Podcast
Questions and Answers
Wat is de waarde van pH als de concentratie van H₂O⁺ 10⁻² mol L⁻¹ is?
Wat is de waarde van pH als de concentratie van H₂O⁺ 10⁻² mol L⁻¹ is?
- 2 (correct)
- 4
- 10
- 12
Bij toenemende basesterkte neemt de concentratie H₂O⁺ af.
Bij toenemende basesterkte neemt de concentratie H₂O⁺ af.
True (A)
Wat vormt een sterke base in water?
Wat vormt een sterke base in water?
- OH⁻ (correct)
- H₂O
- H⁺
- H₂SO₄
Zure stoffen zijn altijd protonacceptoren.
Zure stoffen zijn altijd protonacceptoren.
Wat is de relatie tussen pH en pOH bij 298 K?
Wat is de relatie tussen pH en pOH bij 298 K?
Geef een voorbeeld van een zwak zuur.
Geef een voorbeeld van een zwak zuur.
In een neutrale oplossing is de pH gelijk aan _____ en de pOH gelijk aan _____.
In een neutrale oplossing is de pH gelijk aan _____ en de pOH gelijk aan _____.
Een _________ is een deeltje dat H⁺ ionen kan opnemen.
Een _________ is een deeltje dat H⁺ ionen kan opnemen.
Koppel de volgende zuren aan hun overeenkomstige basen:
Koppel de volgende zuren aan hun overeenkomstige basen:
Wat gebeurt er met de H-bruggen tussen zuur- en watermoleculen wanneer een zuur oplost in water?
Wat gebeurt er met de H-bruggen tussen zuur- en watermoleculen wanneer een zuur oplost in water?
Wat gebeurt er met de pH als de concentratie van zuur toeneemt?
Wat gebeurt er met de pH als de concentratie van zuur toeneemt?
Koppel de verschillende soorten zuren aan hun beschrijving:
Koppel de verschillende soorten zuren aan hun beschrijving:
De waarde van [OH⁻] is altijd hoger dan [H₂O⁺] in basische oplossingen.
De waarde van [OH⁻] is altijd hoger dan [H₂O⁺] in basische oplossingen.
Noem een voorbeeld van een sterk zuur.
Noem een voorbeeld van een sterk zuur.
Calciumhydroxide (Ca(OH)₂) is een voorbeeld van een sterk zuur.
Calciumhydroxide (Ca(OH)₂) is een voorbeeld van een sterk zuur.
Waarom worden oxoniumionen gecreëerd wanneer een zuur in water oplost?
Waarom worden oxoniumionen gecreëerd wanneer een zuur in water oplost?
Wat is de pH van een oplossing van 1,2 * 10⁻¹ M zoutzuur?
Wat is de pH van een oplossing van 1,2 * 10⁻¹ M zoutzuur?
Een oplossing met een pH van 12,3 is basisch.
Een oplossing met een pH van 12,3 is basisch.
Wat is de waarde van [H₂O⁺] in een oplossing met pH = 2,5?
Wat is de waarde van [H₂O⁺] in een oplossing met pH = 2,5?
De relatie tussen pH en pOH bij 298 K is pH + pOH = ______.
De relatie tussen pH en pOH bij 298 K is pH + pOH = ______.
Koppel de juiste termen aan hun beschrijving:
Koppel de juiste termen aan hun beschrijving:
Hoeveel gram KOH is aanwezig in 1 L oplossing met pH = 12,3?
Hoeveel gram KOH is aanwezig in 1 L oplossing met pH = 12,3?
De Zuurconstante K_a is afhankelijk van de concentratie van het zuur.
De Zuurconstante K_a is afhankelijk van de concentratie van het zuur.
Bereken de pOH van een oplossing met [OH⁻] = 0,095 mol L⁻¹.
Bereken de pOH van een oplossing met [OH⁻] = 0,095 mol L⁻¹.
Wat gebeurt er wanneer verdund salpeterzuur met ammonia reageert?
Wat gebeurt er wanneer verdund salpeterzuur met ammonia reageert?
Overmaat van zoutzuur met natriumsulfide leidt tot de vorming van diwaterstofsulfide.
Overmaat van zoutzuur met natriumsulfide leidt tot de vorming van diwaterstofsulfide.
Wat is de pH van tafelazijn?
Wat is de pH van tafelazijn?
In de reactie van HCN met CO₃²⁻ ontstaat ______ en HCO₃⁻.
In de reactie van HCN met CO₃²⁻ ontstaat ______ en HCO₃⁻.
Match de volgende verbindingen met hun reacties:
Match de volgende verbindingen met hun reacties:
Wat is de evenwichtsconcentratie van azijnzuur (CH₃COOH) in tafelazijn?
Wat is de evenwichtsconcentratie van azijnzuur (CH₃COOH) in tafelazijn?
Diwaterstofsulfide is een sterker zuur dan natriumfluoride.
Diwaterstofsulfide is een sterker zuur dan natriumfluoride.
Wat is de pH-berekening van huishoudammonia gebaseerd op?
Wat is de pH-berekening van huishoudammonia gebaseerd op?
Wat is de formule voor de evenwichtsvoorwaarde van een zwakke base?
Wat is de formule voor de evenwichtsvoorwaarde van een zwakke base?
De baseconstante Kb is alleen afhankelijk van de temperatuur.
De baseconstante Kb is alleen afhankelijk van de temperatuur.
Wat gebeurt er met de pH van een bufferoplossing wanneer een zuur wordt toegevoegd?
Wat gebeurt er met de pH van een bufferoplossing wanneer een zuur wordt toegevoegd?
In neutrale oplossingen zijn [H₂O⁺] en [OH⁻] gelijk aan _____ mol L⁻¹ bij 25 °C.
In neutrale oplossingen zijn [H₂O⁺] en [OH⁻] gelijk aan _____ mol L⁻¹ bij 25 °C.
Koppel de termen aan hun beschrijving:
Koppel de termen aan hun beschrijving:
Welke van de volgende processen gebeurt bij het oplossen van een zwakke base?
Welke van de volgende processen gebeurt bij het oplossen van een zwakke base?
De evenwichtsconstante Kw is altijd gelijk aan 1,00 * 10⁻¹⁴ bij 298 K.
De evenwichtsconstante Kw is altijd gelijk aan 1,00 * 10⁻¹⁴ bij 298 K.
Wat is de relatie tussen [H₂O⁺] en [OH⁻] in zure oplossingen?
Wat is de relatie tussen [H₂O⁺] en [OH⁻] in zure oplossingen?
Wat gebeurt er bij een zuur-base reactie?
Wat gebeurt er bij een zuur-base reactie?
Een zwak zuur heeft altijd een grotere constante Ka dan een sterk zuur.
Een zwak zuur heeft altijd een grotere constante Ka dan een sterk zuur.
Wat zijn de producten van de reactie tussen azijnzuur (CH₃COOH) en water?
Wat zijn de producten van de reactie tussen azijnzuur (CH₃COOH) en water?
De pH van tafelazijn is ______.
De pH van tafelazijn is ______.
Koppel de zuren aan hun eigenschappen:
Koppel de zuren aan hun eigenschappen:
Waarom verloopt de reactie tussen NH₄⁺ en SO₄²⁻ niet?
Waarom verloopt de reactie tussen NH₄⁺ en SO₄²⁻ niet?
De constante Ka bij zwakke zuren is altijd groter dan 1.
De constante Ka bij zwakke zuren is altijd groter dan 1.
Wat is de evenwichtsconcentratie van azijnzuur in liter bij pH = 2,5?
Wat is de evenwichtsconcentratie van azijnzuur in liter bij pH = 2,5?
Flashcards
Waterconstante (K)
Waterconstante (K)
De evenwichtsconstante K van de reactie 2H₂O H₂O⁺(aq) + OH⁻(aq). De waarde van K is afhankelijk van de temperatuur.
pH-waarde
pH-waarde
Een maat voor de zuurheid of alkaliteit van een oplossing, uitgedrukt als de negatieve logaritme van de H⁺-concentratie. De pH is een getal tussen -1 en +15.
Zuurconstante (Ka)
Zuurconstante (Ka)
De pH-waarde van een oplossing van een zwak zuur. De zuurconstante Ka is alleen afhankelijk van het soort zuur en de temperatuur, niet van de concentratie van het zuur.
Basische oplossing
Basische oplossing
Signup and view all the flashcards
pH
pH
Signup and view all the flashcards
Evenwichtsvoorwaarde zwak zuur
Evenwichtsvoorwaarde zwak zuur
Signup and view all the flashcards
Baseconstante (Kb)
Baseconstante (Kb)
Signup and view all the flashcards
Zure oplossing
Zure oplossing
Signup and view all the flashcards
pOH
pOH
Signup and view all the flashcards
Evenwichtsvoorwaarde zwakke base
Evenwichtsvoorwaarde zwakke base
Signup and view all the flashcards
Neutrale oplossing
Neutrale oplossing
Signup and view all the flashcards
Bufferoplossing
Bufferoplossing
Signup and view all the flashcards
Zuur-base buffer
Zuur-base buffer
Signup and view all the flashcards
Verdunningseffect
Verdunningseffect
Signup and view all the flashcards
Sterke zuren
Sterke zuren
Signup and view all the flashcards
Neutrale oplossing
Neutrale oplossing
Signup and view all the flashcards
Zure oplossing
Zure oplossing
Signup and view all the flashcards
Zwakke zuren
Zwakke zuren
Signup and view all the flashcards
Zuur
Zuur
Signup and view all the flashcards
Base
Base
Signup and view all the flashcards
Zuur-Base Koppel
Zuur-Base Koppel
Signup and view all the flashcards
Sterk zuur
Sterk zuur
Signup and view all the flashcards
Zwak zuur
Zwak zuur
Signup and view all the flashcards
Extreem zwak zuur
Extreem zwak zuur
Signup and view all the flashcards
Protonering
Protonering
Signup and view all the flashcards
Zuursterkte
Zuursterkte
Signup and view all the flashcards
Tribune-ion
Tribune-ion
Signup and view all the flashcards
Reactie van een zwak zuur met een zwakke base
Reactie van een zwak zuur met een zwakke base
Signup and view all the flashcards
Reactie van een sterk zuur met een zwakke base
Reactie van een sterk zuur met een zwakke base
Signup and view all the flashcards
Zuur-Base Reacties: Donor-Acceptor Reacties
Zuur-Base Reacties: Donor-Acceptor Reacties
Signup and view all the flashcards
Evenwichtsreactie: Zuur + Base ⇌ Base + Zuur
Evenwichtsreactie: Zuur + Base ⇌ Base + Zuur
Signup and view all the flashcards
Zwak Zuur: Proton Donor
Zwak Zuur: Proton Donor
Signup and view all the flashcards
Zwakke Base: Proton Acceptor
Zwakke Base: Proton Acceptor
Signup and view all the flashcards
Zuur-Base Reactie Loopt Af
Zuur-Base Reactie Loopt Af
Signup and view all the flashcards
Study Notes
Waterevenwicht
- Water is een zwak zuur en een zwakke base
- De evenwichtsreactie is: 2H₂O ⇌ H₃O⁺ + OH⁻
- De evenwichtsconstante (K) is een maat voor de evenwichtssituatie.
- De waarde van K bij 298 K is 1,00 x 10⁻¹⁴
- In zuiver water is [H₃O⁺] = [OH⁻] = 1,00 x 10⁻⁷ mol/L
pH en pOH
- pH is de negatieve logaritme van de concentratie van H₃O⁺
- pOH is de negatieve logaritme van de concentratie van OH⁻
- De relatie tussen pH en pOH is: pH + pOH = 14,00 bij 298 K
Sterke zuren
- Sterke zuren dissociëren volledig in water
- Berekening van pH: pH = -log[H₃O⁺]
- Voorbeeld: pH van 1,2 x 10⁻¹ M HCl is 1,92
Sterke basen
- Sterke basen dissociëren volledig in water
- Berekening van pH via pOH
- [OH⁻] is bekend, bepaal pOH = -log[OH⁻], daarna is pH = 14,00 - pOH
- Voorbeeld: een oplossing van 3,8 g NaOH in 1,0 L water heeft pH van 12,98
Verdunning
- Verdunning met een factor 10 verlaagt pH met 1 eenheid in de richting van pH 7
- Voorbeeld: NaOH oplossing (pH 12,98) na 10x verdunning geeft pH 11,98
Zwakke zuren en basen
- Zwakke zuren en basen dissociëren gedeeltelijk in water
- Evenwichtsreactie vereist.
- Berekening vereist een evenwichtsvoorwaarde (Kₐ of Kₐb)
Bufferoplossingen
- Een mengsel van een zwak zuur en zijn bijbehorende base, houd pH redelijk constant.
- Voorbeeld: CO₂ en HCO₃⁻ in bloed
Berekeningen
- Schrijf de evenwichtsvergelijking op
- Geef evenwichtsvoorwaarde Kₐ of Kₐb
Studying That Suits You
Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.