Groepsdruk & Conformisme: Psychologie
41 Questions
0 Views

Choose a study mode

Play Quiz
Study Flashcards
Spaced Repetition
Chat to lesson

Podcast

Play an AI-generated podcast conversation about this lesson

Questions and Answers

Welke van de volgende beweringen beschrijft het effect van groepsgrootte op invloed?

  • De invloed van een groep neemt voortdurend toe naarmate de groepsgrootte toeneemt.
  • Groepen van 2 hebben de grootste invloed.
  • Een groep van 6 of meer mensen is nodig voor maximale invloed.
  • Een groep van 4 of 5 heeft geen grote invloed op de proefpersoon. (correct)
  • Wat is het effect van een bondgenoot binnen een unanieme groep op de proefpersoon?

  • De proefpersoon voelt zich aangespoord om het met de meerderheid eens te zijn.
  • Een bondgenoot heeft geen invloed op de keuzes van de proefpersoon.
  • De aanwezigheid van een bondgenoot vermindert de invloed van de meerderheid. (correct)
  • De proefpersoon zal altijd de unanieme meerderheid volgen.
  • Wat gebeurde er met de meeste deelnemers wanneer de leerling begon te schreeuwen bij 135V?

  • Ze stopten meteen met het experiment.
  • Ze gingen door met het verhogen van de schokken. (correct)
  • Ze belden om hulp.
  • Ze vroegen de leerling om op te houden.
  • Hoe beïnvloedt sterke verbondenheid met een groep de groepsdruk?

    <p>Het vergroot de druk om te conformeren.</p> Signup and view all the answers

    Wat is een belangrijke factor voor de deelnemers om door te gaan met het experiment?

    <p>De opdracht kwam van een legitieme autoriteit.</p> Signup and view all the answers

    Wat is een mogelijke gevaar van groepsdenken binnen hechte groepen?

    <p>Groepsleden vermijden conflicten en kiezen voor overeenstemming.</p> Signup and view all the answers

    Wat was het percentage deelnemers dat doorging tot het maximum voltage?

    <p>65%</p> Signup and view all the answers

    Waarom conformeren mensen zich vaak aan onbekende groepen?

    <p>Ze vrezen negatieve beoordeling en willen niet buitengesloten worden.</p> Signup and view all the answers

    Welke rol speelt de locatie van het experiment in de resultaten?

    <p>Het verschil tussen een universiteit en een kantooromgeving was significant.</p> Signup and view all the answers

    Wat gebeurde er met de deelnemers wanneer de leider de kamer verliet?

    <p>Slechts 2% bereikte het maximale voltage.</p> Signup and view all the answers

    Wat is de functie van het ego volgens de psychologische theorieën?

    <p>Het veranderen van onaanvaardbare inhoud van het id in aanvaardbare vormen</p> Signup and view all the answers

    Wat houdt identificatie in binnen de context van psychologisch functioneren?

    <p>Het overnemen van kenmerken van iemand anders</p> Signup and view all the answers

    Welke van de volgende voorbeelden illustreert de verplaatsing van emoties?

    <p>Iemand die zijn woede op zijn partner uit die voortkomt uit frustratie op zijn baas</p> Signup and view all the answers

    Wat is een voorbeeld van sublimatie?

    <p>Een persoon die agressieve impulsen omzet in gevechtssport</p> Signup and view all the answers

    Wat wordt er bedoeld met het hedonistisch principe in motivatie?

    <p>Een algemeen principe dat bepaalt wat plezierig of onplezierig is</p> Signup and view all the answers

    Wat is een belangrijke kritiek op de motivatietheorieën over afweermechanismen?

    <p>Het bestaan ervan is moeilijk empirisch aantoonbaar</p> Signup and view all the answers

    Wat bestudeert de biologische psychologie voornamelijk?

    <p>De onderliggende biologische processen van gedrag</p> Signup and view all the answers

    Welke van de volgende beschrijvingen past het best bij de biologische basis van gedrag?

    <p>Onze gevoelens en gedachten zijn gerelateerd aan biologische processen</p> Signup and view all the answers

    Welke milieufactoren beïnvloeden het fenotype van een individu?

    <p>Een combinatie van omgevings- en erfelijke factoren</p> Signup and view all the answers

    Wat zijn micro-niveau factoren?

    <p>Factoren die invloed hebben op een individu vanuit de sociale omgeving</p> Signup and view all the answers

    Wat is een voorbeeld van een materiële factor die invloed kan hebben op een ongeboren kind?

    <p>Overmatig alcoholgebruik tijdens de zwangerschap</p> Signup and view all the answers

    Welke factor kan leiden tot psychische problemen na de geboorte?

    <p>Langdurige werkloosheid</p> Signup and view all the answers

    Wat zijn sociale factoren in de context van milieufactoren?

    <p>De emotionele sfeer binnen de familie</p> Signup and view all the answers

    Wat zijn voorbeelden van onverwachte gebeurtenissen die een invloed kunnen hebben op de ontwikkeling?

    <p>Een verhuizing en ongelukkige jeugd</p> Signup and view all the answers

    Welke uitspraak over blijvende stressoren is waar?

    <p>Ze kunnen voortkomen uit sociaal-economische problemen.</p> Signup and view all the answers

    Welke van de volgende factoren staat niet listed onder meso-niveau factoren?

    <p>Financiële crisis</p> Signup and view all the answers

    Wat is de rol van psychische factoren in de ontwikkeling?

    <p>Ze beïnvloeden het psychisch functioneren, vooral bij stress.</p> Signup and view all the answers

    Welke van de volgende factoren kan voor verandering zorgen tijdens de adolescentie?

    <p>Veranderingen in het sociale netwerk</p> Signup and view all the answers

    Wat is het belangrijkste verschil tussen het genotype en het fenotype?

    <p>Genotype omvat alle genen, fenotype zijn de zichtbare kenmerken.</p> Signup and view all the answers

    Welke rol spelen chromosomen in de cellen?

    <p>Ze bevatten de instructies voor de cel en het erfelijk materiaal.</p> Signup and view all the answers

    Wat is een kenmerk van mutaties in geslachtscellen?

    <p>Ze kunnen leiden tot ernstigere problemen, zoals een miskraam of afwijking.</p> Signup and view all the answers

    Welke van de volgende beschrijvingen is juist over heterozygote eigenschappen?

    <p>Een allel kan dominant zijn boven het andere allel.</p> Signup and view all the answers

    Wat beschrijft de additieve kwantitatieve overerving?

    <p>Meerdere genen dragen bij aan een eigenschap en hun effecten worden opgeteld.</p> Signup and view all the answers

    Wat is het gevolg van DNA-methylatie?

    <p>Het gen wordt uitgeschakeld en kan niet meer gelezen worden.</p> Signup and view all the answers

    Wat zijn allelen?

    <p>Verschillende vormen van hetzelfde gen.</p> Signup and view all the answers

    Wat zijn de 4 verschillende basen die het DNA vormen?

    <p>Adenine, Guanine, Thymine, Cytosine.</p> Signup and view all the answers

    Wat kan een gevolg zijn van een fout in de DNA-replicatie?

    <p>Er ontstaan mutaties die het functioneren van het gen kunnen beïnvloeden.</p> Signup and view all the answers

    Wat is een kenmerk van een homozygoot gen?

    <p>De allelen zijn identiek.</p> Signup and view all the answers

    Wat is een voorbeeld van pleiotropie?

    <p>Één gen beïnvloedt meerdere eigenschappen, zoals schizofrenie en manische depressiviteit.</p> Signup and view all the answers

    Wat gebeurt er bij de vorming van voorplantingscellen?

    <p>Ze hebben de helft van het aantal chromosomen, dus 23.</p> Signup and view all the answers

    Wat is de functie van eiwitten in het lichaam?

    <p>Zij vormen de bouwstenen van het lichaam en regelen de stofwisseling.</p> Signup and view all the answers

    Study Notes

    Groepsdruk & Conformisme

    • Groepsdruk: De invloed van een groep op het gedrag van individuen.
    • Groepsgrootte: Een groep van 4-5 personen heeft al een aanzienlijke invloed, een grotere groep heeft niet een veel sterker effect.
    • Unanimiteit: Een proefpersoon conformeert zich minder aan een meerderheid als er één iemand is die hetzelfde standpunt heeft.
    • Groepsaffiliatie: De conformiteit is sterker als de proefpersoon zich sterk verbonden voelt met de groep of het doel van de groep.
    • Groepscohesie: Een sterke groepscohesie verhoogt de conformiteit, met het risico op groepsdenken.
    • Angst voor afwijzing: Mensen conformeren zich aan een groep waar ze niemand kennen uit angst voor afwijzing en negatieve beoordeling.

    Experiment van Milgram

    • Milgram's experiment: Deelnemers gaven schokken aan een 'leerling' op bevelen van een autoriteit, ondanks het uiten van pijn door de leerling.
    • Gevolg: 65% van de deelnemers gaf de maximale schok despite de gevarensignalen.
    • Conclusie: Mensen zijn geneigd te luisteren naar bevelen van autoriteiten, zelfs als ze er niet mee instemmen.
    • Gebrek aan autoriteit: Als de leider de kamer verliet, stopten de meeste proefpersonen met het geven van schokken.

    Factoren die de invloed van de leider bepalen

    • Experimentlocatie: Meer invloed in een universiteit dan in een kantoor aan de rand van de stad.

    Motivatietheorie van Freud

    • Ego: Het ego probeert onaanvaardbare impulsen van het id acceptabel te maken.
    • Voorbeelden: Terroristen die aanslagen plegen "in naam van God," mensen die cannabis gebruiken voor een betere nachtrust.
    • Identificatie: Het ego vereenzelvigt zich met iemand anders en neemt kenmerken van die persoon over.
    • Voorbeeld: Pubers die zich identificeren met hun idool.
    • Verschuiving: Het ego verplaatst bedreigende impulsen van het oorspronkelijke object naar een minder bedreigend object.
    • Voorbeeld: Boosheid op de baas wordt geuit op de partner.
    • Sublimatie: Het ego zet onaanvaardbare wensen om in sociaal gewaardeerde activiteiten.
    • Voorbeeld: Iemand met agressieve impulsen gaat vechtsport beoefenen.
    • Kritiek: De motivatietheorie van Freud verklaart niet alle vragen, het hedonistisch principe (plezier en pijn als drijfveer) is moeilijk te bewijzen en het bestaan van afweermechanismen is moeilijk te bewijzen.

    Biologische Psychologie: Uitgangspunten & Stress

    • Biologische basis van gedrag: Neurofysiologie en gedragsgenetica proberen een dieper inzicht te krijgen in het gedrag van mensen.
    • Biologische determinanten: Gedachten, gevoelens, interacties worden beïnvloed door biologische processen in het lichaam.
    • Erfelijke factoren: Kleine verschillen in het erfelijk materiaal zorgen voor grote verschillen tussen mensen.
    • Cellen: Bouwstenen van het lichaam, elk met een kern/nucleus die het erfelijk materiaal bevat in chromosomen.
    • Chromosomen: Bevatten instructies voor de cel, bestaan uit een wenteltrap met twee basenparen per trede.
    • Basenparen: Adenine, Guanine, Thymine, Cytosine.
    • DNA: Bestaat uit meer dan 3 miljard basenparen, de volgorde bepaalt de aanmaak van aminozuurketens, die eiwitten vormen.
    • Eiwitten: Structurele (vormgevende) en enzymatische (scheikundige) functies, bepalen anatomie en fysiologie van het lichaam.
    • Gen: Een stukje DNA met de software voor bepaalde erfelijke eigenschappen, ongeveer 20.000-25.000 genen per mens.
    • Allelen: Verschillende varianten van een gen, bijv. allel voor blond, bruin, zwart haar.
    • Homozygoot: Twee identieke allelen voor een gen.
    • Heterozygoot: Twee verschillende allelen voor een gen.
    • Dominant allel: Het allel dat tot uiting komt in het fenotype, bijv. donker haar over blond haar, volle lippen over dunne lippen.
    • Recessief allel: Allel dat alleen tot uiting komt wanneer het homozygoot aanwezig is.
    • Additieve kwantitatieve overerving: Verschillende genen beïnvloeden een eigenschap en hun effecten zijn optelbaar (bijv. lengte, gewicht).
    • Polygenetische overerving: Verschillende genen bepalen één kenmerk (bijv. intelligentie, persoonlijkheid).
    • Pleiotropie: Eén gen kan meerdere eigenschappen beïnvloeden (bijv. schizofrenie en manisch-depressiviteit).

    Rol van Milieufactoren

    • Milieufactoren: Omgevingsfactoren die op het individu inwerken, beïnvloeden het fenotype in combinatie met erfelijke factoren.
    • Micro-niveau: Directe omgeving, bv. zwangerschap, handicap, trauma, verouderingsproces.
    • Meso-niveau: Emotionele sfeer in het gezin, relatie met partner, opvoedingsvaardigheden.
    • Macro-niveau: SES, cultuur, levensstijl, waardepatroon, economische crisis.
    • Materiële factoren: Fysieke en chemische, bv. alcoholgebruik, infecties, drugs, voedseltekort, insecticiden, straling.
    • Psychische factoren: Stress.
    • Sociale factoren: Steun en ondersteuning van vrienden en familie.
    • Onverwachte gebeurtenissen: Verhuis, ziekte, echtscheiding.
    • Voorspelbare veranderingen: Puberteit, adolescentie, vroege volwassenheid.
    • Duurzame stressoren: Werkloosheid, armoede, oorlogsomstandigheden.
    • Tijdelijke stresserende gebeurtenissen.
    • Component cause: Een deel van de oorzaak van het fenotype, in combinatie met andere factoren.

    Samenvatting

    • Erfelijke factoren en milieufactoren beïnvloeden samen het fenotype, de zichtbare eigenschappen van een persoon.
    • Biologische psychologie: De study van de biologische basis van gedrag.
    • De rol van erfelijkheid, genen en milieufactoren in het creëren van variatie tussen mensen.
    • Milieufactoren kunnen een invloed hebben op het ongeboren kind, tijdens de geboorte en na de geboorte.
    • Erfelijkheid en omgeving werken samen om de persoonlijkheid en het gedrag van een individu te vormen.

    Studying That Suits You

    Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.

    Quiz Team

    Related Documents

    Description

    Test je kennis over groepsdruk en conformisme in deze psychologische quiz. Leer over de invloed van groepen op individuen en het beroemde experiment van Milgram. Ontdek hoe groepsgrootte, cohesie en angst voor afwijzing ons gedrag beïnvloeden.

    More Like This

    Reasons for Joining Groups
    10 questions

    Reasons for Joining Groups

    TriumphalPalladium avatar
    TriumphalPalladium
    Pressure Groups in Government
    6 questions

    Pressure Groups in Government

    SustainableAntigorite1088 avatar
    SustainableAntigorite1088
    Konseling Kelompok: Hak dan Kebebasan
    40 questions
    Use Quizgecko on...
    Browser
    Browser