Celstructuur en Functies

Choose a study mode

Play Quiz
Study Flashcards
Spaced Repetition
Chat to Lesson

Podcast

Play an AI-generated podcast conversation about this lesson

Questions and Answers

Wat beschrijft de term 'biogenese' in de context van bacteriële pili?

  • De rol van pili in de overdracht van genetisch materiaal.
  • De interactie van pili met medicinale stoffen.
  • Het proces van pili synthese en ontwikkeling. (correct)
  • De afbraak van pili in de bacterie.

Wat is de belangrijkste functie van ribosomen in een cel?

  • Ondersteuning van de celstructuur
  • Opslag van genetisch materiaal
  • Productie van eiwitten (correct)
  • Regulatie van de celcyclus

Wat is een kenmerk van prokaryotische cellen?

  • Grotere celgrootte vergeleken met eukaryoten
  • De aanwezigheid van membraan-gebonden organellen
  • Een enkele, cirkelvormige chromosoom in een nucleoid (correct)
  • Een complexe kern met meerdere chromosomen

Wat is een belangrijk verschil tussen prokaryotische en eukaryotische cellen?

<p>Eukaryoten hebben een kern omgeven door een membraan (C)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende organismen behoort tot de domein Eukarya?

<p>Planten (A), Gisten (B)</p> Signup and view all the answers

Waarom hebben eukaryotische cellen vaak een grotere grootte dan prokaryotische cellen?

<p>Hun structuur vereist compartimentalisatie van processen (A)</p> Signup and view all the answers

Wat beschrijft de celtheorie het beste?

<p>Alle levende organismen zijn samengesteld uit cellen (D)</p> Signup and view all the answers

Wat is een functie van het cytoplasma in een cel?

<p>Faciliteren van chemische reacties (A)</p> Signup and view all the answers

Wat is het belangrijkste functionele doel van fimbriae bij bacteriën?

<p>Hechting aan oppervlakken en andere cellen (A)</p> Signup and view all the answers

Wat is de rol van het F pilus bij bacteriën?

<p>Het ondersteunen van DNA-overdracht tussen bacteriële cellen (C)</p> Signup and view all the answers

Welke structuur helpt bacteriën zich voort te bewegen in waterige omgevingen?

<p>Flagella (D)</p> Signup and view all the answers

Welke bacterie heeft een monotrichous flagellum?

<p>Vibrio cholerae (D)</p> Signup and view all the answers

Wat is een belangrijke functie van de M-eiwitten bij Group A streptokokken?

<p>Zij helpen bacteriën het immuunsysteem te ontwijken (D)</p> Signup and view all the answers

Hoe worden flagella geconfigureerd bij peritrichous bacteriën?

<p>Verspreid over het gehele celoppervlak (A)</p> Signup and view all the answers

Welke beweging van bacteriën vindt plaats bij chemotaxis?

<p>Beweging naar een chemische aantrekkingskracht (D)</p> Signup and view all the answers

Wat beschrijft het proces van tumbling bij bacteriën?

<p>De bacteriën draaien en veranderen van richting (D)</p> Signup and view all the answers

Wat zijn pili in vergelijking met fimbriae?

<p>Langere en minder talrijke appendages (A)</p> Signup and view all the answers

Wat bepaalt de rigide structuur van flagella?

<p>Flagellin-eiwit subeenheden (B)</p> Signup and view all the answers

Wat gebeurt er met bacteriën wanneer er een chemische attractant aanwezig is?

<p>De lengte van runs neemt toe (B)</p> Signup and view all the answers

Wie ontwikkelde de methode voor serotypering van β-hemolytische stammen van Streptococcus?

<p>Rebecca Lancefield (A)</p> Signup and view all the answers

Wat voor soort bacterie veroorzaakt necrotising fasciitis?

<p>Group A Streptococcus (B)</p> Signup and view all the answers

Wat is het belangrijkste verschil tussen de membranen van archaea en die van bacteriën en eukaryoten?

<p>Archaeale membranen bevatten etherbindingen in hun fosfolipiden. (C)</p> Signup and view all the answers

Hoe worden stoffen die tegen hun concentratiegradiënt in de cel worden getransporteerd, meestal genoemd?

<p>Actief transport (C)</p> Signup and view all the answers

Wat is de functie van glycoproteïnen en glycolipiden in de plasmamembraan?

<p>Zij helpen bij de interactie met de externe omgeving. (B)</p> Signup and view all the answers

Wat bevat de grootste bijdrage tot de sterkte en structuur van de bacteriële celwand?

<p>Peptidoglycaan (D)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende uitspraken over groepstranslocatie is waar?

<p>De stof wordt chemisch gemodificeerd tijdens het transport. (C)</p> Signup and view all the answers

Wat wordt er met de celwand van bacteriën gedaan door bepaalde antibiotica?

<p>Ze belemmeren de synthese van peptidoglycaan. (A)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende processen vereist ATP?

<p>Actief transport (A)</p> Signup and view all the answers

Wat zijn thylakoïden en waar komen ze voor?

<p>Ze zijn structuren in cyanobacteriën voor fotosynthese. (C)</p> Signup and view all the answers

Wat is de rol van de celwand in bacteriën?

<p>Het biedt bescherming tegen schadelijke omgevingen. (C)</p> Signup and view all the answers

Hoe verschilt de chemische samenstelling van de celwanden van archaea, bacteriën en eukaryoten?

<p>Bacteriën bevatten peptidoglycaan, welke niet in archaea voorkomt. (B)</p> Signup and view all the answers

Welke eigenschap is typerend voor glycoproteïnen in feite?

<p>Ze bevatten suikermoleculen die interactie met andere cellen bevorderen. (D)</p> Signup and view all the answers

Wat is een kenmerk van gefaciliteerde diffusie?

<p>Het is afhankelijk van specifieke transporteiwitten in de membraan. (B)</p> Signup and view all the answers

Wat is een functie van de plasmamembraan?

<p>Het controleert de transport van stoffen in en uit de cel. (D)</p> Signup and view all the answers

Wat is de functie van de celwand in prokaryotische cellen?

<p>Het beschermt de cel tegen osmose veranderingen. (A)</p> Signup and view all the answers

Wat is plasmolyse?

<p>Het samentrekken van het celmembraan van de celwand. (B)</p> Signup and view all the answers

In welke omgeving kan een cel zonder celwand het meest kwetsbaar zijn?

<p>Hypotone omgeving. (D)</p> Signup and view all the answers

Wat zijn plasmiden?

<p>Some small, circular DNA molecules that exist in prokaryotic cells. (B)</p> Signup and view all the answers

Hoe zijn ribosomen in prokaryotische cellen anders dan in eukaryotische cellen?

<p>Prokaryotische ribosomen hebben verschillende eiwitten en rRNA. (D)</p> Signup and view all the answers

Wat gebeurt er met een prokaryotische cel in een hypertonische omgeving?

<p>De cel verliest water en krimpt. (D)</p> Signup and view all the answers

Wat is de rol van nucleoid-geassocieerde eiwitten (NAPs) in prokaryoten?

<p>Ze helpen bij de organisatie en verpakking van DNA. (B)</p> Signup and view all the answers

Wat beschrijft de term tonicity het beste?

<p>Het vermogen van de cel om osmose druk te weerstaan. (B)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende uitspraken over osmotische druk is waar?

<p>Osmotische druk is het gevolg van concentratieverschillen van opgeloste stoffen. (B)</p> Signup and view all the answers

Wat gebeurt er wanneer water Osmose in een hypotone omgeving binnenkomt?

<p>De cel zwelt op en kan barsten. (B)</p> Signup and view all the answers

Wat omschrijft het best de structuur van prokaryotische chromosomen?

<p>Ze zijn cirkelvormig en haploïde. (B)</p> Signup and view all the answers

Waarom zijn ribosomen zo belangrijk voor alle cellen?

<p>Ze zijn verantwoordelijk voor eiwitsynthese. (A)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende is een kenmerk van prokaryoten?

<p>Ze hebben cirkelvormig DNA zonder een nucleaire membraan. (C)</p> Signup and view all the answers

Wat ontstaat er wanneer de concentrateverschilden van opgeloste stoffen gelijk zijn aan beide zijden van een celmembraan?

<p>Isotoniciteit (D)</p> Signup and view all the answers

Wat zijn volutin granules en waarvoor worden ze gebruikt?

<p>Ze slaan polymerized anorganisch fosfaat op voor metabolisme. (B)</p> Signup and view all the answers

Welke bacteriën zijn bekend om volutin granules te bevatten?

<p>Methanosarcina en Corynebacterium diphtheriae. (B)</p> Signup and view all the answers

Wat is de functie van gas vacuoles in prokaryotische cellen?

<p>Ze stellen de cel in staat om zijn drijfvermogen te wijzigen. (C)</p> Signup and view all the answers

Wat zijn magnetosomen en welke functie hebben ze?

<p>Ze zijn structuren die helpen bij de beweging van de bacterie langs een magnetisch veld. (C)</p> Signup and view all the answers

Wat is de rol van carboxysomes binnen prokaryotische cellen?

<p>Ze bevatten enzymen voor koolstofmetabolisme. (D)</p> Signup and view all the answers

Wat is de definitie van sporulatie bij bacteriën?

<p>De transformatie van vegetatieve cellen naar endosporen. (B)</p> Signup and view all the answers

Waaruit bestaat de structuur van een endospoor?

<p>Calcium en dipicolinic acid tussen twee membranen. (A)</p> Signup and view all the answers

Welke gram-positieve bacterieën zijn bekend voor hun vermogen om endosporen te vormen?

<p>Bacillus en Clostridium genera. (D)</p> Signup and view all the answers

Wat gebeurt er met endosporen tijdens de germinatie?

<p>Ze worden metabolisch actief en vernieuwen cellulaire functies. (B)</p> Signup and view all the answers

Wat beschrijft het vloeistof-mosaiemodel van de plasmamembraan?

<p>Het vermogen van membrancomponenten om te bewegen binnen de membraan. (B)</p> Signup and view all the answers

Wat is de functie van polyhydroxybutyraat (PHB)?

<p>Producent van bioplastics in industriële toepassingen. (B)</p> Signup and view all the answers

Wat is een belangrijke functie van teichoïczuur (TA) in gram-positieve bacteriën?

<p>Het stabiliseren van peptidoglycaan (D)</p> Signup and view all the answers

Wat is het belangrijkste verschil tussen vegetatieve cellen en endosporen?

<p>Vegetatieve cellen zijn metabolisch actief, endosporen zijn niet. (D)</p> Signup and view all the answers

Welke structuur bevindt zich in de celwand van gram-negatieve bacteriën?

<p>Een externe lipide bilayer met lipopolysachariden (D)</p> Signup and view all the answers

Wat is de primaire stof die opgeslagen wordt in sulfur granules?

<p>Elementair zwavel. (A)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende bacteriën is waarschijnlijk zuurvast?

<p>Mycobacterium tuberculosis (B)</p> Signup and view all the answers

Wat is de functie van lipopolysaccharide (LPS) in gram-negatieve bacteriën?

<p>Functie als endotoxine bij infecties (A)</p> Signup and view all the answers

Wat zijn de belangrijkste soorten glycocalyx die bacteriën kunnen hebben?

<p>Capsules en slijmlaag (C)</p> Signup and view all the answers

Welke eigenschap van biofilms is niet voordelig voor bacteriën?

<p>Faciliteren de verspreiding van ziekte (B)</p> Signup and view all the answers

Wat kan de pathogeniciteit van een microbe verhogen?

<p>De productie van een capsule (D)</p> Signup and view all the answers

Wat is een kenmerk van archaea in vergelijking met bacteriën?

<p>Hebben een celwand van pseudopeptidoglycaan (C)</p> Signup and view all the answers

Waarom kan amoxicilline niet effectief zijn tegen sommige bacteriën?

<p>Ze hebben geen celwand (A)</p> Signup and view all the answers

Wat is een S-laag?

<p>Een structuur van eiwitten en glycoproteïnen (C)</p> Signup and view all the answers

Wat kan de rol zijn van de O-zijdeketen van lipopolysachariden?

<p>Identificatie van specifieke pathogene stammen (C)</p> Signup and view all the answers

Wat is een functie van capsules bij sommige bacteriën?

<p>Belemmeren van de afbraak van immuniteitcellen (B)</p> Signup and view all the answers

Wat is het belangrijkste verschil tussen capsules en slijmlagen?

<p>De mate van organisatie en hechting aan de celwand (B)</p> Signup and view all the answers

Welke bacteriestam staat bekend om zijn productie van een schadelijke capsule?

<p>Streptococcus pneumoniae (B)</p> Signup and view all the answers

Wat is de functie van een glycocalyx in bacteriën?

<p>Hechting aan oppervlakken en vorming van biofilms (D)</p> Signup and view all the answers

Flashcards

Cel

De fundamentele eenheid van leven, waaruit alle organismen zijn opgebouwd.

Cytoplasma

Een gelachtige stof die water en opgeloste chemische stoffen bevat die nodig zijn voor de groei van de cel.

Plasmamembraan

Een dunne, flexibele buitenste laag die de cel omsluit en beschermt.

Chromosomen

Structuren die de genetische informatie van een cel bevatten, in de vorm van DNA.

Signup and view all the flashcards

Ribosomen

Organellen die eiwitten produceren, essentieel voor alle celprocessen.

Signup and view all the flashcards

Prokaryotische cel

Cellen zonder een kern met een membraan, vaak met een enkel, circulair chromosoom.

Signup and view all the flashcards

Eukaryotische cel

Cellen met een kern met een membraan, die meerdere, staafvormige chromosomen bevat.

Signup and view all the flashcards

Belangrijkste onderscheid tussen prokaryotische en eukaryotische cellen

Structurele verschillen tussen prokaryotische en eukaryotische cellen die verband houden met de aanwezigheid of afwezigheid van een kern met een membraan.

Signup and view all the flashcards

Celmorfologie

De vorm van een prokaryotische cel, bijvoorbeeld bolvormig, staafvormig of spiraalvormig.

Signup and view all the flashcards

Celarrangement

De manier waarop prokaryotische cellen samenklonteren, bijvoorbeeld in ketens, paren of clusters.

Signup and view all the flashcards

Celwand

Een stevige buitenlaag die de cel beschermt en zijn vorm behoudt.

Signup and view all the flashcards

Osmotische druk

De druk die ontstaat door het verschil in concentratie van opgeloste stoffen aan weerszijden van een semipermeabel membraan.

Signup and view all the flashcards

Osmose

De beweging van water door een semipermeabel membraan van een gebied met een lage concentratie opgeloste stoffen naar een gebied met een hoge concentratie.

Signup and view all the flashcards

Isotone omgeving

Een milieu waarin de concentratie opgeloste stoffen binnen en buiten de cel gelijk is.

Signup and view all the flashcards

Hypertone omgeving

Een milieu waarin de concentratie opgeloste stoffen buiten de cel hoger is dan binnen de cel.

Signup and view all the flashcards

Hypotone omgeving

Een milieu waarin de concentratie opgeloste stoffen binnen de cel hoger is dan buiten de cel.

Signup and view all the flashcards

Toniciteit

De mate waarin een cel veranderingen in osmotische druk kan weerstaan.

Signup and view all the flashcards

Crenatie

Het verschijnsel waarbij een celwater verliest en krimpt in een hypertone omgeving.

Signup and view all the flashcards

Plasmolyse

Het verschijnsel waarbij de celmembraan van een cel met een celwand loslaat van de celwand in een hypertone omgeving.

Signup and view all the flashcards

Chromosoom

Het dragermolecuul van genetische informatie in een prokaryotische cel.

Signup and view all the flashcards

Nucleoïde

Een gebied in een prokaryotische cel waar het DNA is geconcentreerd.

Signup and view all the flashcards

Plasmiden

Kleine, circulaire, dubbelstrengs DNA-moleculen die extra genetische informatie dragen.

Signup and view all the flashcards

Insluitsels

Een ophoping van voedingsstoffen in een prokaryotische cel, meestal in gepolymeriseerde vorm.

Signup and view all the flashcards

Volutinegranules

Een type insluitsel dat polygepolymeriseerde anorganische fosfaat opslaat, wat gebruikt kan worden in het metabolisme en helpt bij de vorming van biofilms.

Signup and view all the flashcards

Zwavelgranules

Een type insluitsel dat wordt gevonden in zwavelbacteriën en elementair zwavel opslaat, dat door deze bacteriën wordt gebruikt voor hun metabolisme.

Signup and view all the flashcards

Gasvacuoles

Een organel dat gas opslaat in kleine, eiwitgevoerde blaasjes, waardoor prokaryoten hun drijfvermogen kunnen aanpassen en zo hun positie in de waterkolom kunnen veranderen.

Signup and view all the flashcards

Magnetosomen

Een organel dat magnetische ijzeroxide of ijzersulfide opslaat, ingesloten in een lipidenlaag. Dit stelt bacteriën in staat zich uit te lijnen langs magnetische velden en helpt bij hun beweging.

Signup and view all the flashcards

Carboxysomen

Een eiwitrijk organel dat ribulose-1,5-bisfosfaatcarboxylase/oxygenase (RuBisCO) en koolzuuranhydrase bevat. Beide stoffen worden gebruikt voor koolstofmetabolisme.

Signup and view all the flashcards

Endosporen

Een inerte, rustende vorm van een bacterie die wordt gevormd onder ongunstige omstandigheden, beschermt de bacteriële genomen en zorgt voor lange overleving.

Signup and view all the flashcards

Sporulatie

Het proces waarbij een vegetatieve bacterie zich omvormt tot een endospoor. Dit gebeurt wanneer nutriënten schaars zijn of de omgeving ongunstig wordt.

Signup and view all the flashcards

Kiemvorming

Het proces waarbij een endospoor terugkeert naar een vegetatieve staat. Daarbij wordt de bacterie weer metabolisch actief en kan het groeien en vermenigvuldigen.

Signup and view all the flashcards

Celomhulsel

De buitenste barrière van een cel, die het cytoplasma en de interne structuren omsluit.

Signup and view all the flashcards

Vloeibaar mozaïekmodel

Een model dat beschrijft de structuur en de dynamische eigenschappen van het plasmamembraan. Volgens dit model zijn de componenten van het membraan beweeglijk en georganiseerd in een mozaïekachtige structuur.

Signup and view all the flashcards

Polyhydroxybutyraat (PHB)

Een type insluitsel dat bestaat uit polyethoxybutyraat, een biologisch afbreekbaar polymeer. PHB wordt door sommige bacteriën geproduceerd en kan worden gebruikt voor de productie van bioplastics.

Signup and view all the flashcards

Pilus

Een type bacterieel haarachtig aanhangsel dat betrokken is bij het hechten aan oppervlakken en het vormen van biofilms.

Signup and view all the flashcards

Biofilm

Een groep van micro-organismen die aan een oppervlak zijn vastgehecht en ingebed in een matrix van extracellulaire polymere stoffen.

Signup and view all the flashcards

Biofilmformatie

Het proces waarbij een cel een extracellulaire matrix van polymere stoffen produceert, wat resulteert in de vorming van een biofilm.

Signup and view all the flashcards

Celadhesie

Een proces waarbij bacteriën zichzelf aan oppervlakken hechten en beginnen met de vorming van een biofilm.

Signup and view all the flashcards

Common Pilus

Een speciaal type Pilus dat wordt gevonden in Escherichia coli en een belangrijke rol speelt bij biofilmvorming.

Signup and view all the flashcards

Passive transport

Moleculen die zich van een gebied met een hogere concentratie naar een gebied met een lagere concentratie verplaatsen, zonder energie te gebruiken.

Signup and view all the flashcards

Gefaciliteerde diffusie

Een type passive transport waarbij moleculen met behulp van membraaneiwitten de celmembraan passeren.

Signup and view all the flashcards

Actief transport

Een type transport waarbij de cel energie moet gebruiken om moleculen tegen hun concentratiegradiënt te bewegen.

Signup and view all the flashcards

Pompen

Een membraaneiwit dat ATP (adenosine trifosfaat) gebruikt als energiebron om moleculen over de celmembraan te transporteren.

Signup and view all the flashcards

Groepstranslocatie

Een vorm van membraantransport bij bacteriën waarbij een molecuul wordt gemodificeerd terwijl het de celmembraan passeert.

Signup and view all the flashcards

Peptidoglycaan

Een belangrijke component van de celwand van bacteriën, die verantwoordelijk is voor de sterkte en vorm van de cel.

Signup and view all the flashcards

Gram-negatieve bacteriën

Een klasse van bacteriën die een dunne laag peptidoglycaan in hun celwand hebben.

Signup and view all the flashcards

Gram-positieve bacteriën

Een klasse van bacteriën die een dikke laag peptidoglycaan in hun celwand hebben.

Signup and view all the flashcards

Thylakoiden

Een membraanstructuur in cyanobacteriën en fotosynthetische bacteriën die licht vangt voor fotosynthese.

Signup and view all the flashcards

Cellulaire ademhaling

Het proces waarbij cellen organische stoffen afbreken om energie te winnen, zoals glucose.

Signup and view all the flashcards

Fimbriae

Kleine, borstelvormige eiwitstructuren die aan het oppervlak van bacteriële cellen uitsteken en helpen bij de hechting aan oppervlakken en andere cellen.

Signup and view all the flashcards

DNA-overdracht

Het proces waarbij bacteriën DNA uitwisselen tussen cellen van dezelfde generatie.

Signup and view all the flashcards

Agglutinatie-test

Een techniek die gebruik maakt van het samenklonteren van bacteriën om specifieke celoppervlak-antigenen te detecteren.

Signup and view all the flashcards

M-eiwit

Een eiwit dat aanwezig is op het oppervlak van de bacterie Streptococcus pyogenes en een belangrijke factor is voor zijn virulentie. Het helpt de bacterie om te ontsnappen aan het immuunsysteem.

Signup and view all the flashcards

Flagella

Een structuur die door bacteriën wordt gebruikt om zich voort te bewegen in vloeibare omgevingen.

Signup and view all the flashcards

Basale lichaam

De motor van een flagellum, ingebed in het celmembraan.

Signup and view all the flashcards

Haak

Het gebied dat het basale lichaam verbindt met het flagellumfilament.

Signup and view all the flashcards

Monotrichous

Bacteriën met een enkele flagella aan een uiteinde van de cel.

Signup and view all the flashcards

Amphitrichous

Bacteriën met flagella aan beide uiteinden van de cel.

Signup and view all the flashcards

Lophotrichous

Bacteriën met een bosje flagella aan één uiteinde van de cel.

Signup and view all the flashcards

Peritrichous

Bacteriën met flagella die over het hele oppervlak van de cel verspreid zijn.

Signup and view all the flashcards

Chemotaxis

De gerichte beweging van bacteriën in reactie op chemische gradiënten.

Signup and view all the flashcards

Fototaxis

Gerichte beweging naar licht.

Signup and view all the flashcards

Magnetotaxis

Beweging in reactie op magnetische velden.

Signup and view all the flashcards

Gram-positieve celwand

Een bacteriële celwand met een dikke laag peptidoglycan (30-100 nm), die vaak teichoïnezuur bevat.

Signup and view all the flashcards

Gram-negatieve celwand

Een bacteriële celwand met een dunne laag peptidoglycan (ongeveer 4 nm), een periplasmatische ruimte en een buitenste membraan.

Signup and view all the flashcards

Teichoïnezuur

Koolhydraatketens die in de celwand van Gram-positieve bacteriën voorkomen.

Signup and view all the flashcards

Mycolinezuur

Een waxy laag buiten de celwand van mycobacteriën, die ze bestand maakt tegen zure kleuringen.

Signup and view all the flashcards

Periplasmatische ruimte

De ruimte tussen de celwand en het plasmamembraan in Gram-negatieve bacteriën.

Signup and view all the flashcards

Buitenste membraan

Een tweede lipide tweelaag die de celwand van Gram-negatieve bacteriën omhult.

Signup and view all the flashcards

Lipopolysaccharide (LPS)

Een lipide-koolhydratencomplex dat deel uitmaakt van de buitenste membraan van Gram-negatieve bacteriën.

Signup and view all the flashcards

Glycocalyx

Een polysaccharide-eiwitcomplex aan de buitenkant van de celwand, dat dient als een beschermende laag.

Signup and view all the flashcards

Capsule

Een georganiseerde glycocalyxlaag, strak aan de celwand vastgemaakt.

Signup and view all the flashcards

Slijmlaag

Een minder georganiseerde glycocalyxlaag, losjes aan de celwand verbonden.

Signup and view all the flashcards

S-laag

Een structuur van eiwitten en glycoproteïnen die buiten de celwand zit.

Signup and view all the flashcards

Archaeale celwand

Een celwand die een polymer van pseudopeptidoglycan bevat, in plaats van peptidoglycan.

Signup and view all the flashcards

Pathogeniciteit

De capaciteit van een micro-organisme om een ziekte te veroorzaken.

Signup and view all the flashcards

Study Notes

Celstructuur en Functies

  • Cellen zijn de fundamentele eenheden van leven, maar verschillen in grootte, vorm, structuur, en functie.
  • Alle cellen bezitten cytoplasma (een gelachtige substantie van water en opgeloste chemicaliën voor groei), een plasmamembraan (celmembraan), een of meer chromosomen (genetisch materiaal) en ribosomen (eiwitproductie).
  • Twee grote celcategorieën zijn prokaryotische en eukaryotische cellen.
  • Prokaryotische cellen missen een kern met een complex kernmembraan en hebben meestal één cirkelvormig chromosoom in een nucleoid.
  • Eukaryotische cellen hebben een kern met een complex kernmembraan en meerdere staafvormige chromosomen. Plant- en dierlijke cellen zijn eukaryotisch, sommige micro-organismen zijn prokaryotisch.
  • Prokaryoten behoren tot de domeinen Archaea en Bacteria, eukaryoten tot het domein Eukarya.
  • Celstructuren zijn vergelijkbaar met organen in het menselijk lichaam, elk met specifieke functies.

Celwand en Osmose

  • De celwand beschermt cellen tegen veranderingen in osmotische druk.
  • Osmotische druk ontstaat door verschillen in opgeloste deeltjes aan weerszijden van het semipermeabel membraan.
  • Water beweegt door het membraan, opgeloste deeltjes niet, tot de concentraties gelijk zijn.
  • De externe omgeving van een cel kan isotonisch, hypertoon of hypotoon zijn.
  • In een isotone omgeving is de opgeloste deeltjesconcentratie zowel binnen als buiten de cel gelijk.
  • In een hypertone omgeving is de opgeloste deeltjesconcentratie buiten de cel hoger dan binnen de cel, waardoor water de cel verlaat; dit leidt tot krimp (crenatie).
  • In een hypotone omgeving is de opgeloste deeltjesconcentratie binnen de cel hoger dan buiten, waardoor water de cel binnengaat, dit zorgt voor zwelling en potentieel celbreuk (lyse).
  • Cellen met een celwand hebben een hogere tonisch vermogen. Plasmolyse (uiteindelijk celkrimp) treedt op in hypertone omgevingen, cellen behouden vorm dankzij de celwand.

Chromosomen en DNA

  • Alle cellen hebben een DNA-genoom georganiseerd in één of meer chromosomen.
  • Prokaryotische chromosomen zijn cirkelvormig, haploïd (ongepaard) en niet gebonden door een complex kernmembraan.
  • Prokaryotisch DNA en DNA-geassocieerde proteïnen zijn geconcentreerd in de nucleoid regio van de cel.
  • NAPs (nucleoid-associated proteins) helpen bij de organisatie van het chromosoom, vergelijkbaar met histonen in eukaryotische cellen.
  • Sommige prokaryotische cellen hebben extrachromosomaal DNA (plasmiden), kleine cirkelvormige DNA-moleculen, die vaak genen voor gunstige eigenschappen, zoals antibioticaresistentie, dragen.

Ribosomen en Inclusions

  • Alle organismen hebben ribosomen, verantwoordelijk voor eiwitsynthese, echter verschillen ze structureel per domein.
  • Prokaryotische ribosomen zijn 70S en eukaryotische zijn 80S.
  • Sommige prokaryotische cellen slaan overtollige voedingsstoffen op in inclusions, zoals glycogeen, zetmelen, volutine granula of zwavelkorrels; dat voorkomt een opbouw van osmotische druk.
  • Andere inclusions zoals carboxysomen en magnetosomen hebben specifiekere functies (zoals fotosynthese of oriëntatie in magnetische velden.)

Endosporen

  • Sommige bacteriën kunnen endosporen vormen, beschermde structuren voor het DNA in een inactieve toestand onder onfavorabel milieu.
  • Endosporen zijn bestand tegen uitdroging, chemische stoffen, extreme temperaturen en straling.
  • Sporulatie is het proces waarbij vegetatieve cellen transformeren tot endosporen, vaak bij de afwezigheid van voedingsstoffen.
  • Germinatie is de terugkeer naar een vegetatieve toestand wanneer de omstandigheden gunstig zijn.

Celmembraan en Transport

  • Het celmembraan, of plasmamembraan, heeft selectieve permeabiliteit; het regelt wat de cel binnen en buiten komt.
  • De meeste celmembranen zijn een dubbele laag van fosfolipiden met eiwitten (fluid mosaic model). Archaea hebben echter etherbindingen en vertakte ketens in hun membraan.
  • Transportmethoden omvatten eenvoudig diffusie (passief, van hoge naar lage concentratie), vereenvoudigde diffusie (passief, met behulp van transporters), actief transport (energie-afhankelijk van ATP) en groepstranslocatie.

Celwandstructuur

  • De celwand van bacteriën bestaat uit peptidoglycaan; een unieke structuur voor bacteriën maar ook voorkomend bij sommige eukaryoten.
  • Gram-positieve bacteriën hebben een dikke celwand met peptidoglycaan en teichoïnezuren.
  • Gram-negatieve bacteriën hebben een dunnere celwand met peptidoglycaan en een buitenmembraan met lipopolysaccharide (LPS).
  • Archaea hebben een celwand die niet van peptidoglycaan is samengesteld maar vaak van pseudopeptidoglycaan.

Aanhangsels en Beweging

  • Sommige prokaryotische cellen hebben aanhangsels zoals fimbriae, pili (inclusief F-pili voor DNA-overdracht) en flagellen, die betrokken zijn bij hechting, DNA-overdracht of voortbeweging.
  • Flagellen fungeren als propellers, en hun oriëntatie bepaalt de bewegingen van de bacterie (zoals in een chemisch gradiënt).

Extra Celstructuren

  • Een glycocalyx, bestaande uit capsules en slijmlagen, is een extra structuur die de cel kan helpen bij het hechten aan oppervlakken en het vorming van biofilms.
  • S-layers zijn structurele proteïnen en glycoproteïnen die buiten de celwand voorkomen.

Classificaties

  • Classificatiemethoden bestaan, gebaseerd op kenmerken van de celomhullingen.
  • Voorbeelden hiervan zijn de Lancefield serologisch test, die verschillende bacteriën, zoals groep A streptokokken, onderscheidt op basis van variabele oppervlakteproteïnen.

Fotosynthetische Membranen

  • Sommige prokaryoten, zoals cyanobacteriën, hebben fotosynthetische membranen (thylakoïden) die fotosynthetische pigmenten bevatten.

Studying That Suits You

Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.

Quiz Team
Use Quizgecko on...
Browser
Browser