Dutch Grammar: Persoonsvormen in zinnen

Questions and Answers

Welke woorden vormen samen een zinsdeel voor de persoonsvorm?

Kan razendsnel

Een spotprent maken

Razendsnel een spotprent

De sneltekenaar kan (correct)

Hoe kun je zinsdelen identificeren aan de hand van de volgorde van woorden in een zin?

Door te zien welke woorden altijd in dezelfde volgorde blijven staan (correct)

Door te letten op de volgorde van bijvoeglijke naamwoorden

Door te kijken welke werkwoorden bij elkaar passen

Door te letten op de plaats van voornaamwoorden

Hoeveel zinsdelen bevat de zin 'De sneltekenaar kan razendsnel een spotprent maken'?

Twee

Drie

Vier (correct)

Vijf

Waar staat de persoonsvorm in een zinsdeel?

Tussen twee streepjes Signup and view all the answers

Welke woorden vormen samen één zinsdeel ondanks dat ze niet direct naast elkaar staan?

Een spotprent maken Signup and view all the answers

Wat geeft kan in zin 1 aan?

De zin staat in het enkelvoud Signup and view all the answers

Wat geeft konden in zin 2 aan?

De zin staat in het meervoud Signup and view all the answers

Wat zijn kan en konden volgens de tekst?

Persoonsvormen Signup and view all the answers

Wat is de persoonsvorm in de zin 'Gio wil op zaterdag geen huiswerk maken'?

wil Signup and view all the answers

Wat is een zinsdeel volgens de tekst?

Woorden die bij elkaar horen Signup and view all the answers

Hoe kan je volgens de tekst bepalen wat de persoonsvorm is in een zin?

Door een ja/nee-vraag te maken Signup and view all the answers

Study Notes

Zinsdelen en Persoonsvorm

Een zinsdeel wordt gevormd door de woorden die samen één gedachte uitdrukken.
De persoonsvorm is het deel van een zinsdeel dat de handeling of toestand uitdrukt.
De persoonsvorm staat in een zinsdeel meestal na het onderwerp.

Identificeren van Zinsdelen

Zinsdelen kunnen worden geïdentificeerd aan de hand van de volgorde van woorden in een zin.
De woorden die samen één gedachte uitdrukken, vormen een zinsdeel.

Voorbeeld Zin

De zin 'De sneltekenaar kan razendsnel een spotprent maken' bevat twee zinsdelen.
De persoonsvorm 'kan' staat in dit zinsdeel na het onderwerp 'De sneltekenaar'.

Persoonsvorm en Werkwoorden

'Kan' geeft in zin 1 aan dat iemand iets kunnen doen.
'Konden' geeft in zin 2 aan dat iemand iets kon doen in het verleden.
'Kan' en 'konden' zijn vormen van het werkwoord 'kunnen'.
In de zin 'Gio wil op zaterdag geen huiswerk maken' is 'wil' de persoonsvorm.

Definitie van een Zinsdeel

Een zinsdeel is een combinatie van woorden die samen één gedachte uitdrukken.

Bepalen van de Persoonsvorm

De persoonsvorm kan worden bepaald door na te gaan welke woorden in een zin samen één gedachte uitdrukken.

Description

Test je kennis over persoonsvormen in Nederlandse zinnen aan de hand van voorbeeldzinnen en leer over enkelvoud, meervoud, tegenwoordige tijd en verleden tijd. Ontdek hoe persoonsvormen de structuur van zinnen beïnvloeden.