Podcast
Questions and Answers
Hoe kan de invloed van de omgeving op de expressie van genen, zonder de DNA-sequentie zelf te veranderen, het best worden omschreven?
Hoe kan de invloed van de omgeving op de expressie van genen, zonder de DNA-sequentie zelf te veranderen, het best worden omschreven?
- Replicatiefouten in autosomen
- Chromosomale translocatie
- Epigenetische modificatie (correct)
- Genetische mutatie
Welk van de volgende processen is het meest direct betrokken bij de vorming van de neurale buis tijdens de embryonale ontwikkeling?
Welk van de volgende processen is het meest direct betrokken bij de vorming van de neurale buis tijdens de embryonale ontwikkeling?
- Endoderm invaginatie
- Ectodermale plooiing (correct)
- Mytotische splitsing van zygoten
- Mesoderm differentiatie
Welke van de volgende beweringen beschrijft het meest nauwkeurig het verschil tussen mitose en meiose in de context van de menselijke ontwikkeling?
Welke van de volgende beweringen beschrijft het meest nauwkeurig het verschil tussen mitose en meiose in de context van de menselijke ontwikkeling?
- Mitose is beperkt tot geslachtscellen, terwijl meiose in alle somatische cellen voorkomt.
- Mitose resulteert in diploïde cellen, terwijl meiose haploïde cellen produceert voor seksuele voortplanting. (correct)
- Mitose produceert genetisch diverse cellen, terwijl meiose identieke cellen produceert.
- Mitose vindt alleen plaats na de bevruchting, terwijl meiose plaatsvindt tijdens de embryonale ontwikkeling.
In hoeverre beïnvloedt het genotype de expressie van het fenotype, rekening houdend met de complexiteit van gen-omgeving interacties?
In hoeverre beïnvloedt het genotype de expressie van het fenotype, rekening houdend met de complexiteit van gen-omgeving interacties?
Welke implicaties heeft het concept van 'genomic imprinting' voor het begrijpen van overerving en genetische expressie?
Welke implicaties heeft het concept van 'genomic imprinting' voor het begrijpen van overerving en genetische expressie?
Beschouw de interactie tussen genetische kwetsbaarheid en omgevingsstressoren. Hoe verklaart dit model de variabiliteit in ontwikkelingsuitkomsten bij kinderen met dezelfde genetische aanleg?
Beschouw de interactie tussen genetische kwetsbaarheid en omgevingsstressoren. Hoe verklaart dit model de variabiliteit in ontwikkelingsuitkomsten bij kinderen met dezelfde genetische aanleg?
Hoe verschilt het concept van plasticiteit in de hersenen van kinderen in vergelijking met volwassenen, en welke implicaties heeft dit voor herstel na hersenletsel?
Hoe verschilt het concept van plasticiteit in de hersenen van kinderen in vergelijking met volwassenen, en welke implicaties heeft dit voor herstel na hersenletsel?
Wat is de betekenis van 'synaptische snoei' (synaptic pruning) in de context van de hersenontwikkeling?
Wat is de betekenis van 'synaptische snoei' (synaptic pruning) in de context van de hersenontwikkeling?
Hoe zou je het onderscheid beschrijven tussen een 'kritieke periode' en een 'sensitieve periode' in de ontwikkelingspsychologie, en welke gevolgen hebben ze voor interventies?
Hoe zou je het onderscheid beschrijven tussen een 'kritieke periode' en een 'sensitieve periode' in de ontwikkelingspsychologie, en welke gevolgen hebben ze voor interventies?
Welke rol spelen teratogenen in de prenatale ontwikkeling, en hoe varieert de gevoeligheid voor teratogene invloeden gedurende de verschillende stadia van de zwangerschap?
Welke rol spelen teratogenen in de prenatale ontwikkeling, en hoe varieert de gevoeligheid voor teratogene invloeden gedurende de verschillende stadia van de zwangerschap?
In het kader van prenatale ontwikkeling, hoe beïnvloeden epigenetische factoren de foetale programmering en welke langetermijneffecten kunnen deze hebben op de gezondheid van het kind?
In het kader van prenatale ontwikkeling, hoe beïnvloeden epigenetische factoren de foetale programmering en welke langetermijneffecten kunnen deze hebben op de gezondheid van het kind?
Hoe beïnvloeden de hormonen die vrijkomen tijdens de puberteit de hersenstructuur en functie, en hoe draagt dit bij aan de typische gedragsveranderingen die tijdens deze ontwikkelingsfase worden waargenomen?
Hoe beïnvloeden de hormonen die vrijkomen tijdens de puberteit de hersenstructuur en functie, en hoe draagt dit bij aan de typische gedragsveranderingen die tijdens deze ontwikkelingsfase worden waargenomen?
Waarom is het voor een orthopedagoog essentieel om fundamentele kennis van genetica en epigenetica te hebben?
Waarom is het voor een orthopedagoog essentieel om fundamentele kennis van genetica en epigenetica te hebben?
Stel dat een kind geboren wordt met een genetische predispositie voor een leerstoornis. Welke omgevingsfactoren kunnen de expressie van dit genotype moduleren, en hoe kan een orthopedagoog deze kennis gebruiken om een passend interventieplan te ontwikkelen?
Stel dat een kind geboren wordt met een genetische predispositie voor een leerstoornis. Welke omgevingsfactoren kunnen de expressie van dit genotype moduleren, en hoe kan een orthopedagoog deze kennis gebruiken om een passend interventieplan te ontwikkelen?
Binnen het bio-ecologisch model van Bronfenbrenner, welke component vertegenwoordigt de culturele en maatschappelijke overtuigingen die de omgeving van een individu beïnvloeden?
Binnen het bio-ecologisch model van Bronfenbrenner, welke component vertegenwoordigt de culturele en maatschappelijke overtuigingen die de omgeving van een individu beïnvloeden?
Tweelingstudies worden vaak gebruikt om de relatieve bijdrage van genen en omgeving aan bepaalde kenmerken te onderzoeken. Wat is een belangrijke beperking van dergelijke studies?
Tweelingstudies worden vaak gebruikt om de relatieve bijdrage van genen en omgeving aan bepaalde kenmerken te onderzoeken. Wat is een belangrijke beperking van dergelijke studies?
Beschouw het geval van een foetus blootgesteld aan chronische stress tijdens de zwangerschap. Welke epigenetische veranderingen kunnen in de placenta optreden, en hoe beïnvloeden deze de latere gezondheid van het kind?
Beschouw het geval van een foetus blootgesteld aan chronische stress tijdens de zwangerschap. Welke epigenetische veranderingen kunnen in de placenta optreden, en hoe beïnvloeden deze de latere gezondheid van het kind?
Hoe kunnen 'spontane mutaties' in het genetisch materiaal ontstaan, en wat zijn de potentiële gevolgen voor de ontwikkelingspaden van een individu?
Hoe kunnen 'spontane mutaties' in het genetisch materiaal ontstaan, en wat zijn de potentiële gevolgen voor de ontwikkelingspaden van een individu?
In de context van hersenontwikkeling, hoe verschilt migratie van hersencellen van specialisatie, en welke rol speelt elke fase bij het tot stand brengen van een functioneel brein?
In de context van hersenontwikkeling, hoe verschilt migratie van hersencellen van specialisatie, en welke rol speelt elke fase bij het tot stand brengen van een functioneel brein?
Hoe is het begrip 'plasticiteit' van toepassing op de hersenen en hoe kan dit in de context van vroege interventie bij kinderen met ontwikkelingsachterstanden worden benut?
Hoe is het begrip 'plasticiteit' van toepassing op de hersenen en hoe kan dit in de context van vroege interventie bij kinderen met ontwikkelingsachterstanden worden benut?
Hoe kan stress bij de moeder leiden tot epigenetische veranderingen bij de foetus en welke impact kan dit hebben op de cognitieve en emotionele ontwikkeling van het kind?
Hoe kan stress bij de moeder leiden tot epigenetische veranderingen bij de foetus en welke impact kan dit hebben op de cognitieve en emotionele ontwikkeling van het kind?
In hoeverre zijn familiaire overeenkomsten in cognitieve vaardigheden te wijten aan genetische invloeden versus gedeelde omgevingsfactoren, en hoe kunnen familiestudies en adoptiestudies deze bijdragen ontrafelen?
In hoeverre zijn familiaire overeenkomsten in cognitieve vaardigheden te wijten aan genetische invloeden versus gedeelde omgevingsfactoren, en hoe kunnen familiestudies en adoptiestudies deze bijdragen ontrafelen?
Welke verschillende lagen van invloed zijn belangrijk bij de ontwikkeling en welke laag staat het dichtst bij het kind?
Welke verschillende lagen van invloed zijn belangrijk bij de ontwikkeling en welke laag staat het dichtst bij het kind?
Wat is het meest nauwkeurige antwoord, de theorie van nature of nurture?
Wat is het meest nauwkeurige antwoord, de theorie van nature of nurture?
Aan wie zou je vragen stellen over de colleges?
Aan wie zou je vragen stellen over de colleges?
Welke van de volgende beweringen is het meest correct over het tentamen?
Welke van de volgende beweringen is het meest correct over het tentamen?
Waarin verschilt het dominante, recessieve en co-dominante (bloedgroep AB) van elkaar?
Waarin verschilt het dominante, recessieve en co-dominante (bloedgroep AB) van elkaar?
Wat kun je zeggen over mitose en meiose?
Wat kun je zeggen over mitose en meiose?
Wat is het verschil in definitie tussen fylogenese en ontogenese
Wat is het verschil in definitie tussen fylogenese en ontogenese
Het is de zesde week van de zwangerschap, wat gebeurt er?
Het is de zesde week van de zwangerschap, wat gebeurt er?
Wat weet u van teratogenen?
Wat weet u van teratogenen?
De hersenen van adolescenten...
De hersenen van adolescenten...
Er zijn diverse overeenkomsten in ontwikkeling, maar wat zijn de verschillen qua hardware?
Er zijn diverse overeenkomsten in ontwikkeling, maar wat zijn de verschillen qua hardware?
Een vaardigheid moet in een bepaalde periode ontwikkelen, hoe noemen we dat?
Een vaardigheid moet in een bepaalde periode ontwikkelen, hoe noemen we dat?
Flashcards
Wat is Fylogenese?
Wat is Fylogenese?
Ontstaan van een soort over lange perioden.
Wat is Ontogenese?
Wat is Ontogenese?
De ontwikkeling van een individueel organisme gedurende zijn levensduur.
Wat is een Genotype?
Wat is een Genotype?
De unieke genetische samenstelling van een individu.
Wat is een Fenotype?
Wat is een Fenotype?
Signup and view all the flashcards
Wat is Mytose?
Wat is Mytose?
Signup and view all the flashcards
Wat is Meiose?
Wat is Meiose?
Signup and view all the flashcards
Wat is een Zygote?
Wat is een Zygote?
Signup and view all the flashcards
Wat is een Mutatie?
Wat is een Mutatie?
Signup and view all the flashcards
Wat is Epigenetica?
Wat is Epigenetica?
Signup and view all the flashcards
Wat is Imprinting?
Wat is Imprinting?
Signup and view all the flashcards
Wat is Homozygoot?
Wat is Homozygoot?
Signup and view all the flashcards
Wat is Heterozygoot?
Wat is Heterozygoot?
Signup and view all the flashcards
Wat is optimale ontwikkeling?
Wat is optimale ontwikkeling?
Signup and view all the flashcards
Wat zijn Teratogenen?
Wat zijn Teratogenen?
Signup and view all the flashcards
Wat is een Sensitieve periode?
Wat is een Sensitieve periode?
Signup and view all the flashcards
Wat is prematuur geboren?
Wat is prematuur geboren?
Signup and view all the flashcards
Wat is dismatuur?
Wat is dismatuur?
Signup and view all the flashcards
Wat is plasticiteit?
Wat is plasticiteit?
Signup and view all the flashcards
Wat is een Kritieke periode?
Wat is een Kritieke periode?
Signup and view all the flashcards
Study Notes
Biologische Ontwikkeling: Inleiding
- WGA, HC en WGB zijn onderdeel van het vak.
- Het boek en kennisclips zijn verplichte literatuur, optionele filmpjes verdiepen de stof.
- Colleges bieden context, verbanden, verdieping, en verduidelijking.
- De tentamen bestaat uit 40 meerkeuzevragen en 4 open vragen.
- Werkgroep B is verplicht.
- Meer dan één absentie bij WG B voldoet niet aan de eisen om het vak te halen.
- WG A is facultatief, maar de literatuur lezen is wel aangeraden.
- Het Portfolio is 20% van het eindcijfer en bestaat uit opdrachten, testen, en reflectie.
- De portfolio moet uiterlijk op de tentamendag worden ingeleverd
Thema 1: Leerdoelen
- Belangrijke theorieën binnen de ontwikkelingspsychologie kunnen herkennen, beschrijven, uitleggen en vergelijken.
- Concepten en de terminologie binnen de ontwikkelingspsychologie correct kunnen benoemen, uitleggen, onderscheiden en aan elkaar kunnen koppelen.
- Mijlpalen in de ontwikkeling beschrijven, en leeftijden inschatten of vaardigheden vergelijken.
- De relatie tussen genen, omgeving, cognitie en gedrag kunnen samenvatten en uitleggen, inclusief hoe diversiteit leidt tot verschillende ontwikkelingspaden.
- Concrete adviezen aan ouders geven voor een optimale omgeving voor de ontwikkeling van hun kind.
Onderwerpen
- Kritische periodes van ontwikkeling.
- DNA en genen als basis.
- Prenatale ontwikkeling.
- Geboorte en kindertijd.
- Puberteit.
Belangrijke Termen
- Fylogenese: Het ontstaan van een soort (evolutie).
- Ontogenese: De ontwikkeling van een individu.
- Genotype: Unieke set genen van een individu.
- Fenotype: Observeerbare kenmerken.
- Mytose: Celdeling van autosomen.
- Meiose: Celdeling van gameten (geslachtscellen).
- Zygote: Bevruchte eicel.
- Mutatie: Verandering in genetisch materiaal.
- Epigenetica: Regulatie van genen zonder aantasting van structuur (imprinten) en kan terug veranderen.
- Imprinting: Het aan- of uitzetten van genen.
- Homozygoot: Met dezelfde allel (BB/bb).
- Heterozygoot: Met verschillende allelen (Bb).
- Dominant, recessief en co-dominant: (bloedgroep AB).
Epigenetica en Omgeving
- Het doel is normale ontwikkeling in verschillende omgevingen mogelijk te maken.
- Het brein is hierbij erg gevoelig.
- DNA Methylation neemt af met de leeftijd.
- Histone modificatie en non-coding RNA zijn voorbeelden van epigenetica.
- Specialisatie na celmigratie van cellen naar zenuw- of spiercellen is een voorbeeld.
- Roken beïnvloedt DNA Methylation, maar dit kan herstellen na het stoppen.
- Bacteriën die het immuunsysteem aantasten en voeding van de moeder kunnen de epigenetica van het kind beïnvloeden.
Nature vs. Nurture
- Nativisme versus behaviorisme, de meeste ontwikkelingspsychologen bevinden zich tussen deze twee extremen.
- Genen en omgeving interageren en modificeren elkaar.
- Optimale ontwikkeling vereist een afstemming van genen en omgeving.
- De omgeving speelt een rol vanaf de conceptie, dus in de 9 maanden voor de geboorte.
Onderzoeksmethoden
- Onderzoek wordt gedaan door middel van familiestudies, tweelingstudies en adoptiestudies.
- Er wordt gekeken naar de mate van genetische overeenkomsten en omgevingen die gelijk/verschillend zijn.
- Adoptiestudies zijn zeldzaam, biologische families zijn moeilijk te traceren, en geen sprake van causale verbanden.
Genen: Samenvatting
- Genen zijn dwingend om tot de goede soort te komen en zijn structureel en regulatoir.
- Genen geven flexibiliteit voor omgevingsinvloeden, plasticiteit, en interageren.
- Interactie vindt plaats met de omgeving.
- Spontane mutaties, goed of kwaad, direct of indirect, en problemen op het Y-chromosoom hebben effect op jongens.
Invloed van Chromosoomafwijkingen
- Problemen op het Y-chromosoom hebben effect op jongens.
- Problemen op het X-chromosoom hebben vaak ook effect, omdat de andere X het bij meisjes overneemt.
Prenatale Ontwikkeling
- De prenatale ontwikkeling is verdeeld in drie perioden:
- Zygote (0-2 weken): Bevruchting, innesteling, aanleg van de placenta.
- Embryo (2-8 weken): Ontwikkeling van armen, benen, gezicht, organen en spieren; het hart begint te kloppen.
- Foetus (8-38 weken): Groei en afronding, levensvatbaar vanaf 25 weken.
- In week 2-3 wordt de neurale buis gevormd uit ectoderm; cellen migreren en specialiseren.
- Ectoderm, mesoderm en endoderm zijn de drie kiemlagen van het embryo waaruit verschillende weefsels en organen ontstaan.
Foetale Ontwikkeling
- Perceptuele ontwikkeling begint met breinontwikkeling.
- Tact ontwikkelt eerst, dan evenwicht, geur en smaak, horen en dan pas het zicht; zintuigen zijn functioneel met 26 weken.
- De foetus hoort de lijf-geluiden van de moeder niet, maar wel de toonhoogte, frequentie en toon van de stem.
- Prenatale stimuli zijn vaak repetitief en bereiden voor op stimuli na de geboorte.
- De omgeving in de baarmoeder (foetale biochemische omgeving) en buiten de moeder heeft invloed op de ontwikkeling.
Prenataal Leren
- Prenaal leren omvat habituatie en er is sprake van geheugen van ongeveer 1 tot 3 dagen.
- Prenataal leren omvat het herkennen van geur, stem, en ervaringen (sport/beweging, emoties, stress).
- De conditie van de moeder (ziektes zoals diabetes), chronische stress (epigenetische veranderingen in placenta) en cortisol spelen een rol.
- Teratogenen zijn stoffen die de foetus kunnen schaden, zoals drank, roken, drugs en medicijnen.
- Het effect van teratogenen hangt af van het ontwikkelingsstadium, en het effect op de groei, aanleg en affect.
- LET OP: in de sensitieve ontwikkelingsperiodes is paars highly sensitive!!!
- Er is continuïteit tussen ontwikkeling in de baarmoeder en daarna, met herinnering aan smaak en geluid.
- Erkenning van alleen schadelijke stoffen.
- Stress van de moeder heeft geen direct effect, maar wel associaties met problemen op de lange termijn.
- Suboptimale omstandigheden kunnen meer flexibiliteit genereren.
- Nature-nurture, in vivo experimenten en de plicht om goed voor je embryo/foetus te zorgen zijn ethische dilemma's.
Geboorte
- Prematuur: geboren voor de uitgerekende datum (< 37 weken) met gewicht passend bij de duur van zwangerschap, goed op ontwikkelingsschema.
- Dismatuur: geboren op de uitgerekende datum te vroeg met te laag gewicht voor de duur van de zwangerschap, achter op ontwikkelingsschema.
- Interventies bij vroeggeboorte omvatten couveuse, beademing, voedingssonde, intraveneuze medicatie, stimulatie (kangaroemethode) en oudertraining.
H7: Hersenontwikkeling
- De hersenen zijn het grootste orgaan in verhouding en vereisen veel energie.
- Activiteit in de hersenen komt door excitatie en inhibitie.
- De hersenen en mind zijn niet hetzelfde georganiseerd en hersenen is niet gelijk aan gedrag.
- Connecties tussen gebieden in de hersenen versterken en Gyri(bergen) en sulci (dalen) worden gevormd.
Hersencellen
- Dendriet: ontvangt informatie.
- Axon: stuurt elektrochemische signalen door.
- Synaps: ruimte tussen neuronen.
- Neurotransmitters: exciterend of inhiberend, genetisch en omgevingsafhankelijk.
Functie van het Brein
- Eerdere ervaringen worden opgeslagen voor later gebruik.
- Elke ervaring heeft een specifiek synaptisch patroon.
- Synaptische groei en myelinisatie vindt eerst plaats in perceptie en motor neuronen, dan associatie gebieden, en laatst gebieden voor cognitie en leren.
- Synaptic pruning (snoeien) is het verdwijnen van connecties.
- Ontwikkeling van de hersenen omvat migratie en specialisatie, groeven ontstaan, hardware is klaar bij de geboorte en de invulling(ontwikkeling) is tot adolescentie en zelfs langer.
Adolescentie, de Laatste Piek in Ontwikkeling
- Synaptic density is rond 20 jaar klaar.
- Fine-tuning tot in volwassenheid (omgeving, plasticiteit).
- Minder korte afstanden (niet gespecialiseerd) en meer lange connecties(tussen gebieden, netwerken).
- Prefrontaal rijpt onder invloed van geslachtshormonen.
Adolescentie, Emotionele Ontwikkeling
- Langere adolescentie in ontwikkelde landen, emotionele schommelingen, stressgevoeligheid neemt toe, ouder-kind relatie verandert en peers worden belangrijker.
- Er kan psychische problemen kunnen ontstaan, eetstoornissen depressie psychoses.
Modellen
- In duale systemen disbalans beloningssysteem en controle.
- Nativisten geloven dat de brein zich ontwikkeld door een genetisch plan.
- Behavioristen geloven dat het brein ontwikkeld door alles te leren.
- Aanleg en interactie in de omgeving.
- Theorie achter ontwikkeling.
- Plasticiteit, laesie vroeg of laat.
- De vaardigheid moet in deze periode ontwikkelen kritiek.
- Verhoogde gevoeligheid voor leren van vaardigheid( is de gevoeligheid) .
Leerdoelen (herhaling)
- Belangrijkste mijlpalen, genen, omgeving, cognitie en gedrag samenvattenen uitleggen.
- Gen omgeving interactie, invloed moeder op ongeboren kind, en familie studies, adoptie studies en tweeling studies.
- Adviezen maken op basis wat ouders kunnen stimuleren.
Studying That Suits You
Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.