Podcast
Questions and Answers
Geef een ander woord voor 'de afrit'.
Geef een ander woord voor 'de afrit'.
de afslag
Noem twee voertuigen die vaak gebruikt worden voor leveringen.
Noem twee voertuigen die vaak gebruikt worden voor leveringen.
de vrachtwagen, de bestelwagen
Hoe zeg je in het Nederlands dat je een andere weg moet nemen omdat de gewone weg afgesloten is?
Hoe zeg je in het Nederlands dat je een andere weg moet nemen omdat de gewone weg afgesloten is?
een omweg maken
Welk woord gebruik je om aan te geven dat iets direct aan een andere locatie grenst?
Welk woord gebruik je om aan te geven dat iets direct aan een andere locatie grenst?
Signup and view all the answers
Wat is de tegenovergestelde actie van 'naar links gaan'?
Wat is de tegenovergestelde actie van 'naar links gaan'?
Signup and view all the answers
Study Notes
Frans Woordenschat - Navigatie en Locaties
-
Gebouwen en locaties:
- Gebouw (bâtiment): Het gebouw
- Kruispunt (carrefour): Het kruispunt
- Centrum (centre-ville): Het centrum
- Onthaal (accueil): Het onthaal
- Station (gare): Het station
- Kerk (église): De kerk
- Zwembad (piscine): Het zwembad
- Ingang (entrée): De ingang
- Receptie (réception): De receptie
- Centrum (centre-ville): Het centrum
- Wegbeschrijving (itinéraire): De wegbeschrijving
- Rotonde (rond-point): De rotonde
- Overweg (passage à niveau): De overweg
- Brug (pont): De brug
- Autostrade (autoroute): De autostrade
- Afslag (sortie): De afslag / de afrit (synoniemen)
- Levering (livraison): De levering
-
Transport:
- Vliegtuig (avion): Het vliegtuig
- Boot (bateau): De boot
- Auto (voiture): De auto
- Vrachtwagen (camion): De vrachtwagen
- Trein (train): De trein
- Bestelwagen (camionnette/fourgonnette): De bestelwagen
-
Verkeer en Wegwijzers:
- Verkeerslichten (feux): De (verkeers)lichten
- Eenrichtingsstraat (sens unique): De eenrichtingsstraat
- Verkeer (trafic): Het verkeer
- Werken (travaux): De werken
- Omweg maken (faire un détour): Een omweg maken
- Leveren (faire une livraison): Leveren
- Omleiding volgen (suivre la déviation): De omleiding volgen
- Rechtdoor gaan (continuer tout droit): Rechtdoor blijven gaan
- Naar links gaan (tourner à gauche): Naar links gaan
- Naar rechts gaan (tourner à droite): Naar rechts gaan
- Kruispunt oversteken (traverser le carrefour): Het kruispunt oversteken
- Rotonde oversteken (traverser le rond-point): De rotonde oversteken
- Eerste afslag nemen (prendre la première sortie): De eerste afslag nemen
- Omkeren (faire demi-tour): Omkeren
-
Richting en Positie:
- Te, op, in, naar (à): Te, op, in, naar
- Naast (à côté de): Naast
- Rechts van (à droite de): Rechts van
- Links van (à gauche de): Links van
- In het midden van (au milieu de): In het midden van
- Boven (au-dessus de): Boven
- Achter in (au fond de): Achter in / onder in (synoniemen)
- Rond (autour de): Rond
- Bij (chez): Bij / naar (iemand)
- In (dans): In
- Voor (devant): Voor
- Achter (derrière): Achter
- Tegenover (en face de): Tegenover
- Tussen (entre): Tussen
- Onder (sous): Onder
- Op (sur): Op
-
Tijd:
- Van... tot... (à... à...): Van... tot...
- Na (après): Na
- Voor (avant): Voor
- Over (dans): Over
- Sinds (depuis): Sinds
- Vanaf (à partir de): Vanaf
- Tot (jusqu'à): Tot
- In, binnen (en): In / binnen
- Tijdens (pendant): Tijdens
-
Voorzetsels en Relaties:
- Om te, voor, met (pour): Om te, voor, met
- Met (avec): Met
- Door (par): Door
- Van (de): Van
Studying That Suits You
Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.
Description
Test je kennis van Franse woordenschat rondom navigatie en locaties. Leer belangrijke woorden en zinnen die je nodig hebt bij het reizen en oriënteren. Dit quiz is perfect voor beginners en biedt een leuke manier om je taalvaardigheden te verbeteren.