Podcast
Questions and Answers
Van wie is de mama in het gedicht?
Van wie is de mama in het gedicht?
- Van de broer
- Van de opa
- Van de oma
- Van de ik-persoon (correct)
Hoe wordt de papa in het gedicht beschreven?
Hoe wordt de papa in het gedicht beschreven?
- Heel groot (correct)
- Heel klein
- Heel oud
- Heel lief
Wat voor een persoon is de zus in het gedicht?
Wat voor een persoon is de zus in het gedicht?
- Een baby
- Een opa
- Een jongen
- Een meisje (correct)
Hoe wordt de broer in het gedicht beschreven?
Hoe wordt de broer in het gedicht beschreven?
Wat voor een persoon is de opa in het gedicht?
Wat voor een persoon is de opa in het gedicht?
True or false: De moeder in het gedicht is lief?
True or false: De moeder in het gedicht is lief?
True or false: De vader in het gedicht is groot?
True or false: De vader in het gedicht is groot?
True or false: Het zusje in het gedicht is een jongen?
True or false: Het zusje in het gedicht is een jongen?
True or false: De opa in het gedicht is oud?
True or false: De opa in het gedicht is oud?
True or false: De baby in het gedicht lijkt op de ik-persoon?
True or false: De baby in het gedicht lijkt op de ik-persoon?
Study Notes
Familieleden
- Ik ben ik: het kind zelf
- Mama: lief, zorgt voor het kind
- Papa: heel groot, houdt van het kind
- Zus: meisje, kijkt heel blij
- Broer: jongen, speelt met het kind
- Opa: heel oud, lief voor het kind
- Oma: heel leuk, past op het kind
- Baby: heel klein, lijkt op het kind
Familie-relaties
- Mama en Papa horen erbij
- Zus en broer horen erbij
- Oma en opa horen erbij
- Baby hoort erbij
- Familie is belangrijk, iedereen hoort erbij
Studying That Suits You
Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.