Historisch Denken en West-Europese Ontdekkingen

De vier basisvragen die historici stellen om het verleden te begrijpen. Deze vragen richten zich op het verleden zelf, de relatie met het heden, het proces van kennisverwerving, en de manier waarop we over het verleden denken.

De vier gebieden die historici onderzoeken om het verleden te begrijpen. Deze gebieden belichten de culturele, sociale, economische en politieke aspecten van een historische periode.

De periode waarin Europese ontdekkingsreizigers op pad gingen om nieuwe gebieden te verkennen en nieuwe handelsroutes te vinden. Deze periode kenmerkt zich door een groeiende nieuwsgierigheid naar de wereld en een toenemende handel met verre landen.

De Ieren die in de 6e tot 8e eeuw op zoek gingen naar nieuwe gebieden, met name IJsland en mogelijk ook Amerika. Ze waren bekend voor hun religieuze drijfveren en hun vaardigheden als zeelieden.

Noordse zeelieden die in de 9e tot 13e eeuw de oceanen bezeilden om nieuwe gebieden te verkennen en handelsposten op te richten. Ze waren bekend voor hun zeevaartvaardigheid en hun kennis van het noordpoolgebied.

De belangrijkste drijfveren achter de West-Europese ontdekkingstochten. Deze drijfveren waren gericht op economische voordelen (handel), religieuze expansie (het verspreiden van het christelijk geloof), politieke macht (verovering en kolonisatie) en wetenschappelijke nieuwsgierigheid.

De economische voordelen van de West-Europese ontdekkingstochten. Handelaars zochten naar nieuwe routes naar handelsgederen uit Azië, zoals specerijen en zijde. Tegelijkertijd werden nieuwe gebieden gekoloniseerd om winst te maken met de teelt van suikerriet en andere gewassen.

De religieuze drijfveren achter de West-Europese ontdekkingstochten, met name de jaloezie op de islamitische handelsroutes en de wens om de islam te bestrijden en het christelijk geloof te verspreiden. De Reconquista, de herovering van het Iberisch schiereiland van de Moren, was een belangrijke factor hierin.

Niet-islamitische onderdanen van het Ottomaanse Rijk die een persoonlijke godsdienstbelasting betaalden in ruil voor bescherming.

De persoonlijke belasting die niet-islamitische onderdanen (Dhimmi) betaalden in het Ottomaanse Rijk.

Een groot complex dat werd gebouwd door Mehmed II, de veroveraar van Constantinopel. Het huisvestte de sultan, zijn familie en de Janitsaren.

Een moskee in Istanbul die bekend staat om de blauwe tegels die de wanden sieren, en die recht tegenover Hagia Sofia ligt.

Een islamitische kunstvorm die de schoonheid van Arabisch schrift belicht. De kunst is belangrijk in de islam omdat het verboden is om mensen en dieren uit te beelden.

De vader van alle Turken, Mustafa Kemal Atatürk, voerde belangrijke hervormingen door om Turkije te moderniseren en te democratiseren.

De Ottomaanse samenleving was voornamelijk agrarisch. De meeste mensen waren werkzaam in de landbouw en de handelswegen speelden een belangrijke rol in het rijk.

De Ottomaanse kunst ontwikkelde een eigen karakter, met prachtige kalligrafie, architectuur (Topkapipaleis en Blauwe Moskee) en tapijtweven. De kunst weerspiegelde de religieuze en culturele waarden van het rijk.

Een oceaanwaardig zeilschip met meerdere dekken en 3 masten, ontworpen voor lange reizen. Gebaseerd op de kogge en galei.

Een navigatie-instrument dat het magnetische noorden aangeeft.

Een navigatie-instrument dat de hoogte van sterren boven de horizon meet, afkomstig uit de Arabische wereld.

Een instrument om het verschil in graden te meten tussen de horizon en de zon op haar hoogste punt, uitgevonden in de 14e eeuw.

De theorie dat de oceanen als gordels rond de continenten liggen, die de ontdekkingsreizigers aanmoedigde om de wereld te verkennen.

De theorie die stelt dat de aarde verschillende klimaatzones heeft met koude polen, bewoonbare gematigde zones en een ondoordringbare hittegordel aan de evenaar.

Portugese ontdekkingsreiziger die in 1415 jaarlijkse expedities naar de noordwestkust van Afrika stuurde.

Portugese ontdekkingsreiziger die in 1488 het meest zuidelijke punt van Afrika bereikte.

Portugese ontdekkingsreiziger die in 1498 India bereikte en een handelsmonopolie met de sultan afsloot.

Portugese ontdekkingsreiziger die in 1500 op weg naar Indië in Brazilië aankwam.

Italiaanse ontdekkingsreiziger die in 1492 de eerste reis naar Amerika ondernam.

Italiaanse ontdekkingsreiziger die ontdekte dat de landmassa die Columbus ontdekte een nieuw continent was.

Portugese ontdekkingsreiziger die de zeestraat tussen de Atlantische en Stille Oceaan ontdekte.

Het proces waarbij Europese machten kolonies stichtten in andere gebieden om economisch voordeel te behalen.

Het proces waarbij machten hun macht uitbreiden door gebieden te veroveren en te overheersen.

Het Azteekse rijk was een zeer georganiseerde samenleving met verschillende standen en beroepsgroepen. Mensen met een lagere stand konden opklimmen door hun daden en prestaties.

Het woord 'cacauatl' in de Azteekse taal betekent cacao. De Azteken gebruikten cacaobonen als betaalmiddel, in ruil voor stoffen mantels.

De Azteken geloofden dat de wereld al vier keer was vergaan en dat de zonnegod de vijfde wereld met bloedende mensenharten voedde. Als dit niet gebeurde, zou de wereld vergaan.

De Azteken geloofden in een grote hoeveelheid goden, meer dan 2000. Ze namen ook goden van andere volkeren over die ze versloegen.

Huitzilopochtli was de Azteekse god van de zon, de oorlog en de stad Tenochtitlan. Hij was een belangrijke god in hun religie.

Tlaloc was de god van het water in al zijn vormen, waaronder regen en bloed. Hij speelde een belangrijke rol in de Azteekse landbouw en natuur.

Quetzalcoatl was de slangengod van de plantengroei, mais, priesterschap, wijsheid en leven. Hij stond in de Azteekse mythologie symbool voor kennis en schepping.

Hernan Cortes was een Spaanse conquistador die het Azteekse rijk veroverde. Hij had betere wapens en paarden, en kreeg hulp van lokale bondgenoten die de Azteken haatten.

De Conquistadores waren Spaanse soldaten en avonturiers die op zoek waren naar rijkdom in de Nieuwe Wereld. Ze gebruikten hun militaire superioriteit om verschillende inheemse volkeren te veroveren.

De Inca's waren een groot en complex volk dat leefde in de Andes-regio van Zuid-Amerika. Ze waren bekend om hun geavanceerde landbouw, architectuur en bestuur.

Het Inca-rijk had een uitgebreid wegennetwerk dat goed geplaveid was met grote stenen en hangbruggen. Dit netwerk maakte het mogelijk om snel en efficiënt informatie en goederen te vervoeren.

De Sapa Inca was de absolute leider van het Inca-rijk. Hij werd gezien als de directe afstammeling van de zonnegod Inti en had politieke, militaire en religieuze macht.

De Inca's gebruikten een systeem van knopen op koorden, genaamd quipu, om informatie te registreren. Door middel van knopen, kleuren en materiaal konden ze cijfers, data en andere gegevens vastleggen.

Het Ottomaanse Rijk was een groot rijk dat zich uitstrekte van de Balkan tot Noord-Afrika en het Midden-Oosten. Het centrum van het rijk was Istanbul.

De Janitsaren waren een elitekorps van soldaten in het Ottomaanse Rijk. Ze werden getraind in de militaire kunst en waren bedreven in het gebruik van buskruitwapens.

Suleyman I, ook bekend als Suleiman de Prachtlievende, was een Ottomaanse sultan die het rijk uitbreidde naar de Balkan, Noord-Afrika, Hongarije en andere gebieden.