Feodalisme in de 10e – 12e eeuw
5 Questions
0 Views

Choose a study mode

Play Quiz
Study Flashcards
Spaced Repetition
Chat to lesson

Podcast

Play an AI-generated podcast conversation about this lesson

Questions and Answers

Wat was een belangrijk kenmerk van de feodaliteit in de Frankische periode?

  • Het was voornamelijk gebaseerd op institutionele verhoudingen.
  • Het was een persoonlijke band tussen senior en vazal. (correct)
  • Het was gebaseerd op gelijke machtsverhoudingen tussen senior en vazal.
  • Het had een sterk gecentraliseerde structuur.
  • Wat had het erfelijke karakter van de feodaliteit tot gevolg?

  • De ineenstorting van het Karolingische rijk. (correct)
  • Een grotere institutionele stabiliteit.
  • Een versterking van het centrale gezag.
  • Een afname van territoriale expansie.
  • Hoe ontwikkelde de feodaliteit zich in de loop van de 10e eeuw?

  • Lokale heersers behielden hun autonomie en soevereiniteit.
  • Territoria werden samengevoegd en onderworpen aan een nieuwe heerser. (correct)
  • Er ontstond een gelijkwaardige machtsdeling tussen lokale vorstendommen.
  • Er vond een decentralisatie plaats van het centrale gezag.
  • Wat was het gevolg van het aangehechten van een gebied tijdens de opbouw van lokale vorstendommen?

    <p>Een lokale heerser verloor zijn autonomie of soevereiniteit.</p> Signup and view all the answers

    Hoe verschilde de 'tweede feodaliteit' van die onder Karel de Grote?

    <p>Centraal stond niet meer de wederzijdse trouw, maar een onderhandelde machtsdeling.</p> Signup and view all the answers

    Study Notes

    Feodaliteit in de Frankische periode

    • Een belangrijk kenmerk van de feodaliteit in de Frankische periode was het niet-existente centrale gezag.
    • Het erfelijke karakter van de feodaliteit had tot gevolg dat leenhoven en graften erfelijk werden, waardoor de macht van lokale heren toenam.

    Ontwikkeling van de feodaliteit in de 10e eeuw

    • In de loop van de 10e eeuw ontwikkelde de feodaliteit zich door de opbouw van lokale vorstendommen, waarbij lokale heren hun gebieden uitbreidden.
    • Het aangehechten van een gebied tijdens deze opbouw had tot gevolg dat de lokale heer absolute macht kreeg over dat gebied.

    'Tweede feodaliteit'

    • De 'tweede feodaliteit' verschilde van die onder Karel de Grote omdat het meer een decentralisatie van de macht was, waarbij lokale heren meer macht kregen.

    Studying That Suits You

    Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.

    Quiz Team

    Description

    Test je kennis over het heropleven van de feodaliteit in de 10e – 12e eeuw en de invloed ervan op het Karolingische rijk. Ontdek hoe territoria samengevoegd werden en het erfelijke karakter leidde tot de ineenstorting van het rijk.

    More Like This

    Feudalism Pyramid Flashcards
    8 questions

    Feudalism Pyramid Flashcards

    BeneficentHonor6192 avatar
    BeneficentHonor6192
    Feudalisme i Expansió de Jaume I
    40 questions
    Use Quizgecko on...
    Browser
    Browser