Podcast Beta
Questions and Answers
Wat wordt verstaan onder secundaire deviantie?
Welke theorie stelt dat criminelen fysieke kenmerken hebben die hen onderscheiden?
Welke van de volgende lichaamstypen wordt geassocieerd met crimineel gedrag volgens de somatotypetheorie?
Wat is een kenmerk van psycho-biologische theorieën in criminologie?
Signup and view all the answers
Wat beschrijft de epigenetische theorie in relatie tot gedrag?
Signup and view all the answers
Wat wordt niet beschouwd als een psycho-biologische factor die crimineel gedrag kan beïnvloeden?
Signup and view all the answers
Welke persoonlijkheidstheorie koppelt lichaamsbouw aan crimineel gedrag?
Signup and view all the answers
Wat is een kenmerk van mesomorfen in de context van criminaliteit?
Signup and view all the answers
Welke factor is NIET een onderdeel van de sociale bindingstheorie volgens Hirshi?
Signup and view all the answers
Wat beschrijft de sociale-controletheorie van Sampson en Laub het meest?
Signup and view all the answers
Welke uitspraak over labelingstheorieën is waar?
Signup and view all the answers
Wat is het belangrijkste gevolg van secundaire deviantie volgens Lemert?
Signup and view all the answers
Hoe beïnvloedt gehechtheid volgens de sociale bindingstheorie crimineel gedrag?
Signup and view all the answers
Welke van de volgende factoren is een voorbeeld van betrokkenheid volgens Hirshi?
Signup and view all the answers
Wat is een mogelijk gevolg van stigmatisering volgens labelingstheorieën?
Signup and view all the answers
Wat beschrijft het concept 'self-fulfilling prophecy' in de context van criminaliteit?
Signup and view all the answers
Welke factor wordt niet genoemd als bepalend voor crimineel gedrag volgens de neuro-criminologische theorieën?
Signup and view all the answers
Wat kenmerkt een persoon met AntiSocial Personality Disorder (ASPD)?
Signup and view all the answers
Wat wordt verstaan onder 'concordant kenmerk' in tweelingstudies?
Signup and view all the answers
Welke van de volgende symptomen is geen symptoom van ADHD?
Signup and view all the answers
Wat is een kenmerk van sensation seeking?
Signup and view all the answers
Wat zijn de gevolgen van lage fysiologische opwinding in de hersenen volgens neuro-criminologische theorieën?
Signup and view all the answers
Welke combinatie van factoren wordt genoemd als invloed op het gedrag van een geadopteerd individu?
Signup and view all the answers
Wat is een gevolg van disinhibitie zoals beschreven in de context van ASPD?
Signup and view all the answers
Study Notes
Biologische theorieën
-
Klassieke ideeën:
-
Theorie van atavisme en fysieke kenmerken (Lombroso, Ferri, Garofalo):
- Criminaliteit wordt bepaald door genetische en biologische factoren.
- Atavisme: Criminelen zijn mensen die een stap terug in de evolutie hebben gezet.
- Psychical Stigmata: Deze stap terug kenmerkt zich door uiterlijke kenmerken.
-
Theorie van fysieke inferioriteit (Hooton): Criminelen zijn te herkennen aan hun fysieke inferioriteit.
- Eugenistische programma’s om criminaliteit tegen te gaan.
-
Theorie van somatotypes (Sheldon):
- Criminelen zijn te herkennen aan hun mesomorphe lichaamstype en bijbehorende persoonlijkheidseigenschappen.
- Drie soorten mensen:
- Endomorph: relaxed en rustig
- Mesomorph: hard, gespierd, agressief, spanningzoekers -> crimineel
- Ectomorph: zwak, dun, kwetsbaar, maken zich veel zorgen
-
Theorie van atavisme en fysieke kenmerken (Lombroso, Ferri, Garofalo):
-
Psycho-biologische theorieën:
-
Socio-biologische ideeën (Wilson):
- Crimineel gedrag wordt verklaard door psycho-biologische factoren zoals:
- IQ
- Hormonen
- Diëten
- Hoge/lage bloeddruk
- Crimineel gedrag wordt verklaard door psycho-biologische factoren zoals:
-
Socio-biologische ideeën (Wilson):
-
Gedrag genetische theorieën:
-
Epigenetische theorieën (Walsh, Beaver):
- Bestudeert alle processen die invloed hebben op de activiteiten van genen.
- Genen kunnen onder invloed van de omgeving aan/uit gezet worden waardoor ze wel/geen invloed hebben op het gedrag.
- De impact van onze genen en onze constitutie zijn van essentieel belang om menselijk gedrag te verklaren.
-
Kwantitatieve erfelijkheidsstudies:
- De beste manier om genetische en omgevingsfactoren te meten is door tweeling- en adoptiestudies te combineren.
- Bij eeneiige tweelingen is het erfelijk materiaal identiek (afgezien van mutaties) en kunnen verschillen in gedrag worden toegewezen aan omgevingsinvloeden.
- Wanneer een tweeling allebei hetzelfde kenmerk vertoont, is dat een "concordant" kenmerk.
- Studie naar personen die op jonge leeftijd zijn geadopteerd.
- Men probeert vast te stellen in welke mate gedrag, zoals vertoond door een geadopteerd persoon, eveneens voorkomt bij de biologische ouders en de adoptieouders.
-
Epigenetische theorieën (Walsh, Beaver):
-
Neuro-criminologische theorieën:
- Neuro-criminologische theorieën gaan uit van een interactie tussen genetische-, omgevings- en neurologische (hersenen, zenuwen) factoren.
-
Neuro-criminologische theorie (Raine):
- Crimineel gedrag wordt verklaard door lage fysiologische opwinding in de hersenen.
-
Biologische theorie voor crimineel gedrag (Buikhuizen):
- Crimineel gedrag wordt verklaard door minder volume en slechtere werking van de amygdala (emotiecentrum) en de prefrontale cortex (controlecentrum) in de hersenen.
Psychologische theorieën
-
Psychische stoornissen:
- Algemeen: bepaalde (combinaties van) persoonlijkheidstrekken bepalen (crimineel) gedrag.
-
Antisocial Personality Disorder (ASPD):
- ASPD houdt in dat een persoon slecht gesocialiseerd is. De stoornis heeft zich ontwikkeld doordat in de jongere jaren geen liefde of empathie is ontvangen.
- Genetische (MAO-A gene = warrior gene) en biochemische factoren spelen een rol.
- Kenmerken:
- Roekeloosheid/stoutmoedigheid: lage angst, hoog zelfvertrouwen
- Gemeenheid: geen spijt en empathie, agressie
- Disinhibitie: slechte zelfcontrole, onmiddellijke bevrediging behoefte
- Sensatiezoekend gedrag
-
Attention Deficit and Hyperactivity Disorder (ADHD):
- ADHD wordt veel in verband gebracht met delinquentie.
-
Sociale-bindingstheorie (Hirshi):
- Iemand wordt alleen sociaal wezen omdat sociale omgeving dat afdwingt. Sociaal aangepast gedrag is gevolg van bindingen van het individu met de omgeving.
- Vier factoren die bepalen of iemand zich wel/niet aan de regels conformeert:
- Gehechtheid: mate waarin rekening houdt met wensen/verwachtingen van anderen
- Betrokkenheid ivm eigenbelang: investering van tijd/energie in de samenleving
- Gebondenheid: betrokkenheid bij activiteiten waar men belang bij heeft
- Normen en waarden: aanvaarding van de morele waarde van conventionele regels
- Gebrek aan attachment leidt tot het ontbreken van morele remming.
-
Sociale-controletheorie (Sampson en Laub):
- Criminaliteit wordt verklaard door het hele leven heen. Mensen zien af van het plegen van crimineel gedrag, omdat zij daarmee de bindingen die ze gedurende hun levensloop ontwikkelen op het spel zetten (i.e., relaties, school, werk, etc.).
- Misdaad kenmerkt zich door continuïteit en verandering.
-
Labelingtheorieën:
- Gedrag wordt sterk bepaald door de sociale rollen/labels die men wordt opgelegd of zelf aanneemt.
-
Labeling/Etiketteringstheorie (Becker):
- De omgeving bepaalt hoe jij je gedraagt. "Crimineel" zijn is een label dat wordt opgeplakt naar aanleiding van een bepaalde overtreding, wat stigmatisering tot gevolg kan hebben.
- Stigmatisering van bepaalde personen of groepen vergroot de kans op verdere criminaliteit.
-
Secundaire-deviantietheorie (Lemert):
- Delictplegers worden geen misdadiger door het overtreden van de wet (primaire deviantie), maar doordat de autoriteiten hem het etiket misdadiger, crimineel, delinquent opplakken.
- Wanneer iemand een sociaal stigma/label/etiket krijgt opgelegd door bepaald gebrek, zoals een criminele identiteit, dan is de kans groot dat iemand zich naar die rol gaat gedragen (self-fulfilling prophecy).
Studying That Suits You
Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.
Related Documents
Description
Dit quiz behandelt de klassieke biologische theorieën over criminaliteit, zoals de ideeën van Lombroso, Hooton en Sheldon. Je leert over atavisme, fysieke kenmerken en somatotypes en hoe deze theorieën criminaliteit proberen te verklaren. Test je kennis over deze belangrijke concepten in de criminologie.
