Podcast
Questions and Answers
Wat is een voorbeeld van een beloonbaar gezegde over de toekomst met een tijdsaanduiding?
Wat is een voorbeeld van een beloonbaar gezegde over de toekomst met een tijdsaanduiding?
Wat typeert een vervoegbaar gezegde met een tijdsaanduiding volgens de tekst?
Wat typeert een vervoegbaar gezegde met een tijdsaanduiding volgens de tekst?
Wat is een voorbeeld van een binnenhaltewoord?
Wat is een voorbeeld van een binnenhaltewoord?
Welk zinsconstructie is typerend voor het vervoegbaar gezegde zoals besproken in de tekst?
Welk zinsconstructie is typerend voor het vervoegbaar gezegde zoals besproken in de tekst?
Signup and view all the answers
Wat kenmerkt een beloonbaar gezegde volgens de beschrijving in de tekst?
Wat kenmerkt een beloonbaar gezegde volgens de beschrijving in de tekst?
Signup and view all the answers
Wat is een kenmerk van een lidwoordelijk gezegde?
Wat is een kenmerk van een lidwoordelijk gezegde?
Signup and view all the answers
Welke uitspraak beschrijft correct een deelwoordelijk gezegde volgens de tekst?
Welke uitspraak beschrijft correct een deelwoordelijk gezegde volgens de tekst?
Signup and view all the answers
Hoe kan de structuur van een naamwoordelijke zin veranderen?
Hoe kan de structuur van een naamwoordelijke zin veranderen?
Signup and view all the answers
Welke zin is een voorbeeld van een lidwoordelijk gezegde?
Welke zin is een voorbeeld van een lidwoordelijk gezegde?
Signup and view all the answers
Wat onderscheidt een beloonbaar gezegde over het verleden volgens de tekst?
Wat onderscheidt een beloonbaar gezegde over het verleden volgens de tekst?
Signup and view all the answers
Wat volgt er meestal op een binnenhaltewoord?
Wat volgt er meestal op een binnenhaltewoord?
Signup and view all the answers
Wat is een kenmerk van een voorwerkwoordelijk gezegde?
Wat is een kenmerk van een voorwerkwoordelijk gezegde?
Signup and view all the answers
Study Notes
Naamwoordelijk Gezegde
Een naamwoordelijk gezegde is een zinstructie die wordt gevormd door het plaatsen van een naamwoord of een deel daarvan voor te gaan met behulp van een voornaamwoord. In Nederlandse talen ontbreken bijvoorbeeld de meeste vormen van naamwoorden en zijn er ook maar weinig bovenkansgevende woorden, zoals Artikel, pronomen, conjuncties en werkwoordsvoornamen. Hieronder vind je enkele voorbeelden van naamwoordelijke gesegen:
Het Binnenhaltewoord
Het binnenhaltewoord is het begin van een zinsgetuige en wordt gevolgd door een wederkerend substantief. Deze constructie wordt gebruikt om iets op te merken dat interne samenhang heeft met wat gevolgd wordt. Voorbeelden van dit gezegde zijn:
- Een ander is een ouderwetse.
- Een ander is een jonge.
Het voorwerkwoord
De structuur van een naamwoordelijke zin kan worden veranderd door aan de zin toe te voegen van een voorwerkwoord. Dit resulteert dan in een zogenaamd voorwerkwoordelijk gezegde. Het voorwerkwoord staat tussen een werkwoord en het onderwerp van de zin. Als voorbeelde van dit gezegde kunnen we de volgende zinnen noemen:
- Met haast maak ik me klaar.
- Op school hebben ze losgelaten.
- Aan de overkant van de straat staan ze.
Het lidwoordelijk gezegde
In sommige taalgebruiken kan een zin beginnen met een lidwoord, zoals 'a' of 'an', gevolgd door een naamwoord. Dit gezegde wordt lidwoordlijk genoemd. Voorbeelden hiervan zijn:
- An eeuw geleden.
- Een kanaal vloeit door de berg.
Het deelwoordelijk gezegde
Dit is een zinsconstructie waarbij het object van verdacht wordt te zijn gevolgd door een werkwoad dat aan het werkwoord verwant is. Voorbeelden hiervan zijn:
- Er staat de vogel op de boom.
- Hij heeft de doos opgehangen.
Het beloonbaar gezegde
Als een naamwoordelijke constructie volgt op een uitdrukking voor beloning wordt dit gezegde beloonbaar genoemd. Deze constructie kan worden vastgesteld door de volgende eigenschappen:
- Het begint niet met een lidwoord en eindigt niet met een vervoegingswerkwoordsvorm.
- Het begin van de zin wordt gevormd door een naamwoord dat is gevolgd door een voornaamwoord.
- Het uitgangspunt van de zin is een relatieve hellinghoek die richting meineert naar de linkerzijde.
Er zijn verschillende varianten van het beloonbaar gezegde, zoals:
- Beloonbaar gezegde: 'De markies komt nog' (Het werkwoord "komt" wijst naar de toekomst).
- Beloonbaar gezegde over het verleden: 'De markies kwam nog' (Het werkwoord "kwam" wijst naar het verleden).
- Beloonbaar gezegde over de toekomst: 'De markies komt nog' (Het werkwoord "komt" wijst naar de toekomst).
- Beloonbaar gezegde over de toekomst met een tijdsaanduiding: 'De markies komt nog morgen' (Het werkwoord "komt" wijst naar de toekomst en "morgen" is een tijdsaanduiding).
- Beloonbaar gezegde over de toekomst met een tijdsaanduiding: 'De markies komt nog vandaag' (Het werkwoord "komt" wijst naar de toekomst en "vandaag" is een tijdsaanduiding).
- Beloonbaar gezegde over de toekomst met een tijdsaanduiding: 'De markies komt nog in de nacht' (Het werkwoord "komt" wijst naar de toekomst en "in de nacht" is een tijdsaanduiding).
Het vervoegbaar gezegde
Het vervoegbaar gezegde is een zinsconstructie die van de oorspronkelijke vorm wordt afgeleid door gebruik te maken van een vervoege vorm van het werkwoord in de zin. Deze constructie is heel belangrijk in het Nederlands en wordt vaak gebruikt in gesproken taal. Voorbeelden hiervan zijn:
- Hij zal nog nooit de vogel zien hebben.
- Hij zal de vogel ook nog nooit zien hebben.
Het vervoegbaar gezegde met een tijdsaanduiding
Het vervoegbaar gezegde met een tijdsaanduiding is een constructie die van de oorspronkelijke vorm wordt afgeleid door gebruik te maken van een tijdsaanduiding in de zin. Voorbeelden hiervan zijn:
- Hij zal vandaag nog nooit de vogel zien hebben.
- Hij zal de vogel vandaag ook nog nooit zien hebben.
Het vervoegbaar gezegde met een tijdsaanduiding die verwijst naar het verleden
Het vervoegbaar
Studying That Suits You
Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.
Description
Learn about different types of name clauses in Dutch, including examples of binnenhaltewoord, voorwerkwoord, lidwoordelijk, deelwoordelijk, beloonbaar, and vervoegbaar clauses. Explore variations such as clauses with time indications referring to the past or future.