Geologie en Steenkoolvorming
43 Questions
0 Views

Choose a study mode

Play Quiz
Study Flashcards
Spaced Repetition
Chat to Lesson

Podcast

Play an AI-generated podcast conversation about this lesson

Questions and Answers

Wat is de belangrijkste indicator voor een warm afzettingsmilieu in krijtlagen?

  • De kleur van het gesteente
  • De aanwezigheid van fossielen
  • De dikte van de lagen
  • De aanwezigheid van calciet van ééncellige algen (correct)
  • Steenkool ontstaat door het proces van verrotting van plantaardig materiaal.

    False (B)

    Welke periode wordt gekarakteriseerd door de vorming van steenkool in België, Frankrijk, Nederland en Duitsland?

    Carboon

    De gemiddelde temperatuur op aarde was tijdens de Carboonperiode ongeveer ____°C.

    <p>12</p> Signup and view all the answers

    Koppel de methoden voor temperatuurmetingen aan hun beschrijving:

    <p>Dendrochronologie = Meten van de dikte van jaarringen van bomen Analyse van luchtbellen = Onderzoek naar broeikasgassen in ijslagen Sedimentaire gesteenten = Informatie over het klimaat uit gesteentelagen</p> Signup and view all the answers

    Wat is een gevolg van het inkolingsproces van steenkool?

    <p>De afgifte van CO2, water en methaan (D)</p> Signup and view all the answers

    Het aantal broeikasgassen in de luchtbellen in de ijslagen geeft informatie over de temperatuur in het verleden.

    <p>True (A)</p> Signup and view all the answers

    Wat duidt steenkool aan over het klimaat tijdens de afzetting?

    <p>Een warm klimaat</p> Signup and view all the answers

    Wat is het principe van superpositie?

    <p>De oudste lagen liggen onder de jongste lagen. (D)</p> Signup and view all the answers

    De C14-methode kan gebruikt worden om de ouderdom van fossielen tot 100.000 jaar geleden te bepalen.

    <p>False (B)</p> Signup and view all the answers

    Noem één voorbeeld van hoe plooiing ontstaat in gesteentelagen.

    <p>Door druk en beweging in de aarde kunnen lagen gaan buigen.</p> Signup and view all the answers

    Bij het meten van de ouderdom van gesteenten zijn _______ fossielen nuttig, omdat ze een specifieke periode vertegenwoordigen.

    <p>gids</p> Signup and view all the answers

    Koppel de termen aan hun beschrijving:

    <p>Plooiing = Laag gesteente buigt door druk Intrusie = Magmatische gesteenten tussen sedimenten Breuk = Laag is gebroken en verschoven Gidsfossiel = Specifiek fossiel voor datering</p> Signup and view all the answers

    Wat is de huidige gemiddelde wereldwijde temperatuurstijging sinds de industriële revolutie?

    <p>1.2°C (A)</p> Signup and view all the answers

    De thermohaliene circulatie is juist volledig aan het versterken.

    <p>False (B)</p> Signup and view all the answers

    Wat voorspelt het IPCC over de gemiddelde wereldwijde temperatuur tegen 2100?

    <p>Een stijging van 1.5°C tot mogelijk 4°C.</p> Signup and view all the answers

    Bij een opwarming van 1.5 °C zal de zeespiegel stijgen met _____ meter tegen 2100.

    <p>1</p> Signup and view all the answers

    Wat is een ernstig gevolg bij een stijging van de temperatuur vanaf 2°C?

    <p>Ernstige verstoringen in de biosfeer. (D)</p> Signup and view all the answers

    Welke regio's op de wereld zullen het meest te lijden hebben van de temperatuurstijging?

    <p>De noordpool.</p> Signup and view all the answers

    Vlaanderen verwarmt trager op dan het wereldwijde gemiddelde.

    <p>False (B)</p> Signup and view all the answers

    Koppel de klimaatscenario's aan hun mogelijke gevolgen:

    <p>1.5°C opwarming = Zeespiegel stijgt met 1m 4°C opwarming = Zeespiegel stijgt met 7m 2°C opwarming = Ernstige verstoringen in de biosfeer Industriële revolutie = Begint in de 19e eeuw</p> Signup and view all the answers

    Wat was de laatste echte ijstijd?

    <p>115.000 - 11.700 jaar geleden (B)</p> Signup and view all the answers

    Door het smelten van gletsjers komt de _____voorziening in de problemen.

    <p>drinkwater</p> Signup and view all the answers

    De aardas heeft altijd dezelfde richting gehad.

    <p>False (B)</p> Signup and view all the answers

    Wat ontstond door de permanente temperatuur onder de 0°C in de poolgebieden?

    <p>Ijskappen</p> Signup and view all the answers

    Welke aanpassing maakt Vlaanderen in zijn klimaatbeleid?

    <p>Adaptatie en vergroening (C)</p> Signup and view all the answers

    Het zeepeil lag tijdens de laatste ijstijd _____ meter lager dan nu.

    <p>125</p> Signup and view all the answers

    Koppel de externe factoren aan hun beschrijving:

    <p>Vorm van de baan van de aarde = Verandert van cirkelvormig naar elliptisch Stand van de aardas = Variaties in de hoek en richting Positie van de aarde ten opzichte van de zon = Bepaalde hoeveelheid zonne-energie ontvangen</p> Signup and view all the answers

    Welke van de volgende processen is een interne factor die het klimaat beïnvloedt?

    <p>Water dat bevriest op het land (C)</p> Signup and view all the answers

    IJs heeft geen invloed op het albedo.

    <p>False (B)</p> Signup and view all the answers

    Wat gebeurt er als de aarde een elliptische baan heeft?

    <p>De aarde ontvangt 24% minder zonne-energie in het aphelium.</p> Signup and view all the answers

    Ten zuiden van de poolwoestijn was er een _____-toendra klimaat.

    <p>steppe</p> Signup and view all the answers

    Wat is de meest recente periode in de geologische tijdschaal, die in de tekst wordt genoemd?

    <p>Holoceen (D)</p> Signup and view all the answers

    Wat gebeurt er met de temperatuur als de hoeveelheid koolstofdioxide in de atmosfeer toeneemt?

    <p>De temperatuur stijgt. (B)</p> Signup and view all the answers

    Platentektoniek heeft geen invloed op de temperatuur op aarde.

    <p>False (B)</p> Signup and view all the answers

    Noem één oorzaak van verhoogde CO2-niveaus in de atmosfeer.

    <p>Vulkanische uitbarstingen.</p> Signup and view all the answers

    Het proces waarbij warmer oppervlaktewater afkoelt en naar de diepte zinkt, wordt __________ genoemd.

    <p>thermohaliene circulatie</p> Signup and view all the answers

    Koppel de invloed van zeestromen aan hun effect op het klimaat:

    <p>Warme zeestromen = Veroorzaken een warm klimaat Koude zeestromen = Veroorzaken een koud klimaat Onveranderlijke zeestromen = Veroorzaken klimaatstabiliteit</p> Signup and view all the answers

    Welke van de volgende elementen is een factor die bijdraagt aan de thermohaliene circulatie?

    <p>Temperatuurverschillen tussen de oceanen (D)</p> Signup and view all the answers

    Wanneer continenten dichter bij de polen zijn, is er meer kans op landijs.

    <p>True (A)</p> Signup and view all the answers

    Wat is het effect van meer landijs op de zeespiegel?

    <p>De zeespiegel daalt.</p> Signup and view all the answers

    De bovenste laag van de oceaan is __________ dan het water eronder.

    <p>veel warmer</p> Signup and view all the answers

    Welke fase van de geologische geschiedenis heeft de grootste invloed op de plaateconomie?

    <p>Caledonische Plooiingsfase (B)</p> Signup and view all the answers

    Flashcards

    Krijtlagen en warm klimaat

    Krijt ontstaat uit calciet in ééncellige algen die alleen voorkomen in warme zeeën. Dus, krijtlagen wijzen op een warm afzettingsmilieu tijdens hun vorming.

    Steenkool en warm klimaat

    Steenkool is gevormd door afgestorven plantaardig materiaal, afgesloten van zuurstof, in een langzaam inkolingsproces. Het proces vereist grote hoeveelheden planten en een vochtig, warm klimaat.

    Steenkoolvorming en Carboon

    Het Carboon was een periode met veel steenkoolvorming, 310 miljoen jaar geleden in delen van Europa. Er bestond een warm klimaat ondanks lagere broeikasgassen.

    Platentektoniek en klimaat

    De posities van continenten veranderen door platentektoniek, dit beïnvloedt de klimaatpatronen en de opbouw van gesteentelagen.

    Signup and view all the flashcards

    Klimaat van het verleden (geleden)

    Temperatuur in het verleden wordt afgeleid uit analyses van gesteenten, platentektoniek, broeikasgassen in ijslagen, en jaarringen van bomen.

    Signup and view all the flashcards

    Sedimenten en klimaatgeschiedenis

    Sedimentarische gesteenten behouden informatie over de klimaatomstandigheden van het verleden waardoor inzicht in het verloop van de klimaatveranderingen mogelijk is.

    Signup and view all the flashcards

    Broeikasgassen in ijslagen

    Analyseren van luchtbellen gevangen in ijslagen onthult de concentratie van broeikasgassen in de atmosfeer van het verleden.

    Signup and view all the flashcards

    Dendrochronologie en klimaat

    De dikte van de jaarringen in bomen kan gebruikt worden om de klimaatveranderingen te studeren, doordat de jaarringen het effect weergeven van het klimaat.

    Signup and view all the flashcards

    Thermohaliene circulatie

    Een systeem van oceanische stromingen die warmte en koelte verdeelt over de aarde.

    Signup and view all the flashcards

    IPCC

    Intergovernmental Panel on Climate Change; een VN-onderzoeksgroep die klimaatrapporten publiceert.

    Signup and view all the flashcards

    Opwarming van de aarde

    De toenemende gemiddelde temperatuur op aarde, met name sinds de industriële revolutie.

    Signup and view all the flashcards

    Gemiddelde wereldwijde temperatuursstijging

    De stijging van de gemiddelde temperatuur op aarde sinds de industriële revolutie, nu ongeveer 1,2°C.

    Signup and view all the flashcards

    Klimaatverandering gevolgen

    Neerslagintensiteit en hittegolven nemen toe, zeespiegelstijgingen worden verwacht, en voedselproductie en drinkwater zijn bedreigd. Biosfeer verstoord.

    Signup and view all the flashcards

    Zeespiegelstijging (1.5°C)

    Verwachte zeespiegelstijging van 1 meter tegen 2100 bij een opwarming van 1,5°C.

    Signup and view all the flashcards

    Zeespiegelstijging (4°C)

    Verwachte zeespiegelstijging van 7 meter tegen 2100 bij een opwarming van 4°C.

    Signup and view all the flashcards

    Voedselproductie bedreiging

    Extreme klimaten verstoren de voedselproductie in gevoelige regio's

    Signup and view all the flashcards

    Drinkwaterprobleem

    Smelten van gletsjers beïnvloedt de beschikbaarheid van drinkwater wereldwijd.

    Signup and view all the flashcards

    Klimaatadaptatie

    Aanpassing aan klimaatveranderingen, zoals vergroening, wateropvang, en andere aanpassingen in infrastructuur.

    Signup and view all the flashcards

    Quartair

    De meest recente geologische periode, gekenmerkt door ijstijden en tussenijstijden.

    Signup and view all the flashcards

    IJstijden

    Periodes van afkoeling waarbij de polen meer afkoelen dan de intertropen, waardoor ijskappen ontstaan.

    Signup and view all the flashcards

    Tussenijstijden

    Periodes van opwarming tussen ijstijden.

    Signup and view all the flashcards

    Albedo

    Het vermogen van een oppervlak om zonlicht te reflecteren.

    Signup and view all the flashcards

    Zeepeil

    De hoogte van het zeeoppervlak.

    Signup and view all the flashcards

    Exterene klimaatfactoren

    Factoren buiten het klimaatsysteem die het klimaat beïnvloeden, zoals de positie van de aarde ten opzichte van de zon.

    Signup and view all the flashcards

    Aardbaanvariaties

    Veranderingen in de vorm van de baan van de aarde rond de zon, met een cyclus van ongeveer 100.000 jaar.

    Signup and view all the flashcards

    Stand aardas

    Variaties in de helling en richting van de aardas, die van invloed zijn op de hoeveelheid zonlicht die verschillende delen van de aarde ontvangen.

    Signup and view all the flashcards

    Positieve terugkoppeling (klimaat)

    Een proces waarbij een verandering in de ene variabele een versterkende effect heeft op een andere variabele, waardoor de oorspronkelijke verandering verder wordt versterkt.

    Signup and view all the flashcards

    Pleistoceen

    De tijdperk van ijstijden.

    Signup and view all the flashcards

    Relatief dateren

    Het bepalen van de ouderdom van gesteentelagen ten opzichte van elkaar.

    Signup and view all the flashcards

    Superpositie

    Het principe dat de onderste laag sedimentair gesteente ouder is dan de bovenste laag.

    Signup and view all the flashcards

    Gidsfossielen

    Fossielen die kenmerkend zijn voor een specifieke geologische periode en helpen bij het dateren van gesteentelagen.

    Signup and view all the flashcards

    C14-methode

    Een methode om de absolute ouderdom van organisch materiaal te bepalen door de hoeveelheid koolstof-14 te meten.

    Signup and view all the flashcards

    Geologische tijdschaal

    Een tijdlijn die de geschiedenis van de aarde indelen in verschillende perioden.

    Signup and view all the flashcards

    CO2 en temperatuur

    Hoe meer CO2 in de atmosfeer aanwezig is, hoe hoger de temperatuur wordt.

    Signup and view all the flashcards

    Vulkanen en CO2

    Tektonische activiteit, die vulkaanuitbarstingen veroorzaakt, leidt tot een toename van de CO2-concentratie in de atmosfeer.

    Signup and view all the flashcards

    Landmassas en evenaar

    De positie van continenten ten opzichte van de evenaar verandert door platentektoniek, wat invloed heeft op het klimaat.

    Signup and view all the flashcards

    Landmassa en landijs

    Meer landmassa bij de polen kan leiden tot meer landijs, wat een hoger albedo (reflecterend vermogen) en een lagere zeespiegel veroorzaakt.

    Signup and view all the flashcards

    Continenten en vulkanisme

    Wanneer continenten samenkomen, zijn er meer botsingen en dus meer vulkanisme.

    Signup and view all the flashcards

    Thermohaliene circulatie en Groenland

    Warm oppervlaktewater stroomt naar Groenland, koelt af en zinkt dan naar de diepte.

    Signup and view all the flashcards

    Thermohaliene circulatie en zeestromen

    De thermohaliene circulatie is de drijvende kracht achter de zeestromen op aarde.

    Signup and view all the flashcards

    Warme en koude zeestromen

    Warme zeestromen brengen warmte naar gebieden, terwijl koude zeestromen voor koude temperaturen zorgen.

    Signup and view all the flashcards

    Study Notes

    Ouderdomsbepaling

    • Relatieve datering: Een gesteentelaag is ouder dan een andere. Gelaagdheid toont verschillende lagen gesteente op elkaar, waarbij jonger gesteente bovenop ouder ligt. Druk van nieuwe lagen verandert losse gesteenten in harde gesteenten. Dit kan de relatieve ouderdom bepalen, zoals in de Grand Canyon.

    Relatieve datering met afzettingen

    • Superpositie: Onderliggende lagen zijn ouder dan bovenliggende lagen. Gesteenten lagen oorspronkelijk horizontaal.

    • Oorspronkelijke horizontaliteit: De oorspronkelijke afzetting van gesteenten is horizontaal. Zwaartekracht zorgt voor deze afzetting. Later kunnen deze lagen door verschillende processen veranderen, zoals plooiing, scheefstelling en breuken.

    • Plooiing: De oorspronkelijke laag van vast gesteente buigt en kromt (bijvoorbeeld bergen).
      Anticiline is een opwaarts gebogen laag. Syncline is een neerwaarts gebogen laag.

    • Scheefstelling: Oorspronkelijke gesteentelagen schuiven omhoog of zakken weg, vaak als gevolg van plooiing.

    • Breuk: Oorspronkelijke gesteentelagen breken en verschuiven.

    Relatief dateren met fossielen

    • Fossielen: Afbeeldingen van vroeger levend wezen. Biologische evolutie leidt tot complexere levensvormen. Gesteentelagen met eenvoudige fossielen zijn ouder dan die met complexe fossielen.

    • Gidsfossielen: Fossilisatie van een periode die gemakkelijk herkenbaar en vast te stellen is om de gesteentelaag te dateren.

    Absoluut dateren met de C14-methode

    • Methode: Absoluut dateren bepaald de exacte ouderdom van een gesteentelaag. Deze methode is gebaseerd op de hoeveelheid koolstof-14 (C14) in een organisme.

    • C14-methode: Elk levend organisme heeft een bepaalde hoeveelheid koolstof-14 in zijn cellen. Door de hoeveelheid van koolstof-14 te bepalen na de dood van een organisme (of artefact van het organisme) en de bekende halveringperiode van koolstof-14, kan de exacte ouderdom bepaald worden. De C14-methode is bruikbaar tot ongeveer 50.000 jaar in het verleden.

    De geologische tijdschaal

    • Geologische tijdschaal (GT): De geologische tijdschaal is gebaseerd op data uit datering. Het begint 4,5 miljard jaar geleden en is onderverdeeld in eonen (periodes), era's (periodes binnen eonen), periodes en tijdvakken (periodes binnen periodes). De data voor deze indeling zijn te vinden in atlasen.

    • Gebergtevorming: Gebergtevorming, platenligging en plooiingsfases zijn belangrijk voor de geologische geschiedenis en de tijdsschaal. Plooiingsfases en gebergtevormingsfases zijn perioden met veel gebergtevormingsactiviteit.

    • Massa-extinctie: Periodes van massa-extinctie zijn momenten in de geologische geschiedenis waarin veel soorten levensvormen uitsterven.

    Klimaten in het verleden

    • Geologische gesteenten: Gesteenten (zoals krijt en steenkool) en de data dat ze vormden geven informatie over klimaten in vroegere tijden. Krijt vormt in warme zeemilieus. Steenkool vormt in warme, vochtige, plantereijk milieu.

    • Klimaten: Klimaat in vroegere tijden kan bepaald worden door de analyse van gesteenten, luchtbellen in ijslagen en de dikte van jaarringen in bomen.

    De klimaatverandering vandaag

    • IPCC: De groep van VN, welke klimaatrapporten publiceert, voorspelt dat de gemiddelde wereldwijde temperatuur zal stijgen, met mogelijke gevolgen voor de voedselproductie, watertoevoer en biodiversiteit.

    Studying That Suits You

    Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.

    Quiz Team

    Related Documents

    Description

    Test je kennis over geologische processen, klimaatveranderingen en de vorming van steenkool. Dit quiz omvat vragen over temperatuurmetingen, het inkolingsproces en de Carboonperiode in Europa. Leer meer over hoe deze elementen samenhangen en invloed hebben op ons milieu.

    More Like This

    Use Quizgecko on...
    Browser
    Browser