De Franken: Heersers en Koninkrijken

De Franken, nieuwe heersers in het westen

• Het Frankische rijk bestond uit verschillende koninkrijken, geleid door verschillende families.
• De Merovingers waren de eerste heersers.
• Chlodovech veroverde andere Frankische koninkrijken en controleerde het hele Frankische rijk.
• Hun rijk groeide en breidde zich uit.
• Tegen de 7e eeuw verloor de Merovingische dynastie aan macht en rijkdom.
• De Karolingers waren een machtige familie van medewerkers van de Merovingers.
• In 751 werd een Karolinger koning met steun van de paus.
• Zij breidden het rijk verder uit.
• In 800 kroonde de paus Karel de Grote tot keizer.

De koning bestuurt het Frankische rijk

• De koning had absolute macht in het rijk; het was zijn privé bezit.
• De koning was de hoogste bestuurder, wetgever en rechter.
• Het rijk was verdeeld in gouwen (provincies), bestuurd door gouwgrafen of hertogen.
• De Karolingers richtten marken op in grensgebieden, onder toezicht van markgraven.
• Hertogen en markgraven leidden legers die belangrijke rol speelden
• Karel de Grote had zendgraven, die graven, hertogen en markgraven controleerden.

Landbouw is een belangrijke economische activiteit

• Landbouw was de belangrijkste economische activiteit in het rijk, en grond was gelijk aan macht en rijkdom.
• Domeinen in het noorden van het Frankische rijk waren eigendom van een kleine groep machtige families.
• Gewone boeren werden horigen, zij moesten aan de familie dienen en gehoorzamen in ruil voor een hoeve en bescherming.
• Domeinen werden uitgebreid.
• Ambachtslieden produceerden gebruiksvoorwerpen.
• Handelaars verhandelden domeingooden.

De christelijke kerk speelt een belangrijke rol in de cultuur

• De christelijke kerk hielp bij het bestuur van de Frankische koningen door wetten op te stellen.
• Er waren talloze kloosters gesticht door rijke en machtige personen.
• Het kloosterleven of abdijleven volgde strenge leefregels onder leiding van een abt of abdis.
• Kloosters waren centra voor onderwijs, cultuur en handel. Onder andere met de Regel van Benedictus.
• Kloosters en het koninkrijk speelden een centrale rol in de ontwikkeling van cultuur en kunst.

Het Karolingische rijk valt uiteen

• Lodewijk de Vrome,zoon en opvolger van Karel de Grote, had minder aandacht voor oorlogsvoering, maar meer interesse in godsdienst.
• Verwaarlozing van bestuur en slechte wegen en grote oppervlakte zorgden voor slechtere contacten.
• Graven en hertogen nemen meer autonomie.
• Zonen van Lodewijk vochten over de opvolging en verdeling van het rijk.
• Het Verdrag van Verdun (843) bepaalde de verdeling van het rijk tussen zijn zonen.