Podcast
Questions and Answers
Wat is de basiseenheid voor structuur, functie en organisatie in organismen?
Wat is de basiseenheid voor structuur, functie en organisatie in organismen?
- Cel (correct)
- Orgaan
- Systeem
- Tissue
Waar komt alle celinfrastructuur uit voort?
Waar komt alle celinfrastructuur uit voort?
- Uit de lucht
- Uit andere cellen (correct)
- Uit water
- Uit organisch materiaal
Wat beschrijft de normale fysiologische functie van cellulaire fysiologie?
Wat beschrijft de normale fysiologische functie van cellulaire fysiologie?
- De interactie tussen organismen
- De opbouw van organen
- De werking van biologische processen in cellen (correct)
- De invloed van externe factoren op organismen
Welke techniek combineert biochemie en microscopie voor het bestuderen van cellen?
Welke techniek combineert biochemie en microscopie voor het bestuderen van cellen?
Wat omvat de studie van structurele anatomie in cell biologie?
Wat omvat de studie van structurele anatomie in cell biologie?
Wat is de primaire functie van mitochondriën in eukaryote cellen?
Wat is de primaire functie van mitochondriën in eukaryote cellen?
Wat is een kenmerk van chloroplasten?
Wat is een kenmerk van chloroplasten?
Welke functie heeft het endoplasmatisch reticulum (ER)?
Welke functie heeft het endoplasmatisch reticulum (ER)?
Wat beschrijft het proces van translatie het beste?
Wat beschrijft het proces van translatie het beste?
Wat is een functie van lysosomen?
Wat is een functie van lysosomen?
Wat is de rol van ribosomen in cellen?
Wat is de rol van ribosomen in cellen?
Welke van de volgende structuren is verantwoordelijk voor fotosynthese?
Welke van de volgende structuren is verantwoordelijk voor fotosynthese?
Welke structuur is verantwoordelijk voor de aanhechting van ribosomen?
Welke structuur is verantwoordelijk voor de aanhechting van ribosomen?
Wat is een belangrijk kenmerk van peptidebindingen?
Wat is een belangrijk kenmerk van peptidebindingen?
Wat is de functie van peroxisomen in een cel?
Wat is de functie van peroxisomen in een cel?
Wat is de primaire functie van zwavelbruggen in eiwitten?
Wat is de primaire functie van zwavelbruggen in eiwitten?
Wat is de functie van beta-turns in een eiwitstructuur?
Wat is de functie van beta-turns in een eiwitstructuur?
Welke van de volgende beweringen over enzymkatalyse is JUIST?
Welke van de volgende beweringen over enzymkatalyse is JUIST?
Wat is de rol van waterstofbruggen in de secundaire structuur van eiwitten?
Wat is de rol van waterstofbruggen in de secundaire structuur van eiwitten?
Welke bewering over membraaneiwitten is JUIST?
Welke bewering over membraaneiwitten is JUIST?
Hoe kunnen de eigenschappen van enzymen worden beïnvloed door de pH?
Hoe kunnen de eigenschappen van enzymen worden beïnvloed door de pH?
Hoe worden zwavelbruggen gevormd?
Hoe worden zwavelbruggen gevormd?
Welke van de volgende beweringen over eiwitstructuur is JUIST?
Welke van de volgende beweringen over eiwitstructuur is JUIST?
Welke bewering over eiwitten met zwavelbruggen is JUIST?
Welke bewering over eiwitten met zwavelbruggen is JUIST?
Welke van de volgende factoren beïnvloedt de activiteit van een enzym?
Welke van de volgende factoren beïnvloedt de activiteit van een enzym?
Welke van de volgende beweringen over de structuur van eiwitten is JUIST?
Welke van de volgende beweringen over de structuur van eiwitten is JUIST?
Hoe dragen enzymen bij aan het verlagen van de activeringsenergie van een reactie?
Hoe dragen enzymen bij aan het verlagen van de activeringsenergie van een reactie?
Wat is het verschil tussen een integrale en een perifere membraaneiwit?
Wat is het verschil tussen een integrale en een perifere membraaneiwit?
Welke bewering over fosfolipiden in een celmembraan is JUIST?
Welke bewering over fosfolipiden in een celmembraan is JUIST?
Wat is de functie van cholesterol in het celmembraan?
Wat is de functie van cholesterol in het celmembraan?
Flashcards
Cel
Cel
De basiseenheid voor structuur, functie en organisatie in organismen.
Cellulair fysiologie
Cellulair fysiologie
De normale fysiologische functies van cellen.
Cellulaire theorie
Cellulaire theorie
Alle cellen komen voort uit andere cellen.
Subcellulaire componenten
Subcellulaire componenten
Signup and view all the flashcards
Biochemische reacties
Biochemische reacties
Signup and view all the flashcards
Microscoop
Microscoop
Signup and view all the flashcards
Antonie van Leeuwenhoek
Antonie van Leeuwenhoek
Signup and view all the flashcards
Celtheorie
Celtheorie
Signup and view all the flashcards
DNA
DNA
Signup and view all the flashcards
RNA
RNA
Signup and view all the flashcards
Eiwitmodificatie
Eiwitmodificatie
Signup and view all the flashcards
Ribosomen
Ribosomen
Signup and view all the flashcards
Endomembraansysteem
Endomembraansysteem
Signup and view all the flashcards
Peptidebinding
Peptidebinding
Signup and view all the flashcards
Eiwitstructuren
Eiwitstructuren
Signup and view all the flashcards
Beta-sheet
Beta-sheet
Signup and view all the flashcards
Beta-turn
Beta-turn
Signup and view all the flashcards
Zijketens interactie
Zijketens interactie
Signup and view all the flashcards
Zweefbruggen
Zweefbruggen
Signup and view all the flashcards
Tertiaire structuur
Tertiaire structuur
Signup and view all the flashcards
Enzymactiviteit
Enzymactiviteit
Signup and view all the flashcards
Induced fit
Induced fit
Signup and view all the flashcards
Denaturatie
Denaturatie
Signup and view all the flashcards
Fosfolipide dubbellaag
Fosfolipide dubbellaag
Signup and view all the flashcards
Glycoproteïnen
Glycoproteïnen
Signup and view all the flashcards
Integrale eiwitten
Integrale eiwitten
Signup and view all the flashcards
Extracellulaire zwavelbruggen
Extracellulaire zwavelbruggen
Signup and view all the flashcards
Enzymkatalyse
Enzymkatalyse
Signup and view all the flashcards
Temperatuureffect
Temperatuureffect
Signup and view all the flashcards
Study Notes
Celbiologie - Introductie en Microscopie
- Alle organismen bestaan uit cellen, de basiseenheid voor structuur, functie, en organisatie.
- Cellen ontstaan uit bestaande cellen.
- Normale fysiologische functie is cel fysiologie; ziekte is een verstoring hiervan.
- Celbiologie combineert biochemie en microscopie om subcellulaire componenten te identificeren.
- Structurele anatomie en biochemische reacties, locatie van reacties met elektronenmicroscopie.
Cel ontdekking
- Antonie van Leeuwenhoek observeerde kleine prokaryotische cellen, inclusief bacteriën.
- Robert Hooke vond kurkcellen rond dezelfde tijd.
- Alle levende organismen bestaan uit één of meer cellen.
- Cellen vermenigvuldigen zich uit bestaande cellen, niet spontaan.
- DNA bevat genetische informatie, getranscribeerd tot RNA, veelal vertaald in eiwitten.
Cellen in de Microscoop
- Resolutie: Kortste afstand waar twee punten kunnen worden waargenomen.
- ATP is de chemische brandstof voor cellulaire activiteit (cellulaire respiratie: zuurstof verbruik, kooldioxide vrijgeven).
- Mitochondria bevatten DNA en ribosomen.
- Chloroplasten: plaats van fotosynthese, twee membranen, verder gevouwen membraan in grana-structuren, verbonden via stroma, tylakoid-membraan bevat chlorofyl.
Eukaryotische Cellen
- Eukaryoten hebben membraangebonden organellen.
- Peroxisomen: gifstoffen onschadelijk, lysosomen: afbraak van macromoleculen.
- Verschillende compartimenten voor specialisatie, efficiëntie en isolatie van schadelijke stoffen.
- Ribosomen (vrije en membraangebonden): produceren eiwitten, bestemd voor cytoplasma, celkern, mitochondriën, of chloroplasten.
Eiwitimport in Organellen
- Drie manieren van eiwitimport.
- Eiwitmodificatie (glycosylering) in het ER.
- Celafbraak (autofagie).
- Lysosomen (lage pH) bevatten lytische enzymen.
Endoplasmatisch Reticulum (ER)
- Het meest uitgebreide membraansysteem in een eukaryotische cel.
- Ruw ER (RER): aanhechtingsplaats voor ribosomen, eiwitvouwing en modificatie.
- Eiwitten voor het endomembraansysteem (ER, Golgi, endosomen, lysosomen, peroxisomen) of buiten de cel worden gemaakt door RER-ribosomen.
- Transport naar het ER vindt plaats tijdens eiwitvorming.
Translocatie van Eiwitten
- Translocatie start met een start-transfer sequentie (interne ER-signaalsequentie), niet verwijderd.
- Translocatie stopt met een stop-transfer sequentie, resulterend in een enkele transmembraan eiwit.
- Eiwitten hebben een richting; sequentie afleesrichting.
- Twee soorten ribosomen: vrije en membraangebonden.
- Eiwitten worden in het ER-lumen vrijgegeven en naar andere locaties getransporteerd.
- Transmembraaneiwitten worden ook gevormd door ER-gebonden ribosomen.
Eiwitstructuur
- Peptidebindingen vormen polypeptide ruggengraat.
- Peptidebindingen zijn sterk, weinig rotatie.
- Vier niveaus van eiwitstructuren (primair, secundair, tertiair, quartair).
- Secundaire structuren: beta-sheets (uitgestrekt) en waterstofbruggen, beta-turns (bochten).
- Alpha helix: waterstofbruggen.
- Zwavelbruggen (covalente bindingen) vergroten stabiliteit, vooral belangrijk in extracellulaire eiwitten.
- Volgorde aminozuren bepaalt 3D-structuur.
Enzym Katalyse
- Enzymen versnellen reacties door activeringsenergie te verlagen.
- Sommige reacties kunnen door enzymen verlopen maar niet zonder.
- Enzymen koppelen energie-leverende reacties aan energie-vragende reacties.
- Enzymen verlagen activeringsenergie, niet het evenwicht.
Factoren die Enzymactiviteit beïnvloeden
- pH: Beïnvloedt ionisatie aminozuren, vouwing, interacties met andere eiwitten.
- Temperatuur: Beïnvloedt mobiliteit eiwitten, aggregatie (denaturatie).
Membranen
- Biologische membranen: lipide dubbellaag met eiwitten.
- Fosfolipiden vormen spontaan dubbellaag in waterige omgeving.
- Membraaneiwitten: integrale of perifere eiwitten, sommige met glycoproteïne ketens (herkenning, bescherming).
- Cholesterol in de membraan geeft stevigheid.
Studying That Suits You
Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.