functionele morfologie van de cel

Choose a study mode

Play Quiz
Study Flashcards
Spaced Repetition
Chat to Lesson

Podcast

Play an AI-generated podcast conversation about this lesson

Questions and Answers

Wat is de functie van de celwand in plantencellen?

  • Transporteren van voedingsstoffen
  • Faciliteren van energieproductie
  • Reguleren van waterinname
  • Behouden van de celvorm (correct)

De primaire celwand is sterker dan de secundaire celwand.

False (B)

Wat zijn de twee belangrijkste componenten waaruit de primaire celwand bestaat?

Pectine en cellulose

De ______ zijn verbindingen tussen de protoplasma van aangrenzende cellen.

<p>plasmodesmen</p> Signup and view all the answers

Welke functie heeft het plasmamembraan niet?

<p>Energietransport (B)</p> Signup and view all the answers

Hydrofiele moleculen stoten water af.

<p>False (B)</p> Signup and view all the answers

Wat is een kenmerk van meercellige organismen?

<p>Zij hebben specifieke cellen voor bepaalde functies. (A)</p> Signup and view all the answers

Match de volgende termen met hun beschrijving:

<p>Celwand = De buitenste laag van plantencellen Plasmamembraan = Barrière tussen celinhoud en omgeving Hydrofiel = Waterminnend Hydrofoob = Waterafstotend</p> Signup and view all the answers

Alle cellen in een meercellige organisme hebben dezelfde functie.

<p>False (B)</p> Signup and view all the answers

Wat is de functie van het ademhalingsstelsel?

<p>Opname van zuurstof</p> Signup and view all the answers

Wat zijn lignine en kurk en wat is hun functie in de secundaire celwand?

<p>Lignine en kurk zijn stoffen die de plant beschermen tegen uitdroging en bacteriën.</p> Signup and view all the answers

Het bloed circuleert in speciale ______ door het hele lichaam.

<p>vaten</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende functies behoort niet tot de levensprocessen op celniveau?

<p>Vertering (B)</p> Signup and view all the answers

Koppel de volgende weefsels aan hun functie:

<p>Spierweefsel = Beweging Zenuwweefsel = Communicatie Bloedweefsel = Transport van stoffen Epitheelweefsel = Bedekking van organen</p> Signup and view all the answers

Cellen die veel verschillende functies vervullen, zijn gegroepeerd in ______.

<p>weefsel</p> Signup and view all the answers

De stofwisseling in de cel zorgt alleen voor de opbouw van verbindingen.

<p>False (B)</p> Signup and view all the answers

Wat is de functie van de condensor in een microscoop?

<p>Het concentreren van licht op het preparaat (D)</p> Signup and view all the answers

Wat betekent het dat een molecule apolair is?

<p>Er is een symmetrische ladingsverdeling. (D)</p> Signup and view all the answers

Het oplossend vermogen van een lichtmicroscoop is ongeveer 0,2 mm.

<p>False (B)</p> Signup and view all the answers

Wat is de formule voor de totale vergroting van een microscoop?

<p>vergroting oculair x vergroting objectief</p> Signup and view all the answers

Een apolair molecule is hydrofiel.

<p>False (B)</p> Signup and view all the answers

Bij elektronenmicroscopie wordt gebruik gemaakt van ______ in plaats van lichtstralen.

<p>elektronenstralen</p> Signup and view all the answers

Wat is de functie van de glycocalix op het plasmamembraan?

<p>Herkenning en communicatie tussen cellen</p> Signup and view all the answers

Koppel de typen microscopie aan hun belangrijkste kenmerken:

<p>Lichtmicroscopie = Oplossen van structuren tot ongeveer 0,2 µm Transmissie-elektronenmicroscopie (T.E.M.) = Dunne preparaten, elektronenbundel door preparaat Scanning-elektronenmicroscopie (S.E.M.) = 3D-beelden van oppervlakstructuren Elektronenmicroscopie = Kan alleen dode structuren bekijken</p> Signup and view all the answers

De mens heeft in totaal ______ chromosomen in elke lichaamscel.

<p>46</p> Signup and view all the answers

Match de volgende onderdelen met hun functie:

<p>Chromatinedraden = Genetische informatie en eiwit Glycocalix = Cellulaire herkenning en communicatie Fosfolipiden = Structuur van het plasmamembraan Chromosomen = Delen van genetisch materiaal tijdens celdeling</p> Signup and view all the answers

Wat zijn de geslachtschromosomen van een vrouw?

<p>XX (B)</p> Signup and view all the answers

Het plasmamembraan komt voor als een vaste structuur.

<p>False (B)</p> Signup and view all the answers

Hoeveel paar chromosomen bezit de mens?

<p>23 paar</p> Signup and view all the answers

Welk type cel is zichtbaar met een elektronenmicroscoop?

<p>Bacteriën (B)</p> Signup and view all the answers

Eukaryoten bevatten altijd een celkern.

<p>True (A)</p> Signup and view all the answers

Noem twee organellen die je kunt vinden in eukaryote cellen.

<p>Mitochondriën en Golgi-apparaat</p> Signup and view all the answers

Prokaryoten hebben een eenvoudige bouw en geen duidelijke inwendige _______.

<p>compartimentatie</p> Signup and view all the answers

Koppel de organismen aan hun type cellen:

<p>Bacteriën = Prokaryoten Zwammen = Eukaryoten Hogere planten = Eukaryoten Virussen = Geen cellen</p> Signup and view all the answers

Welk onderdeel van prokaryote cellen bevat DNA?

<p>Kernzone (C)</p> Signup and view all the answers

Plantencellen kunnen worden onderscheiden van dierlijke cellen door het ontbreken van chloroplasten in dierlijke cellen.

<p>True (A)</p> Signup and view all the answers

Wat is het belangrijkste kenmerk van prokaryote cellen?

<p>Eenvoudige bouw zonder inwendige compartimentatie</p> Signup and view all the answers

Wat is de functie van de vacuole in plantencellen?

<p>Opslag van water en reservestoffen (D)</p> Signup and view all the answers

Autofagie verwijst naar de afbraak van materiaal dat afkomstig is van buiten de cel.

<p>False (B)</p> Signup and view all the answers

Wat produceren mitochondriën uit ADP?

<p>ATP</p> Signup and view all the answers

Microtubuli zijn __________ buisjes opgebouwd uit eiwit.

<p>holle</p> Signup and view all the answers

Koppel de celstructuren aan hun functie:

<p>Ribosomen = Synthese van eiwitten Chloroplasten = Fotosynthese Vacuole = Opslag van water Mitochondriën = Energieproductie</p> Signup and view all the answers

Wat zijn ribosomen samengesteld uit?

<p>Twee subeenheden (A)</p> Signup and view all the answers

Endocytose verwijst naar het proces waarbij de celmateriaal opneemt via blaasjes gevormd door het plasmamembraan.

<p>True (A)</p> Signup and view all the answers

Wat wordt er afgebroken tijdens heterofagie?

<p>Vreemd materiaal</p> Signup and view all the answers

Flashcards

Cel

De fundamentele bouwsteen van levende organismen.

Specialisatie van cellen

Cellen met afwijkende vorm en functie voor specifieke taken.

Weefsel

Groep van gelijkaardige cellen met dezelfde bouw en functie.

Orgaan

Verschillende weefsels die samenwerken aan een specifieke taak.

Signup and view all the flashcards

Stelsel

Verschillende organen die samenwerken aan een grote taak.

Signup and view all the flashcards

Transport van voedingsstoffen

Het verplaatsen van voedingsstoffen door het lichaam naar alle cellen.

Signup and view all the flashcards

Stofwisseling

De processen in cellen om verbindingen op te bouwen en af te breken.

Signup and view all the flashcards

Celmembraan

Buitenste laag van een cel die de buitenwereld scheidt van het celinwendige.

Signup and view all the flashcards

Vergroting microscoop

De totale vergroting van een microscoop wordt berekend door de vergroting van het oculair te vermenigvuldigen met de vergroting van het objectief.

Signup and view all the flashcards

Opglossend vermogen

De kleinste afstand tussen twee punten die nog steeds als afzonderlijke punten kunnen worden waargenomen.

Signup and view all the flashcards

Opglossend vermogen lichtmicroscoop

Ongeveer 0,2 µm. Dit is kleiner dan het oplossend vermogen van het menselijk oog.

Signup and view all the flashcards

Opglossend vermogen menselijk oog

0,2 mm.

Signup and view all the flashcards

Elektronenmicroscoop

Gebruikt elektronenstralen in plaats van lichtstralen, waardoor een zwart-witbeeld ontstaat en een veel hoger oplossend vermogen mogelijk is.

Signup and view all the flashcards

Oplossend vermogen elektronenmicroscoop

Theoretisch tot 0,1 nm, in praktijk beperkt tot 1-2 nm door de preparatietechnieken.

Signup and view all the flashcards

Transmissie-elektronenmicroscopie (TEM)

Een manier om een elektronenmicroscoop te gebruiken. Dunne preparaten worden gebruikt, en de bundel gaat door het preparaat heen.

Signup and view all the flashcards

Scanning-elektronenmicroscopie (SEM)

Een manier om een elektronenmicroscoop te gebruiken. Het beeld wordt gemaakt door elektronen die van het oppervlak worden teruggekaatst.

Signup and view all the flashcards

Prokaryoten

Kleine organismen (~1µm) met een eenvoudige celbouw, geen duidelijke inwendige compartimentatie (celorganellen).

Signup and view all the flashcards

Eukaryoten

Organismen met een complexe celbouw, duidelijke inwendige compartimentatie (celorganellen) en een celkern.

Signup and view all the flashcards

Celorganellen

Structuren in een cel met een specifieke functie.

Signup and view all the flashcards

Elektronenmicroscoop (E.M.)

Microscoop die elektronen gebruikt om zeer kleine structuren te bekijken, zoals virussen en celorganellen.

Signup and view all the flashcards

Prokaryotische celbouw

Simpele celbouw met een kernzone, plasmamembraan, cytoplasma, ribosomen, celwand, pili, en flagellen, maar geen afgescheiden celkern.

Signup and view all the flashcards

Eukaryotische cel

Cel met een complexe structuur, celkern en verschillende celorganellen.

Signup and view all the flashcards

Lichtmicroscoop

Microscoop die zichtbaar licht gebruikt om kleine objecten te bekijken.

Signup and view all the flashcards

Verschillen planten- en dierlijke cellen (celorganellen)

Verschillende celorganellen zijn aanwezig in planten- en dierlijke cellen.

Signup and view all the flashcards

Celwand

Een stevige, beschermende buitenste laag die typisch is voor plantencellen.

Signup and view all the flashcards

Apolaire molecule

Een molecule met een symmetrische ladingsverdeling, waardoor het geen interactie kan aangaan met polaire moleculen zoals water.

Signup and view all the flashcards

Primaire celwand

De eerste, elastische laag van de celwand die gevormd wordt tijdens de groei.

Signup and view all the flashcards

Hydrofoob

Een eigenschap van apolaire moleculen die water afstoten.

Signup and view all the flashcards

Plasmamembraan

De buitenste laag van een cel die de buitenwereld scheidt van het celinwendige. Bestaat uit fosfolipiden en eiwitten.

Signup and view all the flashcards

Secundaire celwand

Een extra, stevigere laag die gevormd wordt na de primaire celwand.

Signup and view all the flashcards

Transmembraanproteïnen

Eiwitten die dwars door het plasmamembraan zitten.

Signup and view all the flashcards

Pectine

Een kleverig, gel-achtig materiaal in de celwand dat cellen aan elkaar bindt.

Signup and view all the flashcards

Perifere proteïnen

Eiwitten die aan de buitenkant van het plasmamembraan drijven.

Signup and view all the flashcards

Cellulose

Lange, sterke ketens van suiker die de celwand stevigheid geven.

Signup and view all the flashcards

Eenheidsmembraan

De dubbellaag van fosfolipiden onderbroken door eiwitten die het plasmamembraan vormt.

Signup and view all the flashcards

Plasmodesmen

Kleine kanaaltjes die het protoplasma van aangrenzende cellen verbinden.

Signup and view all the flashcards

Glycocalix

Een laag van vertakte sacharidenmoleculen vastgehecht aan lipiden en proteïnen op het plasmamembraan.

Signup and view all the flashcards

Plasmamembraan

Een dunne, vette laag die de celinhoud scheidt van de buitenwereld.

Signup and view all the flashcards

Hydrofiel

Waterminnend. Stoffen die goed oplossen in water.

Signup and view all the flashcards

Glycolipiden en glycoproteïnen

Lipiden en proteïnen die verbonden zijn met sacharidenmoleculen.

Signup and view all the flashcards

Autofagie

Het afbreken van eigen celmateriaal door de cel.

Signup and view all the flashcards

Heterofagie

Het afbreken van vreemd materiaal door de cel.

Signup and view all the flashcards

Endocytose

Het opnemen van stoffen door de cel door middel van blaasjes die ontstaan uit het plasmamembraan.

Signup and view all the flashcards

Centrale Vacuole

Een grote vacuole die het grootste deel van de cel vult bij planten.

Signup and view all the flashcards

Ribosomen: functie

Ribosomen zijn verantwoordelijk voor de synthese van eiwitten.

Signup and view all the flashcards

Mitochondriën: functie

Mitochondriën produceren ATP, de energiebron van de cel.

Signup and view all the flashcards

Chloroplasten: functie

Chloroplasten zijn verantwoordelijk voor fotosynthese.

Signup and view all the flashcards

Microtubuli: functie

Microtubuli geven vorm aan de cel, houden organellen op hun plaats en helpen organellen bewegen.

Signup and view all the flashcards

Study Notes

Celstructuren en Functies

  • Een basiskenmerk van alle levende organismen is dat ze uit één of meer cellen bestaan. Het menselijk lichaam bevat meer dan 1012 cellen.
  • Cellen zijn de fundamentele eenheden van levende wezens en alle levensprocessen (stofwisseling, reactie op prikkels en voortplanting) vinden hun oorsprong op celniveau.
  • Eencellige organismen interacteren met hun omgeving via het celmembraan.
  • Meercellige organismen hebben gespecialiseerde cellen met specifieke functies. Deze specialisatie leidt tot celdifferentiatie, waardoor cellen verschillende vormen en functies aannemen (bv. rode bloedcel vs. zenuwcel).
  • Cellen worden gegroepeerd in weefsels, weefsels vormen organen, en organen worden samengebracht tot orgaanstelsels.
  • De verschillende stelsels zorgen voor het functioneren van elke cel in het lichaam.
  • De afbraak van voedsel gebeurt in het verteringsstelsel tot elementaire basisstoffen. Deze basisstoffen worden door het transportstelsel (bloed) naar de cellen getransporteerd, waar ze worden omgezet.
  • Afvalstoffen worden afgevoerd via hetzelfde transportsysteem.
  • Het ademhalingssysteem zorgt voor zuurstofopname.
  • Het excretiesysteem verwijdert afvalstoffen.
  • Het voortplantingssysteem is verantwoordelijk voor de voortplanting van het organisme.
  • Organismen zijn meer dan de som van hun onderdelen. Coördinatie en moleculaire communicatie tussen cellen, weefsels en organen zijn essentieel voor het functioneren van het organisme.

Organisatieniveaus

  • De cel is de basisstructuur van een organisme.
  • Verschillende organisatieniveaus bestaan in de opbouw van een organisme, variërend van de elementaire deeltjes tot de biosfeer.
  • De biosfeer omvat het gedeelte van de aarde waar leven mogelijk is.
  • Er zijn macroscopische, microscopische en submicroscopische organisatieniveaus.
  • De organisatieniveaus zijn geordend, van kleinste (atoom) naar grootste (biosfeer), en elke niveau is gebaseerd op de niveaus daaronder.

Lichtmicroscopisch Onderzoek

  • Een microscoop is een onmisbaar hulpmiddel voor de studie van celstructuren.
  • De waarneming met een microscoop is mogelijk dankzij systemen van lenzen (oculair en objectief).
  • De totale vergroting is het product van de vergroting van de oculair en de objectief.
  • Microscopen variëren in oplossend vermogen, wat de minimumafstand is tussen twee punten die nog afzonderlijk waarneembaar zijn.
  • Lichtmicroscopen worden gebruikt om planten- en dierlijke cellen te onderzoeken.

Elektronenmicroscopisch Onderzoek

  • Elektronenmicroscopie (E.M.) maakt het mogelijk dode cellen en hun structuren te bekijken met een oplossend vermogen dat veel hoger is dan bij een lichtmicroscoop.
  • Transmissie-elektronenmicroscopie (TEM) gebruikt elektronenbundels die door het preparaat gaan.
  • Scanning-elektronenmicroscopie (SEM) gebruikt elektronen die terugkaatsen van het preparaat.

Prokaryoten en Eukaryoten

  • Prokaryoten zijn eencellige organismen met een eenvoudige celstructuur (bv. bacteriën, cyanobacteriën).
  • Eukaryoten hebben een celkern en andere organellen (bv. dieren, planten, schimmels).

Celorganellen

  • Celorganellen zijn met de elektronenmicroscoop zichtbare, gespecialiseerde structuren binnen de cel met specifieke functies. Voorbeelden hiervan zijn: celkern, endoplasmatisch reticulum, Golgi-apparaat, lysosomen, vacuolen, ribosomen, mitochondriën en chloroplasten, microtubuli.
  • Elk celorganel heeft een speciale structuur en een specifieke functie die bijdraagt aan de celactiviteiten.

Lysosomen

  • Lysosomen zijn de "verteringsorganellen" van de cel bevatten hydrolasen en werken in zuur milieu.
  • Lysosomen worden gebruikt voor afbraak van eigen (autofagie) of vreemd materiaal (heterofagie).

Vacuolen

  • Vacuolen zijn blaasjes in de cel, vooral in plantenzellen.
  • De vacuolen kunnen dienen als wateropslag, opslag van reservestoffen.

Ribosomen

  • Ribosomen zijn de kleinste celorganellen die essentieel zijn voor eiwitsynthese.
  • Er zijn vrije ribosomen buiten het E.R. en gebonden ribosomen aan het ruw endoplasmatisch reticulum.

Mitochondriën en Chloroplasten

  • Mitochondriën zijn celorganellen die energie (ATP) produceren via cellulaire ademhaling.
  • Chloroplasten zijn plantencel-organellen die verantwoordelijk zijn voor fotosynthese.

Microtubuli

  • Microtubuli zijn onderdelen van het cytoskelet van de cel.
  • De microtubuli vormen een draadachtig netwerk door de cel.
  • Ze hebben een belangrijke rol in het vormen en behouden van de celvorm, de beweging van organellen en celdeling.

Studying That Suits You

Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.

Quiz Team

Related Documents

More Like This

Biology Quiz on Cell Structures and Functions
44 questions
Eukaryotic cell structures
36 questions

Eukaryotic cell structures

MeritoriousConnemara590 avatar
MeritoriousConnemara590
Use Quizgecko on...
Browser
Browser