrijft de reële rente?
Signup and view all the answers
Wat zijn de kenmerken van een onderhands krediet?
Wat zijn de kenmerken van een onderhands krediet?
Signup and view all the answers
Wat geeft de reële waarde van een schuld aan?
Wat geeft de reële waarde van een schuld aan?
Signup and view all the answers
Wat is een voorbeeld van een doelmotief voor sparen?
Wat is een voorbeeld van een doelmotief voor sparen?
Signup and view all the answers
Wat vormt de collectieve sector?
Wat vormt de collectieve sector?
Signup and view all the answers
Wat vormt een voorbeeld van consumptief krediet?
Wat vormt een voorbeeld van consumptief krediet?
Signup and view all the answers
Hoe wordt een begrotingsoverschot gekarakteriseerd?
Hoe wordt een begrotingsoverschot gekarakteriseerd?
Signup and view all the answers
Hoe worden vermogenstitels gedefinieerd?
Hoe worden vermogenstitels gedefinieerd?
Signup and view all the answers
Welke belastingvorm wordt als indirecte belasting beschouwd?
Welke belastingvorm wordt als indirecte belasting beschouwd?
Signup and view all the answers
Wat beschrijft de nominale rente?
Wat beschrijft de nominale rente?
Signup and view all the answers
Welke van de volgende beschrijvingen is correct over de kapitaalmarkt?
Welke van de volgende beschrijvingen is correct over de kapitaalmarkt?
Signup and view all the answers
Wat is het stabiliteits- en groeipact?
Wat is het stabiliteits- en groeipact?
Signup and view all the answers
Wat is het doel van sociale premies?
Wat is het doel van sociale premies?
Signup and view all the answers
Wat beschrijft het intergenerationele solidariteit?
Wat beschrijft het intergenerationele solidariteit?
Signup and view all the answers
Wat zijn directe belastingen?
Wat zijn directe belastingen?
Signup and view all the answers
Wat is het begrip 'premiedruk'?
Wat is het begrip 'premiedruk'?
Signup and view all the answers
Wat is een belangrijke functie van de miljoenennota?
Wat is een belangrijke functie van de miljoenennota?
Signup and view all the answers
Wat is de staatsschuld?
Wat is de staatsschuld?
Signup and view all the answers
Hoe wordt de staatsschuldquote gedefinieerd?
Hoe wordt de staatsschuldquote gedefinieerd?
Signup and view all the answers
Wat zijn volksverzekeringen?
Wat zijn volksverzekeringen?
Signup and view all the answers
Study Notes
Indexcijfer en Koopkracht
- Een indexcijfer wordt gebruikt om grootheden in verschillende jaren met elkaar te vergelijken.
- Het basisjaar is altijd 100.
- Berekening: (gekozen jaar / basisjaar) x 100 = indexcijfer.
- Koopkracht is het aantal goederen en diensten dat je met een bepaald bedrag kunt kopen.
- Koopkracht kan veranderen door inflatie (of deflatie).
- Inflatie: Prijsstijging van producten en diensten (supermarkt, kapper).
- Deflatie: Prijsdaling van producten en diensten.
- Nominaal inkomen: Je bruto inkomen per maand.
- Reëel inkomen: Nominaal inkomen gecorrigeerd voor inflatie (gewoon de koopkracht dus).
- Hyperinflatie: DAglijks stijgende prijzen door teveel geld in omloop.
- Consumentenprijsindex (CPI): Indexcijfer dat de prijsverandering weergeeft van belangrijke goederen en diensten in Nederland.
- Budgetonderzoek: Onderzoek naar het bestedingspatroon van huishoudens.
Levensloop en Financiële Grootheden
- De levensloop bestaat uit verschillende levensfases met verschillende financiële beslissingen.
- Voorraadgrootheden: Bezittingen en schulden op een bepaald moment.
- Vermogen: Verschil tussen bezittingen en schulden (wat je bezit – leningen).
- Stroomgrootheden: Inkomsten en uitgaven in een bepaalde periode.
- Inkomen: Beloning voor arbeid, natuur, ondernemerschap of kapitaal.
- Menselijk kapitaal: Kennis en vaardigheden die je kunt vergroten door bijvoorbeeld studeren.
- Verdiencapaciteit: Hoogte van inkomen die je kunt verdienen. Het kan vergroot worden door leren.
- Ruilen over tijd: Uitgaven vervroegen (lenen) of uitstellen (sparen).
Sparen en Lenen
- Sparen: Geld opzij leggen (spaarpot, bank).
- Sparen levert rendement op, meestal 0.5% - 1.5%.
- Spaarmotieven:
- Zekerheidsmotief: Voorbereiding op onverwachte situaties.
- Doelmotief: Sparen voor een bepaald doel.
- Vermogensmotief: Sparen om rijk te worden.
- Lenen: Geld lenen voor aankopen.
- Leenmotieven:
- Tegenvallingen opvangen (bijvoorbeeld schade).
- Duurdere dingen kopen.
- Mindere periodes overbruggen.
- Consumptief krediet: Leningen voor consumptiegoederen (langdurig en kortdurend).
- Hypotheek: Lening met onderpand (huis, auto). De bank mag het onderpand verkopen als je je schulden niet kunt betalen.
- Algemene prijs van de tijd: De rente.
- Individuele prijs van de tijd: Wat je bereid bent te betalen.
- Tijdsvoorkeur: De wens geld eerder beschikbaar te hebben.
- Onderhandse lening: Lening van vrienden of familie.
- Markten:
- Vermogensmarkt: Verkoop en aankoop van vermogenstitels (aandelen, obligaties).
- Geldmarkt: Onderdeel van de vermogensmarkt, titels met een korte looptijd.
- Kapitaalmarkt: Onderdeel van de vermogensmarkt, titels met lange looptijd (aandelen, obligaties, hypotheek).
Nominale en Reële Rente en Rentelasten
- Nominale rente: Rente zonder rekening te houden met inflatie.
- Reële rente: Rente rekening houdend met inflatie.
- Reële waarde schuld: Schuld gecorrigeerd voor inflatie.
- Rentelasten: De rente die je op een lening betaalt.
Collectieve Sector en Belastingen
- Collectieve sector: Overheid en sociale zekerheidsinstellingen.
- Rijksbegroting: Overzicht van uitgaven van de overheid.
- Miljoenennota: Toelichting op de rijksbegroting.
- Belastingen:
- Directe belastingen: Inkomstenbelasting, vennootschapsbelasting.
- Indirecte belastingen: BTW, accijnzen.
- BTW: Belasting op toegevoegde waarde (verkoopprijs inclusief BTW – verkoopprijs exclusief BTW).
- Sociale premies: Premies voor verzekeringen.
- Begrotingsoverschot: Meer inkomsten dan uitgaven.
- Begrotingstekort: Meer uitgaven dan inkomsten.
- Staatsschuld: Totaal van alle schulden van de centrale overheid.
- Overheidsschuld: Staatsschuld plus schulden van lagere overheden.
- Financieringssaldo: Begrotingstekort min aflossingen.
- Financieringsoverschot/Financieringtekort: saldo van aflossingen en/of tekorten
- Publieke schuld: Schuld van de overheid.
- Private schuld: Schuld van huishoudens en bedrijven.
- Stabiliteits- en groeipact: Regel voor landen die de euro gebruiken.
- Begrotingstekort <3% van het BBP.
- Staatsschuld <60% van het BBP (of daling).
Omslagstelsel en Sociale Verzekeringen
- Omslagstelsel: Werkende mensen betalen sociale premies voor uitkeringen.
- Sociale verzekeringen:
- Volksverzekeringen: AOW, AKW, Anw, Wlz.
- Werknemersverzekeringen: ZW, WW, WIA.
- Sociale voorzieningen: Hulp voor mensen met financiële of sociale problemen.
- Solidariteitsbeginsel: Mensen met hoger inkomen helpen mensen met lager inkomen.
- Intergenerationele solidariteit: Werkende mensen betalen pensioen voor gepensioneerden.
- Premiedruk: Toenemende kosten voor sociale verzekeringen door bijvoorbeeld een groeiende oudere populatie. De uitkering stijgt proportioneel met de inflatie.
- Berekening premiedruk: Sociale premies / Binnenlands inkomen.
AOW en Collectieve Pensioenen
- AOW-uitkering: De basisuitkering. Veranderd afhankelijk van alleen of een gezin.
- AOW-vereiste: Minstens 15 jaar in Nederland gewoond hebben.
- Collectief pensioen: Pensioen via je werk.
- Pensioenopbouw: Werkgever betaald deel van pensioen.
- Pensioen soorten:
- Waardevast: De jaarlijkse uitkering stijgt met de inflatie.
- Welvaartsvast: De jaarlijkse uitkering stijgt met de loonstijging.
- Dekkingsgraad: Ratio van huidig vermogen van pensioenfonds t.o.v. toekomstige verplichtingen.
- Rekenrente: Percentage voor toekomstige groei van pensioenfonds.
- Privaat pensioen: Sparen voor pensioen via eigen fondsen.
Studying That Suits You
Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.
Description
Test je kennis over indexcijfers en koopkracht. Dit quizje gaat in op de berekening van indexcijfers, de invloed van inflatie en deflatie op koopkracht, en belangrijke financiële concepten zoals nominaal en reëel inkomen. Ontdek hoe deze begrippen elkaar beïnvloeden in het dagelijks leven.