Dutch Name Clauses
12 Questions
0 Views

Choose a study mode

Play Quiz
Study Flashcards
Spaced Repetition
Chat to lesson

Podcast

Play an AI-generated podcast conversation about this lesson

Questions and Answers

Wat is een voorbeeld van een beloonbaar gezegde over de toekomst met een tijdsaanduiding?

  • Hij zal morgen de vogel zien hebben.
  • Hij zal nooit de vogel zien hebben.
  • Hij zal de vogel vandaag ook nog nooit zien hebben. (correct)
  • Hij zal vandaag nog nooit de vogel zien hebben.
  • Wat typeert een vervoegbaar gezegde met een tijdsaanduiding volgens de tekst?

  • Het is afgeleid van de oorspronkelijke vorm door het gebruik van een tijdsaanduiding in de zin. (correct)
  • Het begint met een lidwoord en eindigt met een vervoegingswerkwoordsvorm.
  • Het verwijst uitsluitend naar het verleden.
  • Het bevat altijd een negatieve connotatie.
  • Wat is een voorbeeld van een binnenhaltewoord?

  • Aan de overkant van de straat staan ze
  • Op school hebben ze losgelaten
  • Een ouderwetse (correct)
  • Met haast maak ik me klaar
  • Welk zinsconstructie is typerend voor het vervoegbaar gezegde zoals besproken in de tekst?

    <p>Een zinsconstructie afgeleid van de oorspronkelijke vorm door gebruik van een vervoege vorm van het werkwoord. (C)</p> Signup and view all the answers

    Wat kenmerkt een beloonbaar gezegde volgens de beschrijving in de tekst?

    <p>Het begint met een naamwoord en eindigt met een voornaamwoord. (B)</p> Signup and view all the answers

    Wat is een kenmerk van een lidwoordelijk gezegde?

    <p>Het kan beginnen met 'a' of 'an' (A)</p> Signup and view all the answers

    Welke uitspraak beschrijft correct een deelwoordelijk gezegde volgens de tekst?

    <p>Het wordt gevormd door het werkwoord dat aan het object verwant is. (B)</p> Signup and view all the answers

    Hoe kan de structuur van een naamwoordelijke zin veranderen?

    <p>Door toevoeging van een voorwerkwoord (C)</p> Signup and view all the answers

    Welke zin is een voorbeeld van een lidwoordelijk gezegde?

    <p>An eeuw geleden (B)</p> Signup and view all the answers

    Wat onderscheidt een beloonbaar gezegde over het verleden volgens de tekst?

    <p>'t geeft aan dat iets al gebeurd is in het verleden. (D)</p> Signup and view all the answers

    Wat volgt er meestal op een binnenhaltewoord?

    <p>'Een jonge' (A)</p> Signup and view all the answers

    Wat is een kenmerk van een voorwerkwoordelijk gezegde?

    <p>'Met haast maak ik me klaar' (B)</p> Signup and view all the answers

    Study Notes

    Naamwoordelijk Gezegde

    Een naamwoordelijk gezegde is een zinstructie die wordt gevormd door het plaatsen van een naamwoord of een deel daarvan voor te gaan met behulp van een voornaamwoord. In Nederlandse talen ontbreken bijvoorbeeld de meeste vormen van naamwoorden en zijn er ook maar weinig bovenkansgevende woorden, zoals Artikel, pronomen, conjuncties en werkwoordsvoornamen. Hieronder vind je enkele voorbeelden van naamwoordelijke gesegen:

    Het Binnenhaltewoord

    Het binnenhaltewoord is het begin van een zinsgetuige en wordt gevolgd door een wederkerend substantief. Deze constructie wordt gebruikt om iets op te merken dat interne samenhang heeft met wat gevolgd wordt. Voorbeelden van dit gezegde zijn:

    • Een ander is een ouderwetse.
    • Een ander is een jonge.

    Het voorwerkwoord

    De structuur van een naamwoordelijke zin kan worden veranderd door aan de zin toe te voegen van een voorwerkwoord. Dit resulteert dan in een zogenaamd voorwerkwoordelijk gezegde. Het voorwerkwoord staat tussen een werkwoord en het onderwerp van de zin. Als voorbeelde van dit gezegde kunnen we de volgende zinnen noemen:

    • Met haast maak ik me klaar.
    • Op school hebben ze losgelaten.
    • Aan de overkant van de straat staan ze.

    Het lidwoordelijk gezegde

    In sommige taalgebruiken kan een zin beginnen met een lidwoord, zoals 'a' of 'an', gevolgd door een naamwoord. Dit gezegde wordt lidwoordlijk genoemd. Voorbeelden hiervan zijn:

    • An eeuw geleden.
    • Een kanaal vloeit door de berg.

    Het deelwoordelijk gezegde

    Dit is een zinsconstructie waarbij het object van verdacht wordt te zijn gevolgd door een werkwoad dat aan het werkwoord verwant is. Voorbeelden hiervan zijn:

    • Er staat de vogel op de boom.
    • Hij heeft de doos opgehangen.

    Het beloonbaar gezegde

    Als een naamwoordelijke constructie volgt op een uitdrukking voor beloning wordt dit gezegde beloonbaar genoemd. Deze constructie kan worden vastgesteld door de volgende eigenschappen:

    • Het begint niet met een lidwoord en eindigt niet met een vervoegingswerkwoordsvorm.
    • Het begin van de zin wordt gevormd door een naamwoord dat is gevolgd door een voornaamwoord.
    • Het uitgangspunt van de zin is een relatieve hellinghoek die richting meineert naar de linkerzijde.

    Er zijn verschillende varianten van het beloonbaar gezegde, zoals:

    • Beloonbaar gezegde: 'De markies komt nog' (Het werkwoord "komt" wijst naar de toekomst).
    • Beloonbaar gezegde over het verleden: 'De markies kwam nog' (Het werkwoord "kwam" wijst naar het verleden).
    • Beloonbaar gezegde over de toekomst: 'De markies komt nog' (Het werkwoord "komt" wijst naar de toekomst).
    • Beloonbaar gezegde over de toekomst met een tijdsaanduiding: 'De markies komt nog morgen' (Het werkwoord "komt" wijst naar de toekomst en "morgen" is een tijdsaanduiding).
    • Beloonbaar gezegde over de toekomst met een tijdsaanduiding: 'De markies komt nog vandaag' (Het werkwoord "komt" wijst naar de toekomst en "vandaag" is een tijdsaanduiding).
    • Beloonbaar gezegde over de toekomst met een tijdsaanduiding: 'De markies komt nog in de nacht' (Het werkwoord "komt" wijst naar de toekomst en "in de nacht" is een tijdsaanduiding).

    Het vervoegbaar gezegde

    Het vervoegbaar gezegde is een zinsconstructie die van de oorspronkelijke vorm wordt afgeleid door gebruik te maken van een vervoege vorm van het werkwoord in de zin. Deze constructie is heel belangrijk in het Nederlands en wordt vaak gebruikt in gesproken taal. Voorbeelden hiervan zijn:

    • Hij zal nog nooit de vogel zien hebben.
    • Hij zal de vogel ook nog nooit zien hebben.

    Het vervoegbaar gezegde met een tijdsaanduiding

    Het vervoegbaar gezegde met een tijdsaanduiding is een constructie die van de oorspronkelijke vorm wordt afgeleid door gebruik te maken van een tijdsaanduiding in de zin. Voorbeelden hiervan zijn:

    • Hij zal vandaag nog nooit de vogel zien hebben.
    • Hij zal de vogel vandaag ook nog nooit zien hebben.

    Het vervoegbaar gezegde met een tijdsaanduiding die verwijst naar het verleden

    Het vervoegbaar

    Studying That Suits You

    Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.

    Quiz Team

    Description

    Learn about different types of name clauses in Dutch, including examples of binnenhaltewoord, voorwerkwoord, lidwoordelijk, deelwoordelijk, beloonbaar, and vervoegbaar clauses. Explore variations such as clauses with time indications referring to the past or future.

    More Like This

    Dutch Language Quiz
    5 questions

    Dutch Language Quiz

    ManeuverableNarrative avatar
    ManeuverableNarrative
    Dutch Language Overview
    6 questions

    Dutch Language Overview

    SpiritedCharacterization avatar
    SpiritedCharacterization
    Use Quizgecko on...
    Browser
    Browser