Podcast
Questions and Answers
Wat is het percentage dat aan het theorie-examen wordt toegekend?
Wat is het percentage dat aan het theorie-examen wordt toegekend?
- 10%
- 70% (correct)
- 50%
- 30%
Hoeveel botten heeft een volwassen persoon gemiddeld?
Hoeveel botten heeft een volwassen persoon gemiddeld?
- 250
- 180
- 300
- 206 (correct)
Wat beschrijft het 'origo' van een spier?
Wat beschrijft het 'origo' van een spier?
- Het midden van de spier.
- Het aanhechtingspunt van de spier dat in dezelfde positie blijft tijdens een beweging. (correct)
- Het punt waar de spier aanhecht aan het bot dat beweegt.
- De identificatie van de spier in het skelet.
Bij welke as speelt de voor naar achter beweging zich af?
Bij welke as speelt de voor naar achter beweging zich af?
In welke regio bevindt zich de steensnedeligging?
In welke regio bevindt zich de steensnedeligging?
Wat is een belangrijk aspect van de zelfstudie-opdracht?
Wat is een belangrijk aspect van de zelfstudie-opdracht?
Wat is het percentage van het practicumexamen in de totale beoordeling?
Wat is het percentage van het practicumexamen in de totale beoordeling?
Wat is het totale aantal spieren in het menselijk lichaam?
Wat is het totale aantal spieren in het menselijk lichaam?
Wat is een kenmerk van de thorax regio?
Wat is een kenmerk van de thorax regio?
Wat is het doel van de meerkeuzevragen in de zelfstudie-opdracht?
Wat is het doel van de meerkeuzevragen in de zelfstudie-opdracht?
Wat is de belangrijkste focus van de anatomische opleiding in de 1e bachelor Biomedische Wetenschappen?
Wat is de belangrijkste focus van de anatomische opleiding in de 1e bachelor Biomedische Wetenschappen?
Welke van de volgende structuren wordt niet expliciet genoemd als onderwerp van studie?
Welke van de volgende structuren wordt niet expliciet genoemd als onderwerp van studie?
Wat is een van de beoogde competenties voor studenten in deze opleiding?
Wat is een van de beoogde competenties voor studenten in deze opleiding?
Welke rol spelen de flashcards in het studieproces?
Welke rol spelen de flashcards in het studieproces?
Wat omvat het practicum in deze cursus?
Wat omvat het practicum in deze cursus?
Welke van de volgende uitspraken over de opleiding is juist?
Welke van de volgende uitspraken over de opleiding is juist?
Wat is de functie van de mediasite in deze opleiding?
Wat is de functie van de mediasite in deze opleiding?
Wie is niet genoemd als docent in de theorie-onderdelen?
Wie is niet genoemd als docent in de theorie-onderdelen?
Welke uitspraak over het leerproces in de anatomie is juist?
Welke uitspraak over het leerproces in de anatomie is juist?
Study Notes
Anatomie van het bewegingsapparaat
- Dit vakdeel behandelt de structuur en functie van het menselijk lichaam, met focus op het skelet, spierstelsel, bezenuwing en bloedvoorziening van de spieren.
Doelstellingen
- Studenten leren de diverse anatomische structuren herkennen en benoemen.
- Studenten ontwikkelen inzicht in de ruimtelijke opbouw van het menselijk lichaam.
- Studenten ontleden de functies van diverse anatomische structuren.
- Studenten verwerven inzicht in klinische aspecten die betrekking hebben op spierwerking.
Competentie
- Studenten moeten voldoende inzicht en kennis hebben van de 3D-opbouw van het menselijk lichaam om, tijdens toekomstige wetenschappelijke studies, diverse pathologiën te kunnen herkennen en lokaliseren.
Themas in het vak
- Algemene anatomie
- Centraal en perifeer zenuwstelsel (inclusief autonoom zenuwstelsel)
- Algemene bloedvoorziening
- Skeletspieren
- Osteologie (introductie)
- Ligamenten
Leermaterialen
- Handboek: Prometheus: anatomische atlas (3 delen)
- Algemene anatomie en bewegingsapparaat
- Inwendige organen
- Hoofd, hals en neuroanatomie
- Optioneel: FLASH CARDS
- Practicum:
- Begeleidingstekst voor het practicum
- Practicumatlas met ongemerkte figuren
Aanvullende bronnen
- Website: www.cursusdienst.be
- Website: aclandanatomy.com
- Website: anatomytool.org
- Website: sketchfab.com/marjanmaldoy/collections
Online Leerplatform
- Blackboard bevat:
- Mededelingen
- Lesrooster (topics per les, de te kennen pagina's per les)
- Lijst met spieren waarvan men functie en bezenuwing moet kennen
- Zelfstudie-opdracht
- Powerpointpresentaties van elke les
- Behulpzame documenten
- Video-opnames van elke les (Mediasite)
Evaluatie
- Zelfstudie-opdracht: 10%
- Practica: oefeningen/testen 10%
- Examen:
- Practicumexamen of osteologie-examen: 10%
- Theorie-examen: 70%
- Open vragen: 30%
- Multiple Choice vragen: 10% (hoge cesuur)
- Spieren benoemen: 30%
Zelfstudie-opdracht
- Verplicht voor alle studenten.
- Bestaat uit 5 meerkeuzevragen met 5 antwoordmogelijkheden.
- Vragen vereisen uitleg van de juiste of foute antwoorden.
- Variatie in de vragen: regio’s, orgaansystemen.
- Vragen en antwoorden beperken tot de leerstof.
- Plagiaat is niet toegestaan.
- In te dienen als Word-bestand via Blackboard.
- Deadline: 8 december 2024 om 23u59.
Anatomische terminologie
- Assen:
- Sagittale as (voor naar achter)
- Longitudinale as (boven naar onder)
- Transverse as (links naar rechts)
- Vlakken:
- Sagittale vlak
- Frontale (coronale) vlak
- Transverse (dwarse of horizontale) vlak
Oriëntatiepunten
- Oppervlaktereliëf en tastbare beenderpunten
Lichaamsgebieden
- Regio perinealis
- De steensnedeligging
Skeletstelsel
- Volwassen: 206 botten
- Pasgeboren: 300 botten
Spieren
- 220 afzonderlijke skeletspieren
- Origo: Het aanhechtingspunt van de spier dat tijdens beweging niet beweegt.
- Insertie: De eindpees van de spier, die vastzit aan een ander bot, ten opzichte van de origo.
Overige Systemen
- Cardiovasculair stelsel
- Lymfatisch systeem
Belangrijke spreuk
- "Repetitio mater studiorum est." - Herhaling is de moeder van het leren.
Studying That Suits You
Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.
Related Documents
Description
Dit quiz behandelt de structuur en functie van het menselijk lichaam, met een focus op het skelet en spierstelsel. Studenten zullen leren om anatomische structuren te herkennen en te begrijpen hoe deze samenwerken. Bovendien wordt er aandacht besteed aan klinische aspecten die van invloed zijn op spierwerking.