Document Details

RenewedQuadrilateral9322

Uploaded by RenewedQuadrilateral9322

Sint-Janscollege Meldert

Tags

roman law roman history ancient history legal history

Summary

This document provides a summary of Roman law. It details the key characteristics of the Roman legal system, including its development, different types of law, and procedures.

Full Transcript

ROMEINS RECHT Geschiedenis 1+ D 2+E 3+G 4+F 5+A 6+H 7+C 8+B ADAGIA ENKELE KENMERKEN VAN HET ROMEINSE RECHT  Privaatrecht  casuïstiek: pragmatische oplossingen voor concrete problemen  Afdwingbaarheid  Praktijk > theor...

ROMEINS RECHT Geschiedenis 1+ D 2+E 3+G 4+F 5+A 6+H 7+C 8+B ADAGIA ENKELE KENMERKEN VAN HET ROMEINSE RECHT  Privaatrecht  casuïstiek: pragmatische oplossingen voor concrete problemen  Afdwingbaarheid  Praktijk > theorie  Aanvankelijk weinig systematisch geordend DAME IUSTITIA : ATTRIBUTEN?  Blinddoek: daden en feiten worden veroordeeld, geen personen  Weegschaal: afwegen van pro en contra om iemand al dan niet te veroordelen  Zwaard: het vonnis dat wordt uitgesproken  trailer “de rechtbank”  www.youtube.com/watch?v=jptMRox7iPc Romeins recht Belgisch recht OUDROMEINS RECHT (753 – 250 V. CHR.) Voor 450 v. Chr. – Mos maiorum: gewoonterecht: gewoonte van de voorouders – Fas en ius gaan hand in hand: geen scheiding van de machten – Geschreven wetten bestaan niet. 450 v. Chr. – Lex duodecim tabularum: 12-tafelenwet – Boerengemeenschap en algemeen aanvaarde gewoonten – Ontstaan onder druk van de plebejers – Gevolg: minder willekeur Legis actio: een formele mondelinge ‘handeling’ om een proces in te leiden: wie zich benadeeld voelde, stapte naar de praetor die een actio verleende. 367 v. Chr. Licinische wet: één van de twee consuls moet voortaan een plebejer zijn.  Hominem mortuum in urbe ne sepelito neve urito. Men mag geen dode in de stad begraven of cremeren.  Conubia plebi cum patribus sanxerunt. Huwelijken tussen plebejers en patriciërs zijn verboden.  Cito necatus tamquam ex XII tabulis insignis ad deformitatem puer. Een pasgeboren nakomeling met een zichtbaar gebrek mag snel (= voor de tiende levensdag) gedood worden op basis van de XII-Tafelenwet. Lex XII tabularum efficere voluit ut quindecim pedes altius rami arboris circumcidantur. Si arbor ex vicini fundo vento inclinata in tuum fundum sit, ex lege XII tabularum de adimenda ea agere potes. De 12-tafelenwet wil bereiken dat de takken van een boom lager dan 15 voet gesnoeid worden. Als een boom uit het goed van een buur door de wind over jouw grond gebogen is, kan je op grond van de 12 tafelenwet een proces inspannen om die om te hakken/weg te nemen. OPDRACHT: KAMPEREN VOORKLASSIEK RECHT (250 V. CHR. – 1 N. CHR.)  Praetor vaardigt een edictum uit met actiones  Praetor:  Aanvankelijk: vervanger van de koning  Nadien: rechtspraak  Sulla/Caesar: 8 à 16 personen bv. praetor urbanus, peregrinus,… VOORKLASSIEK RECHT (250 V. CHR. – 1 N. CHR.) Internationalisering zorgt voor ontwikkeling van het ius gentium  Schriftelijke formulering van stellingen van eiser en gedaagde : formula-procedure Juristen: raadgevers van de praetores Groei van echte rechtswetenschap ontstaat onder invloed van stoïcijnse filosofie – Humanisering recht: aandacht voor zwakkeren – Twijfel in voordeel van de beschuldigde KLASSIEK RECHT (1-250)  Belang van de praetor daalt, belang van de keizer stijgt. => Keizer wordt enige wetgever.  “Constitutiones”  Invloed juristen neemt toe: keizerlijke ambtenaren  “Institutiones”:  Auteur: Gaius (2de eeuw n. Chr.)  eerste juridisch leerboek (‘cursus’ voor studenten)  Andere belangrijke juristen: Aemilius Papinianus, Domitianus Ulpianus en Iulius Paulus (derde eeuw) NAKLASSIEK RECHT (250-6DE EEUW)  Belang van juristen daalt in het voordeel van de keizer  Byzantijnse keizer Justinianus (keizer 527-565) laat alle wetten ordenen en interpreteren:  Corpus Iuris Civilis  Codex Justiniani: alle geldende keizerlijke constituties  Digesta: geschriften van klassieke rechtsgeleerden  Institutiones: leerboek voor beginnende rechtsstudenten  Corpus Iuris Civilis Code civil Napoleon (1804) basis voor Belgisch wetboek SCHEMA P 7 Periode Wetgevende macht Wetten Verzamelwerken en leerboeken Oud-Romeins recht Voor 450 v Chr: Mos maiorum: geen / (750-250 v Chr) priesters geschreven wetten Na 450 v Chr: - Lex duodecim Scheiding machten tabularum - Codificatie - Legis actio Voorklassiek recht Praetor + juristen - Edict met actiones / (250-1) - Formula-procedure Klassieke periode Princeps > praetor Constitutiones Gaius: (1-250) + juristen Institutiones (2de helft tweede eeuw) Papinianus, Ulpianus, Paulus Naklassieke periode Princeps: almachtig Corpus Iuris Civilis Justinianus: C.I.C. (250-6 de eeuw) - Codex Juristen Iustiniani: keizerlijke wetgeving - Digesta: bloemlezing - Institutiones: leerboek SOORTEN IUS Publiek- en privaatrecht Huius studii duae sunt positiones, publicum et privatum. Publicum ius est quod ad statum rei Romanae spectat, privatum quod ad singulorum utilitatem: sunt enim quaedam publice utilia, quaedam privatim. Publicum ius in sacris, sacerdotibus, in magistratibus consistit. Privatum ius tripertitum est: collectum etenim est ex naturalibus praeceptis aut gentium aut civilibus.  Van deze studie zijn er twee delen/Deze studie bestaat uit twee delen: het publiek- en privaatrecht. Publiekrecht is datgene wat in verband staat met de inrichting van de Romeinse staat, het privaatrecht wat in verband staat met het belang van privé- personen: want sommigen zijn nuttig voor de staat, sommigen zijn nuttig van privé- aard. Het publiek recht bestaat uit offers, priesters en magistraten. Het privaatrecht is verdeeld in drie delen: want het is een verzameling van natuurlijke wetten ofwel van volkerenwetten ofwel van burgerwetten. PRIVAATRECHT  Rechtsverhoudingen tussen personen  Bevat het ius naturale, ius civile en ius gentium  Voorbeelden:  Ius conubii: het recht op een wettig huwelijk  Ius actionis: het recht om belangen voor het gerecht te verdedigen  Ius commercii: ius emendi et vendendi: het recht om eigendom te kopen en te verkopen PUBLIEKRECHT  Verhoudingen tussen burgers en overheid  Voorbeelden:  Ius suffragii: het recht om in de comitia te stemmen  Ius honorum: het recht om een ambt te bekleden IUS NATURALE, IUS CIVILE EN IUS GENTIUM  Ius naturale: het recht dat alle volkeren ter wereld gemeen hebben: koop en verkoop, huur en verhuur, rechtvaardigheid,…  Ius gentium: het recht dat Romeinen gemeen hebben met omringende volkeren: wetgeving ivm slavernij, vervolging piraterij,… => Europese wetgeving  Ius civile: het recht dat ieder volk voor zich maakt: volgens Romeins recht een huwelijk sluiten, deelnemen aan verkiezingen,… => Belgische wetgeving OEFENING P 9-10 OEFENING P 9-10  Een Romeinse koopman gaat naar de dagelijkse markt. Daar maakt hij op een dag kennis met een nieuwe handelaar in oosterse specerijen, bijgestaan door een knappe zoon. Onze veekoopman ziet een gedroomde partij voor zijn nog ongehuwde dochter en zendt zijn slaaf op informatie. De koopman in oosterse specerijen blijkt schatrijk, maar toch kan het huwelijk niet doorgaan: hij is een Griek, afkomstig uit Sicilië en geen Romeins burger, zodat problemen kunnen rijzen voor een huwelijk naar Romeins recht.  Ius gentium  Cicero legt geregeld de nadruk op het bestaan van een soort ongeschreven grondwet waarmee ieder positief recht in orde dient te zijn indien het bindende kracht wil hebben.  Ius naturale  Men werd burger door geboorte uit een wettig huwelijk tussen twee Romeinse burgers, door buitenechtelijke geboorte uit een Romeinse vrouw, door burgerrechtverlening of door vrijlating.  Ius civile Ius naturale est, quod natura omnia animalia docuit: nam ius istud non humani generis proprium est, sed omnium animalium, quae in terra, quae in mari nascuntur, avium quoque commune est. Hinc descendit maris atque feminae coniunctio, quam nos matrimonium appellamus, hinc liberorum procreatio, hinc educatio: videmus etenim cetera quoque animalia, feras etiam istius iuris peritia censeri. Ius gentium est, quo gentes humanae utuntur. Quod a naturali recedere facile intellegere licet, quia illud omnibus animalibus, hoc solis hominibus inter se commune sit.  Het natuurrecht is datgene wat de natuur alle dieren heeft aangeleerd: want dat recht is niet eigen aan de menselijke soort, maar aan alle levende wezens die op aarde en in de zee leven; ook aan vogels is het gemeenschappelijk. Hieruit ontstaat de verbintenis tussen man en vrouw, wat wij huwelijk noemen, hieruit ontstaat het verwekken van de kinderen, hieruit ontstaat de opvoeding: want wij zien dat ook andere dieren, zelfs wilde dieren, geacht worden ervaring te hebben met dat recht. Het volkerenrecht is het recht dat de menselijke volkeren gebruiken. Waarvan men gemakkelijk mag begrijpen dat het van het natuurrecht te onderscheiden is, omdat het ene gemeenschappelijk is aan alle levende wezens, het andere alleen aan mensen onder elkaar. RANGSCHIK DE GENITIEVEN BVB handelend BVB lijdend BVB bezitter maris atque feminae liberorum humani generis istius iuris omnium animalium avium (ius)gentium SCHEMATISCH OVERZICHT  Ius publicum: burger vs staat  Ius privatum: burger vs burger  Ius naturale: alle mensen (cf. universele verklaring van de rechten van de mens)  Ius gentium: inwoners Romeinse rijk (cf. Europa)  Ius civile: Romeinse burgers (cf. België)  C) Ius gentium ontwikkelde zich omdat het rijk zich in de loop der jaren uitbreidde: veel meer mensen werden inwoners van het Romeinse rijk door veroveringen en vielen dan onder het ius gentium  D) 212: constitutio Antoniniana: ius gentium = ius civile PROBEER NU DE VOLGENDE VORMEN TE DETERMINEREN EN TE VERKLAREN:  quod (r. 1):  appellamus (r. 3):  animalia (r. 4):  quo (r. 5): DETERMINEER EN VERKLAAR:  quod (r. 1): acc o enk qui LV bij docuit  appellamus (r. 3): A ind praes 1 mv appellare BVBzin; GT tov descendit (H)  animalia (r. 4): acc o mv animal ond a+i bij censeri  quo (r. 5): abl o enk qui V bij utuntur PROCESRECHT EN BESTRAFFING 2 SOORTEN CONFLICTEN  Delicta privata:  burgerlijkprocesrecht: tussen burgers onderling: bv. Burenruzie,…  Leiden in oudheid tot een straf: boete (poena) + soms bijkomende schadevergoeding  vandaag: schadevergoeding, niet altijd straf of boete. Onderscheid tussen:  Onrechtmatige daad: < privaatrecht -> schadevergoeding Bv. Ongeval, …  Misdrijf: < strafrecht -> straf/boete + schadevergoeding  Overtreding: verkeersovertreding, vernieling van andermans eigendom,… -> politiestraf  Wanbedrijf: diefstal, brandstichting -> correctionele straf  Misdaad : moord, roofmoord,… -> criminele straf  Crimina publica: crimineel feit; relatie met overheid/publiek:  Moord  Vervalsing van munten …  Poenae capitales:  Doodstraf:in crucem, in ludum, ad bestias  Parricidium!  In metallum  Poenae publicae:  Relegatio in insulam  Fustes (geseling) en vincula (hechtenis) ! Later: ‘vrijwillige’ ballingschap: interdicere aqua et igni ! Tijdens keizertijd: gevangenisstraf RECHTSPROCEDURE BIJ DELICTA PRIVATA  Eerste fase: in iure 1. Eiser daagt tegenpartij voor praetor (in ius vocatio) - Bij weigering: geweld gebruiken + getuigen aanroepen (auricula) 2. Mondelinge beschuldiging bij praetor: - Oorspronkelijk via legis actio - Nadien: formula-procedure: schriftelijk: aanstellen van rechter, … - Soms borgsom eisen 3. Getuigen oproepen 4. Doorverwijzing naar de rechter RECHTSPROCEDURE BIJ DELICTA PRIVATA  Tweede fase: apud iudicem  Partijen werden gedagvaard en voor de rechter gebracht  Rechter doet uitspraak en bepaalt de schadevergoeding  Niet verschijnen: bij verstek veroordelen CRIMINA PUBLICA  Crimina publica:  Hoogverraad,moord, geweldpleging, vervalsing van testamenten,…  Poenae capitales  Doodstraf:in crucem, in ludum, ad bestias  Parricidium  In metallum  Poenae publicae  Relegatio in insulam  lijfstraffen RECHTSPROCEDURE BIJ CRIMINA PUBLICA  Comitia populi  Quaestiones extrordinariae: tijdelijke juryrechtbanken olv praetor  149 v. Chr.: eerste ‘vaste’ rechtbank: quaestio perpetua:  Bevoegd voor één misdaad: bv. De repetundis: afpersing  Lijst van mogelijke juryleden -> loting  Leider: meestal een praetor RECHTSPROCEDURE BIJ CRIMINA PUBLICA  Eerste fase: onderzoek door magistraat  Nominis delatio: indienen van een klacht bij de praetor  Tweede fase: accusatio  Praetorstelt inscriptio op met de precieze aanklacht  Ook de verdachte wordt op de hoogte gebracht  Derde fase: inquisitio  Bewijsmateriaal verzamelen en getuigen oproepen  Vierde fase: consilium iudicum  Datum van proces vastleggen  Loting van 100 juryleden uit 450 kandidaten  De beschuldigde mocht er 50 afwijzen RECHTSPROCEDURE BIJ CRIMINA PUBLICA  Vijfde fase: het proces zelf  Aanklager aan het woord  Advocaten (patroni) van de beschuldigde  Getuigenverhoor + bewijsmateriaal  Altercatio: korte vragen en antwoorden van de partijen  Eventueel pleidooien  Stemming: A (absolvo) / C (condemno)  Rechter bevestigt de uitspraak  Beroep aantekenen was onmogelijk PLAATS VAN HET PROCES: BASILICA Basilica Iulia op het Forum Romanum BASILICA OP HET FORUM ROMANUM Klik om de modelstijlen Klik om de modelstijlen Basilica Aemilia Basilica van Maxentius te bewerken te bewerken PLAATS VAN HET PROCES  Op het forum  Advocati: invloedrijke personen die erbij werden geroepen  Baar en haar laten groeien, dragen van rouwklederen  Corona: omstaanders, nieuwsgierigen VGL PROCES BELGISCH RECHT?  Lezen p 15-16 FRAGMENT 1: XII-TAFELENWET Si membrum rup(s)it, ni cum eo pacit, talio esto. Als men een ledemaat heeft gebroken, zal er wedervergelding (= oog om oog, tand om tand) zijn, tenzij men met hem tot een akkoord komt. Si iniuriam alteri faxsit, viginti quinque poenae sunto. Indien hij een ander onrecht aandeed, moet de straf 25 sestertiën bedragen. VERGELIJKING SALISCHE WET P 17  Pagina 17 is achtergrondinformatie: een vergelijking met de Salische wet. Lees dit en vertaal vervolgens de tekst bovenaan p 18 (zie volgende slide voor woorduitleg). Iniurarium actio aut legitima est aut honoraria. Legitima ex lege duodecim tabularum: qui iniuriam alteri facit, V et XX sestertiorum poenam subiit. Quae lex generalis fuit; fuerunt et speciales velut manu fustive si os fregit libero, trecentorum, si servo, CL poenam subit sestertiorum. KLAAR? VERGELIJK JOUW VERTALING MET DEZE CORRECTIE. De actio voor onrechten was ofwel door de wet bepaald ofwel door de praetor bepaald. Wettelijk is op basis van de XII-Tafelenwet: hij die een ander onrecht aandoet, ondergaat een straf van 25 sestertiën. Maar die wet was algemeen; er waren ook bijzondere wetten zoals bijvoorbeeld als je een been brak met de blote hand of met de knuppel bij een vrij man, onderging men een straf van 300 sestertiën; bij een slaaf 150 sestertiën. BESPREKING TEKST IULIUS PAULUS  A) Ius honorarium: + De wet volgt de veranderende maatschappij: verouderde wetten worden geschrapt.  - Alleen de praetor beslist: grote kans op willekeur en subjectiviteit! FRAGMENT 2: DURA LEX, SED LEX Lex Cornelia poenam deportationis infligit ei qui hominem occiderit eiusve rei causae furtive faciendi cum telo fuerit, et qui venenum hominis necandi causa habuerit, vendiderit, paraverit, falsum testimonium dixerit, quo quis periret mortisve causam praestiterit. Ob quae omnia facinora in honestiores poena capitis vindicari placuit, humiliores vero in crucem tolluntur aut bestiis obiciuntur. 5 Homicida est qui aliquo genere teli hominem occidit mortisve causam praestitit. (...) Ideoque qui, cum vellet occidere, id casu aliquo perpetrare non potuit, ut homicida punitur, et is, qui casu iactu teli imprudenter occidit, absolvitur. Quod, si in rixa percussus homo perierit, quoniam ictus quoque ipsos contra unumquemque contemplari oportet, ideo humiliores in ludum aut in metallum damnantur, honestiores dimidia parte bonorum multati relegantur. FRAGMENT 3 Gaudeamus, iuvenes dum sumus Inter Claudium, optime imperator, et Euaristum cognovi, quod Claudius, Lupi filius, in convivio, dum sago iactatur, culpa Mari Euaristi ita male acceptus fuerit, ut post diem quintum moreretur. Atque adparebat nullam inimicitiam cum Euaristo ei fuisse. Tamen cupiditatis culpa coercendum credidi ut ceteri eiusdem aetatis iuvenes emendarentur. Ideoque Mario Euaristo urbe, Italia, provincia Baetica in quinquennium interdixi et decrevi, ut impendi causa duo milia patri eius persolveret Euaristus, quod manifesta eius fuerat paupertas. Verba rescripti: “Poenam Mari Euaristi recte, Taurine, moderatus es ad modum culpae: refert enim et in maioribus delictis, consulto aliquid admittatur an casu.” STUDENTENLIED  https://www.youtube.com/watch?v=aLUKfU2AOB Y STUDENTENLIED Gaudeamus igitur Laat ons verblijden iuvenes dum sumus. Zolang we nog jong zijn. Post iucundam iuventutem, Na een fijne jeugd post molestam senectutem Na de ellende van hoge nos habebit humus. leeftijd Zal de aarde ons hebben. Ubi sunt qui ante nos? Waar zijn onze In mundo fuere? voorgangers? Transeas ad superos, Waar ter wereld? abeas ad inferos Ga naar de hemelen quos si vis videre. Stap over naar de hel Als je hen wilt zien. Vita nostra brevis est Ons leven is kortstondig brevi finietur. Spoedig zal het eindigen. Venit mors velociter, De dood komt snel rapit nos atrociter: En grist ons op wrede wijze nemini parcetur. weg Vivat academia! Leve de universiteit! Vivant professores! Leven de professoren! Vivat membrum quodlibet! Leve elke student! Vivant membra quaelibet! Leven alle studenten! Semper sint in flore! Mogen zij altijd blijven bloeien! Vivant omnes virgines Lang leven de meisjes Faciles, formosae! Makkelijk en mooi! Vivant et mulieres Leven ook de vrouwen Tenerae, amabiles Lief en om van te houden Bonae, laboriosae. Goed en werkzaam. Vivat et respublica Leve ook de staat et qui illam regit. En degene die deze leidt. Vivat nostra civitas, Leve onze stad maecenatum caritas En de goedheid van de quae nos hic protegit. weldoeners Die ons hier beschermen. Pereat tristitia, Laat de treurnis vergaan pereant osores. Laat de hatenden vergaan. Pereat diabolus, Laat de duivel vergaan quivis antiburchius (nep-latijn Laat ook de anti-student vergaan voor "anti-student") En ook de spottenden. atque irrisores. PERSONENRECHT  De status of rechtspositie van een Romein werd door drie zaken bepaald: - status libertatis (vrijgeboren, vrijgelaten of slaaf): liber, libertinus of servus - status civitatis: Romeins burger of geen Romeins burger: civis Romanus Latinus/peregrinus - status familiae: plaats in de familie: niet of wel onder gezag van de pater familias : sui iuris: wettelijk zelfstandig alieni iuris: onder het gezag van de pater familias of als slaaf onder het gezag van de meester. STATUS LIBERTATIS  Iemand is slaaf:  (a) volgens het ius gentium  krijgsgevangenen door overwinning  door geboorte  (b) volgens het ius civile (rechten voorbehouden voor Romeinen).  als straf slaaf worden: bv. dierengevechten in de arena (ad bestias), dwangarbeider in de mijnen (in metallum)  vrij persoon ouder dan 20 jaar laat zich verkopen uit bv. armoede. LEZEN P 23-24 TEKSTFRAGMENT: JUST., INST., 1, 3- 4-5 PARTIM Summa itaque divisio de iure personarum haec est quod omnes homines aut liberi sunt aut servi. Libertas est (...) naturalis facultas eius quod cuique facere libet, nisi si quid vi aut iure prohibetur. Servitus autem est constitutio iuris gentium, qua quis dominio alieno contra naturam subicitur. ‘Servi’ autem ex eo appellati sunt, quod imperatores captivos vendere ac per hoc servare nec occidere solent. Qui etiam mancipia dicti sunt quod ab hostibus manu capiuntur. Servi autem aut nascuntur aut fiunt. Nascuntur ex ancillis nostris. Fiunt aut iure gentium, id est ex captivitate, aut iure civili. (...) In servorum condicione nulla differentia est. In liberis multae differentiae sunt: aut enim ingenui sunt aut libertini. Ingenuus is est, qui statim ut natus est, liber est, sive ex duobus ingenuis matrimonio editus, sive ex libertinis, sive ex altero libertino altero ingenuo. Sed et si, quis ex matre libera nascatur, patre servo, ingenuus nihilo minus nascitur: quemadmodum qui ex matre libera et incerto patre natus est, quoniam vulgo conceptus est. Sufficit autem libera fuisse matrem eo tempore quo nascitur, licet ancilla conceperit. Et ex contrario, si libera conceperit, deinde ancilla facta pariat, placuit eum qui nascitur liberum nasci, quia non debet calamitas matris ei nocere, qui in utero est. Ex his et illud quaesitum est si ancilla praegnans manumissa sit, deinde ancilla postea facta peperit, liberum an servum pariat? Et Marcellus probat liberum nasci: sufficit enim ei qui in ventre est liberam matrem vel medio tempore habuisse: quod et verum est. Libertini sunt qui ex iusta servitute manumissi sunt. Manumissio autem est datio libertatis. STATUS FAMILIAE – TE KENNEN!  Status familiae = rechtspositie in de familie  onderscheid: sui iuris (eigen meester) alieni iuris (onder het gezag van iemand anders).  Patria potestas: gezag uitgeoefend door een Romein over zijn wettige afstammelingen. Zijn macht geldt over alle goederen en personen die de huisgemeenschap verworven heeft. Bv. filius familias, filia familias,…  Bij ons is de volle bevoegdheid (“op eigen benen staan”) gebonden aan de leeftijd van 18 jaar en niet afhankelijk van een pater familias, gelukkig maar…  Voor de Romeinen eindigde de patria potestas o.a. bij het overlijden van de pater familias of wanneer iemand zijn patria potestas verloor wegens bestraffing. Bepaalde personen werden dan sui iuris en hadden dan rechten, maar ze konden die niet of slechts beperkt uitoefenen omwille van leeftijd (kinderen), geslacht (vrouwen) en zwakzinnigheid (geesteszieken, verkwisters en fysiek gehandicapten).  Echtgenote in manu: bij een huwelijk in manu verliet de vrouw de familie van haar vader en kwam onder de patria potestas van de familie van haar man. Bij het huwelijk sine manu bleef de vrouw onderworpen aan het gezag van haar vader en bleef dus tot diens familie behoren.  Lees de tekst ter vergelijking p 27-28. Dit is louter achtergrondinformatie. STATUS CIVITATIS – TE KENNEN  Romeins burger:  Afstamming  Naturalisatie  vrijlating  Vreemdelingen waren uitgesloten van het ius civile: bv. ius conubii HUWELIJKSRECHT – TE KENNEN Non coitus matrimonium facit, sed maritalis affectio. Niet de geslachtsgemeenschap, maar huwelijksliefde brengt een huwelijk tot stand. * Affectio maritalis: beide partners gaan akkoord om als man en vrouw samen te leven. * ‘Consummatie’ van het huwelijk was niet nodig en een ceremonie niet essentieel. * Buitenechtelijke relatie ‘mocht’ * Pragmatische functie van huwelijk: kinderen voortbrengen en vermogen beschermen IUS CONUBII – TE KENNEN  Patriciërs > plebejers > Latijnen > peregrini  Bezwaren tot huwelijk:  Natuurlijkeverwantschap  Senatoren + libertina  Voogd + wees SOORTEN HUWELIJK – TE KENNEN  Confarreatio:  oude patricische huwelijk  delen van een speltbrood ‘panis farreus’ + offer aan Iupiter Farreus  Flamen Dialis (priester van Jupiter) leidt de ceremonie samen met de Pontifex Maximus  10 getuigen zijn aanwezig  Vrouw gaat over naar de manus van haar echtgenoot  Coemptio:  Romeins burgerlijk huwelijk  Rituele ‘verkoop’ van de bruid door de vader van de bruid aan de bruidegom  Bezegeld met handdruk, geleid door pronuba (symbool van Iuno) SCHEIDINGEN? TE KENNEN  Bij dood partner  Wanneer ius conubii verviel: bv. Als iemand slaaf werd,…  Diffareatio / remancipatio  In keizertijd: concubinaat: samenwonen zonder wettelijk huwelijksritueel  Lees de achtergrondinformatie ivm Belgisch recht p 29  Maak de oefening p 30 1 2 3 4 5 6 7 8 H E G F B A C D  Hier eindigt de leerstof voor 2020-2021! DECLARATIO HOMINIS IURIUM UNIVERSA VN - 1948 VERDERE EVOLUTIE  1215: Magna Charta opgemaakt in Engeland (Groot Handvest)  Inhoud?  Machtsmisbruik van koning inperken op vlak van belastingheffing, feodale rechten en rechtspraak.  Geen vrije burger mag worden gearresteerd of gevangengezet tenzij na een veroordeling door de rechters volgens de wetten van het land. … GESCHIEDENIS  1581: het Plakkaat van Verlatinghe. Het stelt dat 'een vorst door God is aangesteld om heerser over zijn volk te zijn, het tegen onderdrukking en geweld te verdedigen als een herder zijn schapen... en wanneer hij zich niet zo gedraagt maar hen onderdrukt dan is hij niet langer een vorst maar een tiran en dan mogen zij wettig overgaan tot de keuze van een andere vorst.'  1776: Thomas Jefferson: Amerikaanse Onafhankelijkheidsverklaring  1789: De Verklaring van de Rechten van de Mens en de Burger van de Franse Revolutie.  Ze stelde dat mensen vrij en gelijk in rechten zijn geboren.  Ze verbood gevangenschap zonder proces.  Ze bracht rechten zoals die op godsdienstuitoefening, bezit en controle op de rechtvaardigheid van belastingen.  Ze stelde dat burgers vrijelijk mochten spreken, schrijven en hun ideeën in druk mochten laten verschijnen, zolang dat althans geen inbreuk was op de wet. artikel 1 Omnes homines dignitate et iure liberi et pares nascuntur, rationis et conscientiae particeps sunt, quibus inter se concordiae studio est agendum. Alle mensen worden vrij en gelijk in waardigheid en rechten geboren. Zij zijn begiftigd met verstand en geweten, en behoren zich jegens elkander in een geest van broederschap te gedragen. artikel 3 Suae quisque ipsius vitae, libertatis, incolumitatis potestatem habet. Iedereen heeft recht op leven, vrijheid en onschendbaarheid van zijn persoon. artikel 4 Homo nemo iugo et servitute oppressus teneri poterit ; nullo pacto, servitus et mancipiorum commercium. Niemand zal in slavernij of horigheid gehouden worden. Slavernij en slavenhandel zijn in iedere vorm verboden. artikel 9 Homo nemo sine causa prehendi, custodia teneri, vel exsilio poterit affici. Niemand mag onderworpen worden aan willekeurige arrestatie, detentie of verbanning. artikel 10 Sui quisque, pari iure, iudices aeque ac coram omnibus adeundi potestatem habet, qui non opinioni obnoxii sint sed integri, ut iura officiaque sua constituantur atque criminis contra se iustae causae. Een ieder heeft, in volle gelijkheid, recht op een eerlijke en openbare behandeling van zijn zaak door een onafhankelijke en onpartijdige gerechtelijke instantie bij het vaststellen van zijn rechten en verplichtingen en bij het bepalen van de gegrondheid van ingestelde strafvervolging. artikel 16 Viri et feminae ius est ut, matrimonio aetate idonea, iungantur et familiam habeant, nullo modo generi, civitati, religioni imposito. Quibus de nuptiis, per nuptias, nuptiis dirimendis, paria iura.Nuptiae constitui possunt ipsis futuris coniugibus libere planeque consentientibus. Zonder enige beperking op grond van ras, nationaliteit of godsdienst, hebben mannen en vrouwen van huwbare leeftijd het recht om te huwen en een gezin te stichten. Zij hebben gelijke rechten wat het huwelijk betreft, tijdens het huwelijk en bij de ontbinding ervan. Een huwelijk kan slechts worden gesloten met de vrije en volledige toestemming van de aanstaande echtgenoten.

Use Quizgecko on...
Browser
Browser