Congruente Figuren en Transformaties

Congruente Figuren (Congruent Figures)

• Twee vlakke figuren hebben dezelfde vorm en grootte.

Transformaties

• Een transformatie van een vlak beeldt elk punt af op precies één ander punt in hetzelfde vlak. Richting, zin en grootte zijn belangrijk.

Puntspiegeling

• Een spiegeling om een punt. Een vlakke figuur is spiegelsymmetrisch om een punt als het zichzelf als beeld heeft bij spiegeling om dat punt.

Spiegelingsymmetrie om een as

• Een vlakke figuur is spiegelsymmetrisch om een as als het zichzelf als beeld heeft bij spiegeling om die as.

Spiegelingsymmetrie om een punt

• Een vlakke figuur is spiegelsymmetrisch om een punt als het zichzelf als beeld heeft bij spiegeling om dat punt.

Symmetriemiddelpunt

• Het centrum wordt een symmetriemiddelpunt genoemd als de vlakke figuur zichzelf als beeld heeft bij spiegeling om dat punt.

Puntsymmetrische figuren

• Vlakke figuren die spiegelsymmetrisch zijn om een punt.

Spiegelingsymmetrie om een vlak

• Een ruimtefiguur is spiegelsymmetrisch om een vlak als het zichzelf als beeld heeft bij spiegeling om dat vlak.

Spiegelingsymmetrie om een punt (ruimtefiguren)

• Een ruimtefiguur is spiegelsymmetrisch om een punt als het zichzelf als beeld heeft bij spiegeling om dat punt.

Eentermen

• Een eenterm is het product van cijfers en letterfactoren met positieve exponenten.

Gelijksoortige Eentermen

• Gelijksoortige eentermen hebben hetzelfde lettergedeelte.

Veelterm

• Een veelterm is de som van eentermen.

Graad van een veelterm

• De graad van een veelterm in een bepaalde letter is de grootste exponent van die letter in de veelterm.

Complementaire Hoeken

• Twee hoeken waarvan de som 90° is.

Supplementaire Hoeken

• Twee hoeken waarvan de som 180° is.

Overstaande Hoeken

• Twee hoeken waarvan de benen in elkaars verlengde liggen.

Aanliggende Hoeken

• Twee hoeken met een gemeenschappelijk been en waarvan de andere benen aan weerszijden van dat been liggen.

Nevenhoeken

• Aanliggende hoeken die supplementair zijn.