Biochemie Hoofdstuk 4 Quiz
50 Questions
1 Views

Choose a study mode

Play Quiz
Study Flashcards
Spaced Repetition
Chat to Lesson

Podcast

Play an AI-generated podcast conversation about this lesson

Questions and Answers

Wat is de belangrijkste functie van myoglobine in het lichaam?

  • Het reguleren van enzymatische reacties
  • Het opslaan van suikerreserves
  • Het opbouwen van aminozuurketens
  • Het transporteren van zuurstof (correct)

Welke gebeurtenis wordt beschreven door glycogenese?

  • De synthese van glycogeen uit glucose (correct)
  • De omzetting van eiwitten naar energie
  • Het verlengen van aminozuurketens
  • De afbraak van glycogeen in glucose

Wat beschrijft de structuur van een eiwit?

  • Een compacte molecule van nucleotiden
  • Een polysacharide met glucose-eenheden
  • Een lange keten van covalente gebonden aminozuren (correct)
  • Een enkele aminozuurstructuur

Wat is ATP en wat is de belangrijkste functie ervan?

<p>Een energiedrager in cellen (B)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende eiwit-interacties wordt bestudeerd in hoofdstuk 4?

<p>Eiwit-eiwit interacties (D)</p> Signup and view all the answers

Wat gebeurt er tijdens glycolyse?

<p>Glucose wordt omgezet in energie (C)</p> Signup and view all the answers

Wat maakt ATP belangrijk voor cellen?

<p>Het fungeert als energiedrager (D)</p> Signup and view all the answers

Wat is een belangrijke eigenschap van enzymen?

<p>Ze zijn altijd eiwitten (B)</p> Signup and view all the answers

Wat is een eigenschap van een hydroxylgroep?

<p>Hydrofiel (B)</p> Signup and view all the answers

Welke groep is verantwoordelijk voor het afstaan van H+ ionen?

<p>Carboxylgroep (C)</p> Signup and view all the answers

Wat is een kenmerk van de amine (amino)groep?

<p>Hydrofiel en basisch (A)</p> Signup and view all the answers

Wat typeert de ketongroep?

<p>Het bevat een carbonylfunctie (D)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende groepen is het minst polair?

<p>Thioëther (D)</p> Signup and view all the answers

Welke groep kan een amideverbinding vormen?

<p>Carbonzuur en amine (B)</p> Signup and view all the answers

Wat is het effect van een fosfaatgroep in een molecuul?

<p>Geeft het molecuul een negatieve lading (B)</p> Signup and view all the answers

Wat is het doel van het medicijn Trikafta?

<p>Het herstellen van de functie van een defect eiwit. (D)</p> Signup and view all the answers

Welke groep heeft een eindstandige carbonylfunctie?

<p>Aldehyde (C)</p> Signup and view all the answers

Bij welke groep aminozuren behoren de BCAA's?

<p>Essentiële aminozuren. (C)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende groepen is het meest hydrofiel?

<p>Carboxylgroep (A)</p> Signup and view all the answers

Wat gebeurt er met de amino- en carboxylgroepen van een aminozuur bij een pH die lager is dan de pKa-waarde?

<p>Ze blijven voornamelijk geprotoneerd. (B)</p> Signup and view all the answers

Wat is een belangrijke eigenschap van ethyl ether?

<p>Zwak polair, eerder apolair (B)</p> Signup and view all the answers

Wat is een veelbesproken onderwerp met betrekking tot BCAA-supplementen?

<p>De optimale timing van inname bij sporters. (D)</p> Signup and view all the answers

Wat wordt bedoeld met de term zwitterion in de context van aminozuren?

<p>Een molecuul met netto neutrale lading. (C)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende biomoleculen worden bestudeerd in de biochemie?

<p>Eenvoudige suikers, vitaminen en hormonen. (A)</p> Signup and view all the answers

Wat is de pKa-waarde van de carboxylgroep (-COOH) in een aminozuur?

<p>Ongeveer 2,2. (B)</p> Signup and view all the answers

Wat zijn BCAA's en wanneer worden ze vaak gebruikt?

<p>Ze zijn een groep aminozuren die gebruikt worden na intensieve inspanning voor herstel. (D)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende stellingen is waar over aminozuren?

<p>Er zijn 20 verschillende aminozuren die bijdragen aan de eiwitstructuur. (A)</p> Signup and view all the answers

Wat gebeurt er met de ladingen van de aminogroep (-NH3+) van een aminozuur bij een pH boven de pKa van ongeveer 9,4?

<p>Het proton wordt afgestaan en de groep is neutraal. (C)</p> Signup and view all the answers

Welke combinatie van ladingen heeft een alpha-aminozuur bij fysiologische pH tussen 7,3 en 7,4?

<p>De ladingen zijn gelijk verdeeld, een positieve en een negatieve. (C)</p> Signup and view all the answers

Wat is de rol van biomoleculen in ons lichaam?

<p>Ze zijn essentieel voor de structuur en functie van cellen. (D)</p> Signup and view all the answers

Wat is de relatie tussen pH en de ionisatie van de carboxylgroep in een aminozuur?

<p>Bij een pH lager dan de pKa is de carboxylgroep voornamelijk geprotoneerd. (B)</p> Signup and view all the answers

Wat is een recent onderwerp van onderzoek met betrekking tot BCAA-supplementen?

<p>De effectiviteit in combinatie met koolhydraten. (B)</p> Signup and view all the answers

Wat gebeurt er met het niet-actieve enantiomeer in het lichaam?

<p>Het wordt omgezet in het actieve monomeer. (B)</p> Signup and view all the answers

Hoe gedragen de amino- en carboxylgroepen van een aminozuur zich bij een pH die hoger is dan hun pKa?

<p>De carboxylgroep is voornamelijk in basische vorm. (A)</p> Signup and view all the answers

Wat is het effect van de gelijkaardige electronegativiteitswaarde van C en S op methionine?

<p>Het zorgt ervoor dat methionine apolair is. (C)</p> Signup and view all the answers

Waarom worden aminozuren met apolaire zijketens in opgevouwen eiwitten vaak in het centrum aangetroffen?

<p>Ze zijn hydrofoob en willen zich afschermen van water. (B)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende aminozuren bevatten een hydroxylgroep (-OH) in hun zijketen?

<p>Serine, threonine en tyrosine. (C)</p> Signup and view all the answers

Welke eigenschap hebben de -OH groepen van serine en threonine bij fysiologische pH?

<p>Ze blijven steeds ongeladen. (B)</p> Signup and view all the answers

Wat is een kenmerk van cysteïne in vergelijking met andere standaardaminozuren?

<p>Het kan disulfidebruggen vormen. (C)</p> Signup and view all the answers

Wat gebeurt er met de thiolgroep (-SH) van cysteïne bij fysiologische pH?

<p>Het blijft doorgaans ongeladen. (B)</p> Signup and view all the answers

Waarom is de stabiliteit van eiwitten sterk afhankelijk van hydrofobe zijketens?

<p>Ze dragen bij via Londonkrachten. (A)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende aminozuren heeft een extra chiraal koolstofatoom in de zijketen?

<p>Threonine. (C)</p> Signup and view all the answers

Wat is de belangrijkste basis van het hydrofobe effect?

<p>De toename in vrijheid (wanorde, entropie) van de omringende watermoleculen. (A)</p> Signup and view all the answers

Waarom zijn zwakke krachten belangrijk in biologische systemen?

<p>Ze creëren een stabiele structuur door talrijke interacties. (A)</p> Signup and view all the answers

Wat wordt bedoeld met coöperativiteit in dit context?

<p>De versterking van aantrekkingen door nabijheid van andere groepen. (A)</p> Signup and view all the answers

Welke uitspraak over zwakke krachten is correct?

<p>De cumulatieve effecten van veel zwakke krachten kunnen wel degelijk stabiliteit bieden. (D)</p> Signup and view all the answers

Wat zijn de hydrofobe moleculen in de context van het hydrofobe effect?

<p>Apolaire moleculen die niet in water oplossen. (B)</p> Signup and view all the answers

Wat illustreert de vergelijking 'Vele kleintjes maken één groot' in het context van zwakke krachten?

<p>De cumulatieve effecten van zwakke krachten leveren stabiliteit. (D)</p> Signup and view all the answers

Hoe interageren hydrofobe moleculen met watermoleculen?

<p>Ze interageren door middel van Londonkrachten. (B)</p> Signup and view all the answers

Wat is een verkeerd begrip van de zwakke krachten in biologische systemen?

<p>Ze zijn de enige krachten die stabiliteit bieden. (C)</p> Signup and view all the answers

Flashcards

Wat zijn biomoleculen?

Biomoleculen zijn de moleculen die levende organismen samenstellen. Dit omvat een breed scala aan moleculen, variërend van kleine moleculen zoals glucose tot complexe macro-moleculen zoals eiwitten.

Wat bestudeert biochemie?

Biochemie bestudeert de structuur, functie en interacties van biomoleculen in levende organismen. Het is een essentiële discipline om de complexiteit van het leven te begrijpen.

Wat is een eiwit?

Een eiwit is een biomolecule die is opgebouwd uit aminozuren. Eiwitten hebben verschillende functies in het lichaam, zoals het versnellen van chemische reacties, het vervoeren van stoffen en het bouwen van weefsels.

Wat is een aminozuur?

Een aminozuur is een kleine organische molecule die de bouwsteen vormt van eiwitten. Er zijn 20 verschillende aminozuren die in eiwitten worden gevonden.

Signup and view all the flashcards

Wat zijn essentiële aminozuren?

Essentiële aminozuren zijn aminozuren die het lichaam niet zelf kan produceren en die dus via de voeding moeten worden opgenomen.

Signup and view all the flashcards

Wat zijn BCAA's?

BCAA's zijn drie essentiële aminozuren (leucine, isoleucine en valine) die belangrijk zijn voor de spiergroei en -herstel.

Signup and view all the flashcards

Wat is moleculaire therapie?

Moleculaire therapie is een vorm van geneeskunde die gebruik maakt van moleculen om ziekten te behandelen. Een voorbeeld is het medicijn Trikafta, dat de functie van een defect eiwit probeert te herstellen.

Signup and view all the flashcards

Wat is Trikafta?

Trikafta is een medicijn dat gericht is op het repareren van een defect eiwit dat verantwoordelijk is voor een bepaalde genetische aandoening.

Signup and view all the flashcards

Wat is glycogeen?

Glycogeen is een polysacharide die dient als energieopslag in dieren, waaronder mensen. Het wordt opgeslagen in lever- en spiercellen.

Signup and view all the flashcards

Wat zijn eiwitten?

Eiwitten zijn polymeren, opgebouwd uit aminozuren die covalente bindingen vormen. Deze lange ketens vouwen zich in een 3D-structuur die essentieel is voor hun functie.

Signup and view all the flashcards

Wat is myoglobine?

Myoglobine is een eiwit dat zuurstof bindt en belangrijk is voor de werking van spieren, met name de hartspier.

Signup and view all the flashcards

Wat is ATP?

ATP (adenosinetrifosfaat) is een molecule die energie opslaat en transporteert in alle cellen van ons lichaam.

Signup and view all the flashcards

Wat zijn eiwit-eiwit interacties?

Eiwit-eiwit interacties zijn contacten tussen verschillende eiwitten, waardoor ze samenwerken om processen in het lichaam te regelen.

Signup and view all the flashcards

Wat zijn enzymen?

Enzymen zijn een type eiwitten die specifieke chemische reacties katalyseren. Ze werken als nanoschaalmachines om biologische processen te regelen.

Signup and view all the flashcards

Wat zijn nucleïnezuren?

Nucleïnezuren, zoals DNA en RNA, zijn polymeren die genetische informatie opslaan en overdragen.

Signup and view all the flashcards

Waarom is de vorm van een eiwit belangrijk?

De 3D-structuur van een eiwit is belangrijk voor zijn functie. Deze structuur wordt gevormd door de vouwing van de aminozuurketen.

Signup and view all the flashcards

Wat is de pKa-waarde van de carboxylgroep (-COOH) in een aminozuur?

De pKa-waarde van de carboxylgroep (-COOH) in een aminozuur is ongeveer 2,2, wat aangeeft dat het een zwak zuur is. Dit betekent dat het bij een lage pH voornamelijk geprotoneerd is (-COOH) en bij een hoge pH voornamelijk gedeprotoneerd is (-COO-).

Signup and view all the flashcards

Wat is de pKa-waarde van de aminogroep (-NH3+) in een aminozuur?

De pKa-waarde van de aminogroep (-NH3+) in een aminozuur is ongeveer 9,4, wat aangeeft dat het een zwakker zuur is dan de carboxylgroep. Dit betekent dat het bij een lage pH voornamelijk geprotoneerd is (-NH3+) en bij een hoge pH voornamelijk gedeprotoneerd is (-NH2).

Signup and view all the flashcards

Wat is een functionele groep?

Een functionele groep is een atoom of een groep atomen die aan een koolwaterstofketen bevestigd is. Ze geven een molecule zijn specifieke eigenschappen en reactiviteit.

Signup and view all the flashcards

Wat is een koolwaterstof?

Koolstofketens met alleen koolstof- en waterstofatomen. Ze zijn hydrofoob en apolair, wat betekent dat ze geen affiniteit hebben met water.

Signup and view all the flashcards

Wat is een hydroxylgroep?

Een functionele groep met een zuurstofatoom gebonden aan een waterstofatoom (-OH). Hydrofiel, wat betekent dat het graag interactie heeft met water. Alcohol is een voorbeeld.

Signup and view all the flashcards

Wat is een thiolgroep?

Functionele groep met een zwavelatoom gebonden aan een waterstofatoom (-SH). Hydrofiel en belangrijk voor veel biologische processen.

Signup and view all the flashcards

Wat is een aminegroep?

Een functionele groep met een stikstofatoom gebonden aan twee waterstofatomen (-NH2). Hydrofiel en kan een proton opnemen om een kation te worden.

Signup and view all the flashcards

Wat is een aldehydegroep?

Een functionele groep met een koolstofatoom dat dubbel gebonden is aan een zuurstofatoom en aan een waterstofatoom (-CHO). Hydrofiel.

Signup and view all the flashcards

Wat is een ketongroep?

Een functionele groep met een koolstofatoom dat dubbel gebonden is aan een zuurstofatoom en aan twee alkylgroepen (-CO-R'). Hydrofiel.

Signup and view all the flashcards

Wat is een carboxylgroep?

Een functionele groep met een koolstofatoom dat dubbel gebonden is aan een zuurstofatoom en aan een hydroxylgroep (-COOH). Hydrofiel, zuur, kan een proton afstaan.

Signup and view all the flashcards

Wat is een estergroep?

Een functionele groep met een koolstofatoom dat dubbel gebonden is aan een zuurstofatoom en aan een alkoxygroep (-CO-OR'). Hydrofiel.

Signup and view all the flashcards

Wat is een amidegroep?

Een functionele groep met een koolstofatoom dat dubbel gebonden is aan een zuurstofatoom en aan een aminegroep (-CO-NH2). Hydrofiel.

Signup and view all the flashcards

Hydrofoob effect

De kracht die zorgt dat twee apolaire moleculen spontaan met elkaar in contact komen door Londonkrachten, waarbij de omringende watermoleculen een grotere bewegingsvrijheid krijgen. Dit effect is van belang voor het vouwen van eiwitten en het vormen van membranen.

Signup and view all the flashcards

Vele Kleintjes Maken Eén Groot

De collectieve kracht van veel zwakke, niet-covalente interacties tussen grote biomoleculen, die samen verantwoordelijk zijn voor de stabiliteit van het complex. De kracht van elk individueel contact is klein, maar het totale effect is significant.

Signup and view all the flashcards

Entropie en hydrofoob effect

De toename in vrijheid van de watermoleculen rond apolaire moleculen. Doordat de watermoleculen meer ruimte krijgen, neemt de wanorde (entropie) toe, wat energetisch gunstig is.

Signup and view all the flashcards

Co-operativiteit

Het verschijnsel waarbij het vormen van een interactie tussen twee groepen de vorming van andere interacties stimuleert tussen nabijgelegen groepen. Dit versterkt de stabiliteit van het complex.

Signup and view all the flashcards

Voordelen van zwakke interacties

De zwakke krachten tussen biomoleculen zorgen ervoor dat de complexen flexibel zijn en kunnen veranderen onder invloed van de omgeving. Dit maakt het mogelijk voor enzymen om te katalyseren en DNA te repliceren.

Signup and view all the flashcards

Wat is de eigenschap van methionine?

Methionine is een aminozuur met een apolaire zijketen. Dit betekent dat het niet aantrekt of afstoot door watermoleculen. Deze eigenschap is te danken aan de gelijkaardige electronegativiteitswaarde van koolstof (C) en zwavel (S) in de zijketen.

Signup and view all the flashcards

Waar in eiwitten zitten apolaire aminozuren?

Apoloire aminozuren worden vaak gevonden in het centrum van opgevouwen eiwitten. Daar worden ze beschermd tegen watermoleculen. De interacties tussen deze zijketens, via Londonkrachten, dragen bij tot de stabiliteit en vorm van functionele eiwitten.

Signup and view all the flashcards

Welke 3 aminozuren dragen een polaire hydroxylgroep?

Serine, threonine en tyrosine zijn aminozuren met een polaire zijketen die geen lading draagt bij fysiologische pH. Ze bevatten een polaire hydroxylgroep (-OH) in hun zijketens.

Signup and view all the flashcards

Waarom zijn Ser, Thr en Tyr ongeladen bij fysiologische pH?

De -OH groep van serine, threonine en tyrosine heeft zwak zure eigenschappen. Deze aminozuren gedragen zich bij fysiologische pH als ongeladen -OH-groepen. De pKa is hoger dan de pH van het lichaam.

Signup and view all the flashcards

Wat is de karakteristieke groep in cysteine?

Cysteine bevat een thiolgroep (-SH) met een pKa van 8.37. Deze groep is meestal ongeladen, maar kan in specifieke omstandigheden gedeeltelijk ioniseren.

Signup and view all the flashcards

Wat is de unieke eigenschap van cysteine?

Cysteine kan een disulfidebrug (zwavelbrug) vormen met een ander cysteine. Twee cysteines in een opgevouwen eiwitketen kunnen via een oxidatiereactie een covalente binding vormen.

Signup and view all the flashcards

Waar komen zwavelbruggen voor?

De vorming van zwavelbruggen door cysteine is belangrijk voor de stabiliteit van eiwitten. Deze bindingen komen voor in eiwitten zoals insuline en antilichamen.

Signup and view all the flashcards

Welke twee aminozuren bevatten een amidegroep?

Asn (asparagine) en Gln (glutamine) zijn aminozuren met een polaire zijketen die geen lading draagt bij fysiologische pH. Ze bevatten een amidegroep (-CONH2) in hun zijketen.

Signup and view all the flashcards

Study Notes

Cursus Inleiding tot de Biochemie

  • Doel: De cursus geeft een inzicht in de structuur en functie van biomoleculen.
  • Doelgroep: Studenten Revalidatiewetenschappen en Kinesitherapie, Bachelor 1.
  • Academiejaar: 2024-2025
  • Docent: Prof. Marleen Van Troys
  • Oorsprong: Aangepast vanuit de 2018 versie van Dr. B. Vanloo.

Kennis van Biomoleculen

  • Biomoleculen: Suikers, vetten, eiwitten, nucleïnezuren zijn de bouwstenen van het leven.
  • Structuur en functie: De cursus bespreekt de chemische opbouw en driedimensionale vorm van deze moleculen en hoe ze functioneren in het lichaam.
  • Celprocessen: De cursus legt de basis voor het begrijpen van celbiologie en maakt een verbinding tussen chemie en biochemie.
  • Ziektes: Een specifieke ziekte, Cystic Fibrosis, wordt besproken als voorbeeld van hoe biomoleculaire veranderingen tot ziektes kunnen leiden. Dit wordt verder uitgelegd vanuit het oogpunt van biomoleculen en hun functie in celprocessen.

Case Study: Cystic Fibrosis

  • Definitie: Een genetische ziekte die jonge mensen treft.
  • Moleculaire oorzaak: Mutaties in het genetisch materiaal leiden tot veranderingen in een biomolecule.
  • Belangrijke biomolecule: Dit is een specifiek eiwit (met ongeveer 1500 bouwstenen) dat chloride-ionen vervoert door celmembranen; een defecte bouwsteen leidt tot verstoorde transportfuncties en het ontstaan van taai slijm.
  • Behandeling: Intensief oefentherapie is belangrijk om slijm uit de longen te verwijderen.

Casusstudie 2: Aminozuren

  • Aminozuren: Bouwstenen van eiwitten, 20 verschillende.
  • BCAA’s: 3 aminozuren (branched chain amino acids) die na inspanning essentieel zijn voor herstel van spiereiwit.
  • Behandeling: De toepassing van BCAA´s als voedingssupplement wordt besproken.

Inleiding: Biomoleculen

  • Samenstelling: Biomoleculen bevatten koolstof, waterstof, zuurstof, stikstof en soms zwavel, fosfor.
  • Structuur: Biomoleculen hebben een specifieke 3D-structuur die cruciaal is voor hun functie.
  • Functie: De functie van biomoleculen hangt nauw samen met hun structuur.

Overzicht van de biomoleculen

  • Hoofdtypen: Eiwitten, Nucleïnezuren, Polysacchariden, Vetten.
  • Bouwstenen: Respectievelijk aminozuren, nucleotiden, monosachariden, vetzuren.
  • Karakteristiek: De macromoleculen zijn opgebouwd uit identieke of meerdere verschillende monomeren. Een voorbeeld is dat van de polysacharide glycogeen.
  • Functie: De biomoleculen hebben fundamentele functies in levende organismen, variërend van opbouw tot energiereserve.

Functionele groepen

  • Definitie: Groepen van atomen die aan een koolstofskelet gebonden zijn.
  • Eigenschappen: Deze groepen bepalen het gedrag van de biomoleculen.
  • Voorbeelden: Hydroxyl, carboxyl, amine, thiol, fosfaat.
  • Interacties: Deze groepen kunnen zwakke krachten met elkaar aangaan, zoals waterstofbruggen of zoutbruggen.

Niet-covalente Krachten

  • Belangrijk: Zwakke krachten tussen polaire en apolaire moleculen zijn belangrijk in biomoleculaire interacties.
  • Soorten: Zoutbruggen, dipoolinteracties, waterstofbruggen, van der Waals krachten.
  • Invloed van water: Water heeft een belangrijke invloed op zowel zwakke krachten als biomoleculaire functie.

Het effect van water

  • Water als oplosmiddel: Water is een goed oplosmiddel voor polaire moleculen en ionen, waardoor ze beter kunnen interacteren.
  • Watermantel: Polaire functionele groepen in biomoleculen krijgen een watermantel.
  • Competitie: Watermantel kan interacties tussen polaire groepen afzwakken.
  • Hydrofoob effect: Apolaire moleculen worden bij elkaar getrokken in water door het water om hen heen te ordenen. Dit is cruciaal voor de vorming van celmembranen.

Belang van zwakke krachten

  • Coöperativiteit: Zwabke interacties bevestigen elkaar, en werken samen om biomoleculen te stabiliseren en te functioneren.
  • Dynamiek: Zwakke krachten zorgen voor een dynamisch systeem, waardoor interacties kunnen ontstaan en veranderen, zoals bijvoorbeeld bij enzymwerking.

Studying That Suits You

Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.

Quiz Team

Description

Deze quiz test je kennis over de belangrijke functies van eiwitten, ATP, en enzymen. Daarnaast worden onderwerpen zoals glycogenese, glycolyse en chemische groepen binnen biomoleculen besproken. Perfect voor studenten die hun begrip van biochemische processen willen vergroten.

More Like This

Protein Functions and Diversity
5 questions
Protein Basics and Functions
10 questions

Protein Basics and Functions

IntegratedNephrite830 avatar
IntegratedNephrite830
Use Quizgecko on...
Browser
Browser