Farmacologie: Farmacokinetiek en Farmacodynamiek

Choose a study mode

Play Quiz
Study Flashcards
Spaced Repetition
Chat to Lesson

Podcast

Play an AI-generated podcast conversation about this lesson

Questions and Answers

Wat bestudeert de farmacologie?

  • De effecten van geneesmiddelen op levende organismen (correct)
  • De studie van virussen en bacteriën
  • De structuur van cellen
  • De werking van het immuunsysteem

Wat is farmacokinetiek?

  • Wat het lichaam met een geneesmiddel doet (correct)
  • De studie van genetische variaties
  • Wat een geneesmiddel met het lichaam doet
  • De chemische structuur van een geneesmiddel

Wat is absorptie in de context van farmacokinetiek?

  • De omzetting van het geneesmiddel in metabolieten
  • De opname van het geneesmiddel in de bloedbaan (correct)
  • De verspreiding van het geneesmiddel door het lichaam
  • De uitscheiding van het geneesmiddel uit het lichaam

Wat beschrijft farmacodynamiek?

<p>Wat een geneesmiddel met het lichaam doet (B)</p> Signup and view all the answers

Wat bestudeert de farmacogenetica?

<p>Hoe genetische variaties de reactie op geneesmiddelen beïnvloeden (A)</p> Signup and view all the answers

Welke naam beschrijft de chemische structuur van een geneesmiddel?

<p>Chemische naam (B)</p> Signup and view all the answers

Wat is een voorbeeld van een geneesmiddelvorm?

<p>Tabletten (B)</p> Signup and view all the answers

Welke toedieningsweg betekent 'via de mond'?

<p>Oraal (C)</p> Signup and view all the answers

Wat is de therapeutische index?

<p>De verhouding tussen effectieve en toxische dosis (A)</p> Signup and view all the answers

Wat is een ongewenst effect van een geneesmiddel?

<p>Bijwerking (B)</p> Signup and view all the answers

Flashcards

Farmacokinetiek

De studie van wat het lichaam met een geneesmiddel doet, inclusief absorptie, distributie, metabolisme en excretie.

Farmacodynamiek

De studie van wat een geneesmiddel met het lichaam doet, oftewel de effecten van geneesmiddelen op cellulaire en fysiologische processen.

Generieke naam

De niet-commerciële naam van een geneesmiddel, de officiële naam.

Handelsnaam

De merknaam van een geneesmiddel, gegeven door de fabrikant.

Signup and view all the flashcards

Absorptie

De opname van een geneesmiddel in de bloedbaan.

Signup and view all the flashcards

Distributie

De verspreiding van het geneesmiddel door het lichaam.

Signup and view all the flashcards

Metabolisme

De omzetting van een geneesmiddel in andere stoffen (metabolieten).

Signup and view all the flashcards

Excretie

De uitscheiding van het geneesmiddel uit het lichaam.

Signup and view all the flashcards

Potentie

De dosis van een geneesmiddel die nodig is om een bepaald effect te bereiken.

Signup and view all the flashcards

Bijwerkingen

Ongewenste effecten van een geneesmiddel, variërend van mild tot ernstig.

Signup and view all the flashcards

Study Notes

  • Farmacologie is de studie van geneesmiddelen en hun effecten op levende organismen.
  • Het omvat de studie van de bron, chemische eigenschappen, biologische effecten, therapeutische toepassingen en bijwerkingen van geneesmiddelen.

Farmacokinetiek

  • Farmacokinetiek beschrijft wat het lichaam met een geneesmiddel doet.
  • Het omvat de processen van absorptie, distributie, metabolisme en excretie (ADME) van geneesmiddelen.
    • Absorptie is de opname van het geneesmiddel in de bloedbaan.
    • Distributie is de verspreiding van het geneesmiddel door het lichaam.
    • Metabolisme is de omzetting van het geneesmiddel in andere stoffen (metabolieten).
    • Excretie is de uitscheiding van het geneesmiddel uit het lichaam.

Farmacodynamiek

  • Farmacodynamiek beschrijft wat een geneesmiddel met het lichaam doet.
  • Het omvat de studie van de effecten van geneesmiddelen op cellulaire en fysiologische processen.
  • Geneesmiddelen werken vaak door interactie met receptoren, enzymen of ionkanalen.

Farmacogenetica

  • Farmacogenetica is de studie van hoe genetische variaties de reactie van een individu op geneesmiddelen beïnvloeden.
  • Genetische variaties kunnen van invloed zijn op de activiteit van enzymen die geneesmiddelen metaboliseren, of op de receptoren waarop geneesmiddelen aangrijpen.
  • Farmacogenetische testen kunnen worden gebruikt om de meest effectieve en veilige geneesmiddelen en doseringen voor een individuele patiënt te bepalen.

Geneesmiddelnamen

  • Een geneesmiddel heeft meestal verschillende namen:
    • Chemische naam: beschrijft de chemische structuur van het geneesmiddel.
    • Generieke naam: de officiële, niet-commerciële naam van het geneesmiddel.
    • Handelsnaam: de merknaam van het geneesmiddel, gegeven door de fabrikant.

Geneesmiddelvormen

  • Geneesmiddelen zijn beschikbaar in verschillende vormen, zoals:
    • Tabletten
    • Capsules
    • Oplossingen
    • Suspensies
    • Zalf
    • Crèmes
    • Pleisters
  • De geneesmiddelvorm beïnvloedt de snelheid en mate van absorptie.

Toedieningswegen

  • Geneesmiddelen kunnen op verschillende manieren worden toegediend, zoals:
    • Oraal (via de mond)
    • Intraveneus (in een ader)
    • Intramusculair (in een spier)
    • Subcutaan (onder de huid)
    • Transdermaal (via de huid)
    • Inhalatie (via de longen)
    • Rectaal (via de anus)
    • Lokaal (op de huid of slijmvliezen)
  • De toedieningsweg beïnvloedt de snelheid en mate van absorptie, evenals de distributie van het geneesmiddel.

Dosis-responsrelatie

  • De dosis-responsrelatie beschrijft de relatie tussen de dosis van een geneesmiddel en het effect.
  • De effectiviteit van een medicijn wordt weergegeven in een dosis-respons curve, die de grootte van het effect weergeeft bij een gegeven dosis.
  • Variabiliteit van de populatie wordt, in die curve, weergegeven als de standaarddeviatie.
  • Belangrijke termen in dit verband zijn:
    • Potentie: de dosis van een geneesmiddel die nodig is om een bepaald effect te bereiken.
    • Efficacy (werkzaamheid): het maximale effect dat een geneesmiddel kan bereiken.
    • Therapeutische index: de verhouding tussen de dosis die een therapeutisch effect veroorzaakt en de dosis die toxische effecten veroorzaakt.

Geneesmiddelinteracties

  • Geneesmiddelinteracties treden op wanneer het effect van een geneesmiddel wordt beïnvloed door een ander geneesmiddel, voedsel of een andere stof.
  • Interacties kunnen leiden tot een toename of afname van het effect van een geneesmiddel, of tot onverwachte bijwerkingen.
  • Er zijn verschillende mechanismen van geneesmiddelinteracties, waaronder:
    • Farmaceutische interacties (interacties die optreden voordat het geneesmiddel wordt toegediend)
    • Farmacokinetische interacties (interacties die de absorptie, distributie, metabolisme of excretie van een geneesmiddel beïnvloeden)
    • Farmacodynamische interacties (interacties die de effecten van een geneesmiddel op het lichaam beïnvloeden)

Bijwerkingen

  • Bijwerkingen zijn ongewenste effecten van een geneesmiddel.
  • Ze kunnen variëren van mild tot ernstig.
  • Sommige bijwerkingen zijn te verwachten en te voorspellen, terwijl andere onverwacht zijn.
  • Allergische reacties zijn immunologische reacties op een geneesmiddel en kunnen variëren van huiduitslag tot anafylaxie.

Tolerantie en afhankelijkheid

  • Tolerantie is een verminderde respons op een geneesmiddel na herhaalde toediening.
  • Afhankelijkheid is een toestand waarin het lichaam zich heeft aangepast aan de aanwezigheid van een geneesmiddel en ontwenningsverschijnselen optreden als het geneesmiddel wordt gestopt.
  • Verslaving is een chronische, recidiverende hersenziekte die wordt gekenmerkt door dwangmatig drugsgebruik, ondanks schadelijke gevolgen.

Placebo-effect

  • Het placebo-effect is een therapeutisch effect dat optreedt na toediening van een inerte stof of behandeling.
  • Het wordt veroorzaakt door psychologische factoren, zoals verwachting en suggestie.

Geneesmiddelen tijdens zwangerschap en borstvoeding

  • Veel geneesmiddelen kunnen schadelijk zijn voor de foetus of de zuigeling.
  • Het is belangrijk om de risico's en voordelen van geneesmiddelengebruik tijdens zwangerschap en borstvoeding zorgvuldig af te wegen.
  • Sommige geneesmiddelen zijn gecontra-indiceerd tijdens zwangerschap en borstvoeding.

Geneesmiddelen bij ouderen

  • Ouderen zijn gevoeliger voor de effecten van geneesmiddelen.
  • Dit komt door veranderingen in de farmacokinetiek en farmacodynamiek.
  • Ouderen hebben vaak meerdere aandoeningen en gebruiken meerdere geneesmiddelen, wat het risico op geneesmiddelinteracties en bijwerkingen verhoogt.

Wetgeving en regulering

  • De ontwikkeling, productie en distributie van geneesmiddelen zijn onderworpen aan strenge wetgeving en regulering.
  • Dit is bedoeld om de veiligheid en werkzaamheid van geneesmiddelen te waarborgen.
  • In Europa is het Europees Geneesmiddelenbureau (EMA) verantwoordelijk voor de beoordeling en bewaking van geneesmiddelen.
  • In Nederland is het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (CBG) verantwoordelijk voor de beoordeling en bewaking van geneesmiddelen.

Onderzoeksfasen van geneesmiddelen

  • De ontwikkeling van een nieuw geneesmiddel is een lang en complex proces dat vele jaren kan duren.
  • Het proces omvat verschillende fasen van onderzoek:
    • Preklinisch onderzoek: onderzoek in het laboratorium en op dieren.
    • Fase I: onderzoek op een kleine groep gezonde vrijwilligers om de veiligheid en verdraagbaarheid te beoordelen.
    • Fase II: onderzoek op een grotere groep patiënten om de werkzaamheid en dosis te bepalen.
    • Fase III: onderzoek op een grote groep patiënten om de werkzaamheid en veiligheid te bevestigen en bijwerkingen te identificeren.
    • Fase IV: onderzoek na de marktintroductie om de veiligheid en werkzaamheid op lange termijn te bewaken.

Studying That Suits You

Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.

Quiz Team

More Like This

Use Quizgecko on...
Browser
Browser