Dutch Name Clauses

HandsomeAlder avatar
HandsomeAlder
·
·
Download

Start Quiz

Study Flashcards

12 Questions

Wat is een voorbeeld van een beloonbaar gezegde over de toekomst met een tijdsaanduiding?

Hij zal de vogel vandaag ook nog nooit zien hebben.

Wat typeert een vervoegbaar gezegde met een tijdsaanduiding volgens de tekst?

Het is afgeleid van de oorspronkelijke vorm door het gebruik van een tijdsaanduiding in de zin.

Wat is een voorbeeld van een binnenhaltewoord?

Een ouderwetse

Welk zinsconstructie is typerend voor het vervoegbaar gezegde zoals besproken in de tekst?

Een zinsconstructie afgeleid van de oorspronkelijke vorm door gebruik van een vervoege vorm van het werkwoord.

Wat kenmerkt een beloonbaar gezegde volgens de beschrijving in de tekst?

Het begint met een naamwoord en eindigt met een voornaamwoord.

Wat is een kenmerk van een lidwoordelijk gezegde?

Het kan beginnen met 'a' of 'an'

Welke uitspraak beschrijft correct een deelwoordelijk gezegde volgens de tekst?

Het wordt gevormd door het werkwoord dat aan het object verwant is.

Hoe kan de structuur van een naamwoordelijke zin veranderen?

Door toevoeging van een voorwerkwoord

Welke zin is een voorbeeld van een lidwoordelijk gezegde?

An eeuw geleden

Wat onderscheidt een beloonbaar gezegde over het verleden volgens de tekst?

't geeft aan dat iets al gebeurd is in het verleden.

Wat volgt er meestal op een binnenhaltewoord?

'Een jonge'

Wat is een kenmerk van een voorwerkwoordelijk gezegde?

'Met haast maak ik me klaar'

Study Notes

Naamwoordelijk Gezegde

Een naamwoordelijk gezegde is een zinstructie die wordt gevormd door het plaatsen van een naamwoord of een deel daarvan voor te gaan met behulp van een voornaamwoord. In Nederlandse talen ontbreken bijvoorbeeld de meeste vormen van naamwoorden en zijn er ook maar weinig bovenkansgevende woorden, zoals Artikel, pronomen, conjuncties en werkwoordsvoornamen. Hieronder vind je enkele voorbeelden van naamwoordelijke gesegen:

Het Binnenhaltewoord

Het binnenhaltewoord is het begin van een zinsgetuige en wordt gevolgd door een wederkerend substantief. Deze constructie wordt gebruikt om iets op te merken dat interne samenhang heeft met wat gevolgd wordt. Voorbeelden van dit gezegde zijn:

  • Een ander is een ouderwetse.
  • Een ander is een jonge.

Het voorwerkwoord

De structuur van een naamwoordelijke zin kan worden veranderd door aan de zin toe te voegen van een voorwerkwoord. Dit resulteert dan in een zogenaamd voorwerkwoordelijk gezegde. Het voorwerkwoord staat tussen een werkwoord en het onderwerp van de zin. Als voorbeelde van dit gezegde kunnen we de volgende zinnen noemen:

  • Met haast maak ik me klaar.
  • Op school hebben ze losgelaten.
  • Aan de overkant van de straat staan ze.

Het lidwoordelijk gezegde

In sommige taalgebruiken kan een zin beginnen met een lidwoord, zoals 'a' of 'an', gevolgd door een naamwoord. Dit gezegde wordt lidwoordlijk genoemd. Voorbeelden hiervan zijn:

  • An eeuw geleden.
  • Een kanaal vloeit door de berg.

Het deelwoordelijk gezegde

Dit is een zinsconstructie waarbij het object van verdacht wordt te zijn gevolgd door een werkwoad dat aan het werkwoord verwant is. Voorbeelden hiervan zijn:

  • Er staat de vogel op de boom.
  • Hij heeft de doos opgehangen.

Het beloonbaar gezegde

Als een naamwoordelijke constructie volgt op een uitdrukking voor beloning wordt dit gezegde beloonbaar genoemd. Deze constructie kan worden vastgesteld door de volgende eigenschappen:

  • Het begint niet met een lidwoord en eindigt niet met een vervoegingswerkwoordsvorm.
  • Het begin van de zin wordt gevormd door een naamwoord dat is gevolgd door een voornaamwoord.
  • Het uitgangspunt van de zin is een relatieve hellinghoek die richting meineert naar de linkerzijde.

Er zijn verschillende varianten van het beloonbaar gezegde, zoals:

  • Beloonbaar gezegde: 'De markies komt nog' (Het werkwoord "komt" wijst naar de toekomst).
  • Beloonbaar gezegde over het verleden: 'De markies kwam nog' (Het werkwoord "kwam" wijst naar het verleden).
  • Beloonbaar gezegde over de toekomst: 'De markies komt nog' (Het werkwoord "komt" wijst naar de toekomst).
  • Beloonbaar gezegde over de toekomst met een tijdsaanduiding: 'De markies komt nog morgen' (Het werkwoord "komt" wijst naar de toekomst en "morgen" is een tijdsaanduiding).
  • Beloonbaar gezegde over de toekomst met een tijdsaanduiding: 'De markies komt nog vandaag' (Het werkwoord "komt" wijst naar de toekomst en "vandaag" is een tijdsaanduiding).
  • Beloonbaar gezegde over de toekomst met een tijdsaanduiding: 'De markies komt nog in de nacht' (Het werkwoord "komt" wijst naar de toekomst en "in de nacht" is een tijdsaanduiding).

Het vervoegbaar gezegde

Het vervoegbaar gezegde is een zinsconstructie die van de oorspronkelijke vorm wordt afgeleid door gebruik te maken van een vervoege vorm van het werkwoord in de zin. Deze constructie is heel belangrijk in het Nederlands en wordt vaak gebruikt in gesproken taal. Voorbeelden hiervan zijn:

  • Hij zal nog nooit de vogel zien hebben.
  • Hij zal de vogel ook nog nooit zien hebben.

Het vervoegbaar gezegde met een tijdsaanduiding

Het vervoegbaar gezegde met een tijdsaanduiding is een constructie die van de oorspronkelijke vorm wordt afgeleid door gebruik te maken van een tijdsaanduiding in de zin. Voorbeelden hiervan zijn:

  • Hij zal vandaag nog nooit de vogel zien hebben.
  • Hij zal de vogel vandaag ook nog nooit zien hebben.

Het vervoegbaar gezegde met een tijdsaanduiding die verwijst naar het verleden

Het vervoegbaar

Learn about different types of name clauses in Dutch, including examples of binnenhaltewoord, voorwerkwoord, lidwoordelijk, deelwoordelijk, beloonbaar, and vervoegbaar clauses. Explore variations such as clauses with time indications referring to the past or future.

Make Your Own Quizzes and Flashcards

Convert your notes into interactive study material.

Get started for free

More Quizzes Like This

Use Quizgecko on...
Browser
Browser