Podcast
Questions and Answers
Welke van de volgende factoren kan een direct gevolg zijn van stemmingsveranderingen?
Welke van de volgende factoren kan een direct gevolg zijn van stemmingsveranderingen?
- Somatische aandoening zoals dementie (correct)
- Verbeterde eetlust
- Verhoogde sociale activiteit
- Hogere intelligentie
Welke bewering beschrijft het beste de relatie tussen stress en de kans op een depressie?
Welke bewering beschrijft het beste de relatie tussen stress en de kans op een depressie?
- Acute stress vermindert de kans op een depressie
- Stress heeft geen invloed op de ontwikkeling van een depressie
- Chronische stress kan de kans op een depressie vergroten (correct)
- Alleen positieve ervaringen veroorzaken stress, wat leidt tot depressie
Wat is een kenmerk van 'stemmingsstoornis congruent' bij een depressie met psychotische kenmerken?
Wat is een kenmerk van 'stemmingsstoornis congruent' bij een depressie met psychotische kenmerken?
- De wanen zijn altijd positief en opbeurend
- De persoon heeft geen besef van de realiteit
- De inhoud van de waan past bij de sombere kijk van de persoon op het leven (correct)
- De wanen staan los van de sombere kijk op het leven
Welke van de volgende beweringen is correct met betrekking tot persisterende depressieve problematiek?
Welke van de volgende beweringen is correct met betrekking tot persisterende depressieve problematiek?
Wat is een belangrijk kenmerk van seizoensgebonden depressie (winterdepressie)?
Wat is een belangrijk kenmerk van seizoensgebonden depressie (winterdepressie)?
Wat is een belangrijk verschil tussen 'slechts' rouw en een depressie?
Wat is een belangrijk verschil tussen 'slechts' rouw en een depressie?
Welke van de volgende lichamelijke klachten komt vaak voor bij mensen met een depressie?
Welke van de volgende lichamelijke klachten komt vaak voor bij mensen met een depressie?
Welke gedachte komt overeen met een interne attributie bij iemand met een depressie?
Welke gedachte komt overeen met een interne attributie bij iemand met een depressie?
Welke van de volgende situaties kan leiden tot intergenerationele problemen als omgevingsgebonden risicofactor voor een depressie?
Welke van de volgende situaties kan leiden tot intergenerationele problemen als omgevingsgebonden risicofactor voor een depressie?
Hoe beïnvloedt een depressie vaak de sociale contacten van een persoon?
Hoe beïnvloedt een depressie vaak de sociale contacten van een persoon?
Wat is een belangrijk uitgangspunt bij de behandeling van angstklachten?
Wat is een belangrijk uitgangspunt bij de behandeling van angstklachten?
Iemand met angst kan een tunnelvisie ervaren. Wat betekent dit?
Iemand met angst kan een tunnelvisie ervaren. Wat betekent dit?
Wat is een belangrijk kenmerk van een obsessief-compulsieve stoornis (OCS)?
Wat is een belangrijk kenmerk van een obsessief-compulsieve stoornis (OCS)?
Welke lichamelijke reactie is een typisch gevolg van angst?
Welke lichamelijke reactie is een typisch gevolg van angst?
Wat is een veel voorkomende vorm van vermijdingsgedrag bij mensen met angst?
Wat is een veel voorkomende vorm van vermijdingsgedrag bij mensen met angst?
Welke factor speelt een rol bij het ontstaan van angstproblematiek?
Welke factor speelt een rol bij het ontstaan van angstproblematiek?
Wat is een belangrijk verschil tussen angst en een fobie?
Wat is een belangrijk verschil tussen angst en een fobie?
Wat wordt bedoeld met de term 'Generaliseerde angststoornis'?
Wat wordt bedoeld met de term 'Generaliseerde angststoornis'?
Hoe kunnen angstklachten invloed hebben op het dagelijks leven?
Hoe kunnen angstklachten invloed hebben op het dagelijks leven?
Wat is een belangrijk symptoom van een paniekaanval?
Wat is een belangrijk symptoom van een paniekaanval?
Welke van de volgende beweringen over medicatie bij angstklachten is correct?
Welke van de volgende beweringen over medicatie bij angstklachten is correct?
Wat is een voorbeeld van een sociale fobie?
Wat is een voorbeeld van een sociale fobie?
Welke aanpak is nuttig bij het verminderen van angst gerelateerd aan slikken?
Welke aanpak is nuttig bij het verminderen van angst gerelateerd aan slikken?
Wat is een belangrijk verschil tussen een normale angstreactie en een angststoornis?
Wat is een belangrijk verschil tussen een normale angstreactie en een angststoornis?
Hoe beïnvloedt angst vaak het denken van een persoon?
Hoe beïnvloedt angst vaak het denken van een persoon?
Welke van de volgende beweringen beschrijft het beste de relatie tussen angst en controle?
Welke van de volgende beweringen beschrijft het beste de relatie tussen angst en controle?
Bij welke aandoening is emetofobie een belangrijk kenmerk?
Bij welke aandoening is emetofobie een belangrijk kenmerk?
Flashcards
Sociale angst
Sociale angst
Een angstprobleem waarbij iemand bang is om belachelijk gevonden te worden.
Specifieke fobie
Specifieke fobie
Een vorm van angstproblematiek, met als centraal kenmerk dat mensen alles in het werk stellen om de angstige situatie te vermijden.
Depressie en beweging
Depressie en beweging
Iemand met een depressie heeft soms nauwelijks tot beweging komt en rusteloos rondloopt.
Depressie en negatieve gevoelens
Depressie en negatieve gevoelens
Signup and view all the flashcards
Postpartum depressie
Postpartum depressie
Signup and view all the flashcards
Winterdepressie
Winterdepressie
Signup and view all the flashcards
Oorzaak van een depressie
Oorzaak van een depressie
Signup and view all the flashcards
Psychotische depressie
Psychotische depressie
Signup and view all the flashcards
Persisterende depressieve problematiek
Persisterende depressieve problematiek
Signup and view all the flashcards
Wat doet angst?
Wat doet angst?
Signup and view all the flashcards
Tunnelvisie (angst)
Tunnelvisie (angst)
Signup and view all the flashcards
Angst: definitie
Angst: definitie
Signup and view all the flashcards
Gevolgen van angst
Gevolgen van angst
Signup and view all the flashcards
Stedelijk milieu
Stedelijk milieu
Signup and view all the flashcards
Minderheden
Minderheden
Signup and view all the flashcards
Sociaal-economische status
Sociaal-economische status
Signup and view all the flashcards
Study Notes
Angstproblematiek
- Vijf tot dertien procent van de Nederlanders ervaart ooit in hun leven paniekaanvallen of fobieën.
- Ongeveer 150.000 mensen ontwikkelen dermate veel last van hun angstproblematiek, wat een negatieve invloed heeft op hun positieve gezondheid.
- Angst kent verschillende gradaties; velen ervaren angstklachten gerelateerd aan problemen op het werk, in sociale contacten of de gezondheid.
- Deze klachten zijn nog geen angststoornissen, maar kunnen er wel toe leiden.
- De term 'angstproblematiek' wordt gebruikt om diverse gradaties en vormen van angst aan te duiden.
- Angst kan de aandacht opeisen, invloed hebben op afwegingen en beslissingen, en het vertoonde gedrag beïnvloeden.
- Veranderingen in het denkpatroon bij mensen met angstproblematiek zijn invloedrijk, waardoor een belangrijke verklaring ontstaat voor hun gedrag.
- Mensen met angst voor overgeven kunnen bijvoorbeeld situaties vermijden waar ze mensen tegenkomen die spontaan overgeven, zoals ziekenhuizen, treinen, collegezalen, stations en parken.
- Emetofobie (angst voor overgeven) leidt tot aandacht voor het vermijden van de gevreesde mensen en de zorg om snel naar buiten te kunnen in bepaalde situaties.
De Oorzaak van Angstproblematiek
- De oorzaak van angstproblematiek is een samenspel van verschillende factoren, vergelijkbaar met andere psychische problemen.
- Erfelijkheid speelt een rol.
- Stressvolle gebeurtenissen, zoals een echtscheiding, ontslag of verlies van een naaste, kunnen onzekerheid en angst veroorzaken.
- Beperkte sociale vaardigheden kunnen een rol spelen.
Tunnelvisie en Angst
- Angst kan leiden tot een tunnelvisie: eenzijdige concentratie op het probleem (Mullainathan & Shafir, 2015).
- Binnen het blikveld wordt alles scherper waargenomen, terwijl alles buiten de tunnel vervaagt en weinig aandacht krijgt.
- Soms kan de focus op het probleem positief zijn, maar het ontneemt aandacht voor andere belangrijke zaken.
- Angst kan ontwrichtend werken.
- Elke angst kent zijn eigen tunnel, waarin alles wat vermeden wordt scherper wordt en al het andere afneemt.
- In staat van angst ervaren mensen voortdurend lijden en een belemmering in hun sociale functioneren.
- Lichamelijke gevolgen van angst zijn: verhoogde hartslag, snellere ademhaling, verwijde pupillen, verhoogde spierspanning en verhoogde bloeddruk.
- Onrust wordt ervaren en voelt vaak onzeker of onveilig.
- Een kenmerk van angst is het willen vermijden van de angstprikkels.
- Paradoxaal genoeg kan het vermijden van angst leiden tot een verdere uitbreiding ervan.
Soorten Angst
- De variatie in angsten is groot.
- Er is overlap in transdiagnostische factoren.
- Sociale fobie, gegeneraliseerde angststoornis en paniekstoornis komen vaak voor.
Specifieke Fobie
- Een fobie is een vorm van angstproblematiek met hevige en aanhoudende angst bij het zien van een situatie.
- Mensen met een fobie mijden de situatie waar ze bang voor zijn.
- Er zijn minstens 418 specifieke fobieën bekend.
- Voorbeelden: fobie, agorafobie (pleinvrees), emetofobie (angst om over te geven), claustrofobie (angst voor kleine of afgesloten ruimten) en coulrofobie (angst voor clowns).
- Slikangst, angst voor de tandarts of voor injecties, voor dieren, voor liften of vliegtuigen komen vaker voor.
- Mensen met slikangst kunnen tunnelvisie ervaren.
- Angstgevoelens kunnen uitgelokt worden door beelden van pitjes of draadjes die ze zouden kunnen verslikken.
- Paniek kan ontstaan met het gevoel te stikken of dood te gaan.
- De focus is gericht op het vermijden van slikken: het voedsel fijn malen, en mogelijk vermijden van slikken en eten.
- De focus op het slikken kan de angst vergroten.
- Specifieke fobieën leiden tot vermijdingsgedrag.
Sociale Angst
- Sociale angst ontstaat in interactie met anderen, door kritische blikken of negatieve beoordelingen.
- Mensen zijn bang om zich belachelijk te maken.
- Bijvoorbeeld in de vorm van onzekerheid om te spreken.
- Twee vormen van sociale angst:
- bang zijn om in een groep te treden.
- een kleine winkel te bezoeken waar de bestelling moet doorgegeven worden aan het winkelpersoneel.
- bang zijn om in een collegezaal te spreken.
- De gegeneraliseerde vorm komt voor in allerlei sociale situaties.
Medicijnen bij Angstklachten
- Psychotherapie, met name cognitieve gedragstherapie, is een belangrijke manier om angstklachten te behandelen.
- Medicijnen kunnen de psychotherapie ondersteunen.
- Twee groepen psychofarmaca zijn van belang: antidepressiva en anxiolytica.
Antidepressiva
- SSRI's (selectieve serotonineheropnameremmers) en venlafaxine worden hierbij gebruikt.
- De dosering begint laag en wordt geleidelijk opgehoogd.
- Bijwerkingen zijn misselijkheid, hoofdpijn, toename van angst en paniek, slaapklachten, stoornissen in de seksuele functies en gewichtstoename.
- Cliënten moeten de therapie niet meteen afbreken.
- Bij een paniekstoornis vinden 60% van de cliënten zelf een afname van de frequentie en intensiteit van de paniekaanvallen.
- De sociale-angststoornis vindt 25% verbetering van de klachten plaats, en 35% volledige verdwijning. Anxiolytica
- Anxiolytica (angstdempende medicijnen, kalmerende middelen)
- Behoren tot de groep benzodiazepinen.
- Ze werken spierverslappend, slaapbevorderend en angstdempend en worden voorgeschreven bij angstklachten, spanningen en stress.
- Ze kunnen stuiptrekkingen onderdrukken en epilepsie aanvallen dempen.
- Vaak voorgeschreven bij sommige gevallen van epilepsie, meestal samen met een ander anti-epilepticum.
- Voorbeelden van benzodiazepinen zijn diazepam, lorazepam en oxazepam.
- Belangrijke bijwerkingen zijn sufheid, slaperigheid en vermoeidheid.
- Tolerantie treedt op; het lichaam raakt aan het middel gewend en heeft steeds hogere doseringen nodig om het gewenste effect te krijgen.
- De redenen om met een benzodiazepine kuur te stoppen.
- Ontwenningsverschijnselen zijn trillen, transpireren, hartkloppingen, paniek, misselijkheid, slapeloosheid, spierpijn, agressie en zelfs epileptische aanvallen.
- Afhankelijkheid en tolerantie kunnen voorkomen door het middel niet dagelijks te gebruiken, bijvoorbeeld drie dagen wel en dan één of twee dagen niet.
Worstelen met de Aandoening
- Deze fase bestaat nog steeds angst voor de aandoening, maar er komt ook ruimte voor de vraag hoe ermee geleefd kan worden.
- Manieren om contact met zichzelf te krijgen en om actief te leren omgaan met de angsten, worden gezocht.
- Kenmerken van deze fase zijn de worsteling met het gebrek aan vertrouwen en de zoektocht naar zichzelf.
- Het herstelproces is voor iedere cliënt anders en vraagt om een unieke aanpak.
- Een hulpverlener kan helpen om weer wat meer in contact te komen met zichzelf en met anderen.
- Cliënten herinneren zich na jaren niet de methoden die je gebruikt hebt, wel de positieve ondersteuning die ze hebben ontvangen.
Persoonsgebonden Risicofactoren
- Erfelijkheid: Kinderen van ouders met een depressie hebben meer kans op het krijgen van een depressie.
Omgevingsgebonden Risicofactoren
- Intergenerationele problemen: Kinderen van ouders met psychische of verslavingsproblemen (KOPP-/KOV-kinderen).
- Kinderen van ouders met een ondermijnende opvoedingsstijl: overmatig beschermend, autoritair, of verwaarlozende stijl.
- (Psycho)traumatische jeugdervaringen als (seksuele) mishandeling en emotionele verwaarlozing.
- Relationele problemen of ruzies (tussen ouders).
Oorzaken van een Depressie
- Er is geen eenduidige oorzaak aan te wijzen voor het ontstaan van een depressie.
- Een depressie is een combinatie van biologische, sociale en psychologische factoren.
- Stemmingsveranderingen kunnen een direct gevolg zijn van een somatische aandoening zoals dementie, een hartinfarct of chronische pijnklachten.
- Slechter functioneert het immuunsysteem, waardoor mensen vatbaarder is voor infecties.
- Onderzoekt de relatie tussen voeding en leefstijl en het ontstaan van een depressie (Cahn, 2020).
- Depressie is voor 30 tot 40% erfelijk bepaald (Schoevers & Parmentier, 2015; Van Heycop ten Ham, De Vos & Hulsbergen, 2013).
- Stresssysteem van iemand met een depressie duidelijk anders over.
- Mensen met een depressie hebben een grote hoeveelheid stresshormoon in het bloed, hetgeen invloed heeft op het slaappatroon, de hartslag, de ademhaling, eetlust en de spijsvertering.
- Stress in verscheidene vormen is de belangrijkste factor voor het ontstaan van een depressie (Claes, 2016).
- Mensen met een depressie hebben vaak negatieve ervaringen opgedaan in hun leven die de stress veroorzaken.
- Acute stress kan overlierversvaringen gaan.
- Chronische stress vergroot de kans op een depressie vermeer vijfvoudig.
- Ook chronische stress, bijvoorbeeld bij langdurige financiële zorgen, een slechte relatie of werksituatie, vergroot de kans op een depressie.
- Ervaringen van ernstige stress op jonge leeftijd, bijvoorbeeld bij kinderen die te maken krijgen met veel vernederingen, seksueel misbruik of andere vormen van mishandeling, verlies van een ouder of een ernstige lichamelijke ziekte.
- Hebben twee keer zoveel kans op het ontwikkelen van depressieve problematiek.
- Kinderen van ouders met depressieve problematiek (KOPP-kinderen).
Persisterende depressieve problematiek, voorheen dysthymie en chronische depressie
- Neerslachtigheid is een kenmerk.
- De gedeprimeerde stemming is minder uitgesproken, maar kan jaren duren.
- Met een persisterende depressieve stemming neigen naar een negatief zelfbeeld en pessimisme.
- De klachten zijn een vast onderdeel van het leven, waardoor het voor diegene lastig als het onderdeel van de persoonlijkheid.
- De somberheid aan de buitenkant nauwelijks zichtbaar is en bovendien dat mensen het er last van hebben het beschouwen als iets wat voor hen heel gewoon is.
- Hulpverleners zijn doorgaans weinig bekend met deze problematiek en kijken vooral naar acute klachten die op dat moment spelen en niet naar de persisterende stemming.
- Mensen uit de sociale omgeving beoordelen het bijpassende gedrag als gezeur, als ze nog niet goed begrijpen wat er speelt, waardoor relaties onder druk komen te staan.
- Dat kan weer consequenties hebben voor de problematiek.
Specifieke Vormen van Depressie
- Seizoensgebonden depressie (winterdepressie) en de postpartum depressie zijn specifieke depressieve stemmingsproblemen.
- Mensen krijgen last van een seizoensgebonden depressie wanneer de winter begint.
- Kenmerken zijn prikkelbaarheid, sombere stemming, vermoeidheid, lusteloosheid en gebrek aan concentratie.
- Postpartum depressie is een depressie die bij vrouwen optreedt na de bevalling, een life event met een grote emotionele lading.
Stedelijk Milieu
- Psychische aandoeningen zijn meer voorkomend in verstedelijkte gebieden met een lage urbanisatiegraad (De Graaf et al., 2010; Driessen, 2011).
- Een stedelijk milieu gaat gepaard met een hoger stressniveau (door drukte, criminaliteit, en mindere sociale samenhang).
- Misschien trekken deze stedelijke milieus ook meer mensen aan die vatbaar zijn voor psychische aandoeningen door gebrek aan sociale controle.
Minderheden
- Psychische aandoeningen meer voorkomend bij mensen met een niet-westerse achtergrond (De Graaf et al., 2010; Driessen, 2011).
- Discriminatie, racisme, tussen westerse en niet-westerse culturen zijn stressbronnen, veroorzaken machteloosheid, frustraties, woede, moedeloosheid, en traumatiserende vluchtelingen.
- LHBQ's (Lesbiennes, homo- en biseksuelen, transgenders en mensen die wat betreft seksuele voorkeur of genderidentiteit niet in een hokje geplaatst willen worden) zijn een andere minderheidsgroepering
Studying That Suits You
Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.