Podcast
Questions and Answers
Welke van de volgende mechanismen is niet direct betrokken bij de veneuze terugkeer?
Welke van de volgende mechanismen is niet direct betrokken bij de veneuze terugkeer?
- Vasoconstrictie
- De respiratoire pomp
- Autoregulatie (correct)
- De pompwerking van spieren
Wat is het directe gevolg van een slecht samentrekkende linker hartkamer?
Wat is het directe gevolg van een slecht samentrekkende linker hartkamer?
- Verhoogde bloedtoevoer naar de nieren
- Verminderde bloedtoevoer naar de longen
- Verminderde bloedtoevoer naar het lichaam (correct)
- Verhoogde bloedtoevoer naar de hersenen
Wat is het belangrijkste verschil tussen een sinusritme en een atrioventriculair nodaal ritme?
Wat is het belangrijkste verschil tussen een sinusritme en een atrioventriculair nodaal ritme?
- De kracht van de hartcontractie
- De efficiëntie van de hartslag
- De plaats waar het elektrische signaal ontstaat (correct)
- De snelheid van de hartslag
In welke volgorde stroomt bloed door de structuren van het hart tijdens de hartcyclus?
In welke volgorde stroomt bloed door de structuren van het hart tijdens de hartcyclus?
Wat is het belangrijkste kenmerk van de isovolumetrische contractiefase van de hartcyclus?
Wat is het belangrijkste kenmerk van de isovolumetrische contractiefase van de hartcyclus?
Wat is het directe gevolg van klepstenose op de hartfunctie?
Wat is het directe gevolg van klepstenose op de hartfunctie?
Wat is het verschil tussen systole en diastole in de hartcyclus?
Wat is het verschil tussen systole en diastole in de hartcyclus?
Welke van de volgende processen is betrokken bij de vorming van urine in de nieren?
Welke van de volgende processen is betrokken bij de vorming van urine in de nieren?
Waar in de nier bevinden zich de nefronen, de functionele eenheden van de nier?
Waar in de nier bevinden zich de nefronen, de functionele eenheden van de nier?
Hoe beïnvloedt ADH (antidiuretisch hormoon) de urineproductie in de nieren?
Hoe beïnvloedt ADH (antidiuretisch hormoon) de urineproductie in de nieren?
Flashcards
Endocardium
Endocardium
Dunne laag cellen die de binnenkant van het hart bekleedt.
Myocardium
Myocardium
Spierlaag die verantwoordelijk is voor de samentrekking van het hart.
Epicardium
Epicardium
Buitenste laag van het hart, deel van het hartzakje.
Sinusritme
Sinusritme
Signup and view all the flashcards
Atrioventriculair nodale ritme
Atrioventriculair nodale ritme
Signup and view all the flashcards
Gepolariseerd
Gepolariseerd
Signup and view all the flashcards
Depolariseren
Depolariseren
Signup and view all the flashcards
Actiepotentiaal
Actiepotentiaal
Signup and view all the flashcards
Sinusknoop
Sinusknoop
Signup and view all the flashcards
AV-knoop
AV-knoop
Signup and view all the flashcards
Study Notes
Herhaling circulatiestelsel
- De bloedsomloop moet getekend worden met alle onderdelen benoemd, inclusief de locaties van zuurstofrijk en zuurstofarm bloed.
- Het hart bestaat uit de rechter en linker boezem, de rechter en linker kamer, de aorta, longader, longslagader, bovenste en onderste holle ader, het hartzakje en de hartkleppen (aortaklep, pulmonaalklep, tricuspidaalklep, mitraalklep).
- De functie van de bloedsomloop is om het bloed door het lichaam te laten stromen.
- De vier mechanismen voor veneuze return zijn vasoconstrictie, pompwerking en de respiratoire pomp.
- Als de linker hartkamer niet goed samentrekt, pompt het hart minder bloed naar het lichaam, wat kan komen door een hartaanval, hartfalen of een verzwakte hartspier.
- Als de rechter hartkamer niet goed samentrekt, wordt er minder bloed in de longen gepompt, wat kan komen door longziekte of problemen met hartkleppen.
- Als de sinusknoop niet werkt, kan de atrioventriculaire (AV) knoop het ritme overnemen, maar dit is minder efficiënt.
- Het sinusritme is het normale ritme uit de sinusknoop, terwijl het atrioventriculaire nodale ritme een trager ritme is dat ontstaat als de AV-knoop het overneemt.
- Elektrische lading is de spanning door positieve of negatieve deeltjes in het lichaam.
- Gepolariseerd is de toestand waarbij de binnenkant van een cel negatief is ten opzichte van de buitenkant.
- Rustpotentiaal is de elektrische spanning in een cel als deze niet actief is.
- Depolariseren is het proces waarbij een cel verandert van negatief naar positief, wat een elektrische impuls veroorzaakt.
- Actiepotentiaal is de elektrische impuls die zich verspreidt door een cel of zenuw.
- Prikkelgeleiding wordt gedefinieerd als het proces waarbij een elektrische impuls wordt doorgegeven van de ene cel naar de andere.
- Repolarisatie is het herstel van de negatieve lading in een cel na depolarisatie.
Opbouw van het hart (wand)
- Endocardium (binnenste laag): een dunne laag cellen aan de binnenkant van het hart.
- Myocardium (middenlaag): de spierlaag die verantwoordelijk is voor de samentrekking van het hart.
- Epicardium (buitenkant): de buitenste laag van het hart, die ook deel uitmaakt van het hartzakje.
Hartcyclus en ECG
- De samentrekking van het hart komt tot stand doordat de sinusknoop het eerste signaal geeft om de boezems samen te trekken.
- Vervolgens stuurt de AV-knoop het signaal naar de kamers, waarna de bundel van His en Purkinjevezels het signaal snel door de kamers verspreiden.
- De gehele hartcyclus verloopt als volgt: bovenste/onderste holle ader -> rechterboezem -> rechterkamer -> longslagader -> longen -> slagader -> linkerboezem -> linkerkamer -> aorta -> hele lichaam.
- Diastole is de ontspanning van het hart, terwijl systole de samentrekking van het hart is.
- De vier fases van de hartcyclus zijn: ventrikelvulling, isovolumetrische contractie, ventrikelejectie en isovolumetrische relaxatie.
- De eerste harttoon is het geluid van de kleppen tussen boezems en kamers die dichtgaan bij samentrekking van de kamers. De tweede harttoon is het geluid van de kleppen naar de slagaders die dichtgaan nadat het bloed is weggepompt.
- Klepinsufficiëntie is wanneer een klep niet goed sluit, waardoor bloed terugstroomt, wat leidt tot verminderde bloedcirculatie. Klepstenose is wanneer een klep te vernauwd is, waardoor bloed er moeilijker doorstroomt, wat de druk in het hart verhoogt.
- Als gevolg van beide moet het hart harder werken, wat kan leiden tot hartfalen of andere problemen door onvoldoende bloedcirculatie.
- Slagvolume is de hoeveelheid bloed die het hart per samentrekking uitpompt.
- Hartfrequentie is het aantal hartslagen per minuut.
- Bloedstroom is de hoeveelheid bloed die in een bepaalde tijd door de bloedvaten stroomt.
- Hartminuutvolume is de totale hoeveelheid bloed die het hart in één minuut uitpompt (slagvolume x hartfrequentie).
Nieren/urinewegstelsel
- De nieren filteren het bloed en zorgen voor het behoud van belangrijke stoffen zoals zouten en mineralen.
- Resorptie is het proces waarbij nuttige stoffen uit de urine terug in het bloed worden opgenomen.
- De nieren liggen in de onderrug, aan beide zijden van de wervelkolom en net onder de ribben.
- De nieren bestaan uit niermerg, nierschors, nierbekken en urineleider.
- De functionele eenheid van de nier is het nefron.
- De nefronen liggen in de schors van de nier.
- Het niermerg bestaat uit nierpiramides.
- Urine komt vanuit de nefronen via de verzamelbuizen in het nierbekken.
- Via de plasbuis verlaat de urine het lichaam.
Werking van de nieren
- In de nieren worden afvalstoffen uit het bloed gehaald en opgelost in water, terwijl voedingsstoffen behouden blijven.
- Voorurine bestaat uit water, afvalstoffen zoals zouten, ionen, voedingsstoffen zoals glucose en aminozuren.
- Er wordt dagelijks 180 liter voorurine geproduceerd.
- Urine bestaat uit water, elektrolyten zoals natrium en kalium, en afvalstoffen zoals urinezuur en urobiline.
- De nieren hebben verschillende regelmechanismen:
- Autoregulatie past de bloedstroom aan om de filtratie constant te houden.
- Renine-angiotensine verhoogt de bloeddruk en houdt water vast bij lage bloeddruk.
- ADH houdt water vast bij uitdroging en maakt minder urine.
- Natriuretische peptiden verlagen de bloeddruk door natrium en water uit te scheiden.
- Tubuloglomelulaire feedback meet natrium om de filtratie aan te passen.
- Bicarbonaatbuffering regelt de pH door bicarbonaat vast te houden of uit te scheiden.
- Functies van de nieren zijn het uitscheiden van afvalstoffen, het regelen van de hoeveelheid water in het lichaam en het aanmaken en uitscheiden van hormonen.
Studying That Suits You
Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.