Hoofdstuk 2: Natuurlandschappen op aarde

Hoofdstuk 2: Grote natuurlandschappen op aarde

• Amazonegebied: Gelegen in Zuid-Amerika, genoemd naar de rivier de Amazone. Het gebied bestaat uit tropen met warme temperaturen en hoge neerslag, met veel verschillende plant- en diersoorten.
• Ontbossing: De Braziliaanse regenwoud verdwijnt door ontbossing (hakken van bomen). Dit komt vaak door landbouw en veeteelt. Het bos is ook een leefgebied voor inheemse volkeren en is belangrijk voor zuurstofproductie en biodiversiteit.
• Duurzaam gebruik: Bossen zijn belangrijk voor de oorspronkelijke bewoners (indianen), zuurstofproductie, en biodiversiteit. Duurzame bosbouw is een manier van bosgebruik waarbij nieuwe bomen worden geplant om de boskap te compenseren.

§2: De Outback in Australië

• Ongelijke spreiding: Australië heeft een ongelijk bevolkingsaantal, met veel mensen op de kust (vooral oosten en zuidoosten) en minder mensen in het binnenland (outback). De oorzaak hiervan is het verschil in neerslag hoeveelheid in het landskap, wat sterk beïnvloedt of er voldoende water beschikbaar is voor landbouw.
• Outback: De outback is de droge, weinig bevolkte binnenlands gebied van Australië. Het is een overgangsgebied tussen nat en droog.
• Droogte: Grote verschillen in neerslag. Het noordelijk en oostelijk kustgebied heeft meer neerslag dan het binnenland. Dit zorgt voor verschillen in ecosystemen. Het noordelijk gedeelte van Australië heeft minder dan 500mm neerslag per jaar, dit is erg weinig wat grote gevolgen heeft voor het landschap.

§3: De Inuit in het poolgebied

• Enorme oppervlakte: Het noordpoolgebied ligt boven de 66¼°Noorderbreedte. Het is een koud en groot gebied met veel ijs. Inuit leven langs de oever van de noordelijke IJszee.
• Toendra: In het noordpoolgebied, in gebieden noordelijk van de boomgrens, is de toendra, met lage temperaturen en weinig vegetatie. Hier heeft veel sneeuw en ijs.
• Sneeuw en ijs: De toendra is altijd onder het vriespunt, en het water bevriest. De samenstelling van het oppervlak is deels beïnvloed door de toestand van de lucht/atmosfeer.
• Smeltend ijs: De noordelijke IJszee is in de winter bevroren en in zomer smeltend ijs. Door opwarming van de aarde (klimaatverandering) smelt het ijs sneller en bevindt zich minder ijs constant in de noordelijke gebieden. Dit bevindt effecten op de omgeving.