Epidemiologie Quiz

Epidemiologie is de wetenschap die de frequentie en verdeling van ziekten en gezondheid in populaties bestudeert. Het onderzoekt ook de factoren die deze verdeling beïnvloeden en hoe deze kennis kan worden gebruikt om gezondheidsproblemen aan te pakken.

De verdeling van ziekten en gezondheid is niet willekeurig. Het wordt beïnvloed door factoren zoals persoonskenmerken (geslacht, leeftijd, genen) en omgevingsfactoren (fysieke, biologische, psychosociale omgeving).

De epidemiologische benadering behelst het nauwkeurig beschrijven van de frequentie en verspreiding van ziekten, het nagaan van associaties tussen blootstelling aan factoren en het ontwikkelen van ziekten, en vervolgens het bepalen van causale verbanden.

Beschrijvende epidemiologie focust op het beschrijven en vaststellen van de frequentie en verspreiding van ziekten in een populatie.

De impact van een gezondheidsprobleem op de maatschappij, ook wel "burden of disease" genoemd, wordt gemeten in termen van ziekteduur, sterfte, invaliditeit, kosten en andere factoren.

De toename van chronische ziekten terwijl infectieziekten nog steeds aanwezig zijn.

De verandering in gezondheidsproblemen doorheen de tijd, met een verschuiving van infectieziekten naar chronische ziekten.

De studie van de oorzaken, mechanismen en het verloop van ziekten.

Een type epidemiologisch onderzoek dat nagaat of er verbanden bestaan tussen blootstelling aan bepaalde factoren en de ontwikkeling van een ziekte.

De factoren die de kans op het ontwikkelen van een ziekte verhogen.

Preventie die gericht is op de hele populatie om de initiële ontwikkeling van een ziekte te voorkomen.

Preventie die gericht is op het vroegtijdig opsporen van een ziekte om complicaties te voorkomen.

Preventieve maatregelen die gericht zijn op specifieke groepen met een verhoogd risico op een bepaalde ziekte.

De impact van een gezondheidsprobleem op de maatschappij, gemeten in termen van ziekteduur, sterfte, invaliditeit, kosten en andere factoren.

Een snelle toename van een bepaalde ziekte in een bepaald gebied.

Een epidemie verspreid over de hele wereld.

Een gewoonte aanwezigheid van een ziekte in een bepaald gebied, zonder uitgesproken pieken of dalen.

Het toepassen van epidemiologische methodes op klinische problemen om artsen te helpen bij beslissingen.

Tertiaire preventie richt zich op het verminderen van de impact van een ziekte nadat deze is opgetreden, door complicaties te voorkomen of te beperken.

Preklinische preventie richt zich op het verminderen van de ernst en complicaties van een ziekte door vroegtijdige screening.

Een kenmerk dat kan variëren, bijvoorbeeld leeftijd, geslacht, of bloeddruk.

Een meting van een variabele, bijvoorbeeld de leeftijd van iemand, het geslacht van iemand, of de bloeddruk van iemand.

Een variabele met categorische waarden die geen rangorde hebben, bijvoorbeeld haarkleur: blond, bruin, zwart.

Een variabele met categorische waarden die een rangorde hebben, bijvoorbeeld opleidingsniveau: lager, middelbaar, hoger.

Een variabele met getalwaarden die een rangorde hebben, rekenkundige bewerkingen kunnen worden uitgevoerd, maar er is geen absoluut nulpunt, bijvoorbeeld temperatuur in Celsius.

Een variabele met getalwaarden die een rangorde hebben, rekenkundige bewerkingen kunnen worden uitgevoerd, en er is een absoluut nulpunt, bijvoorbeeld lengte.

Het voorkomen van een ziekte in een populatie, bijvoorbeeld het aantal mensen met diabetes in Nederland.

De sterfte als gevolg van een ziekte, bijvoorbeeld het aantal mensen dat overlijdt aan kanker.

Een type onderzoek waarbij deelnemers tijdens de studie van groep veranderen (interventie naar controle of omgekeerd), waardoor ze als hun eigen controlegroep dienen.

Bij een crossover onderzoek kan de eerste interventie nog effecten hebben wanneer de tweede behandeling start. Dit kan de resultaten beïnvloeden. Om dit te vermijden is een 'washout periode' nodig, waarin de behandeling wordt stopgezet, zodat de effecten van de eerste interventie verdwijnen.

Wanneer onderzoekers of deelnemers niet weten in welke groep ze zitten, wordt dit 'blinding' of 'masking' genoemd. Dit verkleint de kans op vertekening van de resultaten en zorgt voor objectievere metingen.

Een vorm van blinding waarbij zowel de onderzoekers als de deelnemers niet weten in welke groep ze zitten.

Een geplande crossover studie zorgt ervoor dat elke deelnemer zowel de interventie als de controle conditie krijgt, waardoor individuele variatie wordt geminimaliseerd.

De verhouding tussen het aantal overlijdens door een specifieke ziekte en het aantal mensen dat aan de ziekte lijdt.

Het aantal sterfgevallen in een populatie gedurende een bepaalde periode.

Het aantal sterfgevallen bij kinderen in de eerste 28 dagen van hun leven.

Het aantal sterfgevallen bij kinderen in de eerste 5 jaar van hun leven, uitgedrukt als een verhouding tot het aantal levendgeborenen.

Een overlijdenscertificaat wordt gebruikt om de doodsoorzaak te registreren. In Vlaanderen bestaat het uit vier stroken.

De verhouding tussen het aantal overlijdens door een bepaalde oorzaak en het totale aantal overlijdens.

Het aantal sterfgevallen in een populatie per jaar.

Sterftecijfers kunnen variëren door verschillende codeerboeken.

Mortaliteit is eenduidig en gemakkelijk te registreren. Het is een betere indicator voor ziekten met een hoge letaliteit en korte ziekteduur dan incidentie.