Aisance en Zelfvertrouwen Quiz

Choose a study mode

Play Quiz
Study Flashcards
Spaced Repetition
Chat to Lesson

Podcast

Play an AI-generated podcast conversation about this lesson

Questions and Answers

Met ______ heb je vertrouwen in jezelf.

zelfvertrouwen

Een ______ is iemand die veel creatief talent heeft.

gegeven

De ______ is belangrijk voor elke groep die samenwerkt.

teamgeest

______ helpt je om open en eerlijk te zijn tegenover anderen.

<p>Oprechtheid</p> Signup and view all the answers

Een ______ persoon is iemand die anderen met respect behandelt.

<p>vriendelijk</p> Signup and view all the answers

Iemand die ______ is, heeft moeite om zich aan te passen aan veranderingen.

<p>koppig</p> Signup and view all the answers

Een ______ persoon kan goed met anderen omgaan en geniet van sociaal contact.

<p>sociaal</p> Signup and view all the answers

Iemand die ______ is, kan zich moeilijk vinden in andere mensen en situaties.

<p>onverschillig</p> Signup and view all the answers

Le / La ______ est une de mes qualités.

<p>spontanéité</p> Signup and view all the answers

Hij moet ______ met roken.

<p>stoppen</p> Signup and view all the answers

Je moet echt ______ in jezelf als je dit wilt bereiken.

<p>vertrouwen</p> Signup and view all the answers

Zij probeert altijd ______ te zijn in moeilijke situaties.

<p>eerlijk</p> Signup and view all the answers

Het is belangrijk om goed ______ te gaan met je collega's.

<p>op te schieten</p> Signup and view all the answers

Flashcards

Zelfvertrouwen

Het vertrouwen in jezelf en je eigen mogelijkheden.

Egoïsme

Het denken en handelen uitsluitend in je eigen belang.

Arrogant

Met overdreven zelfvertrouwen, vaak op een onaangename manier.

Teamgeest

De samenwerking en het gezamenlijk doel nastreven binnen een groep.

Signup and view all the flashcards

Verlegenheid

Een gevoel van angst of ongemak in sociale situaties.

Signup and view all the flashcards

Onverschillig

Niet geïnteresseerd of betrokken bij iets.

Signup and view all the flashcards

Moeite hebben met

Er moeite mee hebben om iets te doen.

Signup and view all the flashcards

Afleiding

Iets dat je aandacht trekt en je daardoor afleidt van een belangrijkere taak of activiteit.

Signup and view all the flashcards

Vertrouwen hebben in iemand

Iemand vertrouwen, geloven in de betrouwbaarheid van iemand.

Signup and view all the flashcards

Een uitdaging aangaan

Een moeilijke taak of situatie oppakken, er een test aan onderwerpen.

Signup and view all the flashcards

Goed/slecht opschieten (met)

Een goede/slechte relatie hebben met iemand.

Signup and view all the flashcards

Eerlijk gezegd

Op een oprechte/directe manier spreken, zonder leugens of misleiding.

Signup and view all the flashcards

Zich gedragen

Je manier van handelen en je gedrag.

Signup and view all the flashcards

Study Notes

Aisance en Zelfvertrouwen

  • Aisance (f): Gemak, vlotheid
  • Zelfvertrouwen (en soi): Zelfvertrouwen
  • Gaven (talent): Talent, begaafdheid
  • Teamgeest: Teamspirit, groepsgeest
  • Vriendelijkheid: Vriendelijkheid
  • Gevoeligheid: Gevoelig
  • Oprechtheid: Oprecht, eerlijk
  • Spontaniteit: Spontane, ongedwongen
  • Aandachtig, zorgzaam: Attent, zorgzaam
  • Zelfverzekerd: Zeker van zichzelf
  • Zelfredzaam: Zelfredzaam
  • Relaxed: Ontspannen

Negatieve Eigenschappen

  • Distractie: Afleiding
  • Egoïsme: Egoïsme
  • Arrogant: Arrogant
  • Tegendraads/frustrerend: Tegendraads, frustrerend
  • Egoïstisch: Egoïstisch, zelfzuchtig
  • Hypocriet: Hypocriet, schijnheilig
  • Onverschillig: Onverschillig, apathisch
  • Koppig: koppig
  • Ergeren/irriteren: irriteren
  • Opscheppen: Opscheppen
  • Moeite hebben (met): Moeite hebben (met)
  • Oren van iemand kapot zeuren/ergeren: Iemand lastigvallen/zeuren/ergeren

Persoonlijkheid

  • Gedrag: Gedrag
  • Onverschilligheid: Tolerantie,
  • Stilte: Verlegenheid
  • Verdraagzaamheid: Verdraagzaamheid
  • Gemotiveerd- geïnteresseerd: (on)geïnteresseerd
  • Verrijkend: Verrijkend
  • Betrouwbaar: Betrouwbaar
  • Trots: Trotse
  • Gesloten: Gesloten
  • Rustig: Rustig, kalm, ontspannen
  • Hulpvaardig: Hulpvaardig, behulpzaam
  • Verlegen: Verlegen

Communicatie

  • Spontaneïteit: Spontaneïteit
  • Reservé (e): Reserveert
  • Begaafd (begiftigd): Begaafd/begiftigd
  • Zintuiglijkheid: Zintuiglijkheid
  • Gentiel/aangepast: Gemakkelijk, elegant, aangepast
  • Spreekvaardigheid: Communicatie
  • Zwaktes: Zwaktes
  • Franse taalbeheersing: Franse taalbeheersing
  • Irritant: Irritant

Studying That Suits You

Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.

Quiz Team

More Like This

Factors Associated with Self-confidence
10 questions
Psychology: Building Self Confidence
10 questions
Building Self-Confidence Through Training
13 questions
Use Quizgecko on...
Browser
Browser