Geschiedenis van de landbouw en ontdekkingstochten

Een periode van landbouwgroei tussen de 11e en 13e eeuw, veroorzaakt door bevolkingsgroei en innovaties zoals het drie-akkerstelsel.

Belangrijke handelscentra in de 13e eeuw, gelegen in de Champagne regio, die land- en waterwegen combineerden.

Een verandering in de handel tijdens de late Middeleeuwen, gekenmerkt door verbeterde handelsroutes, kredietsystemen en de opkomst van organisaties zoals de Hanze.

De behoefte aan specerijen, zijde en goud was hoog. Deze goederen werden via tussenpersonen uit Afrika en Azië naar Europa gebracht, met Italiaanse kooplieden als sleutelfiguren.

Een methode om land te bewerken. Het zorgde voor een meer efficiënt gebruik van land door een rotatie van gewassen.

Gedetailleerde kaarten van de kustlijnen, belangrijk voor zeevaarders

Kaarten die feiten mengden met fictie, maar verbeterden door Ptolemy en ontdekkingen.

Spanjaarden en Portugezen wilden handel zonder tussenpersonen met Azië.

Via de Afrikaanse kust vonden Portugezen een zeeweg naar India.

Bereikte India via de oostelijke route.

Christoffel Columbus ontdekte Amerika op 12 oktober 1492 tijdens zijn zoektocht naar een westelijke route naar Azië.

In 1494 verdeelden Spanje en Portugal de wereld in invloedssferen. Spanje kreeg de westelijke hemisfeer, Portugal de oostelijke.

Ferdinand Magellan leidde in 1519 de eerste zeereis rond de wereld, hoewel hij tijdens de reis stierf.

De Azteken waren een pre-Columbiaanse beschaving die na de Tolteken de Post-Klassieke Periode (900-1519) in Amerika domineerden.

Tenochtitlan was de hoofdstad van het Azteekse rijk, gesticht in 1325. Ze bouwden een machtig rijk door omliggende stammen te veroveren.

De verovering van het Azteekse rijk door de Spanjaarden, geleid door Hernán Cortés in 1519. De Azteken werden verslagen door superieure wapens, strategische allianties met andere stammen, en ziektes zoals pokken.

De Conquista had verwoestende gevolgen voor de Azteken. Ze werden gedood in de oorlog, stierven aan ziektes en hun cultuur werd vernietigd.

De landbouwproductie steeg in de 16e eeuw, maar de bevolkingsgroei leidde tot voedseltekorten. Boeren moesten land huren van rijke landeigenaren.

Tussen de 16e en 17e eeuw werd de landbouw geteisterd door slechte weersomstandigheden, oorlogen en mislukte oogsten, waardoor er een crisis ontstond.

De ontdekkingsreizen van de 15e en 16e eeuw leidden tot een toenemende handel tussen Europa, Azië, Afrika en Amerika, wat de basis legde voor de eerste globalisering.

De vestiging van Europese kolonies in Amerika, met name door Frankrijk, Engeland en Nederland vanaf de 17e eeuw.

Een handelssysteem tussen Afrika, Amerika en Europa waarbij slaven werden vervoerd naar Amerika, producten van Amerika naar Europa en producten vanuit Europa naar Afrika.

De kolonisatie van Amerika zorgde voor de vermenging van inheemse, Afrikaanse en Europese culturen.

Een economisch systeem in de kolonies met grote plantages waar gewassen zoals suiker en tabak werden verbouwd, vaak met behulp van slavenarbeid.

De Spanjaarden introduceerden een plantage-economie in de Nieuwe Wereld, waarbij de lokale landbouwpraktijken werden vervangen.