Economische Theorie: Aanbod en Vraag

Choose a study mode

Play Quiz
Study Flashcards
Spaced Repetition
Chat to Lesson

Podcast

Play an AI-generated podcast conversation about this lesson

Questions and Answers

Wat gebeurt er met het aanbod wanneer de prijs van een goed stijgt?

  • Het aanbod fluctueert afhankelijk van de vraag naar andere goederen.
  • Het aanbod blijft onveranderd omdat de prijs geen invloed heeft.
  • Het aanbod neemt af omdat producenten minder willen produceren.
  • Het aanbod neemt toe omdat producenten grotere hoeveelheden willen aanbieden. (correct)

Welke factor heeft geen invloed op de aanbodfunctie?

  • Het aantal producenten.
  • De marketingstrategieën van de producent. (correct)
  • De technologie stand.
  • De prijs van andere goederen.

Wat gebeurt er wanneer de prijs van gezinswagens stijgt?

  • Het aanbod van beide type wagens verandert niet.
  • Het aanbod van sportwagens stijgt doorgaans ook.
  • Het aanbod van gezinswagens stijgt, en het aanbod van sportwagens daalt. (correct)
  • Het aanbod van gezinswagens daalt, en het aanbod van sportwagens blijft gelijk.

Wat houdt de wet van het aanbod in?

<p>Hogere prijzen stimuleren meer aanbod bij producenten. (B)</p> Signup and view all the answers

Wat is een gevolg van verbeterde technologie voor het aanbod?

<p>Het aanbod kan toenemen doordat productieprocessen efficiënter worden. (D)</p> Signup and view all the answers

Wat geeft de prijselasticiteit van de vraag aan?

<p>De gevoeligheid van consumenten voor prijsveranderingen. (D)</p> Signup and view all the answers

Wat betekent een prijselasticiteit |ε| > 1?

<p>De vraag is elastisch en reageert sterk op prijsveranderingen. (D)</p> Signup and view all the answers

Wat is de formule voor het berekenen van de puntelasticiteit?

<p>De afgeleide van de vraagfunctie ten opzichte van de prijs. (A)</p> Signup and view all the answers

Wat gebeurt er bij een prijselasticiteit van |ε| = 1?

<p>De vraag is unitair elastisch, wat betekent dat de procentuele verandering in vraag gelijk is aan die van de prijs. (D)</p> Signup and view all the answers

Wat is de boogelasticiteit?

<p>Elasticiteit die wordt gebruikt voor grote veranderingen tussen prijs-hoeveelheidcombinaties. (D)</p> Signup and view all the answers

Wat is de kruiselasticiteit voor complementaire goederen?

<p>Negatief (A)</p> Signup and view all the answers

Wat meet de inkomenselasticiteit van de vraag?

<p>De verandering in vraag bij een toename van het inkomen (B)</p> Signup and view all the answers

Wat betekent een constante elasticiteit gelijk aan 1?

<p>De uitgaven voor dat goed blijven steeds gelijk. (C)</p> Signup and view all the answers

Hoe verandert de prijselasticiteit bij een lineaire vraagcurve met een stijgende prijs?

<p>De prijselasticiteit neemt toe in absolute waarde. (B)</p> Signup and view all the answers

Wat is een voorbeeld van een accijns?

<p>Een belasting per eenheid van een product (B)</p> Signup and view all the answers

Wat is het effect van een prijsafname op de totale uitgaven wanneer de prijselasticiteit groter is dan 1?

<p>De uitgaven stijgen. (A)</p> Signup and view all the answers

Wat gebeurt er bij belastingafwenteling?

<p>De belasting wordt gedeeld tussen producent en consument (A)</p> Signup and view all the answers

Hoe wordt de reclame-elasticiteit van de vraag gedefinieerd?

<p>De procentuele toename van de vraag bij een stijging van reclame-uitgaven (B)</p> Signup and view all the answers

Wat gebeurt er met de uitgaven bij een prijstoename als de prijselasticiteit kleiner is dan 1?

<p>De uitgaven dalen. (C)</p> Signup and view all the answers

Wat is het effect van substituten op kruiselasticiteit?

<p>Positief (B)</p> Signup and view all the answers

Wat is de relatie tussen een perfecte prijselasticiteit en de vraagcurve?

<p>De vraagcurve is horizontaal. (B)</p> Signup and view all the answers

Wat is de impact van een inelastische marktvraag na een mislukte oogst?

<p>De prijzen stijgen en de vraag blijft gelijk. (A)</p> Signup and view all the answers

Wat wordt bedoeld met ad valorem belasting?

<p>Een procentuele belasting op de waarde van het product (B)</p> Signup and view all the answers

Wat is de kruiselasticiteit voor onafhankelijke goederen?

<p>Nul (C)</p> Signup and view all the answers

Wat gebeurt er bij een vraagcurve met een elasticiteit van 1?

<p>De totale uitgaven zijn constant. (B)</p> Signup and view all the answers

Welk effect heeft een prijstoename op de uitgaven als de prijselasticiteit groter is dan 1?

<p>De uitgaven dalen. (A)</p> Signup and view all the answers

Wat betekent intertemporele substitutie in de context van aanbod?

<p>Producten kunnen in de tijd worden opgeslagen. (C)</p> Signup and view all the answers

Welke factor veroorzaakt een verschuiving van de aanbodcurve naar rechts?

<p>Technologische vooruitgang. (A)</p> Signup and view all the answers

Wat gebeurt er bij een aanbodoverschot in de markt?

<p>Er is een neerwaartse druk op de prijzen. (B)</p> Signup and view all the answers

Wat omschrijft het begrip marktevenwicht?

<p>De situatie waarin vraag gelijk is aan aanbod. (A)</p> Signup and view all the answers

Wat gebeurt er als de vraagcurve naar rechts verschuift door een inkomensstijging?

<p>De evenwichtsprijs is onzeker. (D)</p> Signup and view all the answers

Wat is een gevolg van een stijging van de lonen voor de aanbodcurve?

<p>De aanbodcurve verschuift naar links. (C)</p> Signup and view all the answers

Wat is karakteristiek voor comparatieve statica?

<p>Het vergelijkt de initiële en finale marktsituaties zonder het proces. (C)</p> Signup and view all the answers

Wat gebeurt er wanneer zowel vraag- als aanbodcurve gelijktijdig naar rechts verschuiven?

<p>De evenwichtshoeveelheid is onzeker. (B)</p> Signup and view all the answers

Welke invloed heeft technologische vooruitgang op de markt?

<p>Het verhoogt de beschikbaarheid van goederen. (A)</p> Signup and view all the answers

Wat gebeurt er tijdens een vraagoverschot?

<p>Er ontstaat opwaartse druk op de prijzen. (C)</p> Signup and view all the answers

Wat is een gevolg van een prijsgevoelige vraag op belastingsopbrengsten?

<p>Belastingsopbrengsten dalen aanzienlijk. (B)</p> Signup and view all the answers

Wat is het doel van minimumprijsreglementering?

<p>Om een aanvaardbaar landbouwinkomen te verzekeren. (C)</p> Signup and view all the answers

Wat gebeurt er bij een maximumprijs die lager is dan de evenwichtsprijs?

<p>De vraag naar het goed kan toenemen. (C)</p> Signup and view all the answers

Hoe beïnvloedt een prijsongevoelige vraag de belastingdruk voor consumenten?

<p>Consumenten betalen een deel van de belasting. (D)</p> Signup and view all the answers

Wat zijn mogelijke gevolgen van subsidies voor producenten?

<p>Stimulatie van consumptie en productie. (A)</p> Signup and view all the answers

Waarom is het belasten van inelastische producten gunstiger voor de overheid?

<p>Het genereert de grootste opbrengsten. (C)</p> Signup and view all the answers

Wat kan het gevolg zijn van het geven van subsidies door de overheid?

<p>Een verschuiving van het aanbod naar de markt. (D)</p> Signup and view all the answers

Hoe zal een belasting op een product met een prijsongevoelige vraag waarschijnlijk de consumenten beïnvloeden?

<p>De prijs zal mondiaal stijgen zonder gevolgen. (A)</p> Signup and view all the answers

Wat zijn de gevolgen van belasting op de producenten wanneer de vraag prijsgevoelig is?

<p>Producenten betalen de meeste belasting. (A)</p> Signup and view all the answers

Wat is het effect van subsidies voor de prijs van goederen?

<p>De marktprijs ligt lager dan voorheen na subsidies. (A)</p> Signup and view all the answers

Flashcards

Marktaanbod

De totale hoeveelheid van een product die alle producenten samen bereid zijn te verkopen, afhankelijk van de prijs en andere economische factoren.

Aanbodfunctie

De relatie tussen de hoeveelheid die producenten van een bepaald product willen verkopen en de prijs van dat product, rekening houdend met alle andere factoren die het aanbod beïnvloeden.

Verandering van de aangeboden hoeveelheid

Een verandering in de prijs van het product leidt tot een beweging langs de aanbodcurve. Een hogere prijs stimuleert producenten om meer aan te bieden.

Verschuiving van de aanbodcurve

Een verandering in een factor die van invloed is op het aanbod, behalve de prijs van het product zelf, leidt tot een verschuiving van de aanbodcurve.

Signup and view all the flashcards

Substituut in productie

Goed waarvan de productie meer of minder van hetzelfde productiemiddel vereist. Denk bijvoorbeeld aan gezinswagens en sportwagens die deels dezelfde productielijnen gebruiken.

Signup and view all the flashcards

Prijselasticiteit van de vraag

Meet hoe gevoelig consumenten reageren op prijsveranderingen, met alles anders gelijk (ceteris paribus).

Signup and view all the flashcards

Inelastische vraag

Wanneer een prijsverandering van 1% een verandering in de gevraagde hoeveelheid veroorzaakt die kleiner is dan 1%.

Signup and view all the flashcards

Elastische vraag

Wanneer een prijsverandering van 1% een verandering in de gevraagde hoeveelheid veroorzaakt die groter is dan 1%.

Signup and view all the flashcards

Unitair elastische vraag

Een verandering in de prijs van 1% veroorzaakt een verandering in de gevraagde hoeveelheid met eveneens 1%.

Signup and view all the flashcards

Boogelasticiteit

Berekening voor grote prijsveranderingen, gebaseerd op de gemiddelde prijs en hoeveelheid.

Signup and view all the flashcards

Intertemporele substitutie

De neiging van consumenten om hun aankopen in de tijd te spreiden, afhankelijk van de prijs. Als de prijs van een product hoog is, zullen ze hun aankopen uitstellen tot de prijs daalt.

Signup and view all the flashcards

Aanbodcurve

Een grafische voorstelling van het verband tussen de prijs van een product en de hoeveelheid die producenten bereid zijn aan te bieden. Hoe hoger de prijs, hoe meer ze bereid zijn aan te bieden.

Signup and view all the flashcards

Verschuiving van de aanbodcurve naar rechts

Een verschuiving van de aanbodcurve naar rechts. Dit betekent dat producenten meer van een goed willen aanbieden bij dezelfde prijs, bijvoorbeeld door nieuwe technologie.

Signup and view all the flashcards

Verschuiving van de aanbodcurve naar links

Een verschuiving van de aanbodcurve naar links. Dit betekent dat producenten minder van een goed willen aanbieden bij dezelfde prijs, bijvoorbeeld door hogere lonen.

Signup and view all the flashcards

Marktevenwicht

De situatie waarin de gevraagde hoeveelheid van een product gelijk is aan de aangeboden hoeveelheid bij een bepaalde prijs.

Signup and view all the flashcards

Aanbodoverschot

Een situatie waarin er meer van een product wordt aangeboden dan er vraag naar is. Dit leidt tot een neerwaartse druk op de prijs.

Signup and view all the flashcards

Vraagoverschot

Een situatie waarin er meer vraag is naar een product dan er wordt aangeboden. Dit leidt tot een opwaartse druk op de prijs.

Signup and view all the flashcards

Comparatieve statica

Een analyse van de eindtoestand van een markt, zonder het aanpassingsproces te beschrijven.

Signup and view all the flashcards

Verschuivingen in het marktevenwicht

De verandering van de prijs en de hoeveelheid in het marktevenwicht door veranderingen in de vraag of het aanbod.

Signup and view all the flashcards

Algebraïsche analyse van het marktevenwicht

De vergelijking van de vraag en het aanbod om het marktevenwicht te vinden. Vraag is gelijk aan aanbod.

Signup and view all the flashcards

Complementaire goederen

Een negatieve kruiselasticiteit betekent dat de gevraagde hoeveelheid van het ene goed daalt als de prijs van het andere goed stijgt, en vice versa. Dit betekent dat de goederen complementaire goederen zijn, zoals koffie en suiker.

Signup and view all the flashcards

Substituten

Een positieve kruiselasticiteit betekent dat als de prijs van het ene goed stijgt, de gevraagde hoeveelheid van het andere goed ook stijgt. Dit betekent dat de goederen substitutiegoederen zijn, zoals thee en koffie.

Signup and view all the flashcards

Onafhankelijke goederen

Een kruiselasticiteit van nul betekent dat de gevraagde hoeveelheid van het ene goed niet beïnvloed wordt door de prijsverandering van het andere goed. Dit betekent dat de goederen onafhankelijke goederen zijn, zoals brood en benzine.

Signup and view all the flashcards

Inkomenselasticiteit van de vraag

De mate waarin de gevraagde hoeveelheid van een goed verandert als gevolg van een verandering in het inkomen van de consument.

Signup and view all the flashcards

Reclame-elasticiteit van de vraag

De mate waarin de gevraagde hoeveelheid van een goed verandert als gevolg van een verandering in reclame-uitgaven voor dat goed.

Signup and view all the flashcards

Inputprijselasticiteit van het aanbod

De mate waarin het aanbod van een goed verandert als gevolg van een verandering in de prijs van een productiefactor, zoals de lonen.

Signup and view all the flashcards

Accijns

Een belasting die geheven wordt op een specifieke hoeveelheid van een goed, zoals een accijns op benzine.

Signup and view all the flashcards

Unitaire elasticiteit

De vraagcurve is een gelijkzijdige hyperbool. Voor elke prijs is de prijselasticiteit van de vraag gelijk aan 1.

Signup and view all the flashcards

Prijselasticiteit op een lineaire vraagcurve

De prijselasticiteit van de vraag varieert, van een zeer kleine waarde bij lage prijzen, tot een zeer grote waarde bij hoge prijzen.

Signup and view all the flashcards

Vlakke vraagcurve en prijselasticiteit

De vraagcurve wordt vlakker en de prijselasticiteit neemt in absolute waarde toe.

Signup and view all the flashcards

Prijselasticiteit van de vraag > 1

De totale uitgaven voor een goed dalen wanneer de prijs stijgt, omdat de prijselasticiteit van de vraag groter is dan 1.

Signup and view all the flashcards

Prijselasticiteit van de vraag = 1

De totale uitgaven voor een goed blijven gelijk wanneer de prijs stijgt of daalt, omdat de prijselasticiteit van de vraag gelijk is aan 1.

Signup and view all the flashcards

Prijselasticiteit van de vraag < 1

De totale uitgaven voor een goed stijgen wanneer de prijs stijgt, omdat de prijselasticiteit van de vraag kleiner is dan 1.

Signup and view all the flashcards

Mislukte oogst: marktvraag vs. bedrijfsvraag

De totale vraag naar een product is inelastisch, maar de vraag van een individueel bedrijf is elastisch.

Signup and view all the flashcards

Gevolgen van een mislukte oogst

Een vermindering van het aanbod zorgt voor een prijsstijging. De effecten zijn afhankelijk van de elasticiteit van de vraag.

Signup and view all the flashcards

Belastingsopbrengst

De hoeveelheid geld die de overheid incasseert door een belasting te heffen.

Signup and view all the flashcards

Nadeel van belasting

Het nadeel dat zowel consumenten als producenten ondervinden door een belasting.

Signup and view all the flashcards

Prijsgevoelige belasting

Een belasting met een prijsverandering die de gevraagde hoeveelheid en dus ook de belastingsopbrengst beïnvloedt.

Signup and view all the flashcards

Prijsongevoelige belasting

Een belasting met een kleine invloed op de prijs en dus ook op de gevraagde hoeveelheid.

Signup and view all the flashcards

Belastingsafwenteling

Het verschuiven van de belastinglast van de ene partij naar de andere.

Signup and view all the flashcards

Maximumprijs

Een situatie waarbij de overheid de prijs van een product vaststelt om deze onder een evenwichtsprijs te houden.

Signup and view all the flashcards

Minimumprijs

Een situatie waarbij de overheid de prijs van een product vaststelt om deze boven een evenwichtsprijs te houden.

Signup and view all the flashcards

Indirecte belasting

Een belasting die wordt geheven op de aankoop of verkoop van een product.

Signup and view all the flashcards

Subsidie

Een financiële stimulans die de overheid toekent aan producenten om het gebruik van bepaalde producten te stimuleren.

Signup and view all the flashcards

Directe prijsreglementering

De overheid bepaalt direct de prijs van een product om de markt te beïnvloeden.

Signup and view all the flashcards

Study Notes

Econometrie, speltheorie en experimentele economie

  • Econometrie combineert elementen uit economische theorie, wiskunde en statistiek om economische theorieën te verifiëren.
  • Speltheorie analyseert strategisch gedrag van economische agenten (bedrijven, personen), inclusief verwachte reacties op strategische acties van anderen.
  • Experimentele economie gebruikt experimenten om bestaande economische theorieën te valideren.

Het marktmechanisme

  • Inleiding: De analyse van Alfred Marshall beschrijft prijsvorming door productie kosten en betalingsbereidheid van consumenten, rekening houdend met de ontmoeting van vragers en aanbieders.
  • Kenmerken van zuivere mededinging (perfecte concurrentie):
    • Homogeen product.
    • Zeer groot aantal aanbieders en potentiële kopers.
    • Vrije toegang tot en uittreding uit de markt.
    • Marktdeelnemers met perfecte informatie.
    • In de realiteit voldoet geen enkele markt volledig aan deze criteria. Zuivere mededinging is een theoretisch model om andere markten mee te vergelijken.

De marktvraag

  • Algemene formulering: Marktvraag is de totale hoeveelheid die alle consumenten samen zouden kopen bij verschillende prijzen. Het is een stroombegrip, gemeten per tijdseenheid.
  • Vraagfunctie: De vraagfunctie toont de gevraagde hoeveelheid (xv) als functie van verschillende factoren zoals prijs (px), inkomen (y), preferenties (u), prijzen van andere goederen (pz, pw,...), aantal consumenten (n), en andere factoren (a).
  • Wet van de vraag: Er is een negatieve relatie tussen prijs en gevraagde hoeveelheid. Hogere prijzen leiden tot lagere gevraagde hoeveelheden.

Grafische voorstelling (ceteris paribus)

  • Vraagcurve: Een grafische weergave van de vraagfunctie, waarbij de prijs op de verticale as en de gevraagde hoeveelheid op de horizontale as staat. Er is een negatieve relatie tussen prijs en gevraagde hoeveelheid.
  • Beweging langs de vraagcurve: Een verandering in de prijs resulteert in een beweging langs de bestaande vraagcurve.
  • Verschuiving van de vraagcurve: Factoren die niet aan de prijs gelinkt zijn zorgen voor een verschuiving van de curve.

Het marktaanbod

  • Algemene formulering: Het marktaanbod representeert de totale hoeveelheid die alle producenten samen bereid zijn te produceren tegen verschillende prijzen, rekening houdend met economische determinanten.
  • Aanbodfunctie: De aanbodfunctie toont de aangeboden hoeveelheid (xa) als functie van prijs (px), prijzen van productiefactoren (r, w,...), prijzen van andere goederen (pz, pw,...), aantal producenten (n), en andere factoren (a).
  • Wet van het aanbod: Er is een positieve relatie tussen prijs en aangeboden hoeveelheid. Hogere prijzen leiden tot hogere aangeboden hoeveelheden.
  • Aanbodcurve: Een grafische weergave van de aanbodfunctie, waarbij de prijs op de verticale as en de aangeboden hoeveelheid op de horizontale as staat. Er is een positieve relatie tussen prijs en aangeboden hoeveelheid.
  • Verschuiving van de aanbodcurve: Veranderingen in andere factoren (zoals technologie, of de kosten van productiefactoren) leiden tot verschuivingen van de aanbodcurve.

Het marktevenwicht

  • Evenwicht: Aanbod en vraag zijn gelijk aan elkaar bij een bepaalde prijs (evenwichtsprijs). De hoeveelheid die wordt aangeboden is gelijk aan de hoeveelheid die de consument wil kopen.
  • Grafische voorstelling: Het evenwicht is het snijpunt van de vraag- en aanbodcurve.
  • Aanbodoverschot: Wanneer het aangeboden aanbod groter is dan de vraag bij een bepaalde prijs.
  • Aanbodtekort: Wanneer de vraag groter is dan het aanbod bij een bepaalde prijs.

Prijselasticiteit van vraag en aanbod

  • Prijselasticiteit van de vraag: Meet de gevoeligheid van de gevraagde hoeveelheid op prijsveranderingen. Deze ratio is negatief; hogere prijs, kleinere vraag.
  • Prijselasticiteit van het aanbod: Meet de gevoeligheid van de aangeboden hoeveelheid op prijsveranderingen. Deze ratio is positief; hogere prijs, grotere aanbod.
  • Berekening: Variëren of veranderingen in een bepaalde hoeveelheid.
  • Grafische voorstelling: De elasticiteit van de vraag- en aanbodcurve is afhankelijk van de steilheid van de curve.
  • Factoren: Beschikbaarheid van substituten, de beschouwde tijdshorizon, en of een goedd noodzakelijk of luxe is.

Markt en overheidsinstanties

  • Indirecte prijsinterventies: Belastingen en subsidies worden gebruikt om consumptie te beïnvloeden en inkomsten te genereren.
  • Directe prijsreglementeringen: Minimum- en maximumprijzen
    • Minimumprijzen: Deze worden gebruikt om de prijzen te verhogen.
    • Maximumprijzen: Deze worden gebruikt om de prijzen te verlagen.

Studying That Suits You

Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.

Quiz Team

Related Documents

H2 Quiz PDF

More Like This

Barriers to Entry in Monopolies
98 questions
Économie Chapitre 3 - Élasticité
5 questions
Market Economy Principles
47 questions

Market Economy Principles

CourageousFourier1478 avatar
CourageousFourier1478
Use Quizgecko on...
Browser
Browser