Podcast
Questions and Answers
Wat is het verschil tussen bbp in lopende prijzen en bbp in volume?
Wat is het verschil tussen bbp in lopende prijzen en bbp in volume?
Wat is de definitie van het bruto nationaal product (bnp)?
Wat is de definitie van het bruto nationaal product (bnp)?
Het bnp is het totale inkomen van de mensen die in een land wonen, ongeacht of ze in dat land of in het buitenland werken, plus de totale toegevoegde waarde door de inwoners van dat land voortgebracht in een ander land.
Welke regio's worden gezien als belangrijke regionale clusters in België?
Welke regio's worden gezien als belangrijke regionale clusters in België?
Wat is de definitie van de budgetlijn?
Wat is de definitie van de budgetlijn?
Signup and view all the answers
Wanneer de prijs van een product daalt, daalt de gevraagde hoeveelheid.
Wanneer de prijs van een product daalt, daalt de gevraagde hoeveelheid.
Signup and view all the answers
Wat is het verschil tussen de individuele vraag en de collectieve vraag?
Wat is het verschil tussen de individuele vraag en de collectieve vraag?
Signup and view all the answers
Wat zijn de twee soorten kosten voor een bedrijf?
Wat zijn de twee soorten kosten voor een bedrijf?
Signup and view all the answers
De totale kosten zijn de som van de totale variabele kosten en de totale constante kosten.
De totale kosten zijn de som van de totale variabele kosten en de totale constante kosten.
Signup and view all the answers
Wat is de definitie van de gemiddelde kosten?
Wat is de definitie van de gemiddelde kosten?
Signup and view all the answers
Wat is de definitie van de marginale kosten?
Wat is de definitie van de marginale kosten?
Signup and view all the answers
Wat is de optimale productiehoeveelheid?
Wat is de optimale productiehoeveelheid?
Signup and view all the answers
Wat zijn de totale opbrengsten?
Wat zijn de totale opbrengsten?
Signup and view all the answers
Wat zijn de gemiddelde opbrengsten?
Wat zijn de gemiddelde opbrengsten?
Signup and view all the answers
Wat zijn de marginale opbrengsten?
Wat zijn de marginale opbrengsten?
Signup and view all the answers
Study Notes
Economie: Examens
-
Bruto binnenlands product (bbp): Nominaal bbp is de waarde van het bbp in de lopende prijzen van een bepaald jaar, Reëel bbp is de waarde van het bbp in vaste prijzen (een referentiejaar) om prijsveranderingen te elimineren.
-
Nationaal product (bnp): Het totale inkomen van individuen in een land (ook als ze in het buitenland werken), en de totale toegevoegde waarde door inwoners van dat land in het buitenland geproduceerd.
-
Regionale clusters: Regio's met ondernemingen uit dezelfde sector, vaak innovatieve bedrijven met veel investeringen in onderzoek. Ze dragen veel bij aan het bbp/ de toegevoegde waarde van een land. Voorbeelden: Nanotechnologie (Leuven), Biotechnologie (Gent), (Petro)chemie (Antwerpen).
-
Nanotechnologie (Leuven): Ontwikkeling van technologie met gebruik van kleine deeltjes (atomen) zoals computerchips en toepassingen in geneeskunde.
-
Biotechnologie (Gent): Toepassing van biologie op verschillende domeinen, zoals het ontwikkelen van gewassen die immuun zijn voor ziektes of extreem weer.
-
(Petro)chemie (Antwerpen): Verwerking van aardolie tot verschillende producten zoals plastics.
Hoe wordt het keuzegedrag van de consument bepaald?
-
Budgetlijn: Een grafische weergave van mogelijke productcombinaties die een consument kan kopen met een bepaald budget, rekening houdend met prijzen van producten.
-
Budgetlijn-wijziging bij inkomsteschommelingen: Als het inkomen stijgt, verschuift de budgetlijn naar rechts, en bij een lager inkomen, naar links (onder de aanname dat de prijzen en voorkeuren gelijk blijven).
-
Optimale productcombinatie: De consument kiest de productcombinatie die zijn/haar voorkeur maximaal bevredigt binnen de mogelijke mogelijkheden, die overeenkomt met het punt waar de budgetlijn de hoogste indifferentiecurve raakt.
-
Vraagcurve: Geeft het aantal eenheden weer dat een consument wil kopen bij een bepaalde prijs. De vraagcurve is dalend: bij een hogere prijs, vraag van het product daalt; bij een lagere prijs, vraag stijgt.
-
Individuele vraag: De vraag van één individuele consument.
-
Collectieve vraag: De som van alle individuele vragen in de markt, ook wel de marktvraag, is als een vergelijking met de vorm: Q = -a * P + b waarbij 'a' een positief getal is, en 'b' een reëel getal.
Hoe is het keuzegedrag van de producent bepaald?
-
Totale kosten: Het totaal van de variabele en constante kosten van productie.
-
Variabele kosten: Kosten die variëren met de productiehoeveelheid (bv. arbeidskosten).
-
Constante kosten: Kosten die niet variëren met de productiehoeveelheid (bv. huur van een fabriek).
-
Gemiddelde kosten: De kosten per geproduceerde eenheid (TK/Q, TVK/Q).
-
Marginale kosten (MK): Extra kosten voor het produceren van één extra eenheid. De MK-curve is eerst dalend dan stijgend.
-
Opbrengsten: Verkopen * prijs: totale opbrengsten (TO)
-
Marginale opbrengsten (MO): Extra inkomsten door één extra verkocht product. (TO/Q)
-
Gemiddelde opbrengsten: De opbrengsten per geproduceerde eenheid (GO=TO/Q)
Studying That Suits You
Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.