H5 - Weerstanden Schakelen
5 Questions
2 Views

Choose a study mode

Play Quiz
Study Flashcards
Spaced Repetition
Chat to lesson

Podcast

Play an AI-generated podcast conversation about this lesson

Questions and Answers

Wat gebeurt er met de stroomsterkte in een serieschakeling?

  • De stroomsterkte is overal gelijk. (correct)
  • De stroomsterkte is gelijk aan de som van alle stroomsterktes.
  • De stroomsterkte is nul.
  • De stroomsterkte verschilt per weerstand.
  • Hoe wordt de spanning verdeeld in een parallelschakeling?

  • De totale spanning is gelijk aan nul.
  • De spanning is gelijk aan de som van de spanningen over de weerstanden.
  • De spanning wordt willekeurig verdeeld.
  • De spanning is overal gelijk. (correct)
  • Wat is het effect van het toevoegen van meer weerstanden in een parallelschakeling op de totale weerstand?

  • De totale weerstand varieert zonder duidelijke patroon.
  • De totale weerstand blijft gelijk.
  • De totale weerstand neemt toe.
  • De totale weerstand neemt af. (correct)
  • Wat is de formule voor lading (Q) in de gegeven context?

    <p>Q = I * t</p> Signup and view all the answers

    Wat gebeurt er met de spanning in een serieschakeling als er meerdere weerstanden zijn?

    <p>De spanning wordt verdeeld over de weerstanden.</p> Signup and view all the answers

    Study Notes

    H5 - Schakelingen

    • Onderwerp: Weerstanden schakelen (§5.3)

    Herhaling §5.1 & §5.2

    • Lading (Q): Q = I * t
    • Stroomsterkte (I): Meet de stroom.
    • Spanning (U): U = I * R
    • Weerstand (R): Het vermogen dat er tegenwerkt.
    • LDR: Licht afhankelijk weerstand
    • NTC: Negatieve temperatuur coefficient

    Serieschakeling

    • Stroomsterkte is overal gelijk.
    • Spanning wordt verdeeld.
      • Ubron = U1 + U2 + U3

    Parallelschakeling

    • Stroomsterkte wordt verdeeld.
      • Ibron = I1 + I2 + I3
    • Spanning is overal gelijk.
      • Ubron = U1 = U2 = U3

    Bepaal de gevraagde I en U

    • Lampjes zijn gelijk, stroom wordt eerlijk verdeeld.
      • I2 = I1 = 2A
      • I3 = Itotaal = 2 + 2 = 4A
    • Lampjes zijn gelijk, spanning wordt eerlijk verdeeld.
      • U3 = Utotaal / 2 = 6/2 = 3V

    Totale weerstand

    • Serieschakeling: Rv = R1 + R2
      • De vervangingsweerstand (Rv) is de som van de individuele weerstanden.
    • Parallelschakeling: 1/ Rv =1 / R1 + 1/ R2
      • De reciproque van de vervangingsweerstand (Rv) is de som van de reciproques van de individuele weerstanden.

    Opdracht 6 - klassikaal

    • Basis schakeling met enkele lampen en schakelaar

    Oefenopdracht

    • Bereken de totale vervangingsweerstand van een schakeling met verschillende weerstanden (10 Ω, 20 Ω, 30 Ω, 40 Ω, en 50 Ω).

    Aan de slag

    • Opdrachten 5.3 5, 7 t/m 10.
    • Huiswerk voor volgende les.

    Filmpje - hoe werkt een batterij?

    • Filmpje over hoe een batterij werkt.

    Studying That Suits You

    Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.

    Quiz Team

    Related Documents

    Description

    Test je kennis over weerstanden en schakelingen in dit quiz. Leer over de formules voor stroomsterkte, spanning en weerstand en het verschil tussen serieschakeling en parallelschakeling. Ontdek hoe lampjes in een schakeling zich gedragen en hoe je de gevraagde waarden kunt berekenen.

    More Like This

    Use Quizgecko on...
    Browser
    Browser