Honger en Eetlust: Regulatie en Invloed

Choose a study mode

Play Quiz
Study Flashcards
Spaced Repetition
Chat to Lesson

Podcast

Play an AI-generated podcast conversation about this lesson
Download our mobile app to listen on the go
Get App

Questions and Answers

Wat is het belangrijkste verschil tussen honger en eetlust?

  • Honger wordt uitsluitend bepaald door de hoeveelheid vetweefsel in het lichaam, terwijl eetlust wordt gereguleerd door de bloedsuikerspiegel.
  • Honger is een aangeleerde reactie op sociale situaties, terwijl eetlust een instinctieve reactie is op een tekort aan voedingsstoffen.
  • Honger is een psychologisch verlangen naar specifiek voedsel, terwijl eetlust een fysiologische behoefte is.
  • Honger is een fysiologische prikkel die wordt gestild door elk type voedsel, terwijl eetlust een psychologisch verlangen is naar specifiek voedsel. (correct)

Welke rol speelt de hypothalamus bij het reguleren van honger en verzadiging?

  • De hypothalamus reguleert de bloedsuikerspiegel door insuline en glucagon af te scheiden.
  • De hypothalamus coördineert de peristaltische bewegingen in de darmen.
  • De hypothalamus bevat een voedingscentrum dat hongergevoelens activeert en een verzadigingscentrum dat het eten stopt. (correct)
  • De hypothalamus produceert spijsverteringsenzymen die de afbraak van voedsel in de maag bevorderen.

Hoe beïnvloedt leptine de honger en stofwisseling?

  • Leptine heeft geen invloed op de honger of de stofwisseling.
  • Leptine verhoogt zowel de honger als de stofwisseling.
  • Leptine verlaagt de honger en verhoogt de stofwisseling. (correct)
  • Leptine verhoogt de honger en verlaagt de stofwisseling.

Welke van de volgende factoren heeft de meeste invloed op de eetlust, in tegenstelling tot honger?

<p>Omgevingsfactoren zoals geur en visuele prikkels. (A)</p> Signup and view all the answers

Waarom geven eiwitrijke maaltijden over het algemeen een langer verzadigd gevoel dan koolhydraatrijke maaltijden?

<p>Eiwitten verhogen verzadigingshormonen en verminderen ghreline, waardoor het hongergevoel afneemt. (D)</p> Signup and view all the answers

Welke functie vervullen de rugae in de maag?

<p>Het vergroten en verkleinen van het maagvolume om voedsel op te slaan. (D)</p> Signup and view all the answers

Wat is de rol van de epiglottis tijdens het slikken?

<p>Het afsluiten van de luchtpijp om te voorkomen dat voedsel erin terechtkomt. (B)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende processen vindt plaats in de cephalische fase van de spijsvertering?

<p>De hersenen reageren op het zien, ruiken of denken aan voedsel, waardoor de spijsverteringsorganen worden gestimuleerd. (C)</p> Signup and view all the answers

Wat is de functie van de galblaas bij de spijsvertering?

<p>Het opslaan en afgeven van gal om lipiden te emulgeren. (D)</p> Signup and view all the answers

Hoe verschilt actieve transport van passieve diffusie bij de absorptie van voedingsstoffen in de dunne darm?

<p>Actief transport vereist energie (ATP) en een transporteiwit, terwijl passieve diffusie geen energie of transporteiwit vereist. (B)</p> Signup and view all the answers

Wat is de betekenis van de term 'borstelzoom' in de context van de dunne darm?

<p>De microvilli op de enterocyten die de absorptiecapaciteit vergroten. (A)</p> Signup and view all the answers

Welke rol speelt haustratie in de dikke darm?

<p>Het verplaatsen van afvalstoffen naar het sigmoïd colon. (D)</p> Signup and view all the answers

Hoe reguleert het enterisch zenuwstelsel (ENS) de spijsvertering?

<p>Het ENS reguleert peristaltiek, segmentatie en afscheidingen van spijsverteringsklieren, onafhankelijk van het centrale zenuwstelsel. (C)</p> Signup and view all the answers

Wat gebeurt er in geval van gastro-oesofageale refluxziekte (GERD)?

<p>De onderste slokdarmsfincter blijft te ontspannen, waardoor maagsap in de slokdarm komt. (C)</p> Signup and view all the answers

Welke bacterie speelt een belangrijke rol bij de meeste peptische zweren?

<p>Helicobacter pylori. (B)</p> Signup and view all the answers

Wat is het belangrijkste verschil tussen een voedselallergie en een voedselintolerantie?

<p>Een voedselallergie betrekt het immuunsysteem, terwijl een voedselintolerantie dat niet doet. (C)</p> Signup and view all the answers

Welk onderdeel van gluten veroorzaakt schade aan de dunne darm bij mensen met coeliakie?

<p>Gliadine. (D)</p> Signup and view all the answers

Wat is een belangrijk symptoom dat typerend is voor colitis ulcerosa?

<p>Bloederige diarree. (C)</p> Signup and view all the answers

Wat is de primaire focus van de behandeling van prikkelbare darmsyndroom (IBS)?

<p>Het beheersen van symptomen door middel van dieet, stressmanagement en medicatie. (C)</p> Signup and view all the answers

Welke aanbeveling is het meest effectief voor het voorkomen van obstipatie?

<p>Het verhogen van de vezelinname en voldoende water drinken. (C)</p> Signup and view all the answers

Wat is de primaire functie van de serosa-laag van het gastro-intestinale systeem?

<p>Het beschermen van het GI-systeem tegen het buikvlies. (B)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende enzymen begint de vertering van koolhydraten in de mond?

<p>Amylase. (D)</p> Signup and view all the answers

Wat is de functie van de intrinsieke factor die wordt geproduceerd door de pariëtale cellen in de maag?

<p>Het vergemakkelijken van de opname van vitamine B12. (C)</p> Signup and view all the answers

Welke rol speelt de lever bij de spijsvertering en opslag van voedingsstoffen?

<p>Het ontvangen, verwerken en opslaan van voedingsstoffen uit de darmen. (A)</p> Signup and view all the answers

Hoe beïnvloedt de pH-schaal de zuurgraad van stoffen in de spijsvertering?

<p>Een lagere pH-waarde geeft een hogere zuurgraad aan. (C)</p> Signup and view all the answers

Wat is de functie van probiotica in de dikke darm?

<p>Het afbreken van onverteerbare vezels. (B)</p> Signup and view all the answers

Waarom is het belangrijk om voedingsetiketten te lezen op allergenen?

<p>Om te controleren of een product ingrediënten bevat waarvoor men allergisch kan zijn. (C)</p> Signup and view all the answers

Wat is de betekenis van segmentatie in de dunne darm?

<p>Het ritmisch samentrekken van circulaire spieren om de chyme te kneden en te mengen. (B)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende aandoeningen wordt gekenmerkt door een overgevoeligheidsreactie van het immuunsysteem op een eiwit in voedsel?

<p>Voedselallergie. (C)</p> Signup and view all the answers

Wat is de functie van het hormoon secretine in het spijsverteringsproces?

<p>Het stimuleren van de afscheiding van pancreasbicarbonaat om zure chyme te neutraliseren. (A)</p> Signup and view all the answers

Waarom is het belangrijk voor mensen met coeliakie om een glutenvrij dieet te volgen?

<p>Om schade aan de dunne darm te voorkomen en de opname van voedingsstoffen te verbeteren. (B)</p> Signup and view all the answers

Wat is de rol van de zenuwen in het reguleren van de samentrekkingen en afscheidingen van het spijsverteringskanaal?

<p>Sympathische zenuwen remmen de spijsvertering, terwijl parasympathische zenuwen deze stimuleren. (A)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende risicofactoren draagt het minst bij aan colorectale kanker?

<p>Onvoldoende alcoholgebruik. (C)</p> Signup and view all the answers

In welke volgorde doorloopt voedsel de delen van de dikke darm?

<p>Colon ascendens, colon transversum, colon descendens, sigmoïd colon. (D)</p> Signup and view all the answers

Welke rol speelt het enzym lipase bij de spijsvertering?

<p>Het afbreken van vetten. (B)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende beweringen over de functie van de maag is correct?

<p>De maag slaat chyme op en geeft deze geleidelijk af aan de dunne darm. (A)</p> Signup and view all the answers

Wat is de functie van de lacteal in de villi van de dunne darm?

<p>Het absorberen van vetoplosbare voedingsstoffen in het lymfesysteem. (D)</p> Signup and view all the answers

Flashcards

Honger

Fysiologische prikkel die optreedt wanneer het lichaam voedsel nodig heeft.

Eetlust/Trek

Psychologisch verlangen naar specifiek voedsel, beïnvloed door omgevingsfactoren.

Hypothalamus

Hersengebied dat honger reguleert, met een voedingscentrum en een verzadigingscentrum.

Gastro-intestinale systeem

Het lichaamssysteem dat verantwoordelijk is voor spijsvertering, opname en eliminatie.

Signup and view all the flashcards

Hormonen

Chemische boodschappers die in de bloedbaan worden uitgescheiden en honger en verzadiging reguleren.

Signup and view all the flashcards

Ghreline

Hormoon geproduceerd in de maag dat de honger verhoogt.

Signup and view all the flashcards

Cholecystokinine (CCK)

Hormoon geproduceerd in de dunne darm dat honger remt.

Signup and view all the flashcards

Leptine

Hormoon geproduceerd door vetcellen dat honger vermindert en de stofwisseling verhoogt.

Signup and view all the flashcards

Spijsvertering definitie

Afbraak van voedsel in componentmoleculen.

Signup and view all the flashcards

Opname definitie

Voedingsstoffen komen via de darmwand in de bloedbaan.

Signup and view all the flashcards

Eliminatie definitie

Onverteerd voedsel en afvalstoffen worden uit het lichaam verwijderd.

Signup and view all the flashcards

Mucosa (slijmvlieslaag)

De binnenste laag die het lumen van het GI-systeem omgeeft en slijmcellen bevat.

Signup and view all the flashcards

Submucosa (bindweefsellaag)

Bestaat uit bindweefsel en een zenuwnetwerk dat GI-functies regelt.

Signup and view all the flashcards

Muscularis externa (spierlaag)

Belangrijkste spierlaag die voedsel beweegt door het GI-kanaal.

Signup and view all the flashcards

Serosa (buitenste laag)

Scheidt het GI-systeem van het buikvlies.

Signup and view all the flashcards

Rol van de mond

Breken voedsel mechanisch en chemisch af, en bevochtigen het.

Signup and view all the flashcards

De cephalische fase

Vroeg stadium van de spijsvertering, waarin de hersenen de spijsverteringsorganen activeren bij het zien/ruiken van voedsel.

Signup and view all the flashcards

Speeksel

Mengsel van water, slijm, enzymen en andere stoffen dat de mond bevochtigt en de vertering van koolhydraten start.

Signup and view all the flashcards

De speekselklieren

Bevinden zich onder de tong, achter in de mond en onder de kaak en produceren speeksel.

Signup and view all the flashcards

Enzymen

Kleine chemische stoffen, meestal eiwitten, die lichaamsprocessen versnellen zonder zelf te veranderen.

Signup and view all the flashcards

Bolus

Massa van gekauwd en bevochtigd voedsel.

Signup and view all the flashcards

Slokdarm (Esophagus)

Gespierde buis van het spijsverteringskanaal die de keelholte verbindt met de maag.

Signup and view all the flashcards

Peristaltiek

Golven van samentrekkingen en duwbewegingen die voedsel door het spijsverteringskanaal verplaatsen.

Signup and view all the flashcards

Maag definitie

J-vormig orgaan waar voedsel gedeeltelijk wordt verteerd, gekneed en opgeslagen.

Signup and view all the flashcards

Maagsap definitie

Maagsap: Zure vloeistof die in de maag wordt afgescheiden; het bevat zoutzuur (HCl), pepsine en andere stoffen.

Signup and view all the flashcards

Chyme

Halfvloeibare massa van gedeeltelijk verteerd voedsel, water en maagsap.

Signup and view all the flashcards

Dunne darm definitie

Het langste deel van het spijsverteringskanaal, waar de meeste vertering en absorptie plaatsvinden.

Signup and view all the flashcards

Dikke darm definitie

Het laatste orgaan van het spijsverteringskanaal, waar het meeste water wordt opgenomen en feces worden gevormd.

Signup and view all the flashcards

Probiotica

Micro-organismen die de menselijke gezondheid bevorderen.

Signup and view all the flashcards

Hydrolyse

Chemische reactie die stoffen afbreekt door toevoeging van water.

Signup and view all the flashcards

Galblaas

Een peervormig orgaan onder de lever dat gal opslaat en afscheidt in de dunne darm.

Signup and view all the flashcards

Gal

Een vloeistof die door de lever wordt geproduceerd en in de galblaas wordt opgeslagen; het emulgeert lipiden in de dunne darm.

Signup and view all the flashcards

Pancreas

Een klier achter de maag die verteringsenzymen afscheidt.

Signup and view all the flashcards

Lever

Het grootste hulporgaan van het spijsverteringskanaal; produceert gal en verwerkt voedingsstofrijk bloed.

Signup and view all the flashcards

Haarvaten definitie

Zeer kleine bloedvaten die de verbinding vormen tussen de kleinste slagaders en de kleinste aders in het cardiovasculaire systeem.

Signup and view all the flashcards

Portaal veneus systeem

Transportsysteem van bloed en verteringsproducten van de buikorganen naar de lever.

Signup and view all the flashcards

Enterocyten definitie

Gespecialiseerde absorptiecellen in de villi van de dunne darm.

Signup and view all the flashcards

Lacteal definitie

Een klein lymfatisch vat in de villi van de dunne darm.

Signup and view all the flashcards

Borstelzoom

De microvilli van de mucosa in de dunne darm, die de absorptiecapaciteit sterk vergroten.

Signup and view all the flashcards

Passieve diffusie

Een transportproces waarbij voedingsstoffen zonder energie door de celmembraan gaan.

Signup and view all the flashcards

Gefaciliteerde diffusie

Een transportproces waarbij voedingsstoffen met behulp van een transporteiwit door de celmembraan worden verplaatst.

Signup and view all the flashcards

Actief transport

Een transportproces waarbij energie nodig is om voedingsstoffen samen met een transporteiwit door de celmembraan te verplaatsen.

Signup and view all the flashcards

Study Notes

Honger vs. Eetlust

  • Honger is een fysiologische prikkel om te eten, niet specifiek voor bepaalde voedingsmiddelen.
  • Eetlust is een psychologisch verlangen naar specifiek voedsel, beïnvloed door omgevingsfactoren.
  • Men kan eetlust ervaren zonder honger of honger zonder eetlust.

Regulatie van Honger

  • De hypothalamus reguleert honger via een voedingscentrum (activeert honger) en een verzadigingscentrum (stopt eten).
  • Zenuwcellen in het maag-darmstelsel, hormonen en de hoeveelheid/type voedsel sturen signalen naar de hypothalamus.

Rol van Zenuwcellen

  • Zenuwcellen in de maag en dunne darm detecteren volheid en leegte.
  • Zenuwcellen in mond, keel en slokdarm stimuleren het verzadigingscentrum tijdens het kauwen en slikken.

Rol van Hormonen

  • Hormonen (chemische boodschappers) reguleren honger en verzadiging:
    • Insuline daalt en glucagon stijgt bij lage bloedglucose, wat honger veroorzaakt. Na het eten gebeurt het omgekeerde, wat verzadiging veroorzaakt.
    • Ghreline (maag) verhoogt de honger; CCK (dunne darm) remt de honger.
    • Leptine (vetcellen) vermindert de honger en verhoogt de stofwisseling; obesitas kan leiden tot leptine-resistentie.

Rol van Hoeveelheid en Type Voedsel

  • Eiwitrijke maaltijden geven langer een verzadigd gevoel door het verhogen van verzadigingshormonen en het verlagen van ghreline.
  • Vezelrijk voedsel en water verhogen het volume van de maaltijd, wat bijdraagt aan een voller gevoel.
  • Vaste voedingsmiddelen geven een groter verzadigingsgevoel dan vloeistoffen.

Omgevingsfactoren en Eetlust

  • Externe factoren beïnvloeden de eetlust:
    • Zintuiglijke waarnemingen (visueel, geur, textuur, geluid).
    • Sociale en culturele invloeden (gebeurtenissen, gezelschap).
    • Leren en gewoonten (voorkeuren ontwikkeld door familie, cultuur, ervaringen).

Spijsvertering, Opname en Eliminatie

  • Spijsvertering breekt voedsel af, opname laat voedingsstoffen in de bloedbaan komen, eliminatie verwijdert afvalstoffen.
  • Deze processen vinden plaats in het gastro-intestinale (GI) systeem.

Eetdagboek

  • Een eetdagboek kan helpen om patronen in eetgedrag te herkennen, zoals eten uit emotie of gewoonte.
  • Men kan registreren wat, wanneer, waar, met wie en waarom er wordt gegeten, inclusief emoties en zintuiglijke prikkels.
  • Fysiologische honger kan worden beoordeeld op een schaal van 1 tot 5 (vol tot sterke honger).

De Vier Lagen van het Gastro-Intestinale Systeem

  • Mucosa (slijmvlieslaag): Binnenste laag, beschermt het GI-systeem.
  • Submucosa (bindweefsellaag): Bevat bindweefsel en regelt GI-functies via een zenuwnetwerk.
  • Muscularis externa (spierlaag): Verzorgt de beweging van voedsel via circulaire en lengtespierlagen.
  • Serosa (buitenste laag): Scheidt GI-systeem van het buikvlies.

Organen van het Gastro-Intestinale Systeem

  • Mond, keelholte, slokdarm, maag, dunne darm, dikke darm.
  • Sphincters controleren de voedselbeweging tussen deze organen.

Hulporganen van de Spijsvertering

  • Speekselklieren, lever, alvleesklier, galblaas ondersteunen de spijsvertering maar zijn geen direct onderdeel van het GI-systeem.

Begin van de Spijsvertering: De Mond En De Cephalische Fase

  • De cephalische fase: De hersenen reageren op het zien, ruiken of denken aan voedsel, wat de spijsvertering stimuleert.
  • Kauwen breekt voedsel af en stimuleert de afgifte van hormonen en verteringsenzymen.
  • Speeksel bevochtigt, verbindt voedsel en start de chemische vertering.

Functies van Speeksel

  • Speeksel bevochtigt voedsel, bevat enzymen (amylase voor koolhydraten, lipase voor vetten), neutraliseert zuren met bicarbonaat, bevat slijm en antilichamen.
  • Smaak ontstaat door binding van chemische stoffen aan smaakreceptoren; de tong onderscheidt bitter, zoet, zout, zuur en umami.
  • Reukvermogen (olfactie) beïnvloedt de smaakperceptie.

Transport via de Slokdarm

  • Bolus (gekauwd voedsel) gaat via de slokdarm naar de maag.
  • Epiglottis voorkomt dat voedsel in de luchtpijp komt.
  • Peristaltiek (samentrekkingen) duwt voedsel voort, geholpen door zwaartekracht.
  • De gastro-oesofageale sfincter opent om voedsel in de maag te laten.

Functies van de Maag

  • De maag mengt, verteert en slaat voedsel op.
  • Rugae (plooien) in de maagwand laten uitzetting toe tot 3,8 liter.
  • Gastrine stimuleert de maagsapklieren om maagsap te produceren.
  • Pariëtale cellen produceren zoutzuur (HCl) en intrinsic factor (voor vitamine B12 opname).
  • Hoofdcellen produceren pepsinogeen (wordt pepsine) en gastrische lipase.
  • Chyme is vloeibare substantie door menging van voedsel met maagsap.
  • Slijmcellen beschermen de maagwand.
  • De maag absorbeert kleine hoeveelheden water, fluoride, vetten, aspirine en alcohol.

pH-Schaal en Zuurtegraad

  • De pH-schaal meet zuurgraad; een lagere pH is zuurder.
  • Water heeft een neutrale pH van 7.
  • Zoutzuur (HCl) in de maag heeft een pH van 1,0; frisdrank, sinaasappelsap en koffie zijn minder zuur.

De Dunne Darm

  • De dunne darm (duodenum, jejunum, ileum) is de belangrijkste plek voor vertering en absorptie.
  • Voedingsstoffen worden afgebroken en opgenomen in de bloedbaan, ondersteund door enzymen en hulporganen.

De Dikke Darm

  • De dikke darm (caecum, colon ascendens/transversum/descendens, sigmoïd colon) slaat voedselresten op.
  • De meeste voedingsstoffen zijn al opgenomen; overgebleven water en onverteerbare resten worden opgeslagen.
  • GI-flora (bacteriën) voltooien de vertering, produceren vitamines en gaan schadelijke bacteriën tegen (probiotica).
  • Water, vetafbraakproducten en elektrolyten worden opgenomen, waardoor feces (ontlasting) ontstaan.

Chemische Vertering met Enzymen en Hormonen

  • Enzymen (uit mond, maag, pancreas, dunne darm) katalyseren hydrolysereacties (afbraak met water).
  • Hormonen (gastrine, secretine, CCK, GIP, somatostatine) reguleren de functie van het spijsverteringskanaal.

Functies en Hormonen

  • Zie tabel 3.1 in de originele tekst voor spijsverteringsenzymen.
  • Zie tabel 3.2 in de originele tekst voor hormonen betrokken bij de spijsverteringsregulatie.

Hulporganen: Galblaas

  • Galblaas slaat gal op, dat lipiden emulgeert (afbraak tot kleinere vetdruppels).
  • Hormoon CCK stimuleert de galblaas om samen te trekken en gal af te geven.

Hulporganen: Pancreas

  • De pancreas produceert en scheidt verteringsenzymen (amylase, lipase, proteasen) en hormonen (insuline, glucagon) af.
  • Produceert bicarbonaat om de zuurgraad van chyme te neutraliseren.

Hulporganen: Lever

  • De lever synthetiseert stoffen zoals gal, ontvangt en verwerkt producten van de vertering.
  • Slaat glucose op als glycogeen, maakt bloedproteïnen aan en ontgift bloed door schadelijke stoffen te verwijderen.

Absorptie in de Dunne Darm

  • De dunne darm is de belangrijkste plaats voor absorptie door een groot oppervlak en gespecialiseerde cellen.
  • Mucosa is geplooid met villi (uitstulpingen met enterocyten, haarvaten en lacteal) en microvilli (borstelzoom).
  • Haarvaten nemen wateroplosbare voedingsstoffen op, lacteal absorbeert vetoplosbare voedingsstoffen.

Vier Typen Absorptie

  1. Passieve diffusie: Geen energie of transporteiwit nodig (lipiden, water, vitamine C, mineralen).
  2. Gefaciliteerde diffusie: Transporteiwit nodig, geen energie (fructose).
  3. Actief transport: Energie (ATP) en transporteiwit nodig (glucose, aminozuren, sommige mineralen).
  4. Endocytose: Celmembraan omsluit en neemt darminhoud op (antistoffen uit moedermelk).

Transport via Bloed en Lymfe

  • Bloed (cardiovasculair systeem) transporteert zuurstof en voedingsstoffen.
  • Lymfe (lymfatisch systeem) absorbeert vetten en voert afvalstoffen af.
  • Bloed gaat via het portale veneuze systeem naar de lever.
  • De nieren filteren afvalstoffen, de longen scheiden koolstofdioxide uit.

Regulering door het Neuromusculaire Systeem

  • Het neuromusculaire systeem (zenuwen en spieren) reguleert de spijsvertering.
  • Spieren mengen en verplaatsen voedsel (peristaltiek, segmentatie, haustratie).
  • Samentrekkingen worden gereguleerd door het zenuwstelsel (centraal en perifeer).

Beïnvloeding door het Enterisch Zenuwstelsel

  • Het enterisch zenuwstelsel (ENS) regelt peristaltiek, segmentatie en afscheidingen.
  • Sympathische zenuwen remmen, parasympathische stimuleren de darmwerking.

Boeren en Winderigheid

  • Boeren: Ingeslikte lucht; vermijden door niet te snel te eten.
  • Winderigheid: Gassen in de dikke darm door fermentatie van vezels, zetmeel en suikers; Beano kan helpen.

Brandend Maagzuur en GERD

  • GERD: Gastro-oesofageale sfincter blijft ontspannen, maagsap komt in de slokdarm.
  • Oorzaken: Hiatale hernia, roken, overgewicht, medicijnen.
  • Behandeling: Voeding aanpassen, rechtop blijven na het eten, stoppen met roken, antacida.

Peptische Zweer

  • Peptische zweer: Erosie in het spijsverteringskanaal door zoutzuur en pepsine.
  • Oorzaak: Helicobacter pylori (H. pylori) en NSAID’s.
  • Behandeling: Antibiotica (tegen H. pylori), antacida, vermijden van NSAID’s.

Galstenen

  • Galstenen: Verharde afzettingen in de galblaas.
  • Risicofactoren: Vrouwelijk geslacht, ouderdom, obesitas, diabetes, suikerrijk dieet, weinig vezels.
  • Behandeling: Chirurgische verwijdering van de galblaas.

Voedselintoleranties, Voedselallergieën en Coeliakie

  • Voedingsetiketten moeten de 8 belangrijkste allergenen duidelijk vermelden (melk, eieren, vis, schaaldieren, boomnoten, pinda’s, tarwe, sojabonen).
  • Voedselintolerantie veroorzaakt maag-darmklachten zonder betrokkenheid van het immuunsysteem.
  • Voedselallergie is een immuunreactie op een voedseleiwit.
  • Coeliakie is een auto-immuunziekte door gluten, beschadigt de dunne darm.

Niet-Coeliakie Glutengevoeligheid (NCGS)

  • NCGS: Gluten vermijden zonder coeliakie of allergie.
  • Vaak zelfdiagnose.
  • Overleg met een arts is noodzakelijk.

Braken

  • Braken: Onvrijwillige uitdrijving van maag- en twaalfvingerige darminhoud.
  • Acute braken: Door infectie, medicijnen, wagenziekte.
  • Cyclisch braken syndroom (CVS): Terugkerende periodes van braken.

Ziekte van Crohn en Colitis Ulcerosa

  • Ziekte van Crohn: Ontsteking in het spijsverteringskanaal, meestal in het ileum.
  • Colitis ulcerosa: Ontsteking en zweervorming in de dikke darm.
  • Beide worden veroorzaakt door immuunreactie op een virus of bacterie en hebben vergelijkbare symptomen.

Diarree, Obstipatie en Prikkelbare Darm Syndroom

  • Diarree: Waterige ontlasting drie of meer keer per dag.
  • Obstipatie: Minder dan drie keer per week ontlasting.
  • Prikkelbare darm syndroom (IBS): Functionele darmaandoening met krampen, opgeblazen gevoel, obstipatie of diarree.

Tekenen en Symptomen van Uitdroging

  • Volwassenen: Dorst, duizeligheid, minder plassen, droge huid.
  • Baby's/kinderen: Dorst, geen tranen bij huilen, minder natte luiers, ingevallen ogen.
  • Tabel 3.3 originele tekst

Kanker in het Spijsverteringskanaal

  • Kanker kan zich ontwikkelen in de slokdarm, maag, pancreas, lever, galblaas en darmen.
  • Colorectale kanker is de meest voorkomende vorm (dikke darm en endeldarm).
  • Screening vanaf 50 jaar wordt aangeraden.

Studying That Suits You

Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.

Quiz Team

More Like This

Use Quizgecko on...
Browser
Browser