Podcast
Questions and Answers
Welke bewering over extremofielen is NIET correct?
Welke bewering over extremofielen is NIET correct?
- Extremofielen kunnen overleven onder extreme omstandigheden.
- Extremofielen hebben speciale aanpassingen om te overleven in hun omgeving.
- Extremofielen zijn bacterien en schimmels.
- Extremofielen komen niet voor in het menselijk lichaam. (correct)
Welke van de volgende beweringen beschrijft het best het concept van virulentie bij bacteriën?
Welke van de volgende beweringen beschrijft het best het concept van virulentie bij bacteriën?
- De resistentie van een bacterie tegen antibiotica.
- Het vermogen van een bacterie om een biofilm te vormen.
- De mate waarin een bacterie in staat is om ziekte te veroorzaken. (correct)
- De snelheid waarmee een bacterie zich kan vermenigvuldigen in een gastheer.
Welke bewering over exotoxinen is MEEST correct?
Welke bewering over exotoxinen is MEEST correct?
- Exotoxinen veroorzaken zelden systemische effecten.
- Exotoxinen zijn intrinsieke onderdelen van de bacteriecelwand.
- Exotoxinen zijn eiwitten die door pathogene bacteriën worden geproduceerd en uitgescheiden. (correct)
- Exotoxinen worden vrijgegeven na lysis van de bacterie, vooral door gram-negatieve bacteriën.
Welke van de volgende mechanismen is GEEN kenmerkend effect van superantigeen exotoxinen?
Welke van de volgende mechanismen is GEEN kenmerkend effect van superantigeen exotoxinen?
Welke van de volgende kenmerken is het meest onderscheidend voor endotoxinen?
Welke van de volgende kenmerken is het meest onderscheidend voor endotoxinen?
Welke van de volgende processen is het meest direct gerelateerd aan de vrijgave van endotoxinen?
Welke van de volgende processen is het meest direct gerelateerd aan de vrijgave van endotoxinen?
Welke van de volgende effecten is het meest kenmerkend voor de systemische inflammatie veroorzaakt door endotoxinen?
Welke van de volgende effecten is het meest kenmerkend voor de systemische inflammatie veroorzaakt door endotoxinen?
In welke context zijn bacteriële enzymen het minst waarschijnlijk betrokken?
In welke context zijn bacteriële enzymen het minst waarschijnlijk betrokken?
Welke bewering over coagulase als virulentiefactor van Staphylococcus aureus is het meest correct?
Welke bewering over coagulase als virulentiefactor van Staphylococcus aureus is het meest correct?
Wat is de meest accurate beschrijving van de pathogenese van 'Staphylococcal Scalded Skin Syndrome' (SSSS)?
Wat is de meest accurate beschrijving van de pathogenese van 'Staphylococcal Scalded Skin Syndrome' (SSSS)?
Welke van de volgende eigenschappen is het meest kenmerkend voor enterotoxinen geproduceerd door Staphylococcus aureus?
Welke van de volgende eigenschappen is het meest kenmerkend voor enterotoxinen geproduceerd door Staphylococcus aureus?
Wat is de meest accurate rol van hyaluronidase als virulentiefactor?
Wat is de meest accurate rol van hyaluronidase als virulentiefactor?
Welke van de volgende beweringen over bacteriële kolonisatie en infectie is het meest correct?
Welke van de volgende beweringen over bacteriële kolonisatie en infectie is het meest correct?
Welke van de volgende stappen vinden plaats voordat een bacterie een infectie kan veroorzaken?
Welke van de volgende stappen vinden plaats voordat een bacterie een infectie kan veroorzaken?
Welke van de volgende factoren draagt het minst direct bij aan de mogelijkheid tot infectie?
Welke van de volgende factoren draagt het minst direct bij aan de mogelijkheid tot infectie?
Wat is de meest cruciale eerste stap in de behandeling van Necrotiserende fasciitis?
Wat is de meest cruciale eerste stap in de behandeling van Necrotiserende fasciitis?
Welke van de volgende stellingen met betrekking tot virulentiefactoren en hun rol in infectieziekten is het meest accuraat?
Welke van de volgende stellingen met betrekking tot virulentiefactoren en hun rol in infectieziekten is het meest accuraat?
Welke van onderstaande beweringen over Streptococcus pyogenes is het meest correct?
Welke van onderstaande beweringen over Streptococcus pyogenes is het meest correct?
Welke stelling over toxische shock syndroom toxine-1 (TSST-1) geproduceerd door S. aureus is het meest correct?
Welke stelling over toxische shock syndroom toxine-1 (TSST-1) geproduceerd door S. aureus is het meest correct?
Hoe kan de combinatie van hyaloronidase geproduceerd door S. pyogenes en coagulase geproduceerd door S. aureus het meest waarschijnlijk de pathogenese beïnvloeden?
Hoe kan de combinatie van hyaloronidase geproduceerd door S. pyogenes en coagulase geproduceerd door S. aureus het meest waarschijnlijk de pathogenese beïnvloeden?
Flashcards
Wat is virulentie?
Wat is virulentie?
De mate waarin een bacterie ziekte kan veroorzaken.
Wat zijn exotoxines?
Wat zijn exotoxines?
Eiwitten geproduceerd IN een pathogene bacterie, uitgescheiden na lysis.
Cytolytische exotoxines
Cytolytische exotoxines
Beschadigen het celmembraan van de gastheercel.
Superantigeen exotoxines
Superantigeen exotoxines
Signup and view all the flashcards
AB type exotoxines
AB type exotoxines
Signup and view all the flashcards
Wat zijn endotoxines?
Wat zijn endotoxines?
Signup and view all the flashcards
Wat doen bacteriële enzymen?
Wat doen bacteriële enzymen?
Signup and view all the flashcards
Wat is Staphylococcus aureus?
Wat is Staphylococcus aureus?
Signup and view all the flashcards
Wat is de functie van coagulase?
Wat is de functie van coagulase?
Signup and view all the flashcards
SSSS-toxine
SSSS-toxine
Signup and view all the flashcards
Enterotoxines (SE's)
Enterotoxines (SE's)
Signup and view all the flashcards
Wat is S. pyogenes?
Wat is S. pyogenes?
Signup and view all the flashcards
Hoe werken Penicillines?
Hoe werken Penicillines?
Signup and view all the flashcards
Study Notes
ZSO Verdieping bacteriën & virulentie
- De student kan de klinische indeling van bacteriën toepassen.
- Kolonisatie en infectie door bacteriën kunnen onderscheiden worden.
- Het begrip virulentie kan uitgelegd worden.
- Virulentiefactoren kunnen gecategoriseerd worden.
- Uitgelegd kan worden hoe virulentiefactoren onderdeel zijn van de pathogenese van infectieuze ziektebeelden.
- De samenhang tussen virulentiefactoren, diagnose en behandeling kan worden aangegeven.
Introductie bacteriën en virulentie
- Extremophiles zijn bacteriën en schimmels die onder extreme omstandigheden kunnen overleven.
- Er zijn twee strategieën van bacteriën in het lichaam: biofilmvorming en virulentiefactoren.
- Biofilm-vorming is geen tentamenstof.
Indeling van bacteriën
- Bacteriën kunnen op vier manieren ingedeeld worden: gramkleuring, vorm, rangschikking en metabolisme.
- Gramkleuring: positief (paars) of negatief (rood/roze).
- Vorm: kok of staaf.
- Rangschikking: ketens of tros.
- Metabolisme: facultatief, strikt aëroob/non-fermenters, of anaëroob.
- Anaerobe bacteriën vereisen luchtdichte potten en reagentia bij het kweken om zuurstof te vermijden.
Virulentie
- Virulentie is de mate waarin een bacterie ziekte kan veroorzaken.
- Er zijn 3 (drie) categorieën van virulentiefactoren bij infectieuze huidbeelden: exotoxinen, endotoxinen, en enzymen.
Exotoxines
- Exotoxines zijn eiwitten geproduceerd in pathogene bacteriën, die na lysis geëxocyteerd worden.
- Ze komen voornamelijk voor in grampositieve bacteriën.
- Exotoxines verlaten de bacterie om elders ziekte te veroorzaken, waardoor de locatie van infectie en lokalisatie van het ziektebeeld niet overeen hoeven te komen.
- Indeling in 3 groepen: cytolytische exotoxines, superantigeen exotoxines, en AB type exotoxines.
- Cytolytische exotoxines beschadigen het celmembraan van de gastheercel.
- Superantigeen exotoxines veroorzaken een buitenproportioneel sterke inflammatie, wat kan leiden tot shock.
- AB type exotoxines zijn complexe toxines die intra-/extracellulaire pathways of proteïne syntese verstoren.
- Ze grijpen aan op specifieke receptoren/enzymen en verstoren zo de functies van weefsel.
- Kenmerken: ze kunnen heftige ziekte veroorzaken, sommige zijn hittestabiel, en ze zijn sterk immuunogeen.
- Op exotoxines maakt het lichaam antistoffen.
Endotoxines
- Endotoxines zijn intrinsieke onderdelen van de bacterie die bijdragen aan de ziektemakend potentieel.
- Toxines bevinden zich daar waar de bacterie zich bevindt en komen vrij bij het uiteenvallen van de celwand, wanneer de bacterie sterft.
- Het bekendste voorbeeld is LPS (lipopolysacharide).
- Zeer pyrogene (koortsverwekkende) verbinding en leidt tot een systemische inflammatie met vrijkomen van cytokines in de circulatie.
- Kenmerkend: septische shock (koorts, algehele malaise, hypotensie en orgaanfalen).
- Bestanddeel celwand Gramnegatieve bacteriën
Enzymen
- Enzymen worden geproduceerd door bacteriën met verschillende doelen:
- Afbraak van weefsels voor het doorbreken van barrières.
- Afbraak van weefsels voor het verkrijgen van voedingsstoffen.
- Afbraak van componenten van het afweersysteem (bijv. antistoffen).
- Omdat enzymen uitgescheden worden, zijn dit eigenlijk ook gewoon exotoxines.
Virulentiefactoren Staph. aureus
- S. aureus heeft verschillende virulentiefactoren.
- Linksonder in de afbeelding: exotoxines, uitgescheden door de bacterie.
- Rechts in de afbeelding: enzymen.
- Coagulase: omzetting van fibrinogeen naar fibrine.
- Hyaluronidase: zorgt ervoor dat een bacterie gemakkelijker door een weefsel heen komt.
- Niet elke S. aureus bacterie is in staat elk van deze toxines te produceren.
Kolonisatie/infectie
- Als bacteriën koloniseren in een niche op het lichaam zonder infectie te veroorzaken zijn ze commensaal.
- Als een bacterie zich invasief gaat gedragen en virulentiefactoren tot uiting brengt, is het een infectie.
- Voordat een bacterie een infectie kan veroorzaken, moeten er een aantal stappen worden doorlopen:
- Expositie.
- Adhesie: de bacterie moet in staat zijn om zich te handhaven in een nieuwe omgeving.
- Invasie: de bacterie doorbreekt natuurlijke barrières en wordt invasief.
- Replicatie: groei van de bacterie in het weefsel.
- Weefselschade -> infectie.
- Bepaalde patiëntgebonden (constitutionele) factoren kunnen iemand meer/minder vatbaar maken voor een infectie.
- Infectie wordt bevorderd door: adhesiefactoren, enzymen, exotoxines en endotoxines.
- Constitutie/afweer wordt geremd door: onderbroken barrière, diabetes mellitus, obesitas/chronische oedemen, inadequate weefselperfusie en immuundeficiëntie.
Klinisch S. aureus
- Staphylococcus aureus is een Grampositieve kok (in tros).
- Het wordt vaak gevonden op overgangen van huid naar slijmvlies (anus/perineum, neus en keel).
- Coagulase is een belangrijke virulentiefactor van S. aureus.
- Onderscheidt zich hierdoor van coagulase negatieve stafylokokken die niet als virulent worden beschouwd -> gebruik virulentiefactor voor classificatie bacterie.
SSSS (staphylococcal Scalded Skin Syndrome)
- Dit ziektebeeld wordt veroorzaakt door het SSSS-toxine, uitgescheiden door de S. aureus bacterie.
- Deze toxine is een protease die een component van desmosomen kan afbreken.
- Desmosomen zorgen voor de onderlinge binding van epitheelcellen en zijn dus deels verantwoordelijk voor de structurele integriteit van de huid.
- Klinisch beeld: loslating van de huid onder de hoornlaag (in stratum granulosum) -> blaarvorming (vandaar vaak exfoliatieve toxines genoemd).
- De kweek kan negatief zijn als je deze afneemt op de plek van de laesie.
- Dit komt omdat dit proces (via een endo)toxine gemedieerd is: de toxines kunnen via de circulatie naar andere locaties gaan, waardoor de bacterie zich niet in de laesie hoeft te bevinden.
S. aureus en gastro-enteritis
- S. aureus kan enterotoxines produceren (Staphylococcal enterotoxines -> SE's).
- Enterotoxines zijn verbindingen die hittestabiel zijn, waardoor ze ook pathogeen kunnen blijven in verhit voedsel.
- De toxine is resistent voor het zure milieu van de maag.
- Toxine-gemedieerde gastro-enteritis staat erom bekend om snel (30 min – 3 uur) na inname van de toxine een heftige reactie te veroorzaken.
- Omdat de toxine direct het ziektebeeld veroorzaakt, is er geen incubatietijd nodig voor bacteriële groei.
- De toxine fungeert als superantigeen, waarbij het een binding tussen afweercellen bewerkstelligt en zo inflammatie en weefseldysfunctie veroorzaakt.
Toxic shock syndrome toxine (TSST-1)
- Geproduceerd door S. aureus.
- Het is een superantigeen en een veroorzaker van het toxische shock syndroom.
- Het superantigeen beperkt zich niet tot een orgaanstelsel (tractus) maar leidt tot systemische ziekte in de vorm van shock.
- Bloedkweken kunnen negatief zijn door afwezigheid van bacteriën, maar wel een heftige infectie met toxineproductie.
Klinisch S. pyogenes
- Dit is een grampositieve bacterie die zich bij asymptomatisch dragerschap in de keel bevindt.
- Bij een bloedagarkweek kun je ze onderscheiden door een doorzichtige kring om de bacteriën heen, omdat ze in staat zijn tot B-hemolyse (rode bloedcellen volledig afbreken).
Faryngitis (en tonsilitis)
- Normaal verblijft de bacterie in de keel zonder ziekte te veroorzaken, maar kan zich wel invasief gaan gedragen en een infectie veroorzaken.
- Faryngitis en tonsillitis behoeven in principe geen behandeling, omdat ze een 'self-limiting' karakter hebben.
- Bij gecompliceerd beloop, zoals een peritonsillair abces, moet wel worden gehandeld.
Fasciitis necroticans
- Dit is een ernstige wekedelen infectie waarbij de bacterie zich onderhuids langs onderhuids bindweefsel verder verspreidt.
- Dit is een spoedindicatie voor chirurgie voor het verrichten van een debridement (verwijderen van al het necrotische weefsel) om de source control te verkrijgen.
- Het verlaagt de bacteriële load.
- Als een bacteriële infectie zich kan handhaven in een empyeem, abces of een overvloed aan geïnfecteerd weefsel, zal de infectie voorduren ondanks antibiotica.
- Afname perioperatieve kweken, dit zijn kweken die de chirurg tijdens de operatie kan afnemen.
- Ook bij dit ziektebeeld zijn virulentiefactoren betrokken.
- Een voorbeeld hiervan is hyaluronidase:
- Hyaluronzuur is een component van het onderhuids bindweefsel, dat door hyaluronidase afgebroken kan worden om de infectie verder te verspreiden.
- Virulentiefactoren kunnen ook een aangrijpingspunt zijn voor behandeling.
- Faciitis necroticans wordt behandeld met dubbeltherapie (benzylpenicilline en clindamycine).
- Penicilline: dit is een beta-lactam die aangrijpt op de celwandsynthese.
- Clindamycine: grijpt aan op het bacteriële ribosoom en remt de bacteriële proteïnesynthese.
S. pyogenes en S. aureus
- Als hyaluronzuur is afgebroken door hyaluronidase kan S.pyogenes verder het weefsel in.
- Combineer dit met de mogelijkheid van S. aureus om coagulase te produceren, dan heet S.pyogenes een nog grotere kan som in de bloedstroom te komen en zich verder te verspreiden.
Studying That Suits You
Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.