Celbiologie en Actiepotentiaal
47 Questions
6 Views

Choose a study mode

Play Quiz
Study Flashcards
Spaced Repetition
Chat to Lesson

Podcast

Play an AI-generated podcast conversation about this lesson

Questions and Answers

Wat gebeurt er tijdens fase 2 van het actiepotentiaal?

  • Natriumkanalen blijven geopend voor een lange tijd.
  • Kaliumionen stromen naar buiten en de cel repolariseert. (correct)
  • De cel depolariseert snel door natriumionen die naar binnen stromen.
  • De membraanpotentiaal daalt tot onder het rustniveau.
  • Wat gebeurt er als de drempelpotentiaal wordt bereikt?

  • De inactiveringspoort van het natriumkanaal opent.
  • Spanningsgevoelige natriumkanalen openen massaal. (correct)
  • De cel begint te ontspannen en kaliumionen stromen naar binnen.
  • Calciumionen worden terug de cel in gepompt.
  • Hoe verhoudt de snelheid van de ionenstroom zich tussen natrium- en kaliumkanalen in fase 2?

  • Natriumionen en kaliumionen stromen met gelijke snelheid.
  • Kaliumionen stromen sneller dan natriumionen.
  • De ionenstroom is afhankelijk van de temperatuur.
  • Natriumionen stromen sneller dan kaliumionen. (correct)
  • Wat is het resultaat van het sluiten van calciumkanalen tijdens fase 3?

    <p>Kaliumkanalen blijven open en repolarisatie vindt plaats. (D)</p> Signup and view all the answers

    Wat beïnvloedt het ontstaan van het plateau in fase 2?

    <p>De verhouding tussen kaliumefflux en calciuminflux. (B)</p> Signup and view all the answers

    Wat is de hoofdfactor die bepaalt hoe groot een cel kan worden voordat deze moet delen?

    <p>De verhouding van oppervlakte tot volume (A)</p> Signup and view all the answers

    Welke van de volgende cellen heeft een constante vorm?

    <p>Zaadcel (B)</p> Signup and view all the answers

    Wat is de primaire functie van integrale eiwitten in de celmembraan?

    <p>Transport van moleculen en ionen mogelijk maken (A)</p> Signup and view all the answers

    Waarin zijn fosfolipiden niet in betrokken?

    <p>Binden met specifieke receptoren (C)</p> Signup and view all the answers

    Wat is de dikte van de celmembraan?

    <p>7,5 nm (D)</p> Signup and view all the answers

    Wat is een functie van perifere eiwitten?

    <p>Structuur bieden aan de celmembraan (A)</p> Signup and view all the answers

    Welke eigenschap is kenmerkend voor het cytoplasma?

    <p>Het bevat verschillende celorganellen (B)</p> Signup and view all the answers

    Wat zijn de vetzuurketens in fosfolipiden?

    <p>Apolair en hydrofoob (A)</p> Signup and view all the answers

    Wat is de belangrijkste functie van de glycocalyx?

    <p>Beschermt de plasmamembraan tegen fysische en chemische invloeden (A)</p> Signup and view all the answers

    Welke van de volgende structuren zijn uitsteeksels die het contactoppervlak van een cel vergroten?

    <p>Microvilli (B)</p> Signup and view all the answers

    Wat typerend is voor zonula occludens?

    <p>Het maakt een strakke verbinding tussen cellen mogelijk (D)</p> Signup and view all the answers

    Welk type junction speelt een belangrijke rol in de intercellulaire transmissie van spanningen?

    <p>Zonula adhaerens (C)</p> Signup and view all the answers

    Wat is een functie van cilia?

    <p>Gecoördineerde voortbeweging van deeltjes (C)</p> Signup and view all the answers

    Wat beschrijft de functie van de glycocalyx in relatie tot celadhesie?

    <p>Het stelt bepaalde cellen in staat zich aan oppervlakken te hechten (B)</p> Signup and view all the answers

    Wat voor soort verbinding is een gap junction?

    <p>Een verbinding die directe communicatie tussen cellen mogelijk maakt (C)</p> Signup and view all the answers

    Wat maakt de glycocalyx herkenbaar voor het immuunsysteem?

    <p>Door oppervlakte-antigenen die het bevat (B)</p> Signup and view all the answers

    Wat is een kenmerk van primaire lysosomen?

    <p>Ze worden aangemaakt in het Golgi-apparaat. (C)</p> Signup and view all the answers

    Welke functie hebben lysosomen in de cel?

    <p>Ze spelen een rol in de afbraak van afstervende of gekwetste cellen. (B)</p> Signup and view all the answers

    Wat zijn secundaire lysosomen?

    <p>Lysosomen die ontstaan door versmelting met vacuolen. (D)</p> Signup and view all the answers

    Wat kan er gebeuren bij gekwetste of stervende cellen met betrekking tot lysosomen?

    <p>Lysosomen kunnen hun enzymatische inhoud vrijgeven in de cel. (D)</p> Signup and view all the answers

    Wat is een functie van peroxisomen?

    <p>Ze breken lange keten vetzuren af door oxidatie. (C)</p> Signup and view all the answers

    Welke van de volgende uitspraken over lysosomale enzymen is waar?

    <p>Ze worden beveiligd door het membraan van lysosomen in normale cellen. (C)</p> Signup and view all the answers

    Wat is een gevolg van stapelingsziekten?

    <p>Massale intracellulaire accumulaties van metabolieten. (D)</p> Signup and view all the answers

    Welke van de volgende structuren bevat zure hydrolasen?

    <p>Primair lysosomen. (B)</p> Signup and view all the answers

    Wat is de functie van kernporiën in de kernenveloppe?

    <p>Ze faciliteren selectief transport tussen de kern en het cytoplasma. (A)</p> Signup and view all the answers

    Welke van de volgende beweringen over chromatine is juist?

    <p>Chromatine bestaat uit DNA-ketens en proteïnen. (A)</p> Signup and view all the answers

    Wat is het belangrijkste kenmerk van heterochromatine?

    <p>Het is compact en bevat voornamelijk inactieve genen. (D)</p> Signup and view all the answers

    Welke functie heeft de nucleolus binnen de cel?

    <p>Het produceert ribosomaal RNA en tRNA. (B)</p> Signup and view all the answers

    Wat zijn plasmiden?

    <p>Extra chromosomaal DNA in bacteriën. (D)</p> Signup and view all the answers

    Welke structuur zorgt voor de isolatie van de kerninhoud van het cytoplasma?

    <p>Kernenveloppe. (B)</p> Signup and view all the answers

    Waaruit zijn de nucleolus organiser regions opgebouwd?

    <p>DNA waar rRNA en tRNA van worden afgeschreven. (B)</p> Signup and view all the answers

    Hoe wordt DNA in de celkern gebruikt voor eiwitsynthese?

    <p>Door via poriën mRNA naar het cytoplasma te transporteren. (A)</p> Signup and view all the answers

    Wat is een kenmerk van autocriene communicatie?

    <p>Het heeft alleen effect op de cel die de communicatiemolecule vrijgeeft. (A)</p> Signup and view all the answers

    Welke van de volgende processen worden beïnvloed door secundaire boodschappers?

    <p>Via ionenkanalen die openen of sluiten. (A), Veranderingen in de permeabiliteit van de celmembraan. (C)</p> Signup and view all the answers

    Wat gebeurt er als een steroïdehormoon aan zijn receptor bindt?

    <p>De receptor verandert van vorm en kan nu DNA binden. (B)</p> Signup and view all the answers

    Wat is de functie van de amino-terminus van een receptor?

    <p>Het activeert of stimuleert de transcriptie. (A)</p> Signup and view all the answers

    Wat is de rol van het G-proteïne in signalering?

    <p>Het activeert of inactiveren van ionenkanalen. (A)</p> Signup and view all the answers

    Wat is de functie van cyclisch adenosinemonofosfaat (cAMP)?

    <p>Het activeert cGMP-afhankelijke proteïnekinasen. (C)</p> Signup and view all the answers

    Welke van de volgende stellingen over receptoren is juist?

    <p>Receptoren kunnen verschillende vormen hebben in een cel. (B)</p> Signup and view all the answers

    Wat gebeurt er met inositoltrifosfaat (IP3) na activatie van fosfolipase C?

    <p>Het komt vrij uit het endoplasmatisch reticulum. (B)</p> Signup and view all the answers

    Wat is de functie van de carboxy-terminus van een receptor?

    <p>Het is verantwoordelijk voor de ligandbinding. (B)</p> Signup and view all the answers

    Wat is een voorbeeld van paracriene communicatie?

    <p>Een signaal dat invloed heeft op dichtbije cellen. (A)</p> Signup and view all the answers

    Flashcards

    Glycocalyx

    Een dunne laag van vertakte filamenten die de buitenkant van het plasmamembraan bedekt.

    Glycoproteïnen

    Eiwitten met daaraan gehechte koolhydraten. Ze vormen een belangrijk bestanddeel van de glycocalyx.

    Glycolipiden

    Vetmoleculen met daarop gekoppelde koolhydraten. Ze zijn aanwezig in de glycocalyx, maar in kleinere hoeveelheden dan glycoproteïnen.

    Celadhesie

    De processen waarbij cellen aan elkaar hechten of aan een oppervlak.

    Signup and view all the flashcards

    Contactinhibitie

    Een mechanisme waarbij cellen signalen naar elkaar sturen via de glycocalyx om hun bewegingen te coördineren.

    Signup and view all the flashcards

    Microvilli

    Uitstulpingen van het celmembraan die het contactoppervlak vergroten.

    Signup and view all the flashcards

    Cilia

    Trilharen die een gecoördineerde beweging uitvoeren.

    Signup and view all the flashcards

    Zonula occludens (tight junction)

    Een type celverbinding dat een stevige hechting tussen cellen creëert.

    Signup and view all the flashcards

    Celafmetingen

    De grootte van een cel, die varieert tussen 7 en 40 micrometer (mm). Hoewel sommige cellen zoals het ei van een struisvogel veel groter kunnen zijn.

    Signup and view all the flashcards

    Oppervlakte/Volume Verhouding

    De verhouding tussen de oppervlakte van een cel en zijn volume. Hoe kleiner de cel, hoe groter de verhouding, en hoe efficiënter de diffusie van stoffen.

    Signup and view all the flashcards

    Celvorm

    De vorm van een cel kan wisselend zijn, zoals bij leucocyten die van vorm veranderen om bacteriën te vangen. Andere cellen, zoals spiercellen, hebben een constante vorm.

    Signup and view all the flashcards

    Celbouw

    Een driedelige structuur van een cel, die cytoplasma, celkern en celmembraan omvat. De celkern bevat het genetisch materiaal, terwijl het cytoplasma de organellen en het cytosol bevat. Het celmembraan vormt de buitenste barrière.

    Signup and view all the flashcards

    Celmembraan

    Een dunne, flexibel membraan die de cel omsluit. Het is opgebouwd uit fosfolipiden en eiwitten, die een dynamische structuur creëren.

    Signup and view all the flashcards

    Fosfolipide Dubbellaag

    De basis van het celmembraan. Bestaat uit twee lagen fosfolipiden. De polaire kop van een fosfolipide is hydrofiel en richt zich naar het waterige milieu. Terwijl de apolaire staart, die bestaat uit vetzuurketens, hydrofoob is en zich naar het midden van de membraan richt.

    Signup and view all the flashcards

    Integrale Eiwitten

    Proteïnen die geïntegreerd zijn in het celmembraan, waardoor ze over het gehele membraan heen reiken.

    Signup and view all the flashcards

    Perifere Proteïnen

    Proteïnen die enkel aan de binnen- of buitenzijde van het celmembraan zitten, zonder het te doorkruisen.

    Signup and view all the flashcards

    Depolarisatie

    De fase waarin de membraanpotentiaal vermindert door de toestroom van positieve ionen, meestal natriumionen.

    Signup and view all the flashcards

    Repolarisatie

    De fase waarin de membraanpotentiaal terugkeert naar de rustpotentiaal.

    Signup and view all the flashcards

    Fase 0: Opgaande fase

    De fase waarin de opening van natriumkanalen de membraanpotentiaal snel en abrupt laat stijgen.

    Signup and view all the flashcards

    Fase 3: Repolarisatie

    De fase waarin kaliumionen de cel verlaten, wat leidt tot repolarisatie van de membraanpotentiaal.

    Signup and view all the flashcards

    Fase 2: Plateau

    De fase waarin een 'plateau' in de membraanpotentiaal ontstaat, veroorzaakt door de langzame instroom van calciumionen.

    Signup and view all the flashcards

    Gap junction

    Een type celverbinding dat de communicatie tussen cellen mogelijk maakt. Het zijn nauwe contacten tussen celmembranen waar moleculen kunnen passeren.

    Signup and view all the flashcards

    Autocriene communicatie

    Een type celcommunicatie waarbij de chemische stof alleen de cel beïnvloedt die de stof heeft vrijgegeven.

    Signup and view all the flashcards

    Paracriene communicatie

    Een type celcommunicatie waarbij de chemische stof alleen de naburige cellen beïnvloedt.

    Signup and view all the flashcards

    Endocriene communicatie

    Een type celcommunicatie waarbij de chemische stof via het bloed naar alle cellen in het lichaam getransporteerd wordt.

    Signup and view all the flashcards

    Second Messenger

    Een molecuul dat in de cel verantwoordelijk is voor het doorgeven van een signaal.

    Signup and view all the flashcards

    Receptor als Ionkanaal

    Een type receptor dat een kanaal in het celmembraan opent of sluit. De primaire boodschapper bindt direct aan het kanaal.

    Signup and view all the flashcards

    G-proteïne gekoppelde Receptor

    Een type receptor dat verbonden is met een G-proteïne, wat op zijn beurt een kanaal kan openen of sluiten.

    Signup and view all the flashcards

    G-proteïne gekoppelde Receptor met enzym

    Een type receptor dat verbonden is met een G-proteïne dat een enzym activeert. Dit enzym produceert secundaire boodschappers die het kanaal kunnen beïnvloeden.

    Signup and view all the flashcards

    Receptor voor steroïden en schildklierhormonen

    Een type receptor dat zich in het cytoplasma of de kern van een cel bevindt. Het functioneert als een ligand-afhankelijke transcriptiefactor.

    Signup and view all the flashcards

    Hormoonreceptorcomplex

    Een hormoonreceptorcomplex dat aan een promotorgebied van een gen bindt en daarmee de transcriptie van dat gen stimuleert of remt.

    Signup and view all the flashcards

    Cytosomen

    Kleine, blaasvormige structuren in cellen, omgeven door een membraan. Ze vervullen verschillende functies, zoals afbraak van afvalstoffen en stofwisselingsprocessen.

    Signup and view all the flashcards

    Lysosomen

    Een type cytosomen, meestal onregelmatig van vorm en omgeven door een membraan. Ze bevatten zure enzymen die betrokken zijn bij de afbraak van cellulaire afvalstoffen.

    Signup and view all the flashcards

    Primair lysosoom

    Vorm van lysosoom die alleen enzymen bevat en nog geen andere stoffen heeft opgenomen. Zij worden aangemaakt in het Golgi-apparaat.

    Signup and view all the flashcards

    Secundair lysosoom

    Vorm van lysosoom die ontstaat wanneer een primair lysosoom fuseert met een vacuole die materiaal uit de cel of van buiten de cel bevat. De enzymen breken dan de inhoud van de vacuole af.

    Signup and view all the flashcards

    Heterolysosoom

    Een secundaire lysosoom die gevormd wordt door fusie van een primair lysosoom met een vacuole die materiaal van buiten de cel bevat, zoals voedseldeeltjes.

    Signup and view all the flashcards

    Homolysosoom

    Een secundaire lysosoom die gevormd wordt door fusie van een primair lysosoom met een vacuole die materiaal van binnen de cel bevat, zoals oude celonderdelen.

    Signup and view all the flashcards

    Peroxysomen

    Celorganellen met een langwerpige vorm, omhuld door een membraan. Bevatten oxidasen en katalsen, enzymen die betrokken zijn bij de afbraak van lange keten vetzuren door oxidatie.

    Signup and view all the flashcards

    Intracellulaire vertering

    De processen waarbij lysosomen, peroxysomen en andere organellen betrokken zijn bij de afbraak van stoffen in de cel.

    Signup and view all the flashcards

    Wat is de functie van de kernenveloppe?

    De kernenveloppe scheidt de kerninhoud van de rest van het cytoplasma. Het bestaat uit twee evenwijdige membranen met een perinucleaire ruimte ertussen. Het buitenmembraan heeft ribosomen en beide membranen kunnen versmelten om kernporiën (annuli) te vormen. Door deze poriën vindt een selectieve uitwisseling van stoffen plaats. De structuur van de poriën verschilt per cel.

    Signup and view all the flashcards

    Wat is chromatine?

    Chromatine is een complex van DNA-ketens verbonden met eiwitten, dat in de kern van de cel aanwezig is. Het vormt de basis voor de synthese van mRNA, tRNA en rRNA. Tijdens celdeling wordt chromatine gecondenseerd tot chromosomen.

    Signup and view all the flashcards

    Wat is het verschil tussen euchromatine en heterochromatine?

    Euchromatine is een minder compacte vorm van chromatine, waar actieve genen zich bevinden, terwijl heterochromatine een meer compact vorm is, waar voornamelijk inactieve genen aanwezig zijn. De grenzen tussen euchromatine en heterochromatine kunnen veranderen.

    Signup and view all the flashcards

    Wat is de functie van de nucleolus?

    De nucleolus is een structuur in de kern van de cel die voornamelijk bestaat uit RNA en basische proteïnen. De nucleolus heeft drie belangrijke delen: de nucleolus organiser regions, pars granulosa en pars fibrosa. Het proces van ribosomaal RNA-synthese vindt plaats in de nucleolus organiser regions.

    Signup and view all the flashcards

    Wat is extrachromosomaal DNA?

    Extrachromosomaal DNA bevindt zich in het cytoplasma van de cel, in organellen zoals plasmiden en mitochondriën. Het verschil met het DNA in de kern is dat de hoeveelheid genen in het extrachromosomaal DNA kleiner is.

    Signup and view all the flashcards

    Wat zijn plasmiden?

    Plasmiden zijn kleine, circulaire stukjes DNA in het cytoplasma van bacteriën. Ze kunnen onafhankelijk van het chromosoom van de bacterie repliceren en genen bevatten die de bacterie extra eigenschappen kunnen geven, zoals resistentie tegen antibiotica.

    Signup and view all the flashcards

    Wat is de functie van mitochondriën?

    Mitochondriën zijn organellen in het cytoplasma van eukaryotische cellen, verantwoordelijk voor de energieproductie via de celademhaling. Ze bevatten hun eigen DNA, dat afwijkt van het DNA in de kern.

    Signup and view all the flashcards

    Hoe kan DNA gebruikt worden om insuline te produceren?

    De sequentie van DNA die codeert voor het eiwit insuline kan worden ingebracht in een plasmide en vervolgens in een bacterie. Deze bacterie zal dan het insuline-eiwit produceren, wat nuttig is voor mensen met diabetes type 1.

    Signup and view all the flashcards

    Study Notes

    Geen onderwerp gegeven. Gelieve een onderwerp of vragen te specificeren.

    Studying That Suits You

    Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.

    Quiz Team

    Related Documents

    Samenvatting Cytologie PDF

    Description

    Deze quiz test je kennis van de belangrijke processen in de celbiologie, waaronder de fasen van actiepotentialen en de functies van celmembranen. Beantwoord vragen over ionenstroom, fosfolipiden, en eiwitten in cellen. Ontdek hoe deze elementen samenwerken om celstructuur en -functie te ondersteunen.

    More Like This

    Use Quizgecko on...
    Browser
    Browser