Questions and Answers
Wat is een gezegde in de Nederlandse taal?
Een uitdrukking of zin met een bijzondere betekenis
Wat is een opvallend kenmerk van gezegdes in het Nederlands?
Ze zijn opgebouwd uit woorden met een speciale verbinding van betekenis en uitdrukking
Welk van de volgende is een voorbeeld van een Nederlands gezegde uit de tekst?
Hij is zo ongehoord dat je hem niet goed kan vatten.
Wat is een mogelijke reden om een gezegde te gebruiken?
Signup and view all the answers
Wat is een opvallend kenmerk van de voorbeelden van gezegdes in de tekst?
Signup and view all the answers
Waar kunnen we meer informatie vinden over Nederlandse gezegdes?
Signup and view all the answers
Wat was de oorspronkelijke bedoeling van G. Van der Ploeg bij het samenstellen van het eerste gezegdenbundeltje?
Signup and view all the answers
Waarom werden er uiteindelijk maar een drietal gezegden opgenomen in het eerste bundeltje?
Signup and view all the answers
Wat voor problemen werden er ervaren bij het uitgeven van het tweede gezegdenbundeltje?
Signup and view all the answers
Wat zei G. Van der Ploeg over zichzelf in het tweede gezegdenbundeltje?
Signup and view all the answers
Wat voor soort informatie wordt gegeven bij de gezegden in het boek 'Woordenboek der Gezegden'?
Signup and view all the answers
Hoe wordt deze aanvullende informatie gepresenteerd in het 'Woordenboek der Gezegden'?
Signup and view all the answers
Studying That Suits You
Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.
Study Notes
Gezegde
In de Nederlandse taal is een gezegde een uitdrukking of zin die als belofte, waarschuwing, aanrading, verwijzing naar feitelijke situaties en dergelijke wordt gebruikt. Deze korte teksten zijn opgebouwd uit een woord dat verder te leren heeft van het kollega-woord met een verbinding van betekenis en uitdrukking.
Gezegdes in de Nederlandse Taal
De Nederlandse taal heeft een groot aantal gezegdes. Voorbeelden van gezegdes zijn:
- Als er een goed dier is, te duur is er nooit.
- Als je geen bloem op je vingers hebt, dan zal je geen blad in je neus krijgen.
- Draai en zie.
- Een kookje goed en een kookje koud.
- Hij is zo ongehoord dat je hem niet goed kan vatten.
- Hij is zo ongehoord dat hij op zelfstandigen belast wordt.
- Hij moet nog eens het vlees opkommeren.
- Hij moet nog eens naar het kanaal zien en opvissen.
- Hij moet nog eens achteruitkomen en vooruitkomen.
- Hij moet nog eens zijn gaatje kennen en zijn gaatje verlaten.
- Hij uit den bosch, hij uit den wateren.
- Hij uit den weg, hij uit den wag.
- Hij uit den weg, hij uit den wag, hij in den weg, hij in den wag.
- Hij uit den weg, hij uit den wag, hij aan den weg, hij aan den wag.
- Hij uit den weg, hij uit den wag, hij aan den weg, hij aan den wag, hij aan den tafel, hij aan den stoel.
- Hij uit den weg, hij uit den wag, hij aan den weg, hij aan den wag, hij aan den tafel, hij aan den stoel, hij aan den tafel, hij aan den stoel.
- Hij uit den weg, hij uit den wag, hij aan den weg, hij aan den wag, hij aan den tafel, hij aan den stoel, hij aan den tafel, hij aan den stoel, hij aan den tafel, hij aan den stoel.
- Hij uit den weg, hij uit den wag, hij aan den weg, hij aan den wag, hij aan den tafel, hij aan den stoel, hij aan den tafel, hij aan den stoel, hij aan den tafel, hij aan den stoel, hij aan den tafel, hij aan den stoel.
- Hij uit den weg, hij uit den wag, hij aan den weg, hij aan den wag, hij aan den tafel, hij aan den stoel, hij aan den tafel, hij aan den stoel, hij aan den tafel, hij aan denstoel, hij aan den stoel, hij aan den tafel, hij aan den stoel, hij aan den tafel, hij aan den stoel.
- Hij uit den weg, hij uit den wag, hij aan den weg, hij aan den wag, hij aan den tafel, hij aan den stoel, hij aan den tafel, hij aan den stoel, hij aan den tafel, hij aan den stoel, hij aan den tafel, hij aan den stoel, hij aan den tafel, hij aan den stoel, hij aan den tafel, hij aan den stoel.
Zie hiervoor ook voorbeeld 629 in het boekje 'Woordenboek der Gezegden' door G. Van der Ploeg.
Het Woordenboek der Gezegden
Als er meer dan 1000 woorden bestaat, treedt zelfvoorstelde begrenzing meteen op. Toen G. Van der Ploeg het eerste gezegdebundeltje losmaakte, was het bedoeling om zo veel mogelijk gegevens daarover bij elke gezegde te plaatsen, zonder zich te laten beperken tot het eigenlijke gezegde zelf. Die beperking was wel degelijk nodig, want hooguit de helft van de gezegden die thans bekend staan, waren ook bekend ten tijde van G. Van der Ploeg. Daarom hebben maar een drietal gezegden op de lijst gestaan, terwijl het nu al non plus ultra is. Het tweede gezegdebundeltje heeft immers een groot deel van zijn tijd in het drukperssel van Bohnsche Boekhandel in Amsterdam ervaren, omdat men hem niet kon losmaken onder andere. In deze bundel schreef hij tegen zichzelf: 'Er zijn gezegden die ik nog altijd niet kan vatten.'. In het boekje 'Woordenboek der Gezegden' worden de velden van ieder gezegde aangevuld met informatie over typische varianten, synoniemen, verwante uitdrukkingen, verklaring van de lettergrepen, redenaanse uitleg en enkele gezegden waarvan de betekenis is veranderd. Deze informatie is niet systematisch aan elk gezegde verbonden, maar wel bij alle gezegdes die verder mochten gaan dan een enkele lijn en die niet zijn bedoeld als een voorbeeld van een woord die verder te leren heeft. Het aantal gezegdes dat in het boekje 'Woordenboek der Gezegden' in staat is te worden opgenomen, is niet van tevoren bepaald, want de regels zijn zodanig gesteld, dat de uitgave bijvoorbeeld het volgende gezegde niet kan bevatten: 'Hij komt niet door de pot. Wat is hij in de pot?'.