Elektrotechniek Basics

Wet Van Ohm

• States that the current through a conductor is directly proportional to the voltage across it
• Mathematically represented as: I = V/R
• Where:
  • I is the current in amperes (A)
  • V is the voltage in volts (V)
  • R is the resistance in ohms (Ω)

Elektrische Stroom

• Electric current is the flow of electrons through a conductor
• Measured in amperes (A)
• Types of electric current:
  • Alternating current (AC)
  • Direct current (DC)

Electrical Drawings

• Symbols used to represent components:
  • Resistors: R
  • Capacitors: C
  • Inductors: L
  • Batteries: V
  • Switches: S
• Lines and arrows represent connections and direction of current

Electrical Units

• Voltage: V (volts)
• Current: I (amperes)
• Resistance: R (ohms)
• Power: P (watts)
• Energy: E (joules)

Speed Function for Acceleration

• With starting speed:
  • v(t) = v0 + at
  • Where:
    • v(t) is the speed at time t
    • v0 is the starting speed
    • a is the acceleration
    • t is time
• Without starting speed:
  • v(t) = at

Location Function

• With starting speed:
  • s(t) = s0 + v0t + (1/2)at^2
  • Where:
    • s(t) is the location at time t
    • s0 is the starting location
    • v0 is the starting speed
    • a is the acceleration
    • t is time
• Without starting speed:
  • s(t) = (1/2)at^2

Aarding

• Grounding: connecting an electrical circuit to the earth
• Purpose:
  • Safety: prevents electrical shock
  • Noise reduction: reduces electromagnetic interference
• Types of grounding:
  • Protective grounding: ensures safety
  • Functional grounding: improves circuit performance

Wet van Ohm

• Stelt dat de stroom door een geleider recht evenredig is met de spanning erover
• Wiskundig weergegeven als: I = V/R
• Waarbij:
  • I de stroom is in ampère (A)
  • V de spanning is in volt (V)
  • R de weerstand is in ohm (Ω)

Elektrische Stroom

• Elektrische stroom is de stroom van elektronen door een geleider
• Gemeten in ampère (A)
• Soorten elektrische stroom:
  • Wisselstroom (AC)
  • Gelijkstroom (DC)

Elektrische Schema's

• Symbolen gebruikt om componenten weer te geven:
  • Weerstanden: R
  • Condensatoren: C
  • Spoelen: L
  • Batterijen: V
  • Schakelaars: S
• Lijnen en pijlen vertegenwoordigen verbindingen en richting van stroom

Elektrische Eenheden

• Spanning: V (volt)
• Stroom: I (ampère)
• Weerstand: R (ohm)
• Vermogen: P (watt)
• Energie: E (joule)

Snelheidsfunctie voor Versnelling

• Metstartsnelheid:
  • v(t) = v0 + at
  • Waarbij:
    • v(t) de snelheid is op tijdstip t
    • v0 de startsnelheid is
    • a de versnelling is
    • t de tijd is
• Zonder startsnelheid:
  • v(t) = at

Plaatsfunctie

• Met startsnelheid:
  • s(t) = s0 + v0t + (1/2)at^2
  • Waarbij:
    • s(t) de plaats is op tijdstip t
    • s0 de startplaats is
    • v0 de startsnelheid is
    • a de versnelling is
    • t de tijd is
• Zonder startsnelheid:
  • s(t) = (1/2)at^2

Aarding

• Aarding: het verbinden van een elektrisch circuit met de aarde
• Doel:
  • Veiligheid: voorkomt elektrische shock
  • Ruisreductie: vermindert elektromagnetische storing
• Soorten aarding:
  • Beschermende aarding: garandeert veiligheid
  • Functionele aarding: verbetert circuitprestatie

Quiz over de basisprincipes van elektrotechniek, inclusief de Wet van Ohm en soorten elektrische stromen.