Podcast
Questions and Answers
Welke van de volgende factoren is het minst waarschijnlijk een oorzaak van celschade?
Welke van de volgende factoren is het minst waarschijnlijk een oorzaak van celschade?
- Adaptatie (correct)
- Infectieuze agentia
- Hypoxie
- Lichte blootstelling aan ioniserende straling
Welk van de volgende mechanismen draagt niet bij aan celschade door ATP-depletie?
Welk van de volgende mechanismen draagt niet bij aan celschade door ATP-depletie?
- Celzwelling door falen van de natrium-kaliumpomp
- Toename van calcium influx (correct)
- pH-verlaging door melkzuurproductie
- Afbraak van eiwitsynthese
Welke gebeurtenis initieert apoptose via de intrinsieke (mitochondriale) pathway?
Welke gebeurtenis initieert apoptose via de intrinsieke (mitochondriale) pathway?
- Vrijlating van cytochroom c uit de mitochondriën (correct)
- Activering van fosfolipasen
- Overmatige calcium instroom
- Binding van TNF aan death receptoren
Wat is een belangrijk onderscheidend kenmerk van necrose ten opzichte van apoptose?
Wat is een belangrijk onderscheidend kenmerk van necrose ten opzichte van apoptose?
Welke bewering beschrijft de rol van vrije radicalen (ROS) bij celschade het meest adequaat?
Welke bewering beschrijft de rol van vrije radicalen (ROS) bij celschade het meest adequaat?
Welk van de volgende is een voorbeeld van metaplasie?
Welk van de volgende is een voorbeeld van metaplasie?
Welke van de volgende beweringen over paracetamoltoxiciteit is correct? (Selecteer alle juiste antwoorden)
Welke van de volgende beweringen over paracetamoltoxiciteit is correct? (Selecteer alle juiste antwoorden)
Wat is het voornaamste doel van het geven van geactiveerde kool bij een overdosis van een medicijn?
Wat is het voornaamste doel van het geven van geactiveerde kool bij een overdosis van een medicijn?
Welke bewering beschrijft het beste het concept van een 'smalle therapeutische index'?
Welke bewering beschrijft het beste het concept van een 'smalle therapeutische index'?
Welke rol spelen cytochroom P450 (CYP)-enzymen in de toxicologie?
Welke rol spelen cytochroom P450 (CYP)-enzymen in de toxicologie?
Welke factor is het minst waarschijnlijk van invloed op de ernst van bijwerkingen van geneesmiddelen?
Welke factor is het minst waarschijnlijk van invloed op de ernst van bijwerkingen van geneesmiddelen?
Wat is een belangrijk kenmerk van type B bijwerkingen van medicijnen?
Wat is een belangrijk kenmerk van type B bijwerkingen van medicijnen?
Welke bewering beschrijft het beste de rol van alcoholdehydrogenase (ADH) bij het alcoholmetabolisme?
Welke bewering beschrijft het beste de rol van alcoholdehydrogenase (ADH) bij het alcoholmetabolisme?
Welke van de volgende mechanismen draagt bij aan leverschade bij chronisch alcoholgebruik?
Welke van de volgende mechanismen draagt bij aan leverschade bij chronisch alcoholgebruik?
Welke uitspraak klopt niet over de verschillen tussen NAFLD en alcoholische leverziekte?
Welke uitspraak klopt niet over de verschillen tussen NAFLD en alcoholische leverziekte?
Wat is een belangrijk kenmerk van de overgang van leververvetting (steatose) naar cirrose?
Wat is een belangrijk kenmerk van de overgang van leververvetting (steatose) naar cirrose?
Welke van de volgende factoren kan een rol spelen bij de pathogenese van zowel alcoholische als niet-alcoholische leververvetting (NAFLD)?
Welke van de volgende factoren kan een rol spelen bij de pathogenese van zowel alcoholische als niet-alcoholische leververvetting (NAFLD)?
Welk van de volgende mechanismen komt vooral voor bij necrose, maar niet bij apoptose?
Welk van de volgende mechanismen komt vooral voor bij necrose, maar niet bij apoptose?
Welke actie beschermt het minst tegen leverschade door alcohol?
Welke actie beschermt het minst tegen leverschade door alcohol?
Welk van de volgende effecten is niet direct gerelateerd aan een verhoogde NADH/NAD+ verhouding in de lever door alcoholmetabolisme?
Welk van de volgende effecten is niet direct gerelateerd aan een verhoogde NADH/NAD+ verhouding in de lever door alcoholmetabolisme?
Welke uitspraak is het meest correct over cholostatische leverschade?
Welke uitspraak is het meest correct over cholostatische leverschade?
Welke van de volgende factoren draagt niet specifiek bij aan schade door ischemie-reperfusie?
Welke van de volgende factoren draagt niet specifiek bij aan schade door ischemie-reperfusie?
Welke van de volgende beweringen over oxidatieve stress en antioxidantia is het meest correct?
Welke van de volgende beweringen over oxidatieve stress en antioxidantia is het meest correct?
Welke van de volgende mechanismen is geen manier waarop vrije radicalen schade aan cellen kunnen veroorzaken?
Welke van de volgende mechanismen is geen manier waarop vrije radicalen schade aan cellen kunnen veroorzaken?
Waarom is de lever bijzonder gevoelig voor geneesmiddel- en toxine-geïnduceerde schade?
Waarom is de lever bijzonder gevoelig voor geneesmiddel- en toxine-geïnduceerde schade?
Welke van de volgende beweringen is geen correcte omschrijving van 'anoikis'?
Welke van de volgende beweringen is geen correcte omschrijving van 'anoikis'?
Welke van de volgende verschijnselen wordt het meest geassocieerd met caspases?
Welke van de volgende verschijnselen wordt het meest geassocieerd met caspases?
Welke van de volgende beweringen is correct met betrekking tot de definitie van een 'gif' in de toxicologie?
Welke van de volgende beweringen is correct met betrekking tot de definitie van een 'gif' in de toxicologie?
Flashcards
Etiologie
Etiologie
De oorzaak van de ziekte.
Pathogenese
Pathogenese
Het mechanisme waardoor ziekte ontstaat.
Morfologische veranderingen
Morfologische veranderingen
Structurele aanpassingen in cellen en weefsels.
Klinische manifestaties
Klinische manifestaties
Signup and view all the flashcards
Adaptatie
Adaptatie
Signup and view all the flashcards
Cellulaire schade
Cellulaire schade
Signup and view all the flashcards
Celdood
Celdood
Signup and view all the flashcards
Ischemie
Ischemie
Signup and view all the flashcards
Hypertrofie
Hypertrofie
Signup and view all the flashcards
Hyperplasie
Hyperplasie
Signup and view all the flashcards
Atrofie
Atrofie
Signup and view all the flashcards
Metaplasie
Metaplasie
Signup and view all the flashcards
Dysplasie
Dysplasie
Signup and view all the flashcards
Neoplasie
Neoplasie
Signup and view all the flashcards
Apoptose
Apoptose
Signup and view all the flashcards
Necrose
Necrose
Signup and view all the flashcards
ER-stress
ER-stress
Signup and view all the flashcards
Oorzaak van necrose
Oorzaak van necrose
Signup and view all the flashcards
Oorzaak van Apoptose
Oorzaak van Apoptose
Signup and view all the flashcards
DNA-fragmentatie
DNA-fragmentatie
Signup and view all the flashcards
Volumereductie cel
Volumereductie cel
Signup and view all the flashcards
Membraanblebbing
Membraanblebbing
Signup and view all the flashcards
Vrijlating apoptotische lichamen
Vrijlating apoptotische lichamen
Signup and view all the flashcards
Anoikis
Anoikis
Signup and view all the flashcards
Autofagie
Autofagie
Signup and view all the flashcards
Pyroptose
Pyroptose
Signup and view all the flashcards
Directe toxische stoffen
Directe toxische stoffen
Signup and view all the flashcards
Indirecte toxines
Indirecte toxines
Signup and view all the flashcards
CYP2E1 inductie
CYP2E1 inductie
Signup and view all the flashcards
Leververvetting (steatose)
Leververvetting (steatose)
Signup and view all the flashcards
Study Notes
Inleiding: De Cellulaire Basis van Ziekte
- Rudolf Virchow stelde dat bijna elke ziekte begint met cellulaire veranderingen.
- Ziekteprocessen zijn gebaseerd op etiologie (de oorzaak), pathogenese (het mechanisme), morfologische veranderingen (structurele aanpassingen) en klinische manifestaties (symptomen en progressie).
- Cellen reageren op schadelijke stimuli via adaptatie (reversibele veranderingen), cellulaire schade of celdood.
- Celdood is het eindstadium van ernstige celschade, resulterend in necrose of apoptose.
Oorzaken van Celschade
- Celschade kan worden veroorzaakt door hypoxie (zuurstoftekort), fysische trauma's, chemische schade, toxines, infectieuze agentia en immuunreacties.
- Hypoxie kan het gevolg zijn van ischemie (verminderde bloedtoevoer), cardiopulmonale aandoeningen of anemie en koolmonoxidevergiftiging, die de zuurstoftransportcapaciteit verminderen.
- Fysische trauma's omvatten mechanische trauma's, extreme temperaturen en stralingsschade.
- Chemische schade is inclusief zware metalen en de metabole activatie van toxines.
- Infectieuze agentia kunnen virussen zijn die de replicatie beïnvloeden, bacteriën die celmembranen vernietigen, of schimmels en parasieten die weefsels infiltreren.
- Immuunreacties kunnen auto-immuunziekten of allergieën omvatten.
- Genetische afwijkingen omvatten mutaties in cruciale enzymen of structurele eiwitten en erfelijke ziektes.
- Voedingsstoornissen omvatten ondervoeding (bv. vitamine B12-deficiëntie) en overvoeding (bv. obesitas en diabetes type 2).
Mechanismen van Celschade
- ATP-depletie is gevolg van een tekort van ATP dat essentieel is voor ionenpompen en celhomeostase wat leidt tot celzwelling, melkzuurproductie en afbraak van eiwitsynthese.
- Mitochondriale schade zorgt voor de vrijlating van cytochroom c (initieert apoptose) en de vorming van reactieve zuurstofspecies (ROS) die DNA en eiwitten beschadigen.
- Verstoorde calciumhomeostase veroorzaakt overmatige Ca²⁺-instroom wat schadelijke enzymen activeert en leidt tot membraanschade, afbraak van structurele eiwitten, en DNA-fragmentatie.
- Oxidatieve stress ontstaat door vrije radicalen die lipideperoxidatie, eiwitmodificatie en DNA-schade veroorzaken.
- Verlies van membraanintegriteit leidt tot lekkage van celinhoud en zelf-vertering door lysosomale lekkage.
- Accumulatie van misgevouwen eiwitten en ER-stress wordt veroorzaakt door mutaties, virale infecties en chronische stress, wat de unfolded protein response (UPR) triggert en apoptose kan activeren.
Necrose vs. Apoptose
- Necrose wordt veroorzaakt door externe schade en veroorzaakt zwelling, terwijl apoptose geprogrammeerde celdood is en krimping veroorzaakt.
- Het membraan is geperforeerd bij necrose maar intact bij apoptose.
- Ontsteking is aanwezig bij necrose maar afwezig bij apoptose.
- Coagulatieve necrose treedt typisch op bij infarcten (behalve in de hersenen en liquéfactive necrose, waarbij weefsel oplost treedt op in de hersenen of bij infecties).
- Caseous necrose zorgt voor korrelige resten bij tuberculose, vetnecrose wordt geassocieerd met pancreatitis en fibrinoïde necrose is immuungemedieerde schade in bloedvaten.
- Apoptose is essentieel voor weefselhomeostase en embryonale ontwikkeling en verloopt via een mitochondriale (intrinsieke) pathway (gereguleerd door BCL2-eiwitten) of een doodreceptor (extrinsieke) pathway (geactiveerd door FasL en TNF).
Specifieke Pathologische Processen
- Ischemie-reperfusieschade kan extra schade veroorzaken door vrije radicalen, calciumoverbelasting en neutrofiel-gemedieerde ontsteking.
- Directe toxische stoffen verstoren enzymactiviteit, terwijl indirecte toxines worden omgezet in schadelijke metabolieten.
Balans tussen Celdeling en Celdood
- Het aantal cellen wordt bepaald door de balans tussen celdeling (mitose/meiose) en celdood, en een verstoring kan leiden tot celaccumulatie- of celverliesziekten.
- Celdood kan optreden door acute schade of via een geprogrammeerd mechanisme zoals apoptose.
- Necrose is een pathologisch proces door extreme stress, terwijl apoptose een fysiologisch proces is waarbij cellen gecontroleerd worden verwijderd.
- Necrose veroorzaakt verlies van homeostase, zwelling, membraanruptuur en een ontstekingsreactie.
- Apoptose wordt gereguleerd door een intern zelfmoordprogramma en speelt een rol bij embryonale ontwikkeling, weefselhomeostase en immuunregulatie.
Mechanisme van Apoptose
- DNA-fragmentatie gebeurt selectief door calcium-afhankelijke endonucleasen, en de cel krimpt door reorganisatie van het cytoskelet.
- Er wordt membraanblebbing waargenomen, en apoptotische lichamen worden vrijgelaten en gefagocyteerd.
- Kenmerken van apoptose zijn celkrimping, gecontroleerde DNA-degradatie, geen ontsteking en snelle opruiming door macrofagen.
- Apoptose wordt gestuurd door een intrinsieke (mitochondriale) pathway (geactiveerd door DNA-schade, mislukte celdeling of stress) en een extrinsieke (doodreceptor) pathway (geactiveerd door binding van TNF of FasL).
- Andere vormen van geprogrammeerde celdood naast necrose en apoptose zijn anoikis, pyroptose en autofagie.
- Anoikis is celdood door verlies van contact met de extracellulaire matrix, autofagie is zelf-vertering via lysosomen, en pyroptose is ontstekings-gerelateerde celdood geïnduceerd door infecties.
Conclusie
- Celdood speelt een cruciale rol in weefselhomeostase en ziekte.
- Necrose is ongecontroleerd en leidt tot ontsteking, terwijl apoptose geprogrammeerd is en schade voorkomt, gereguleerd door de Bcl-2 familie en caspase-enzymen.
- Verstoring van deze mechanismen draagt bij aan kanker, neurodegeneratie en auto-immuunziekten.
Omkeerbare Cellulaire Veranderingen
- Hypertrofie (toename van celgrootte) is meestal omkeerbaar.
- Hyperplasie (toename van het aantal cellen) kan omkeerbaar zijn, zoals bij hormonale veranderingen.
- Atrofie (afname van celgrootte) kan omkeerbaar zijn bij bijvoorbeeld verminderde voeding.
- Metaplasie (verandering van celtype) is een omkeerbare verandering waarbij een celtype zich ontwikkelt in een ander celtype.
Onomkeerbare Cellulaire Veranderingen
- Dysplasie is een precursor voor kanker en is onomkeerbaar.
- Neoplasie (tumorgroei) kan goedaardig of kwaadaardig zijn, maar kwaadaardige tumoren zijn onomkeerbaar.
- Apoptose is een normale reactie op ernstige schade en onomkeerbaar.
- Necrose is het gevolg van acute schade en is een onomkeerbare verandering.
Geneesmiddeltoxiciteit
- De grens tussen geneesmiddel en vergif is niet altijd scherp, de dosis bepaalt dit.
- Sommige geneesmiddelen hebben een smalle therapeutische index, andere een brede therapeutische index.
- Geneesmiddeltoxiciteit kan optreden bij normale doseringen of bij een overdosis.
- De ernst van bijwerkingen wordt beïnvloed door leeftijd, lichaamsgewicht, genetische factoren en bestaande aandoeningen.
- Bij een acute overdosis zijn de toxische effecten meestal voorspelbaar.
- De behandeling richt zich op het voorkomen van verdere absorptie, versnellen van eliminatie en ondersteunende zorg.
- Bijwerkingen worden ingedeeld in type A (dosisgerelateerd) en type B (onvoorspelbaar), en andere classificaties.
- Essentieel is dat artsen het risico-batenprofiel zorgvuldig beoordelen.
Paracetamol en Overdosering
- Paracetamol kan bij een overdosis leiden tot acute leverbeschadiging.
- Normaal wordt Paracetamol wordt in de lever afgebroken via glucuronidering, sulfatering en cytochroom P450-oxidatie.
- Bij een overdosis raakt de glutathionvoorraad uitgeput, waardoor NAPQI zich bindt aan levereiwitten en celdood veroorzaakt.
- De klinische fase van paracetamoloverdosering behelst misselijkheid, braken, buikpijn, leverbeschadiging met een pijn in de rechter bovenbuik, een stijging van de leverenzymen, maximaal leverfalen, geelzucht, nierfalen, coma, herstel of overlijden.
- Factoren die toxiciteit verhogen zijn Chronisch alcoholgebruik en Ondervoeding.
- De behandeling van Paracetamol overdosering bevat geactiveerde kool, bloedonderzoek, Acetylcysteïne en Methionine.
ROS en Celschade
- Vrije radicalen (ROS) spelen een rol bij celschade en kunnen ontstaan door normale cellulaire stofwisseling, straling, ontstekingen en chemische omzettingen.
- Belangrijke ROS zijn superoxide (O2-), waterstofperoxide (H2O2) en hydroxylradicaal (OH).
- ROS veroorzaken schade via lipidperoxidatie, eiwitmodificatie en DNA-schade.
- Cellen hebben enzymatische (SOD, catalase, glutathionperoxidase) en niet-enzymatische (vitamine C, vitamine E, glutathion) verdedigingsmechanismen tegen ROS.
- Overmatige ROS-productie speelt een rol bij neurodegeneratieve ziekten, kanker en cardiovasculaire aandoeningen.
Mitochondriën
- Tijdens oxidatieve fosforylering kunnen elektronen ontsnappen, waardoor superoxide ontstaat.
- Overmatige alcoholgebruik en de Fenton-reactie helpen deze negatieve ontwikkeling.
- UCP1 helpt warmte genereren, en UCP2/3 verminderen ROS-productie.
- Chronische alcoholconsumptie kan leiden tot verhoogde ROS-productie en hypoglykemie.
Toxicologie
- Toxicologie is de studie van giftige stoffen, hun effecten en werkingsmechanismen.
- Een gif is dosisafhankelijk, xenobiotica zijn lichaamsvreemde chemicaliën, en chemicaliën worden geëlimineerd via urine, feces of uitgeademde lucht.
- Cytochroom P-450 (CYP) enzymen zijn belangrijk voor de afbraak van xenobiotica, en variaties in CYP-activiteit kunnen genetisch bepaald zijn of veroorzaakt worden door blootstelling aan stoffen.
Alcohol en Gezondheid
- Alcoholmisbruik is een wereldwijd probleem met jaarlijks veel doden.
- Ethanol wordt afgebroken door alcoholdehydrogenase (ADH), cytochroom P-450 enzymen (CYP2E1) en catalase.
- Acetaldehyde, een giftig bijproduct, wordt omgezet in azijnzuur.
- Acute effecten van alcohol zijn depressie van het centrale zenuwstelsel en leververvetting.
- Chronische effecten zijn aantasting van lever, maag-darmkanaal, zenuwstelsel, hart en bloedvaten, alvleesklier, en kunnen het foetaal alcoholsyndroom en kanker veroorzaken.
- Alcohol levert ‘lege' calorieën en veroorzaakt vitaminetekorten.
- Geneesmiddel- en Toxine-geïnduceerde leverbeschadiging is een belangrijke oorzaak van acuut leverfalen.
Leverbeschadiging
- Leverbeschadiging kan worden veroorzaakt door medicijnen, kruiden en industriële chemicaliën en kan leiden tot levertransplantatie.
- Effecten van geneesmiddelen kunnen ontstaan door directe toxiciteit (dose-afhankelijk) of idiosyncratische reacties (onvoorspelbaar).
- Overactieve cytochroom P-450 enzymen veroorzaken meestal schade.
- Typen leverbeschadiging zijn cholestatische schade, cholestatische hepatitis, hepatocellulaire necrose, massale necrose, chronische hepatitis, steatose, steatohepatitis, fibrose en cirrose.
- Overmatig alcoholgebruik is een belangrijke oorzaak van leverziekte en verantwoordelijk voor 5,9% van alle sterfgevallen.
Alcoholische Leverziekte
- Alcoholische leverziekte kent leververvetting (steatose,omkeerbaar bij abstinentie), alcoholische hepatitis (ontsteking en celdood), en cirrose (verlittekening en functieverlies).
- Acetaldehyde-toxiciteit en cytochroom, CYP2E1-inductie en oxidatieve stress zijn de pathogenese van Alcoholgerelateerde Leverbeschadiging.
- Stoornissen in vetstofwisseling activeren verder darmbacteriën en ontsteking.
- Risicofactoren voor Alcoholgerelateerde Leverschade zijn Geslacht, Genetische factoren en Comorbiditeiten.
- Leverfunctietesten kunnen gebruikt worden; bij cirrose is de prognose variabel.
- NAFLD wordt veroorzaakt door obesitas en diabetes type 2 en heeft een verwachte prevalentie van >30% in 2030.
- Het is voorgekomen dat NALFD verward is met alcoholische leverziekte, hoewel NFALD vaal minder ontsteking en fibrose vertoont.
Ethanol metabolisme
- Ethanol wordt gemakkelijk geabsorbeerd door passieve diffusie en in de lever afgebroken.
- De afbraak van ethanol verloopt via alcohol dehydrogenase (ADH), acetaldehyde dehydrogenase (ALDH) en het microsomaal ethanol-oxiderend systeem (MEOS/CYP2E1).
- ALDH2 zet acetaldehyde om in acetaat, en een mutatie vermindert de activiteit.
- Acetaat kan worden gebruikt voor vetzuursynthese of als energiebron worden geoxideerd.
- CYP2E1 verbruikt NADPH en O2, wat leidt tot reactieve zuurstofspecies (ROS) en kan vrije radicalen lekken.
- Langdurig alcoholgebruik verhoogt de expressie van CYP2E1.
- Toxicose van ethonale metabolisme zijn te voorkomen door het aanhouden van een vette lever (hepatische steatose,alcoholische hepatitis en Cirrhose. Met de juiste middelen kan acute metabole verstoring afgewend worden, dit bevat verhoogde NADH/NAD+ ratio .
Oxygenases en Peroxidases
- Oxidases, peroxidases en oxygenases zijn enzymen die O2 binden en via metalen elektronen overdragen, wat leidt tot vrije radicalen.
- Cytochroom P450 (CYP) enzymen lekken vaak vrije radicalen, peroxisomen & ER genereren waterstofperoxide (H2O2).
- Peroxisomale ẞ-oxidatie genereert H2O2 in plaats van FADH2, wat oxidatieve stress kan verhogen.
- Acetaldehyde bindt covalent aan eiwitten, fosfolipiden en DNA, en vrije radicalen afkomstig van CYP2E1 verergeren deze toxische effecten, wat leidt tot cirrose en leverfalen.
Studying That Suits You
Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.