Samenvatting Geschiedenis TSO (Aangepast) PDF

Summary

Dit document bevat een samenvatting van de geschiedenis, georganiseerd in verschillende tijdperken. De samenvatting deelt informatie over historische periodes, zoals de prehistorie, oude nabije oosten, klassieke oudheid, middeleeuwen, nieuwe tijd, nieuwste tijd en eigen tijd. Het bespreekt ook de relatie tussen historische periodes. Het document is een samenvatting en geen examen.

Full Transcript

HET HISTORISCH REFERENTIEKADER 10% DE TIJD HISTORISCHE PERIODES prehistorie 8000 v.C. – 3500 v.C. Neolitische revolutie oude nabije oosten 3500 v.C. – 800 v.C. uitvinding schrift klassieke oudheid 800 v.C. – 4...

HET HISTORISCH REFERENTIEKADER 10% DE TIJD HISTORISCHE PERIODES prehistorie 8000 v.C. – 3500 v.C. Neolitische revolutie oude nabije oosten 3500 v.C. – 800 v.C. uitvinding schrift klassieke oudheid 800 v.C. – 476 stichting Rome middeleeuwen 476 – 1453 val West-Romeinse Rijk nieuwe tijd 1453 – 1789 val Oost-Romeinse Rijk - Constantinopel nieuwste tijd 1789 – 1945 Franse revolutie eigen tijd 1945- heden einde WOII ANCIEN REGIME hiermee wordt de periode aangeduid waarin FR werd geregeerd door absolute vorsten vóór de Franse Revolutie van 1789 VERGELIJKING TUSSEN NIEUWSTE EN EIGEN TIJD nieuwste tijd was een BREUK met ancien regime omdat ; - begin proces globalisering - Franse revolutie is breekpunt tss nieuwe en nieuwste tijd - Industriële revolutie is ook een breekpunt - onderlinge concurrentie (landen) op economisch, politiek en territoriaal vlak nieuwste tijd was GEEN BREUK met ancien regime omdat ; - alle processen is het gevolg van processen die al bezig waren tijdens de renaissance → getuigt eerder van continuïteit dan verandering eigen tijd was een BREUK met nieuwste tijd omdat ; - einde kolonisatie - einde WOII - nauwere internationale samenwerkingen (VN, NATO) eigen tijd was GEEN BREUK met nieuwste tijd omdat ; - veel naoorlogse revoluties waren al gestart in 19e eeuw - begin secularisatieproces → 1e scheiding tss kerk en staat - al sprake van communisme voor en tijdens WOI 1 OVERGANG VAN SAMENLEVINGEN overgang van jagers-verzamelaars → landbouwsamenleving - was mogelijk door ontdekking van landbouw - 8000 v.C. - neolithische samenleving overgang landbouwsamenleving → industriële samenleving - gevolg van industriële revolutie - 1780 – 1850 overgang industriële samenleving → postindustriële samenleving - gevolg van de digitale revolutie - doorbraken in de fysica (= sneller internet, ontstaan WWW) - ontstaan microchip (= mogelijkheid betaalbare computers) - 1970 kenmerken van de samenlevingen jagers-verzamelaars - vroegste samenlevingsvorm - kleine groep nomaden - technologie gericht op overleven - 1 leider - traditie heel belangrijk landbouwsamenleving - leven in kleine nederzettingen - verbetering landbouwtechnieken - leven in dorpen vereist vorm van bestuur - vrouwen geen inspraak in bestuur industriële samenleving - economie wordt gedreven door industrie - groot verschil in behandelen mannen en vrouwen - ontstaan verzorgingsstaat - democratisering onderwijs postindustriële samenleving - economie gedreven door dienstensector - evolutie naar kennismaatschappij - research & development - nieuwe gezinsvormen - digitale kloof (= nieuwevorm ongelijkheid) 2 DE DOMEINEN VIER MAATSCHAPPELIJKE DOMEINEN politieke domein ; afspraken, organisatie, regels, wetten, rechten en plichten (naleven) economisch domein ; handel, landbouw, diensten en nijverheid sociaal domein ; manier van samenleving en verhouding tss mensen cultureel domein ; kunst, religie, techniek, wetenschap en leefgewoonten VERBAND TUSSEN DE MAATSCHAPPELIJKE DOMEINEN hulp aan 3e wereld tijdens Koude Oorlog ; politiek dominotheorie : als 1 land valt voor communisme, volgen er meerdere landen economie dominotheorie : belangrijkdrukmiddel voor ontwikkelingslanden → aankloppen bij S-U als Westen geen hulp bood culturele revolutie China ; cultureel leraren en intellectuelen werden geviseerd, erg effectief propagandabeleid, controle over media, verheerlijking Mao politiek Mao en zijn politieke kring : grote schoonmaak partijtop → tegenstanders uitschakelen 3 DE SAMENLEVING IN DE NIEUWSTE TIJD 52% ECONOMISCHE VERANDERINGEN IN 19 E EEUW EERSTE EN TWEEDE INDUSTRIËLE REVOLUTIE 1ste Industriële Revolutie 2de Industriële Revolutie Wanneer? 1780 – 1850 1870 – 1914 Oorzaken 1. technische en wetenschappelijke vernieuwing 2. economisch liberalisme (vrijheid eco → meer geld ) 3. kolonies : grondstoffen Gevolgen 1. industrieel kapitalisme > handarbeid > machine-arbeid 2. productieoverschot 3. economische crisis Uitvindingen Stoommachine, spinmachine auto, verbrandingsmotor, uitbreiding wegennet Energiebronnen Steenkool Water, elektriciteit, staal, petroleum Industrietakken ijzer industrie, textielindustrie Chemische industrie, staalindustrie 1ste Industriële Revolutie vanaf 1760 in Engeland door verbeterde textiel- en stoommachines komst van stoomtreinen was cruciaal kenmerken houtskool vervangen door steenkool cokes w gebruikt als brandstof in hoogovens ijzer als nieuw constructiemateriaal mechanisering textielindustrie 2e Industriële Revolutie technologische revolutie naast stoomkracht en ijzer – intrede elektriciteit en staal gigantische groei van de steden (bevolking ging in steden wonen, en in fabrieken werken) kenmerken elektrische machines ipv stoommachines introductie verbrandingsmotor staal grote wetenschappelijke rol uitbreiding transportinfrastructuur : spoorwegen en kanalen gloeilampen, telegrafie, radio en film 4 INDUSTRIALISATIE IN BELGIË industrietakken ; - katoen en linnen : Gent - wol : Verviers - staal, steenkool, glas & machinebouw : Luik - steenkool, ijzer en glas : Charleroi - chemische industrie : Antwerpen leef- en werkomstandigheden ; - vrouwen en kinderen gingen ook werken in fabriek : anders niet genoeg voedsel voor gezin - vaak geen loon → wel : brood en huisvesting in ruil voor arbeid - arbeiders leefden afgezonderd vd rest, vooral rijke burgers leefden in voorziene wijken - geen vakantie - werkweek van 6 dagen (enkel zondag vrij) kinderarbeid ; begin kinderarbeid situeert zich in de 18e en 19e eeuw 1874 : wet ingevoerd ivm kinderarbeid wetten ivm kinderarbeid - kinderen < 12 = niet in fabrieken - jongens 12-16 / meisjes 12 – 21= max 12u/dag - jongens < 16 /meisjes < 21 = ’s nachts niet werken - meisjes < 21 = niet ondergronds proletarisering ontstaan van een klasse mensen zonder enig bezit, die voortdurend op de rand van armoede leven en die alleen hun arbeid kunnen verkopen 5 BELGIË IN DE 19 E EEUW DE BELGISCHE REVOLUTIE 1830 oorzaken ; - taaldwang = iedereen moest Nederlands spreken terwijl meerderheid Belgen Franstalig was - aantal leden : ongelijk verdeeld (noorden kon wil opleggen aan zuiden) unionisme ; unie van de liberalen en katholieken die in het zuidelijke Nederland in verzet gingen tegen regering van Willem I. deze unie streefde in begin jaren een politieke samenwerking na unie der opposities, hun gemeenschappelijk probleem weegt zwaarder door dan hun meningsverschillen nieuwe Belgische grondwet 1831 ; standpunt katholieken - godsdienstvrijheid - onderwijsvrijheid standpunt liberalen - politieke verenigingen - eigen pers - vrijmetselaarsloges kenmerken grondwet ; cijnkiesrecht enkel burgers met bepaalde stand/inkomen hadden recht op stemmen scheiding der machten wetgevende macht (= maken van de wetten ) uitvoerende macht (= toepassen van de wetten) rechterlijke macht (= bestraffen voor het niet naleven van wetten) constitutionele parlementaire monarchie combinatie constitutionele monarchie en parlementaire democratie 6 OPKOMST MARXISME, SOCIALISME EN CHRISTENDEMOCRATIE ideeën marxisme, socialisme en christendemocratie Marxisme Socialisme Christendemocratie Probleem sociale ongelijkheid sociale ongelijkheid sociale ongelijkheid Doel gelijkheid en gelijkwaardigheid gelijkheid en gelijkwaardigheid gelijkheid en gelijkwaardigheid voor arbeidersklasse voor arbeidersklasse voor arbeidersklasse Kenmerken - gelijkheid - gelijkheid - tegen socialisme en - sociale rechtvaardigheid - sociale rechtvaardigheid kapitalisme - solidariteit - solidariteit - maatschappelijke hervorming - kritiek op kapitalisme - aanpakken problemen - oprichten christelijke - benaderd op wetenschappelijk armoede vakbonden, coöperatieven,.. manier - tegen vervreemding van arbeid - collectivisme - communisme ontstaan standpunten van nieuwe politieke partijen de BWP 1885 Belgische werklieden partij : cijnskiesrecht afschaffen + opkomen voor arbeiders standpunten : - stemrecht - levensstandaard en kwaliteit verbeteren - beter onderwijs - arbeidsomstandigheden - afschaffing kinderarbeid de Daensisten 1893 sociaal-vlaamsgezinde christendemocratische beweging : steunen opkomen voor arbeiders standpunten : - verplichte verzekering - steun aan de landbouw - hervorming belastingen - wettelijk erkenning vakverenigingen - regeling arbeidsduur + vrouw/kinderarbeid - verplicht en gratis lager onderwijs - vlaamsgezind de verzuiling verwijst naar specifieke structurering van de samenleving op basis van levensbeschouwing er waren 3 grote zuilen : katholieke, liberale en socialistische elk zuil had zijn eigen : krant, ziekenfonds, politieke partij enz… 7 VERBETERING DOOR DE ARBEIDERS verbetering van de leef- en werkomstandigheden coöperatieven winkels met lagere prijzen sociale wetgeving mensenrechten < arbeidsrechten : niet lang werken, in gezonde omgeving werken vakbonden komen op voor rechten van arbeiders dmv stakingen ziekenfondsen voorzorgkas voor ziekte, ongevallen, zwangerschappen enz evolutie stemrecht in België 19e / 20ste eeuw JAAR NAAM KIESSYSTEEM VOORWAARDEN 1830 Cijnskiesstelsel - Belg zijn - man zijn - minstens 25 jaar oud - belastingen betalen 1893 Algemeen meervoudig stemrecht - man zijn - minstens 25 jaar oud - aantal stemmen die je mag geven (max 3) afhankelijk van hoeveel belastingen je betaalt 1919 Algemeen enkelvoudig stemrecht - man zijn - minstens 21 jaar oud - iedereen 1 stem 1948 Nationale verkiezingen Alle Belgen (man&vrouw) ouder dan 21 jaar DE CULTURELE ONTWIKKELINGEN KUNSTSTROMING NAAR KEUZE : ROMANTIEK kenmerken eind 18e eeuw – 19e eeuw - subjectief = gevoelens staan centraal = personages / kijkers voelen elk hun eigen gevoel - bombastisch = bv : in schilderijen zitten veel details, en kunnen heel diep ingaan op een bepaald onderwerp - onvrede = personage wordt geconfronteerd met situatie waarmee hij/zij geen vrede kan nemen - vlucht = gevolg van onvrede : weg uit omgeving of extreem naar de dood - verheerlijking = elementen mooier voorstellen (bijna perfect) dan dat ze zijn = gebeurd bij natuur en verleden 8 LIBERALISME EN NATIONALISME LIBERALISME liberalisme 19e eeuw politieke ideologie ideeën van liberalisme liberalen vinden dat : 1 grens aan eigen vrijheid en dat is de vrijheid van een ander DWZ : iedereen moet kunnen doen en laten wat hij/zij wil, zolang het de ander niet beperkt politiek : parlementaire – constitutionele regeringsvorm beperking van de macht van de staat sociaal : elk individu bepaalt eigen positie in de samenleving, ze zijn zelfverantwoordelijk economisch : recht op : particuliere eigendom en economisch initiatief cultuur : bevrijding verouderde geloofs- en denkvormen NATIONALISME nationalisme ontstaan voor 1800 ideeën van nationalisme samenhangende ideologie die aan eigen natie een zeer hoge waarde toekent en is erop gericht de macht van eigen natie te vergroten kenmerken : - invloed op maatschappelijk leven - steunt op gevoel en kan grotere massa’s overtuigen - gevaarlijk want massabeweging leidt snel tot hoogoplopende emoties - eist zelfbeschikkingsrecht op (herstel vaderland, volk verenigen in 1 natie,…) - wil economisch sterk staan om welvaart te garanderen aan eigen volk - werd aanvankelijk gedragen door burgerij - nationale eenheid altijd eerst 9 MODERN IPMERIALISME SITUEREN imperialisme 1870 – 1914 zeer duidelijke drang om een rijk te veroveren, prestige te winnen, politiek sterker te staan,… kolonies zijn een middel om hun doel te bereiken motieven economische : grondstoffen waren goedkoop WANT - EU transporteerde goederen naar kolonies en kwamen terug met grondstoffen - inheemse bevolking werd gedwongen om voor kolonisator te werken (= amper betaald) nationalistische : kolonies hebben was een bron van aanzien en macht politieke : - kolonies waren uitbreiding van het moederland - hoe groter totale opp. van een land, hoe groter de machtssfeer de voor- en nadelen van imperialisme voordelen kolonisator : - macht en aanzien - bestemming voor bevolkingsgroei - stimuleren eigen economie (goedkope grondstoffen + grote afzetmarkt) - verspreiding eigen cultuur en taal - stimuleren wetenschap, technologie en geneeskunde nadelen kolonisator : - grote investeringen - aanzienlijke militaire inspanningen vereist - bron politieke spanningen en conflicten voordelen gekoloniseerde gebieden : - beschermd tegen slavernij en familiedictatuur - betere gezondheidszorg - politieke stabiliteit - introductie westerse wetenschap en techniek - aanleg infrastructuur : wegen, sporen, bruggen enz nadelen gekoloniseerde gebieden - bijna geen politieke inspraak - economische uitbuiting (gronduitputting) - inheemse bevolking uitgebuit - traditionele manier van leven verdwijnt 10 de Conferentie van Berlijn 1885 de Belgische kolonisatie van Congo Kongo Vrijstaat = 1885 – 1908 Belgisch-Congo = 1908 – 1960 rol van Leopold II in de kolonisatie van Congo : 1879 – 1884 : overtuigd andere landen dat hij Congo-gebied om humanitaire redenen wilde verwerven als kolonie 1885 : hij kreeg toestemming → Kongo Vrijstaat = privé eigendom Leopold II de gevolgen van Congolese bevolking 1885 – 1908 : 10miljoen Congolezen stierven als gevolg van het beleid van Leopold II lokale bevolking werd vermoord, verhongerd en letterlijk doodgewerkt 11 DE EERSTE WERELDOORLOG BELANGRIJKSTE DEELNEMENDE LANDEN geallieerden : Centralen : Frankrijk Duitsland Rusland Oostenrijk-Hongarije Verenigd Koninkrijk Italië Servië AANLEIDING EN OORZAKEN aanleiding : Aartshertog van Oostenrijk bezoekt Sarajevo ⇒ Aartshertog Oostenrijk wordt vermoord door Servische nationalist ⇒ Servië wil druk uitoefenen op OO-HO om deel bij Servië te voegen ⇒ OO-HO geeft ultimatum van 10eisen MAAR Servië weigert = geen akkoord DUS OO-HO oorlogsverklaring aan Servië ⇒ alliantiesysteem treed in werking (= alle bondgenootschappen van afgelopen jaren) oorzaken : 1870 – 1871 : Frans –Pruisische oorlog  Pruisen wonnen = eenmaking Duitsland  vrede Frankfurt ⇒ ondertekend door Duitsland en Frankrijk op 10 mei  Frankrijk verloor grondgebied aan Duitsland 1899 – 1902 : Boerenoorlog Duitsland wilde Zuid-Azië met behulp van de boeren 1912 : Balkanoorlogen bondgenoten : Montenegro, Servië, Griekenland en Bulgarije  Turken verloren  Balkan wou onafhankelijk worden en werd om economische redenen gesteund door grote Europese staten 19e eeuw : economische rivaliteit = VK absolute leider wereldeconomie eind 19e eeuw : Duitsland had economische expansiedrang, spoorwegen en handelsvloten VK & Rusland voelden zich economisch bedreigd 12 VERLOOP WOI gebeurtenissen (chronologisch) : Augustus 1914 : volgens Duitsland ⇒ eerst Frankrijk verslaan, daarna Rusland aanvallen DUI trok door neutraal België om Parijs te omsingelen MAAR België en VK bieden weerstand September 1914 : Slag aan Marne DUI tegen FR (35km van Parijs) FR dwong DUI tot terugtrekking = 2 grote gevolgen → 2 legers tegenover elkaar en lieten elkaar niet bewegen WORDT loopgravenoorlog → DUI wou 2-frontenoorlog voorkomen maar mislukte Oktober 1914 : 1e slag aan de Ijzer (13-18 Okt) DUI wou kust bereiken om Britten te beletten om westelijk front te verdedigen Koning Albert I besloot sluizen te openen (29-30 Okt) met als gevolg : streek tssn Ijzer en spoorwegdijk onder water DUI trekt terug, konden Ijzer niet over + kust niet bereiken April – Mei 1915 : 2e slag bij Ieper 1e gebruik van chloorgas (Fritz Haber) 22 april : gascilinders opengedraaid op slagveld 2000 Canadese soldaten gesneuveld in 1917 kwam het mosterdgas → veroorzaakt etterende blaren op onbedekte delen v/h lichaam → kreeg de bijnaam : Yperiet (door massaal gebruik in Ieper) Februari – November 1916 : Slag om Verdun doel : FR leger moraal breken en uitputten duur : 10maanden 300.000 gesneuvelden Verdun zou alles doen om stad uit DUI handen te houden Februari 1917 : DUI ⇒ duikbotenoorlog aanvoer van VK afsnijden in 1918 kregen geallieerden steun van VK September 1918 : wapenstilstand Oktober 1918 : opperbevelhebber leger neemt ontslag November 1918 : Keizer DUI wordt afgezet 11 November 1918 : wapenstilstand tssn DUI, FR en VK 28 Juni 1919 : ondertekening Verdrag van Versailles 13 kenmerken WOI : militair : - nieuwe betere wapens - chemische wapens - tanks - duikboten - vrachtwagens - loopgraven politiek : - deelname van VK aan oorlog in EU economisch : - bevoorrading soldaten → ♀ en ♂ werken in fabrieken - rantsoenering voedsel en andere producten sociaal : - propaganda - betere medische zorg voor soldaten - in DUI verzet tegen oorlog door hongersnood gevolgen WOI : - miljoenen gesneuvelden - vluchtelingen - economische schade - FR, DUI, IT en VK enorme schuldenlast - veel fabrieken en landbouwgronden onbruikbaar geworden - wantrouwen en antagonisme door ingevoerde/verhoogde douanetarieven - opkomst communisme en fascisme - burgers werden legitiem doelwit - oorlogseconomie : alles in functie van de oorlog bepalingen Verdrag van Versailles : 28 Juni 1919 : alle landen onderteken Verdrag van Versailles DUI mocht enkel luisteren, maar mocht niet deelnemen aan de discussies nieuwe grenzen - DUI : alle kolonies afgeven Polen kreeg toegang tot de kust : voor handeldrijven - Oostenrijk-Hongarije : werd verdeelt in 3 landen Oostenrijk, Hongarije en Tsjecho-Slowakije - Ottomaanse Rijk : Verdrag was hier catastrofaal gebieden Midden-Oosten verdeelt over FR & VK Armenië onafhankelijk 14 ontwapening - tanks en onderzeeërs verboden - DUI geen luchtmacht herstelbetalingen - DUI moest alle betrokken landen vergoeden DUS DUI werd leeggezogen door hoge schadevergoedingen oprichting Volkenbond : doel - conflicten vreedzaam oplossen - oorlog voorkomen leden - overwinnaars van de oorlog - de neutrale landen - Amerika wou geen lid worden - Sovjet-Unie mocht geen lid worden (schrik voor communisme) 3 hoofdorganen - Algemene Vergadering - De Raad - Het Permanent Secretariaat 1931 : Japan valt Mantsjoerije binnen → stapt uit Volkenbond 1935 : Italië veroverd Abessinië → stapt uit Volkenbond Hitler verbrak regels MAAR Volkenbond keek gewoon toe → Volkenbond te zwak 1946 : Volkenbond opgeheven 15 HET INTERBELLUM DE ECONOMISCHE CRISIS oorzaken van de economische crisis : - overproductie - armoede bij boeren - vrij hoge werkloosheid in EU - banken in VS hadden geld geleend aan DUI MAAR de betalingen gingen moeizaam en banken kwamen met tekorten gevolgen van de economische crisis : - banken gingen failliet = spaarrekeningen Amerikaanse burgers verdwenen - hypotheken werden niet terugbetaald DUS gezinnen verloren eigendom = dakloos - inflatie : geld verliest zijn waarde - massale ontslagen arbeiders - waardeloze aandelen - instorten voedselprijzen : markten werden overspoeld met landbouwproducten oplossingen voor de economische crisis : 1932 : nieuwe leider Franklin Delano Roosevelt, hij stelde de new deal act voor OPKOMST VAN HET FASCISME ideeën van het fascisme en nazisme : ideeën fascisme - verzet tegen streven naar vrijheid, meer rechten en betere sociale positie - verlangen naar nationale eenheid - gebruik demagogie en propaganda om macht te veroveren en behouden - hiërarchische organisatie met één leider op elk niveau - grote voorliefde voor uniformen en symbolen - idealisering van geweld en oorlog ideeën nazisme - corporatistisch : samenwerkingsvorm waarin zowel werknemer als werkgevers vertegenwoordigd zijn - nationalistisch - anticommunistisch : geen gelijkheid tssn individuen maar moest hiermee vrede hebben - antidemocratisch : samenleving wordt van nature geleid door beste en sterkste - geloof in leider 16 vergelijken met democratische rechtsstaat : Democratische rechtsstaat Fascistische staat burgers zijn gelijk voor de wet burgers zijn niet gelijk voor de wet parlement geen parlement vrije media geen vrije media vrijheid van meningsuiting geen vrijheid van meningsuiting algemeen kiesrecht geen algemeen kiesrecht objectieve berichtgeving geen objectieve berichtgeving alles staat in functie van : ophemelen leider, staat, ideologie het zwart maken van de vijand meer dan 1 partij nooit meer dan 1 partij eerlijk zelden eerlijk respect voor fundamentele vrijheden geen respect voor fundamentele vrijheden oorzaken succes fascisme : oorzaken succes fascisme in IT : - IT kreeg volgens VvV weinig gebieden → teleurstelling bij nationalisten - zware naoorlogse economische problemen - IT geld devalueerde → koopkracht van bevolking werd aangetast - pensioenen van familieleden van gesneuvelden werden niet meer uitbetaald - oorlogsinvaliden moesten het zonder uitkeren doen → ontevredenheid bij bevolking oorzaken succes nazisme in DUI : - economische moeilijkheden (dankzij herstelbetalingen) - angst voor communisme - zwaar beledigd nationalistisch gevoel door VvV - wilden een ‘sterke’ man volgen die hun uit de economische crisis zou trekken en van DUI terug een grootmacht zou maken totalitair beleid van Adolf Hitler in DUI : economisch - politiek van volledige tewerkstelling o.a. door grote programma’s - subsidies aan de bouwsector - beperking van de arbeidsduur - 1 inkomen per gezin - nationale inkomen stijgt binnenlandse politiek - in totalitaire staat bepaalt de overheid werkelijk alles - door censuur en propaganda werd ervoor gezorgd dat DUI correct denkt over hun leider, hun land en hun toekomst cultureel - jonge mannen en vrouwen voorbereiden op leven dat de staat kan dienen 17 beleid Adolf Hitler tegenover de Joden : antisemitisme - intimidaties - geweld - inbeslagname van Joodse eigendommen - verbod op arbeid - internering en gedwongen emigratie Nürnbergerwetten / rassenwetten 1e wet : bescherming van DUI bloed & DUI eer 2e wet : Rijksburgerwet : Joden verloren hun burgerrecht 3e wet : verklaarde hakenkruis tot rijksvlag Kristallnacht nacht van 9 op10 November 1938 - synagogen verbrand - winkels en bedrijven verwoest - Joden mishandeld en gedeporteerd getto September 1939 – Mei 1945 - Jodenvervolging gericht op volledige vernietiging EU Joden - onder onmenselijke omstandigheden getransporteerd naar concentratiekampen daar werden Joden systematisch vermoord door : - uitputting - uithongering - marteling - medische experimenten - beschieting - vergassing 18 TWEEDE WERELDOORLOG BELANGRIJKSTE DEELNEMENDE LANDEN Asmogendheden ; Geallieerden ; Duitsland (DUI) Groot-Brittannië (GB) Italië (IT) Frankrijk (FR) JAPAN (JA) Sovjet-Unie (SU) ( + Roemenië, Hongarije en Bulgarije) (+ VS) AANLEIDINGEN EN OORZAKEN oorzaken : - IT, Japans, DUI imperialisme - verdragen die daardoor tot stand kwamen - wantrouwen tegenover SU aanleidingen : Japan 1937 : Guerrilla oorlog tssn China en Japan ⇒ Japan verliest 1940 : driemogendhedenpach ⇒ DUI, IT, JA ⇒ elkaar steunen bij aanvallen 1941 : Japan valt Amerikaanse legerbasis Pearl Harbor aan ⇒ VS verklaart oorlog aan Japan DUS ook oorlogsverklaring aan IT en DUI ⇒ EU oorlog wordt wereldoorlog Italië 1936 : onvrede over VvV ⇒ ontstaan As-Roma Berlijn = militair pact Duitsland Oktober 1936 : vriendschapsverdrag IT November 1936 : Anti-Kominterpact ⇒ DUI, IT & JA ⇒ elkaar steunen bij aanval SU Maart 1938 : DUI heeft OO onder druk September 1938 : Verdrag van München 1939 : Hitler hecht geen belang aan de verdragen en doet zijn zin Augustus 1939 : DUI-Russisch niet aanvalsverdrag (Duiverspact) 1 September 1939 : DUI valt PO binnen ⇒ aanleiding WOII 19 VERLOOP WOII gebeurtenissen (chronologisch) : 10 Mei 1939 : inval België 18-daagse veldtocht : Belgische regering vlucht (naar VK) 1 September 1939 : inval Polen Juli – Oktober 1940 : Battle of Britain 22 Juni 1941 : Operatie Barbarossa aanval van DUI op RUS → RUS trok zich terug MAAR vernietigde alles op terug weg December 1941 : aanval op Pearl Harbor JA vliegtuigen vielen Amerikaanse basis aan Juni 1942 : slag Midway Oktober 1942 : slag El Alamein December 1942 : slag Stalingrad 6 Juni 1944 : D-day geallieerden landen in Normandië Britse, Canadese en Poolse soldaten trekken langs kanaalkust 24 Augustus 1944 : Parijs bevrijd 3-4 September 1944 : België bevrijd 12 September 1944 : zuidelijk deel van NL bevrijd 16 December 1944 : Ardennenoffensief laatste DUI tegenactie ze wouden Antwerpen terug innemen en Britse soldaten isoleren eind Januari 1945 : DUI verslagen 30 April 1945 : Hitler pleegt zelfmoord 7 Mei 1945 : onvoorwaardelijke capitulatie ondertekend in Eisenhowers, hoofdkwartier in Reims 8 Mei 1945 : officiële einde WOII in EU 6 Augustus 1945 : inzetten atoomwapens op Hiroshima 9 Augustus 1945 : atoombom Nagasaki 14 Augustus 1945 : einde WOII wereldwijd 20 kenmerken WOII : militair - fosforbom : doelwitten in brand steken - V-wapens : Vergeteltungswaffen - V1 : onbemand vliegtuig geprogrammeerd om omlaag te duiken en te ontploffen - V2 : lange raket die grote afstanden kon afleggen - V3 : kanon bedoeld om zware projectielen weg te schieten politiek DUI ging bij voorkeur zonder oorlogsverklaring te werk economisch - niet bezette gebieden → verhoogde productie van grondstoffen, veel vrouwen die werkten omdat mannen a/h vechten waren - bezette gebieden → productie gericht op de noden van DUI sociaal - burgerbevolking rechtstreek betrokken bij oorlog - uitroeien hele bevolkingsgroepen gevolgen WOII : - zeer veel slachtoffers - mensen sloegen op de vlucht MAAR onmogelijk terug te keren na oorlog - gigantische oorlogsschade : steden, dorpen, industriegebieden,… - EU uitgeput → financieel en economisch volledig aan de grond - belangrijke impuls aan onafhankelijkheidsstreven van de koloniën - nieuwe machtsblokken : VS en SU (koude oorlog) bepalingen van de verdragen : Conferentie Jalta 4 – 11 Februari 1945 - VS , VK en SU - situatie na oorlog Conferentie Potsdam 17 Juli – 2 Augustus 1945 - VS , VK en SU - beslissen over Nazi-DUI - ultimatum Japan : overtreding → atoombom - DUI verdeeld in 4 bezettingszones : VK , VS , SU en FR - ontstaan 2 nieuwe staten : West-DUI en West – Berlijn (kregen vrijheid terug) 21 organisatie van de holocaust : 1933 : Hitler aan de macht → anti-Joodse maatregelen 1935 : Nürnbergerwetten → anti-Joodse houding officieel holocaust : Grieks (= offer aan de Goden) Shoa : catastrofe of ramp (Joods gebruik) Endlösung : oplossing 20 Januari 1942 : conferentie totale vernietiging → Joden werden gedeporteerd naar concentratiekampen hoe? oprichting Jodenraad (zogezegde inspraak) registratie en stigmatisering (davidster) isolatie, opsluiting in getto’s belofte tot werkverschaffing en betere leefomstandigheden in het oosten → transport naar vernietigingskampen selectie bij aankomst 22 SAMENLEVING IN DE EIGEN TIJD 38% DE VERENIGDE NATIES EN DE EUROPESE UNIE DE VERENIGDE NATIES (VN) oorzaken oprichting VN : - voorloper → Volkenbond (1919) - tot duurzame wereldvrede komen 26 Juni 1945 : ondertekening door de 50 aanwezige naties 24 Oktober 1945 : officieel VN doelstellingen VN : - internationale vrede en veiligheid handhaven - vriendschappelijke betrekkingen tssn staten tot stand brengen - landen helpen samen tot oplossingen te komen - landen stimuleren om meer aandacht te geven aan mensenrechten en fundamentele vrijheden - landen een forum geven om aan die doelstellingen te werken een hun inspanningen op elkaar in te stemmen samenstelling en werking VN : Samenstelling Werking - lanceert initiatieven : internationale vrede en veiligheid - bespreekt specifieke probleemsituaties - voorstellen om internationale samenwerking – thema’s - Algemene Vergadering politiek, economie, cultuur, gezondheid en onderwijs - voorstellen om recht mens en fundamentele vrijheden voor iedereen te verwezenlijken - ontvangt en bespreekt verslagen van Veiligheidsraad - verkiest leden - handhaven internationale vrede en veiligheid Veiligheidsraad - concrete plannen : ontwapening en wapenbeheersing - aanbevelingen methodes geschillen op vreedzame manier op te lossen Secretariaat - administratieve kant van vredesoperaties regelen - bemiddelen internationale conflicten - pers op de hoogte houden werk VN - organiseren internationale conferenties over thema’s - tolken/vertalen van alle documenten 23 - hof beslist geschillen tussen staten - geeft advies aan verschillende organen VN Internationaal Gerechtshof - alle landen kunnen zaken voor het hof brengen - hof mag oordelen over alle zaken die het voorgelegd krijgt - groot aantal voorbereidende vergaderingen, Economische en Sociale Raad rondetafelgesprekken en paneldiscussies met vertegenwoordigers uit maatschappelijk middenveld Trustschapraad - geen specifieke taken duurzame ontwikkelingen 2016 – 2030 : - geen armoede - geen honger - duurzame landbouw - gezondheidszorg voor iedereen - onderwijs voor iedereen - gelijke rechten voor mannen en vrouwen - schoon water en sanitair voor iedereen - toegang tot betaalbare en duurzame energie - economische groei, werkgelegenheid - infrastructuur voor duurzame industrialisatie - verminderen ongelijkheid binnen en tussen landen - steden veilig, weerbaar en duurzaam - duurzame consumptie en productie - klimaatverandering tegengaan - duurzaam gebruik van de zeeën - bescherming ecosysteem, bossen en biodiversiteit - promotie veiligheid, publieke diensten en recht voor iedereen - versterking mondiaal partnerschap begrip vetorecht : recht van een persoon of instantie om een besluit dat met meerderheid van de stemmen genomen is, te verbieden secretaris-generaal VN Antonio Guterres (sinds 2017) 24 taken van gespecialiseerde organisaties VN : UNICEF United Nations Children’s Fund / kinderfonds houdt zich bezig met alle aspecten van gezondheid van kinderen vanaf geboorte tot na puberteit UNHCR United Nations High Commissioner for Refugees / hoge commissaris vluchtelingen wereldwijde bescherming voor vluchtelingen, vinden van oplossingen voor vluchtelingenproblematiek FAO Food and Agriculture Organisation / voedsel- en landbouworganisatie werkt rond plattelandsontwikkeling, willen honger en armoede terugdringen voedselzekerheid vergroten UNESCO United Nations Educational, , Scientific and Cultural Organisation organisatie voor onderwijs, wetenschap en cultuur werkt aan duurzame wereldvrede via morele en intellectuele solidariteit werkgebied omvat onderwijs, natuurwetenschappen, sociale en andere wetenschappen, cultuur en communicatie WHO World Health Organisation / wereldgezondheidsorganisatie hoogst mogelijk gezondheidsniveau bereiken onderzoek naar ziekten en gezondheid IAEA International Atomic Energy Agency / internationaal agentschap atoomagentschap stimuleert internationale wetenschap en technische samenwerking in kader van kernenergie voor vreedzame doeleinden en zie toe op naleving van veiligheidsvoorschriften en verificatiemaatregelen ITU International Telecommunication Union / internationale telecommunicatie-unie draagt bij aan stroomlijnen van internationale communicatie 25 EUROPESE UNIE (EU) oorzaken oprichting EU : 1 November 1993 : opgericht in Maastricht, Nederland doel : vrede doelstellingen EU : eenmaking West-Europa vrede, democratie en sociaal welzijn waarborgen politieke samenwerking politieke organen en werking EU : Samenstelling Werking Europese Raad - bepaalt de algemene politieke beleidslijnen en prioriteiten EU - vertegenwoordigt en verdedigt belangen Europese burger Europees Parlement - werkt mee aan opstellen en aannemen Europese wetten - controleert Europese Commissie - stelt wetsvoorstellen op en legt die voor aan EU Raad of EU parlement Europese Commissie - voert de beslissingen uit - beheert EU-budget Raad vd EU - plaats waar landen samenkomen Europese Commissie : Europees president voorzitter Europese Commissie Charles Michel Ursula von der Leyen 26 NAOORLOGSE BELGIË SOCIAAL-ECONOMISCHE ONTWIKKELINGEN sociaal pact 1944 : RSZ Rijkssociale Zekerheid via uitkeringen elke Belg bestaanszekerheid te verlegen sindsdien hebben alle Belgen recht op : ouderdomspensioenen werkloosheidsvergoedingen kinderbijslag ziekteverzekering … de overlegeconomie alle werknemers werkten binnen één sector onder dezelfde voorwaarden de index besloten de lonen te koppelen aan de index zodat lonen mee zouden stijgen met de prijzen → zo bleef koopkracht van werknemer gewaarborgd DE FEDERALE STAAT evolutie unitaire naar federale staat : begrip unitaire staat staat die geleid wordt door één centrale regering regering alle macht in handen, en als enige het recht om nieuwe wetten te maken,... federale staat deelregeringen : eigen regering op elk stukje verdeeld land nationale regering : regering over het volledige land evolutie 1. ontstaan 3 cultuurgemeenschappen, 3 gewesten en 4 officiële taalgebieden 2. gewesten worden verantwoordelijk voor ‘plaatsgebonden’ materies cultuurgemeenschappen worden verantwoordelijk ‘persoonsgebonden’ zaken 3. elke gemeenschap heeft eigen parlement en regering 4. gewesten en gemeenschappen krijgen meer middelen en bevoegdheden gewesten : openbare werken en industrieel beleid gemeenschappen : onderwijs 5. Sint-Michielsakkoord : federale staat in de grondwet 6. gemeenschappen en gewesten krijgen over vele dingen bevoegdheid 7. federale staat is enkel nog bezig met kerntaken de sociale zekerheid, de gezagstaken en de regulering 27 de bevoegdheden : federale overheid - financiën - sociale zekerheid - leger en federale politie - buitenlandse zaken - justitie - relaties met EU en NAVO gewesten beschikken over bevoegdheden i.v.m. het grondgebied - economie - leefmilieu - werkgelegenheid - ruimtelijke ordening en stedenbouw - landbouw - natuurbehoud - waterbeleid - krediet - huisvestiging - buitenlandse handel - openbare wegen - toezicht over provincies - energie - vervoer gemeenschappen beschikken over bevoegdheden i.v.m. taal en persoon - cultuur - onderwijs - gezondheid - hulp aan personen (jeugdbescherming, sociale bijstand, familiehulp,…) provincies en gemeenten - onderwijs - sociale en culturele infrastructuren - preventieve geneeskunde - sociaal beleid - leefmilieu de premier en Vlaams minister-president : premier Vlaams minister-president Alexander De Croo Jan Jambon 28 1. de Vlaamse partijen en hun standpunten : CD&V Joachim Coens : voorzitter hecht veel belang aan gezin en alles wat samenhang vergroot mens en zorg v/d mens staat centraal standpunten Groen Meyrem Almaci : voorzitter geen schade berokkenen aan leefmilieu standpunten gezondheid, voedselveiligheid, solidariteit 29 N-VA Bart De Wever : voorzitter Vlaanderen onafhankelijk pleit voor vrijemarkt, vrij ondernemerschap standpunten wil dat overheid minder uitgeeft Open Vld Egbert Lachaert : voorzitter vrijheid staat centraal standpunten iedereen zelfde kansen, eigen verantwoordelijkheid 30 PvdA Peter Mertens : voorzitter wil communistische samenleving standpunten tegenstander vrijemarkteconomie Voorruit Conner Rouseau : voorzitter overheid die investeert in welvaart burgers en ondernemingen moeten beschermd worden standpunten mensen die meest verdienen, moeten meer belastingen betalen 31 Vlaams Belang Tom Van Grieken : voorzitter Vlaanderen onafhankelijk meer en grotere rol voor politie standpunten misdrijven strenger bestraffen DE KOUDE OORLOG KENMERKEN VAN DE KOUDE OORLOG ontstaan bipolaire wereldorde : begrip bipolaire wereldorde : wereld met 2 polen, 2 volledig tegengestelde ideologieën ontstaan voor 1991 in eerste 3 jaren na de oorlog → alle Oost-EU staten onder communistisch bestuur ⇒ onderworpen aan de leider van Kremlin, waaronder Stalin na WOII ontstaat een wereld met 2 machtsblokken - liberaal-democratisch westelijk blok : VS - totalitair communistisch oostelijk blok : SU 32 belangrijkste begrippen : bewapeningswedloop beide machtsgebieden deden alles om evenveel wapens te bezitten als het andere gebied communisme sociaal, politiek en economische ideologie gericht op verwezenlijken van een klasseloze en socialistische samenleving geleide economie alleen staat heeft recht op verstrekken van goederen en diensten → marktmechanisme komt te vervallen IJzeren Gordijn achter de lijn liggen de hoofdsteden van de oude staten van Centraal- en Oost- EU kapitalisme economisch systeem gebaseerd op investeringen van geld in de verwachtingen om winst te maken Trumandoctrine elk land dat bedreigt wordt door het communisme kan hulp krijgen van de VS doel oprichting NAVO : Noord-Atlantische Verdragsorganisatie defensiegemeenschap op samen het vrije Westen te verdedigen landen die tegen het communisme zijn bundelen hun krachten reactie van de SU : Brezjnevdoctrine tegenhanger Trumandoctrine socialistische landen moeten voorkomen dat socialistische landen terugkeren naar kapitalisme Warschaupact tegenhanger NAVO koude oorlog in DUI : BLOKKADE VAN BERLIJN Eerste Berlijnse crisis 1948 : spanningen lopen op tssn oost en west SU grendelden Berlijn af MET ALS GEVOLG : Berlijn kon niet meer bevoorraad worden 33 Westen reageerde met luchtbrug voor bevoorrading naar geallieerde delen te brengen ACHTERAF werd blokkade verbroken omdat dit nutteloos was mei 1949 : einde Eerste Berlijnse Crisis SPLITSING BRD & DDR Oost-DUI communisten slaagden er niet in bevolking behoorlijk leven te geven MET ALS GEVOLG : 2,6 miljoen mensen verlieten DDR & Oost-Berlijn om massale vlucht tegen te gaan bouwden Oost –DUI een muur tssn oost en west BOUW BERLIJNSE MUUR 1961 2 muren met ertssn veel hindernissen hervormingspolitiek Gorbatsjov : glasnost = openheid, transparantie persvrijheid, vrijheid van meningsuiting, godsdienstvrijheid, vrijheid van vereniging → hierdoor ontstonden heel snel nationalistische bewegingen perestrojka = beweging om economie SU om te vormen militaire uitgaven moesten teruggeschroefd worden, wou een ontwapening MAAR dan moest VS dit ook doen gevolgen uiteenvallen SU : in de SU 1989 : ontstaan GOS (Gemenebest van Onafhankelijke Staten) = geen sprake meer van centraal bestuur RUS belast met vertegenwoordiging van GOS in VN-Veiligheidsraad 2000 : Jeltsin opgevolgd door Poetin 2005 : Oekraïne → EU georiënteerde president crisis in Oekraïne in Oostbloklanden politiek : Centraal-EU afkeer van dictators treden toe tot NAVO en Europese Unie 34 economisch : economie begon te groeien (jaren 90) groot deel van bevolking leeft vandaag nog in extreme armoede sociaal/cultureel : toename maffiabendes versterkt nationalisme en separatisme etnische conflicten tssn bevolkingsgroepen toename drugsverslaving en alcoholisme toename daklozen in de rest van EU sterke heropleving van nationalisme migratiestroom vanuit voormalige communistische staten migratiegolf vanuit Afrika en Azië veranderen militaire situatie in de wereld verdwijnen van West- en Oost blok VS : enig overblijvend supermogendheid DE CULTURELE ONTWIKKELINGEN EMANCIPATIEPROCES JAREN ’60 EN ’70 seksuele revolutie : 1964 : introductie anticonceptiepil (belangrijkste!!) hierdoor kregen vrouwen meer vrijheid om zelf te bepalen of en wanneer ze kinderen zouden hebben ze kregen hierdoor meer mogelijkheden voor studies, carrière,… emancipatie van de vrouw : wereldwijde beweging die ijvert voor gelijke behandeling van mannen en vrouwen op juridisch, politiek, economisch, sociaal en cultureel vlak protestbewegingen tegen gezag, oorlog en kerk : overal in de wereld kwamen jongeren op voor vrede, rechtvaardigheid en vrijheid 35 ze zochten naar authenticiteit probeerden afstand te nemen van burgerlijke leven die hun ouders terug hebben opgepakt na de oorlog NIEUWE DENKSTROMINGEN andersglobalisten : verzetten zich tegen de gevolgen van globalisering ze zien globalisering als een bedreiging negationisme : verwijst naar het ontkennen of extreem minimaliseren van algemeen aanvaarde historische feiten en gebeurtenissen neofascisme : rechts-radicale theorieën zeer conservatief geloven in autoritair leiderschap en geweld pediga : DUI protestbeweging die zich verzet tegen toenemende invloed van de islam postmodernisme : gekenmerkt door twijfel en scepsis mens en samenleving kunnen niet gered worden diep wantrouwen voor religie, politiek, wetenschap en kunst secularisatie : kerk en geloof worden een persoonlijke keuze invloed van de kerk wordt alsmaar kleiner 36

Use Quizgecko on...
Browser
Browser