Geschiedenis samenvatting middeleeuwen

Het jaar 476 na Christus, wanneer de laatste keizer van het West-Romeinse rijk werd afgezet.

Het jaar 1492 na Christus, toen Columbus aan kwam op de Caraïben.

Periodes van ongeveer 500 jaar die gebruikt worden om geschiedenis in te delen, zoals Prehistorie, Oude Nabije Oosten, Klassieke Oudheid, Middeleeuwen, etc.

Een periode in de Europese geschiedenis, van ongeveer 500 tot 1500 na Christus

De laatste periode van de Middeleeuwen, tussen ca. 1250 en 1500 na Christus

Een individu die leefde in Milaan tussen 1290 en 1430, in de late Middeleeuwen.

De Man van Milaan is vermoedelijk geradbraakt, d.w.z. op een rad gelegd en met een zwaar voorwerp zijn botten gebroken.

Omdat historische veranderingen niet plotseling gebeuren, zijn afgeronde jaartallen gemakkelijker te onthouden en gebruiken.

Het jaar 476 na Chr. wordt gezien als het einde van het West-Romeinse rijk.

Germanen namen Romeinse tradities over op het gebied van politiek, geloof, literatuur en economie.

De samenleving in West-Europa veranderde door het ontstaan van vazalliteit.

Bepaalde elementen bleven gelijkaardig, zoals monarchie, geloof, en een gelaagde samenleving.

Migratie van Germanen en verandering van grenzen, evenals de verspreiding van het christendom.

Het christendom bleef sterk en verspreidde zich naar nieuwe gebieden.

Het Romeinse rijk viel uiteen in kleinere koninkrijken.

De middeleeuwse samenleving was vooral landbouw gericht.

Een verzameling regels die de leefwijze van monniken in een klooster beschrijft, geïntroduceerd door Benedictus van Nursia.

Het beoordelen van het verleden met de normen en waarden van vandaag.

Een gebruik dat van generatie op generatie wordt doorgegeven.

Kenmerk van kunstuitingen uit een bepaalde tijd en plaats.

De manier waarop een samenleving is ingericht en bestuurd wordt.

De manier waarop mensen met eenzelfde geloof of visie op het leven zich organiseren.

Een periode waarin iets voortduurt.

Een periode van geleidelijke verandering.

Een autoritair regime in Duitsland, waar Hitler de volledige macht had en persoonlijke vrijheden werden onderdrukt.

Een organisatie die jongeren in Duitsland moest opleiden om loyaal te zijn aan het nazi-regime en aan Hitler.

Een wereldwijde oorlog die ontstond door Hitlers agressieve expansiedrift, die eindigde met de Duitse nederlaag en Hitlers val.

Een systeem waarin burgers via verkiezingen hun leiders kiezen en invloed hebben op het bestuur.

Een land waar 1 persoon of een kleine groep alle macht heeft en beslist, zonder inspraak van de bevolking.

De manier waarop mensen deelnemen aan de samenleving en invloed hebben op de beslissingen die worden genomen.

Een democratie waarin het parlement de belangrijkste wetgevende macht heeft, en de regering door het parlement wordt gekozen.

Groepen mensen die samenwerken om tijdens verkiezingen invloed te hebben op het bestuur.

Overeenkomsten die worden gesloten tussen verschillende partijen, waarbij iedereen een beetje moet inleveren.

Een document waarin de belangrijkste rechten en plichten van burgers in een land zijn vastgelegd.

De macht om wetten te maken, in België het Parlement.

De macht om wetten uit te voeren, in België de Regering.

Het principe dat de macht in een land wordt verdeeld over drie takken: de wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht, om te voorkomen dat één macht te veel macht krijgt.

De macht die wetten toepast en oordelen uitspreekt, in België uitgevoerd door de hoven en rechtbanken.

Het recht om vrij te denken, te spreken en informatie te verspreiden zonder censuur of beperkingen door de overheid.

Hitler beloofde de bevolking de economische crisis in Duitsland op te lossen, wat hem veel steun opleverde.