Chemie: Zuren en Basen
48 Questions
3 Views

Choose a study mode

Play Quiz
Study Flashcards
Spaced Repetition
Chat to Lesson

Podcast

Play an AI-generated podcast conversation about this lesson

Questions and Answers

Wat is de waarde van pH als de concentratie van H₂O⁺ 10⁻² mol L⁻¹ is?

  • 2 (correct)
  • 4
  • 10
  • 12
  • Bij toenemende basesterkte neemt de concentratie H₂O⁺ af.

    True (A)

    Wat vormt een sterke base in water?

  • OH⁻ (correct)
  • H₂O
  • H⁺
  • H₂SO₄
  • Zure stoffen zijn altijd protonacceptoren.

    <p>False (B)</p> Signup and view all the answers

    Wat is de relatie tussen pH en pOH bij 298 K?

    <p>pH + pOH = 14</p> Signup and view all the answers

    Geef een voorbeeld van een zwak zuur.

    <p>HF</p> Signup and view all the answers

    In een neutrale oplossing is de pH gelijk aan _____ en de pOH gelijk aan _____.

    <p>7, 7</p> Signup and view all the answers

    Een _________ is een deeltje dat H⁺ ionen kan opnemen.

    <p>base</p> Signup and view all the answers

    Koppel de volgende zuren aan hun overeenkomstige basen:

    <p>H₂SO₄ = HSO₄⁻ HNO₃ = NO₃⁻ HCl = Cl⁻ CH₃COOH = CH₃COO⁻</p> Signup and view all the answers

    Wat gebeurt er met de H-bruggen tussen zuur- en watermoleculen wanneer een zuur oplost in water?

    <p>Ze worden verbroken. (C)</p> Signup and view all the answers

    Wat gebeurt er met de pH als de concentratie van zuur toeneemt?

    <p>De pH daalt. (B)</p> Signup and view all the answers

    Koppel de verschillende soorten zuren aan hun beschrijving:

    <p>Sterk zuur = Splitst volledig in water Zwak zuur = Vormt evenwicht met een zwakke base Extreem zwak zuur = Geen afsplitsing van H⁺ in water</p> Signup and view all the answers

    De waarde van [OH⁻] is altijd hoger dan [H₂O⁺] in basische oplossingen.

    <p>True (A)</p> Signup and view all the answers

    Noem een voorbeeld van een sterk zuur.

    <p>H₂SO₄</p> Signup and view all the answers

    Calciumhydroxide (Ca(OH)₂) is een voorbeeld van een sterk zuur.

    <p>False (B)</p> Signup and view all the answers

    Waarom worden oxoniumionen gecreëerd wanneer een zuur in water oplost?

    <p>Door de opname van H⁺ ionen door water.</p> Signup and view all the answers

    Wat is de pH van een oplossing van 1,2 * 10⁻¹ M zoutzuur?

    <p>0 (A), 0 (D)</p> Signup and view all the answers

    Een oplossing met een pH van 12,3 is basisch.

    <p>True (A)</p> Signup and view all the answers

    Wat is de waarde van [H₂O⁺] in een oplossing met pH = 2,5?

    <p>3 * 10⁻³ mol L⁻¹</p> Signup and view all the answers

    De relatie tussen pH en pOH bij 298 K is pH + pOH = ______.

    <p>14,00</p> Signup and view all the answers

    Koppel de juiste termen aan hun beschrijving:

    <p>pH = Zuurgraad van een oplossing pH = 7 = Neutrale oplossing pOH = Basische graad van een oplossing K_a = Zuurconstante</p> Signup and view all the answers

    Hoeveel gram KOH is aanwezig in 1 L oplossing met pH = 12,3?

    <p>1 (B)</p> Signup and view all the answers

    De Zuurconstante K_a is afhankelijk van de concentratie van het zuur.

    <p>False (B)</p> Signup and view all the answers

    Bereken de pOH van een oplossing met [OH⁻] = 0,095 mol L⁻¹.

    <p>1,02</p> Signup and view all the answers

    Wat gebeurt er wanneer verdund salpeterzuur met ammonia reageert?

    <p>Er ontstaat water en ammoniumion. (B)</p> Signup and view all the answers

    Overmaat van zoutzuur met natriumsulfide leidt tot de vorming van diwaterstofsulfide.

    <p>True (A)</p> Signup and view all the answers

    Wat is de pH van tafelazijn?

    <p>2,5</p> Signup and view all the answers

    In de reactie van HCN met CO₃²⁻ ontstaat ______ en HCO₃⁻.

    <p>CN⁻</p> Signup and view all the answers

    Match de volgende verbindingen met hun reacties:

    <p>H₃O⁺ = Wordt geproduceerd door zuren in water NH₃ = Een zwakke base die ammoniumion kan vormen H₂S = Een gas dat ontstaat uit sulfide-ionen CO₃²⁻ = Te vinden in sodaoplossing</p> Signup and view all the answers

    Wat is de evenwichtsconcentratie van azijnzuur (CH₃COOH) in tafelazijn?

    <p>0,5 mol L⁻¹ (B)</p> Signup and view all the answers

    Diwaterstofsulfide is een sterker zuur dan natriumfluoride.

    <p>False (B)</p> Signup and view all the answers

    Wat is de pH-berekening van huishoudammonia gebaseerd op?

    <p>De concentratie van NH₄⁺ en OH⁻ ionen.</p> Signup and view all the answers

    Wat is de formule voor de evenwichtsvoorwaarde van een zwakke base?

    <p>K<sub>b</sub> = [HZ] [OH⁻] / [Z⁻] (C)</p> Signup and view all the answers

    De baseconstante Kb is alleen afhankelijk van de temperatuur.

    <p>True (A)</p> Signup and view all the answers

    Wat gebeurt er met de pH van een bufferoplossing wanneer een zuur wordt toegevoegd?

    <p>De pH blijft vrijwel constant.</p> Signup and view all the answers

    In neutrale oplossingen zijn [H₂O⁺] en [OH⁻] gelijk aan _____ mol L⁻¹ bij 25 °C.

    <p>1,00 * 10⁻⁷</p> Signup and view all the answers

    Koppel de termen aan hun beschrijving:

    <p>K<sub>w</sub> = Gecorrigeerde evenwichtsconstante van water K<sub>a</sub> = Evenwichtsvoorwaarde voor sterke zuren Bufferoplossing = Houdt pH constant bij toevoeging van zuur of base pH = Maat voor de zuurheid van een oplossing</p> Signup and view all the answers

    Welke van de volgende processen gebeurt bij het oplossen van een zwakke base?

    <p>[OH⁻] wordt berekend uit de pH. (B)</p> Signup and view all the answers

    De evenwichtsconstante Kw is altijd gelijk aan 1,00 * 10⁻¹⁴ bij 298 K.

    <p>True (A)</p> Signup and view all the answers

    Wat is de relatie tussen [H₂O⁺] en [OH⁻] in zure oplossingen?

    <p>[H₂O⁺] is groter dan [OH⁻].</p> Signup and view all the answers

    Wat gebeurt er bij een zuur-base reactie?

    <p>Er vindt een overdracht van H⁺ plaats van zuur naar base. (A)</p> Signup and view all the answers

    Een zwak zuur heeft altijd een grotere constante Ka dan een sterk zuur.

    <p>False (B)</p> Signup and view all the answers

    Wat zijn de producten van de reactie tussen azijnzuur (CH₃COOH) en water?

    <p>CH₃COO⁻ en H₃O⁺</p> Signup and view all the answers

    De pH van tafelazijn is ______.

    <p>2,5</p> Signup and view all the answers

    Koppel de zuren aan hun eigenschappen:

    <p>Azijnzuur = Zwak zuur Zoutzuur = Sterk zuur Ammoniumion = Zwak zuur Natriumhydroxide = Sterke base</p> Signup and view all the answers

    Waarom verloopt de reactie tussen NH₄⁺ en SO₄²⁻ niet?

    <p>Sulfaat is een sterker zuur dan ammonium. (A)</p> Signup and view all the answers

    De constante Ka bij zwakke zuren is altijd groter dan 1.

    <p>False (B)</p> Signup and view all the answers

    Wat is de evenwichtsconcentratie van azijnzuur in liter bij pH = 2,5?

    <p>0,5 mol L⁻¹</p> Signup and view all the answers

    Flashcards

    Waterconstante (K)

    De evenwichtsconstante K van de reactie 2H₂O H₂O⁺(aq) + OH⁻(aq). De waarde van K is afhankelijk van de temperatuur.

    pH-waarde

    Een maat voor de zuurheid of alkaliteit van een oplossing, uitgedrukt als de negatieve logaritme van de H⁺-concentratie. De pH is een getal tussen -1 en +15.

    Zuurconstante (Ka)

    De pH-waarde van een oplossing van een zwak zuur. De zuurconstante Ka is alleen afhankelijk van het soort zuur en de temperatuur, niet van de concentratie van het zuur.

    Basische oplossing

    De concentratie van waterstofionen ([H₂O⁺]) in een oplossing is kleiner dan de concentratie van hydroxide-ionen ([OH⁻]).

    Signup and view all the flashcards

    pH

    Een maat voor de zuurgraad van een oplossing. pH = -log[H₂O⁺].

    Signup and view all the flashcards

    Evenwichtsvoorwaarde zwak zuur

    De evenwichtsvoorwaarde voor een zwak zuur in water. Hierbij is [H₂O⁺] de concentratie van hydroniumionen, [Z⁻] de concentratie van de geconjugeerde base en [HZ] de concentratie van het zuur.

    Signup and view all the flashcards

    Baseconstante (Kb)

    De evenwichtsconstante die de sterkte van een zwakke base in water aangeeft.

    Signup and view all the flashcards

    Zure oplossing

    De concentratie van hydroxide-ionen ([OH⁻]) in een oplossing is kleiner dan de concentratie van waterstofionen ([H₂O⁺]).

    Signup and view all the flashcards

    pOH

    Een maat voor de alkaliteit van een oplossing. pOH = -log[OH⁻].

    Signup and view all the flashcards

    Evenwichtsvoorwaarde zwakke base

    De evenwichtsvoorwaarde voor een zwakke base in water. Hierbij is [HZ] de concentratie van het geconjugeerde zuur, [OH⁻] de concentratie van hydroxide-ionen en [Z⁻] de concentratie van de base.

    Signup and view all the flashcards

    Neutrale oplossing

    Een oplossing is neutraal als de concentratie van waterstofionen ([H₂O⁺]) gelijk is aan de concentratie van hydroxide-ionen ([OH⁻]).

    Signup and view all the flashcards

    Bufferoplossing

    Een oplossing waarvan de pH vrijwel constant blijft, zelfs wanneer er kleine hoeveelheden zuur of base worden toegevoegd.

    Signup and view all the flashcards

    Zuur-base buffer

    Een buffer die bestaat uit een zwak zuur en de bijbehorende geconjugeerde base, zoals CO₂ en HCO₃ in bloed.

    Signup and view all the flashcards

    Verdunningseffect

    De pH van een oplossing verandert na verdunning. Een zure oplossing wordt minder zuur, een basische oplossing wordt minder basisch. Beiden komen dichter bij een pH van 7.

    Signup and view all the flashcards

    Sterke zuren

    Zuren die volledig dissociëren (splitsen) in water, waardoor alle H⁺-ionen vrijkomen.

    Signup and view all the flashcards

    Neutrale oplossing

    Een oplossing die een gelijke concentratie hydronium- en hydroxide-ionen heeft, met een pH van 7.

    Signup and view all the flashcards

    Zure oplossing

    Een oplossing die een hogere concentratie hydroniumionen heeft dan hydroxide-ionen, met een pH lager dan 7.

    Signup and view all the flashcards

    Zwakke zuren

    Zuren die slechts gedeeltelijk dissociëren in water, waardoor niet alle H⁺-ionen vrijkomen.

    Signup and view all the flashcards

    Zuur

    Een deeltje of stof dat H⁺ ionen (protonen) kan afstaan.

    Signup and view all the flashcards

    Base

    Een deeltje of stof dat H⁺ ionen (protonen) kan opnemen.

    Signup and view all the flashcards

    Zuur-Base Koppel

    Een zuur en een base die door overdracht van één proton in elkaar over kunnen gaan.

    Signup and view all the flashcards

    Sterk zuur

    Een zuur dat in water volledig splitst, waardoor er H₃O⁺ ionen worden gevormd.

    Signup and view all the flashcards

    Zwak zuur

    Een zuur dat in water een evenwicht vormt met zijn bijbehorende zwakke base.

    Signup and view all the flashcards

    Extreem zwak zuur

    Een zuur dat in water geen afsplitsing van H⁺ vertoont, bijvoorbeeld C₂H₂OH.

    Signup and view all the flashcards

    Protonering

    Het proces waarbij een zuurmolecuul H⁺ afstaat aan een watermolecuul, waardoor er een oxoniumion (H₃O⁺) en een negatief geladen ion ontstaan.

    Signup and view all the flashcards

    Zuursterkte

    De mate waarin een zuur in water splitst, waardoor er H₃O⁺ ionen worden gevormd.

    Signup and view all the flashcards

    Tribune-ion

    Een ion dat aanwezig is in een reactie maar niet deelneemt aan de reactie zelf. Het verandert niet tijdens de reactie.

    Signup and view all the flashcards

    Reactie van een zwak zuur met een zwakke base

    Een reactie waarbij een zwak zuur en een zwakke base reageren. De reactie verloopt in de richting van de sterkere zuur of base.

    Signup and view all the flashcards

    Reactie van een sterk zuur met een zwakke base

    Een reactie waarbij een sterk zuur reageert met een zwakke base, waardoor het evenwicht van de reactie wordt verplaatst naar de kant van de producten.

    Signup and view all the flashcards

    Zuur-Base Reacties: Donor-Acceptor Reacties

    Zure en basische oplossingen reageren met elkaar door een overdracht van een waterstofion (H⁺). Dit proces verandert de zuurgraad van de oplossing.

    Signup and view all the flashcards

    Evenwichtsreactie: Zuur + Base ⇌ Base + Zuur

    Een evenwichtsreactie omvat zowel de heen- als de terugreactie. In dit geval wisselt de zuurheid van de oplossingen heen en weer door de overdracht van H⁺ ionen.

    Signup and view all the flashcards

    Zwak Zuur: Proton Donor

    Een zwak zuur geeft makkelijk een H⁺ ion af, maar kan het ook weer gemakkelijk terugnemen.

    Signup and view all the flashcards

    Zwakke Base: Proton Acceptor

    Een zwakke base neemt graag een H⁺ ion op, maar kan het ook weer gemakkelijk afstaan.

    Signup and view all the flashcards

    Zuur-Base Reactie Loopt Af

    Een zuur-basereactie gaat helemaal door tot er geen reactant meer over is. Dit gebeurt wanneer het zuur sterker is dan het andere.

    Signup and view all the flashcards

    Study Notes

    Waterevenwicht

    • Water is een zwak zuur en een zwakke base
    • De evenwichtsreactie is: 2H₂O ⇌ H₃O⁺ + OH⁻
    • De evenwichtsconstante (K) is een maat voor de evenwichtssituatie.
    • De waarde van K bij 298 K is 1,00 x 10⁻¹⁴
    • In zuiver water is [H₃O⁺] = [OH⁻] = 1,00 x 10⁻⁷ mol/L

    pH en pOH

    • pH is de negatieve logaritme van de concentratie van H₃O⁺
    • pOH is de negatieve logaritme van de concentratie van OH⁻
    • De relatie tussen pH en pOH is: pH + pOH = 14,00 bij 298 K

    Sterke zuren

    • Sterke zuren dissociëren volledig in water
    • Berekening van pH: pH = -log[H₃O⁺]
    • Voorbeeld: pH van 1,2 x 10⁻¹ M HCl is 1,92

    Sterke basen

    • Sterke basen dissociëren volledig in water
    • Berekening van pH via pOH
    • [OH⁻] is bekend, bepaal pOH = -log[OH⁻], daarna is pH = 14,00 - pOH
    • Voorbeeld: een oplossing van 3,8 g NaOH in 1,0 L water heeft pH van 12,98

    Verdunning

    • Verdunning met een factor 10 verlaagt pH met 1 eenheid in de richting van pH 7
    • Voorbeeld: NaOH oplossing (pH 12,98) na 10x verdunning geeft pH 11,98

    Zwakke zuren en basen

    • Zwakke zuren en basen dissociëren gedeeltelijk in water
    • Evenwichtsreactie vereist.
    • Berekening vereist een evenwichtsvoorwaarde (Kₐ of Kₐb)

    Bufferoplossingen

    • Een mengsel van een zwak zuur en zijn bijbehorende base, houd pH redelijk constant.
    • Voorbeeld: CO₂ en HCO₃⁻ in bloed

    Berekeningen

    • Schrijf de evenwichtsvergelijking op
    • Geef evenwichtsvoorwaarde Kₐ of Kₐb

    Studying That Suits You

    Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.

    Quiz Team

    Related Documents

    Scheikunde Zuur-Base PDF

    Description

    Test je kennis over de eigenschappen van zuren en basen in deze quiz. Ontdek de relaties tussen pH, pOH en ionconcentraties in oplossingen. Dit is ideaal voor studenten die hun begrip van chemische concepten willen verbeteren.

    More Like This

    Chemistry Base Dissociation and pH Calculations
    42 questions
    Acids and Bases Overview
    21 questions

    Acids and Bases Overview

    PoignantYtterbium avatar
    PoignantYtterbium
    Chemistry Acids and Bases Quiz
    5 questions

    Chemistry Acids and Bases Quiz

    DependableHummingbird6925 avatar
    DependableHummingbird6925
    Study support for Acids and Bases (16:38min)
    33 questions
    Use Quizgecko on...
    Browser
    Browser