Untitled Quiz

Inhoud van het document

• Inleiding: Het document behandelt netwerkbeheer. Het geeft informatie over cloud, edge computing, netwerkadapters, bedrijven, SAN, LAN, WAN, MAN, Peer-to-Peer vs Client-Server, cijfers, draadloze verbindingen, netwerkschema's, datacommunicatie, breedbandinternet, internetsnelheid, netwerkbekabeling, kabels aansluiten, netwerkbekabeling-Coax, netwerkbekabeling-Glasvezel, netwerkbekabeling-TP-bekabeling, patchen, topologieën, FDDI, topologieën, DMZ, OSI-model, TCP/IP-model, communicatie met uni-, multi- & broadcast, MAC-adressering, netwerktoestellen opzoeken in LAN, aankoop van een switch, verschil tussen Layer 2 en Layer 3 switch, WOL, IP-adressering, internet, etc.

De Cloud

• Het internet bestaat uit vele netwerktoestellen die samenwerken.
• De cloud maakt gebruik van het internet om diensten te leveren.
• Grote bedrijven gebruiken de cloud voor opslag en diensten.
• Clouddiensten zorgen voor persoonlijke data en applicaties.
• Een stabiel netwerk is nodig voor cloud-gebruik.

Edge computing

• Edge computing is een computersysteem op de rand van het netwerk.
• Dit systeem verwerkt lokale data, zodat de data niet altijd naar de cloud moet gestuurd worden.
• Edge computing is efficiënt voor een grote hoeveelheid verbonden data.

Netwerkadapter

• Elk apparaat in een netwerk heeft tenminste één netwerkadapter.
• Deze kaart maakt verbinding met het netwerk mogelijk.
• Verschillende netwerken gebruiken verschillende technieken (bv VoIP, Coax, UTP, Fiber).

Groot bedrijf

• Grote bedrijven hebben vaak centrale software.
• Het is noodzakelijk dat alle computers dezelfde software hebben.
• Daartoe is een gecentraliseerd netwerk (bv. een server) belangrijk.

SAN

• Een Storage Area Network (SAN) is een netwerk dat specifiek voor de opslag van data is ontworpen.
• Het is gescheiden van het normale netwerk om dataopslag afzonderlijk van het bedrijfsnetwerk te plaatsen.

LAN, WAN en MAN

• Local Area Network (LAN): is een klein netwerk, vaak binnen één gebouw.
• Wide Area Network (WAN): is een groter verbonden netwerk, bv het internet.
• Metropolitan Area Network (MAN): een netwerk van stedelijke omvang, groter dan een LAN maar kleiner dan een WAN.

Peer-to-Peer vs Client-Server

• Peer-to-Peer systemen: elke computer kan zowel een client als een server zijn.
• Client-Server systemen: centrale servers handelen verkeer af.

Cijfers

• Er is een hoog aantal internetgebruikers in België.
• De meeste mensen gebruiken mobiele devices.

Datacommunicatie

• Datacommunicatie is het versturen en ontvangen van gegevens.
• Data wordt in pakketten opgedeeld voor efficiënt transport.
• Packet-switching verdeelt data in stukjes die gefilterd kunnen worden zodat andere datastromen er ook gebruik van kunnen maken..

Breedbandinternet

• Kabel-, DSL- en glasvezel internet zijn vormen van breedbandinternet.
• DSL gebruikt de telefoonlijn voor verbinding.
• Kabel maakt gebruik van coaxiale kabels.
• Glasvezel is zeer snel en gebruikt lichtsignalen.

Draadloze verbindingen

• Wi-Fi-netwerken zijn veelal verbonden via dragere-draadjes.
• Wi-Fi-technologie werkt bij een langere afstand minder goed dan kabeltechnologie.
• De beveiliging van je netwerk is belangrijk.

Patchen

• Patching gebruikt kabels en connectoren om onderdelen in een patchkasten aan te sluiten.

Topologieën

• Netwerktopologie bepaalt hoe apparaten in een netwerk zijn verbonden.
• Bekende topologieën zijn bus- en ring.
• Er zijn verschillende fysieke en logische topologieën.

Een DMZ

• Een DMZ is een afgesloten deel van het netwerk dat publiek toegankelijk is.
• Dit deel is aparte van het interne netwerk (firewall) gescheiden.
• Serverdiensten zijn hier meestal gehuisvest.

Het OSI-model

• Een referentiemodel voor communicatie in netwerken.
• Er zijn 7 lagen die samenwerken voor een goede communicatie.

MAC-adressering

• Elke netwerkadapter heeft een uniek MAC-adres.
• Op logica worden MAC-adressen gebruikt voor communicatie in een LAN.

Een netwerk toestel opzoeken in het LAN

• Als je een nieuwe PC in je netwerkinstalleert dan kan je het IP-adres van de nieuwe PC via een opdracht opzoeken.
• Via het command Windows-opdracht kan de PC een antwoord geven over de locatie van de device die gevraagd wordt.

Internetverkeer en foutcontrole

• Internetverkeer kan georiënteerd of niet-georiënteerd zijn.
• TCP laat het toe om foutloze communicatie te garanderen.
• UDP laat het toe om sneller te werken, maar zonder foutcontrole.

Web - Deep web - Dark web

• Het internet is in drie delen opgedeeld: surface web, deep web en dark web.
• Het surface web is het deel dat met een normale zoekmachine toegankelijk is.
• Het deep web ligt achter inlog schermen of speciale beschermingsmuren en is dus niet directly toegankelijk voor iedereen.

Het LAN

• LAN is een lokaal netwerk; voor connectiviteit in een lokaal netwerk (bv. in een bedrijf of school)
• Veel huizen hebben een LAN, maar die is vaak verbonden met een WAN (bv internet).

Cijfers (data)

• Cijfers en data over internetverbruik worden opgenomen voor overzicht.