Woordenboek - Meta Taal - PDF
Document Details
Uploaded by LongLastingBirch
T. van Rijt
Tags
Summary
Dit is een woordenboek met definities van Nederlandse woorden. Het bevat woordverklaringen, grammaticale informatie en voorbeelden.
Full Transcript
Woordenboek =========== ### **A** **A posteriori** achteraf beschouwd **A priori** vooraf. Zonder kennis **Aan de lat staan** keihard werken **Aanbesteding** een opdracht van een opdrachtgever waarvoor opdrachtnemers zich kunnen inschrijven. **Aanhalingsteken: voor punt of na punt** de plaats...
Woordenboek =========== ### **A** **A posteriori** achteraf beschouwd **A priori** vooraf. Zonder kennis **Aan de lat staan** keihard werken **Aanbesteding** een opdracht van een opdrachtgever waarvoor opdrachtnemers zich kunnen inschrijven. **Aanhalingsteken: voor punt of na punt** de plaats van de punt hangt af van of het aangehaalde gedeelte op zichzelf kan staan of niet. Als het citaat een volledige, zelfstandige zin is (met onderwerp, werkwoord en afgeronde gedachte), dan komt de punt binnen de aanhalingstekens. Als het citaat slechts een deel van een zin is, zoals een beschrijving of een fragment dat geen volledige mededeling vormt, dan komt het leesteken buiten de aanhalingstekens. **Absolute zin** in bijvoorbeeld de zin "Dat dier is groot" wordt het dier niet vergeleken met een ander dier, dus "groot" is hier 'absoluut'. Zonder samenhang. "In absolute termen zijn de lonen gestegen, maar niet in vergelijking met de kosten van levensonderhoud." **Accent aigu (the acute accent)** [diakritisch teken](https://nl.wikipedia.org/wiki/Diakritisch_teken) van rechtsboven naar linksonder (**é**) **Accent grave (the grave accent)** diakritisch teken van linksboven naar rechtsonder (**è**) **Achterhoedegevecht** een strijd van een groep die al aan het verliezen is of zich in een zwakke positie bevindt. Het kan ook betekenen dat iemand probeert een onvermijdelijke nederlaag zo lang mogelijk uit te stellen.**\ Actieradius** afstand die een schip of vliegtuig kan afleggen zonder bijtanken **Actieve zin** het onderwerp voert de handeling uit **Adagium** zegswijze, spreuk **Add-in** *of plug-in* een functionaliteit waarmee je een programma kunt uitbreiden. **Add-on** aanvullende softwaremodule. **Add-on of add-in** Een *add-on* is een losse uitbreiding die je extra functies biedt. Je kunt het gemakkelijk toevoegen of verwijderen zonder grote aanpassingen. Een *add-in*, daarentegen, is een meer geïntegreerde uitbreiding.\ **Adresbalk** *of URL-balk* onderdeel van het browservenster waarin je het adres (url) van de website ziet of typt. **Advertorial** reclameboodschap verpakt als 'objectief' redactioneel artikel (kan misleidend overkomen) **Afrodisiacum** een middel dat de geslachtsdrift stimuleert **Alfabetisch** op letter geschikt **Afsteken tegen** sterk uitkomen, een groot contrast opleveren **Allegorie** breed uitgewerkte metafoor. Tekst waarin alle belangrijke elementen (personen, gebeurtenissen) beelden zijn voor iets anders. Bijvoorbeeld 'Animal Farm' en 'de grot van Plato'. **Allengs** hoe langer hoe meer: het gaat allengs beter met haar **Allure** het indrukwekkend-zijn **Alt-tekst** de omschrijving van een afbeelding op je website **Anachronisme** niet passend in de eigen tijd **Anagram** een nieuw woord dat je krijgt door de letters van een ander woord in een andere volgorde te zetten. Anagrammen worden vaak gebruikt als pseudoniem. Axl Rose (Guns N' Roses) is anagram van *Oral Sex*. Harry Jekkers trad solo op als Harry Klorkestein, anagram van zijn band Klein Orkest. **Anglicisme** woord of zinsnede direct uit het Engels vertaalt en in strijd met het Standaardnederlands **Aforisme** korte spreuk met een kernachtige boodschap: „'t karakter ligt in 't hart, niet in 't verstand" **Ankerlink** tekstlink naar een specifiek onderdeel van de pagina **Annotatie** verklarende aantekening **Antropomorfisme** het toekennen van menselijke eigenschappen aan niet-menselijke wezens. Als je zegt 'mijn computer heeft er geen zin meer in', dan is dat een antropomorfisme. **Aplomb** *(uit het Frans: à plomb)* de 'b' is niet uitgesproken. Stellig. Beslist. Met gezag **Apocope** het weglaten van de laatste lettergreep. \'[auto](https://nl.wikipedia.org/wiki/Auto)\' i.p.v. \'automobiel\' en \'disco\' i.p.v. \'[discotheek](https://nl.wikipedia.org/wiki/Discotheek_(uitgaansgelegenheid))\' etc. **Apodictisch** geponeerd met enorme stelligheid. Onweerlegbaar **Api key Thomas**: 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 **Arbitrage** een buitengerechtelijke procedure om over een conflict te beslissen / geschillen te beslechten. **Archetype** *standaardvoorbeeld, oervorm:* vuur, water, de held, de schurk, de heks, de liefdespartner, de mentor, de tovenaar, het archetype van de moeder [[https://www.ensie.nl/winkler/archetype]](https://www.ensie.nl/winkler/archetype) **Argeloos** wie niets kwaads verwacht of bedoelt. Synoniem: candide, onschuldig. **Argot** in het Nederlands eerder \"argotisme\" genoemd, aanduiding voor '[slang](https://nl.wikipedia.org/wiki/Slang_(taal))' of [Bargoens](https://nl.wikipedia.org/wiki/Bargoens). **Arrondissement** werk- en rechtsgebied van een rechtbank. Nederland is opgedeeld in 11 arrondissementen. Opgedeeld stuk grondgebied om administratieve of bestuurlijke redenen. **ASCII codes** alt+0305 = ı / alt+148 = ö / alt+0351 = ş / alt+129 = ü / alt+0287 = ğ / alt+135 = ç / alt+150 = û / alt+0286 = Ğ / alt+153 = Ö / alt+0350 = Ş / alt+128 = Ç / alt+162 = ó / alt+138 = è / alt+160 = á / alt+163 = ú alt+168 = ¿ / alt+164 = ñ / alt+144 = É / alt + 0211 = Ó / alt + 161 = í / alt + 0601 = ə / alt + 0176 = °**\ ASP** Analyseren, synthetiseren, presenteren in begrijpelijke taal: formulering, structuur, stijl zo duidelijk: VBG **Assimilatie¹** het fonologisch proces waarbij een klank verbonden raakt met een naburige klank**\ Assimilatie²** de gehele of gedeeltelijke gelijkwording van een medeklinker aan een andere medeklinker. Een medeklinker valt weg, weglaten. Voorbeelden: "Vaatdoek" (de t is in de uitspraak samengevallen met de erop volgende d: \[vaadoek\]). "Ontvangen" wordt \[onfange(n)\]. Een historisch voorbeeld is "litteken", ontstaan uit likteken; lik/lijk = 'lichaam'. **Attaché** laagste rang van het korps diplomatieke ambtenaren **Autoresponder-integratie** systeem dat automatisch e-mails verzendt naar mensen die zich hebben aangemeld via een opt-in formulier op je website. Autoresponders zijn handig om efficiënt en consistent te communiceren met je klanten, zonder dat je handmatig e-mails hoeft te verzenden. Populaire e-mail marketingdiensten zoals MailChimp, AWeber, en ActiveCampaign ondersteunen dit soort integraties. **Avant la lettre** voordat iets of iemand bestond **Avant-garde** vooruitlopend op heersende trends en conventies ### **B** **B1** Direct Duidelijk Brigade, gewone mensen taal. **Baai** een inham van de zee in het land, waarbij het water aan 3 kanten wordt omgeven door land. Baaien zijn relatief klein en beschut. Een zeearm is ook een inham in de kustlijn, maar is langgerekter, nauwer, én gaat dieper het land binnen dan een baai. **Babyboomer** iemand die geboren is tussen 1945 en 1965 **Bagatelliseren** afzwakken **Baken** vaarwegmarkering; merkteken (signaalgever) op het water waaraan je kunt zien hoe je moet varen, ter bevordering van de veiligheid voor de navigatie; **Bakermat** plaats van wording of oorsprong **Bastion** bolwerk; deel van een vestingwal **Bbp** de totale waarde van alle goederen en diensten die een land in één jaar produceert. Het omvat: Inkomsten zoals lonen (bijvoorbeeld jouw salaris) en bedrijfswinsten. Overheidsuitgaven die bijdragen aan de economie, zoals investeringen in infrastructuur, onderwijs en gezondheidszorg. Het bbp meet de totale economische activiteit van een land in een jaar, inclusief alles wat wordt verdiend en uitgegeven. **Beëdiging** de bekrachtiging van een functie door de afname van een eed/gelofte. **Beëdigd vertaler** een vertaler die bij wet gerechtigd is om documenten te vertalen waarvoor een beëdiging is vereist, zoals documenten met een officiële of juridische status. Enkele voorbeelden hiervan zijn: akten, diploma's, getuigschriften, testamenten, statuten, bankgaranties en octrooien. De rechter beëdigt een vertaler. De vertaler ontvangt vervolgens een akte van beëdiging. De akte moet ter completering van het dossier opgestuurd worden naar bureau wbtv. Hierna is de beëdiging een feit. Het beroep van beëdigde tolk en beëdigde vertaler is beschermd, namelijk via de Wet beëdigde tolken en vertalers (Wbtv) [[wetten.nl - Regeling - Wet beëdigde tolken en vertalers - BWBR0022704 (overheid.nl)]](https://wetten.overheid.nl/BWBR0022704/2018-07-28) **Betekenis woorden** de betekenis van woorden is afhankelijk van de context en de grammaticale structuur van de zin. **Begijn** religieus toegewijde vrouwen, vroom, leefde in begijnhof (ommuurde leefgemeenschap) **Begrip** woord of term en alles wat men zich daarbij voorstelt. **Behartenswaardig** waard om ter harte te nemen **Behartigen** zich inzetten voor een bepaalde zaak **Bescheiden** schriftelijke stukken **Best practices** de meest effectieve werkmethode, techniek of activiteit **Besturen** uitvoeren van wetgeving **Berm** een strook grond langs een weg **Berm \> middenberm** is de berm tussen twee rijbanen. Een fysieke barrière tussen twee hoofdrijbanen. Vaak is het een grasberm met een vangrail erop. **Bewindspersoon** lid van de regering (minister of staatssecretaris) **Bijvoeglijke bepaling** geeft extra informatie over een kernwoord (vaak een zelfstandig naamwoord), zoals in *een [goed] boek* of *een boek [met ezelsoren]*. Andere voorbeelden: [Mijn] kat (bezittelijk voornaamwoord). [Die] kat (aanwijzend voornaamwoord). De [oude] kat (bijvoeglijk naamwoord). De [zeer oude] kat (bijwoord van graad). De kat [met het litteken] (met-constructie). De kat [van de buren] (van-constructie). Hoe meer bijvoeglijke bepalingen, hoe moeilijker de tekst. **Bijwoord** zoals een bijvoeglijk naamwoord iets zegt over een zelfstandig naamwoord (een spannend boek, een schitterend verhaal of het meisje is boos). Zo zegt een bijwoord iets over een werkwoord (hij [vertelde] spannend, de vrouw [zong] schitterend, het meisje [kijkt] boos). Maar bijwoorden kunnen ook iets zeggen over een ander bijwoord (het publiek reageerde heel [enthousiast] of de coach keek erg [boos]). Bijwoorden die iets zeggen over andere bijwoorden of bijvoeglijk naamwoorden, noemen we "bijwoorden van graad". Het kan voorkomen dat een bijwoord van graad iets zegt over een ander bijwoord van graad. Bijvoorbeeld: ik ben heel erg moe. 'Erg' zegt iets over het bijvoeglijk naamwoord 'moe'. 'Erg' is dus een bijwoord van graad. 'Heel' zegt iets over 'erg'. 'Heel' is dus óók een bijwoord van graad. Let op: 'te' is soms een voorzetsel, en soms een bijwoord van graad. **Bijwoordelijke bepaling** een zinsdeel dat extra informatie geeft over bijvoorbeeld, de plaats (waar), de tijd (wanneer), de richting, de manier waarop (hoe), enzovoorts. Er kunnen meerdere bwb in een zin voorkomen. Als je de bwb wilt vinden, moet je eerst de pv, o, wwg, nwg, lv en mv zoeken. Wat overblijft is de bwb. Zo is bijvoorbeeld 'Elke zaterdag' een bijwoordelijke bepaling van tijd. Er zijn ook bijwoordelijke bepalingen van hoedanigheid. **Bijwoordelijke bijzin** als je een bijzin kan vervangen door 'dan', 'toen' of 'daarom' is het een bijwoordelijke bijzin. Een bijwoordelijke bijzin geeft antwoord op de vraag waar, wanneer of hoe iets gebeurt. Een voorbeeld van een bijwoordelijke bijzin is: 'Omdat het prachtig weer was, besloten we thuis te blijven'. Als je de vraag 'waarom besloten we thuis te blijven?' stelt is het antwoord daarop: 'Omdat het prachtig weer was'. **Bijzin** een afhankelijke zin die niet kan bestaan zonder een hoofdzin. In een hoofdzin staat de Pv soms op de eerste, maar meestal op de 2^e^ plaats, in een bijzin meestal op de laatste plaats. Vb: ik ga naar school, [omdat het moet] = bijzin. Vb: De pot verwijt de ketel [dat hij zwart ziet] = bijzin. Vb: Xiao, [die tweetalig is opgevoed], spreekt perfect Nederlands (die tweetalig is opgevoed is de bijzin) **Bladwijzer** hulpmiddel om een blad in een boek mee te markeren. **Bladwijzerwerkbalk** *of bookmarks toolbar* de balk onder je adresbalk waar je bookmarks (bladwijzers) kunt opslaan **Blasfemie** *of godslastering* is het kwaadspreken van een [godheid](https://nl.wikipedia.org/wiki/God_(algemeen)) of van aan de goden gewijde zaken. Dit kan het bespotten van een god of [opperwezen](https://nl.wikipedia.org/wiki/Opperwezen) zijn of van [godsdienstige](https://nl.wikipedia.org/wiki/Religie) tradities. **Blauwdruk** 'plan van uitvoering'; concept; ontwerp **Blijmoedig** opgeruimd van geest, opgewekt, niet neerslachtig. **Blog** een informatief of inspirerend artikel dat online staat, regelmatig verschijnt, een persoonlijk haakje heeft met een informele tone-of-voice en waarop lezers kunnen reageren. **Body of work** the entirety of the creative or academic output produced by a particular individual or unit. **Bolwerk** plaats waar een organisatie of groep staat en talrijk is **Bookmark** bewaarde webpagina. Engels voor 'bladwijzer' en soms ook favoriet genoemd. Je kunt de locatie van de "bookmarks" eenvoudig vinden door in de adresbalk ***\@bookmarks*** te typen **Boomer** iemand die een ouderwetse mening verkondigt over bepaalde maatschappelijke kwesties **Boomer** ouwe zeur, ouwe zak (geboren tussen 1946-1964) **Briefing** een set aan instructies dat wordt verstrekt alvorens een project wordt uitgevoerd**\ Brouilleren** in ruzie zijn, elkaar niet meer willen zijn **Buigings-e** alleen bij onbepaalde het-woorden laat je de buigings-e weg bij bijvoeglijke naamwoorden: leuk huis, een leuk huis, mooi gebouw, een mooi gebouw, lief kind, een lief kind. Bij alle de-woorden (bepaald of onbepaald) en bepaalde het-woorden gebruik je de buigings-e wél: de mooie auto, het leuke huis, het mooie gebouw. **\ Bureau Wbtv** voert namens de minister van Justitie en Veiligheid (JenV) de Wet beëdigde tolken en vertalers (Wbtv) uit. Een onderdeel daarvan is het bijhouden van het Register beëdigde tolken en vertalers (Rbtv).Bureau Wbtv is onderdeel van de Raad voor Rechtsbijstand. Het bureau Wbtv heeft mij een bewijs van inschrijving in het register toegestuurd. Hiermee moet ik een **verzoek tot beëdiging als vertaler** indienen bij de rechtbank van mijn woonplaats. **Buzzword** modewoord zonder duidelijke betekenis ### **C** **C1** taalvaardig op een gevorderd niveau. Complexe vertaalopdrachten uitvoeren. **Categorisch** onvoorwaardelijk, stellig, vastbesloten **CEFR** Common European Framework of Reference for Language: een internationale standaard voor het beoordelen van taalvaardigheid. Alleen C1-vertalers worden toegelaten tot het Rbtv. **CHN** Corpus Hedendaags Nederlands: een steeds groeiende tekstverzameling van meer dan 2.5 miljoen teksten **Chunken** van abstractieniveau veranderen. Als je upchunkt, ga je omhoog in de hiërarchie van abstractie. Bijvoorbeeld: \'transport\' is een hoger logisch niveau dan \'trein.\' **Chroma key** *of green screen* ee techniek waarmee je een bepaalde kleur (vaak groen) isoleert en in de postproductie vervangt door een andere achtergrond. Groen contrasteert met de huidskleur. **Circumflex** dakvormig accent op een letter in de Franse taal ( \^ ) **Civiele centra en infrastructuur** burgerlijke of civiele infrastructuur (bruggen, wegen) en instellingen, zoals scholen, ziekenhuizen en andere niet-militaire locaties **Colofon** vermelding van schrijver, drukker, tijd van uitgave enz. In een colofon staat hoe een uitgave tot stand is gekomen. **Communisme**: de revolutionaire kant van het socialisme. **Concept** opzet, plan, ruwe schets / (abstract) denk- of wereldbeeld (heliocentrisme, klassenstrijd, enz.) **Concordantie** overeenstemming **Conculega** een [porte-manteauwoord](https://nl.wikipedia.org/wiki/Porte-manteauwoord) van [concurrent](https://nl.wikipedia.org/wiki/Mededinging) en [collega](https://nl.wikipedia.org/wiki/Collega) **Confessionele partij** is een politieke partij die zich op religie baseert: CU, SGP **Configuratie** het samenstellen van een product uit verschillende basisbouwstenen.\ **Congrueren** overeenstemmen. Woorden qua geslacht en getal in overeenstemming brengen **Contaminatie** besmetting. onjuiste samentrekking: dat kost duur, optelefoneren, nachecken **Constellatie** specifieke samenstelling of configuratie van elementen of omstandigheden**\ Copywriter** een tekstschrijver (copy = tekst, writer = schrijver) **Corporate** corporate communicatie gaat over algemene, gemeentelijke communicatie. Het heeft invloed op alle werkvelden, met deze communicatie legt de gemeente de basis. Bij corporate communicatie heeft de gemeente als doel om met één gezicht naar buiten te treden als organisatie. **Cosmetisch** heeft betrekking 'op het verhogen of behouden van de schoonheid' **Courant** gangbaar, gebruikelijk, in normale situaties **CSE** cultuurspecifieke elementen **Cult** subcultuur. Buiten de mainstream-populariteit. Niche-esthetiek. Gevoel van 'insiderschap'. **Culturele hegemonie** **Cultuurmarxisme** het toepassen van het economische marxistische gelijkheidsideaal, op de cultuur ### **D** **Dartel** geneigd zich uitbundig en vrolijk te gedragen; speels; blijmoedig **DBNL** (Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren) een online bron die een uitgebreide collectie van Nederlandse literaire teksten en secundaire literatuur over de Nederlandse letterkunde biedt. **Deelmobiliteit** het delen van transportmiddelen tussen gebruikers **Deelwoord** *of participium:* een deelwoord is een werkwoordsvorm die eigenschappen deelt van zowel werkwoorden en naamwoorden. Vooral het tegenwoordig deelwoord (onvoltooid deelwoord) kan zich 'vermommen' als zelfstandig naamwoord, of als bijvoeglijk naamwoord om een zelfstandig naamwoord te beschrijven. Bv: de *huilende* baby. Je vormt het tegenwoordig deelwoord door -d of -de aan de infinitief toe te voegen: lachen**d**, huilen**de**. Je gebruikt het tegenwoordig deelwoord (onvoltooid) om aan te geven dat iets nu gebeurt of een toestand nu bestaat. Je gebruikt dit tegenwoordig deelwoord (onvoltooid) nooit als (deel van) het gezegde, maar altijd als bijvoeglijk naamwoord, zelfstandig naamwoord of bijwoord.\ Een verleden deelwoord (voltooid) is wél deel van het werkwoordelijk gezegde. Het verleden deelwoord (voltooid) wordt gebruikt om verschillende voltooide tijden te vormen: voltooid tegenwoordige tijd (perfectum), voltooid verleden tijd (plusquamperfectum), voltooid toekomende tijd (futurum exactum). Het tegenwoordig deelwoord wordt voornamelijk gebruikt om de tegenwoordige tijd van een handeling of toestand aan te geven of om bijvoeglijke informatie te verschaffen over een zelfstandig naamwoord. Het wordt niet gebruikt om verschillende tijden te vormen, zoals de voltooide tijden die worden geconstrueerd met het verleden deelwoord (bijvoorbeeld de voltooide tegenwoordige tijd, voltooide verleden tijd, etc.). Het verleden deelwoord, aan de andere kant, is specifiek ontworpen om voltooide tijden en voltooide handelingen in verschillende tijden uit te drukken, waardoor het een veelzijdiger deelwoord is in termen van tijduitdrukkingen. **Delta** gebied waar rivier zich vertakt in meerdere stromen. Vorm van een waaier of driehoek. Genoemd naar de Griekse letter **delta** (Δ), die op een driehoek lijkt. Bekende delta's: Rijndelta, Nijldelta, Mississippidelta. **Deltawerken** Nederlands verdedigingssysteem tegen hoogwater. Bij de constructie van de [[Deltawerken]](https://nl.wikipedia.org/wiki/Deltawerken) is de kustlijn door dammen met 700 km verkort. **Defensie-attaché** een militaire functionaris gestationeerd bij een ambassade of consulaat **Demoniem** *of inwonersnaam* is een woord dat de naam van de inwoners duidt **Denotatie** vaste grondbetekenis van een woord, i.t.t. eventuele bijbetekenissen **Departement** de politieke leiding van een ministerie (ministers en staatssecretarissen: zij zijn politiek verantwoordelijk voor het beleid en de regels die het ministerie maakt). **Depot** bewaarplaats, stallingsruimte **Destillatie** een techniek om door middel van verdamping twee of meer stoffen in een oplossing te scheiden**\ Destilleren** zuiver maken door verdamping. Figuurlijk: distilleren van informatie (extraheren) **Deugdelijk** degelijk, betrouwbaar, en van goede kwaliteit. **Diftong¹** een tweeklank: twee klinkers gaan in één lettergreep geleidelijk in elkaar over: au (saus), ei (leiden,) ui (huis), ou (kous), ij (lijden), ai (bonsai), oi (ahoi). De volgende combinaties worden ook tot diftongen gerekend: aai (fraai), ooi (mooi), oei (groei). **Diftong²** Klinkers zijn onder te verdelen in éénklanken (monoftongen) en tweeklanken (diftongen). De éénklanken in het Nederlands zijn a, aa, e, ee, i, ie, u, uu, o, oo, oe en eu, de tweeklanken ei/ij, au/ou en ui. **Diagram** schematische en grafische weergave van bijvoorbeeld een proces. Je kunt een mindmap-diagram maken, maar ook een *graph diagram*, voor meer visueel gestructureerde info. Maar ook een flowchart kun je een diagram noemen. Het is dus heel breed. Een flowchart is ook een diagram. Met de plugin "Show me diagrams" in ChatGPT4 kun je text converteren naar diagrammen.\ **Diakritisch teken** een schriftteken boven, onder of door een [letter](https://nl.wikipedia.org/wiki/Letter) ter aanduiding van de [uitspraak](https://nl.wikipedia.org/wiki/Uitspraak_(taal)) **Dialect** een taal die afwijkt van de standaardtaal, en die hoort bij een bepaalde streek, plaats, bepaalde groep. **Digraaf** één klank geschreven als twee letters. Bijvoorbeeld de medeklinkerclusters: *ch*, *ng* en *nk*. Maar ook *ij*, *au* en *oe*. Het zijn dus twee grafemen die samen één foneem vertegenwoordigen. **Diftong** een tweeklank: twee klinkers gaan in één lettergreep geleidelijk in elkaar over: au (saus), ei (leiden,) ui (huis), ou (kous), ij (lijden), ai (bonsai), oi (ahoi). De volgende combinaties worden ook tot diftongen gerekend: aai (fraai), ooi (mooi), oei (groei). Diftongen of tweeklanken zijn klinkers die anders eindigen dan ze beginnen. Terwijl je de klank produceert, verandert de positie van je articulatie-organen. De tweeklank bestaat dus uit twee delen. Voorbeelden zijn de \[œy\], zoals in uit, en de \[εi\] zoals in bij. Monoftongen zijn klinkers die niet veranderen tijdens de uitspraak. De hele klinker bestaat uit een en dezelfde klank. Een voorbeeld is de \[a\], zoals in aap. **Dubbelklank** of tweeletterklanken **Diplomaat** **Disclaimer** verklaring waarin bepaalde informatie of aansprakelijkheid wordt uitgesloten **Doelmatigheid** *of efficiëntie*: het matigen van de middelen (tijd, geld, resources) en toch je doelen behalen. De doelen bereiken met de minste verspilling van tijd, geld en middelen. Doe je de dingen goed? **Doeltreffendheid** *of effectiviteit*: de mate waarin je de doelen behaalt. Doe je de goede dingen? Ben je bezig met activiteiten die daadwerkelijk bijdragen aan het behalen van je doelen? **Domeinnaam** naam van de website **Downstream** stroomafwaarts; in the direction of or nearer to the mouth of a stream. **\ Downstream policy** een economisch beleid dat erop gericht is om grondstoffen, zoals mineralen of olie, eerst in eigen land te verwerken of te raffineren voordat ze worden geëxporteerd (dus geen ruwe materialen exporteren).\ **Draft** voorlopige versie; klad(je), concept, schets: *in draft* in het klad **DRM** *digital rights management* the management of legal access to digital content. Veel ebooks zijn drm-protected **Dropshopping** producten verkopen zonder ze op voorraad te hebben **Dysfemisme** *of malfemisme* de vervanging van een woord of uitdrukking door een grover, vulgairder of beledigender alternatief. Moddervet voor 'dik' en 'sodemieter op' voor 'wegwezen'. **Dystopie** een (denkbeeldige) samenleving met louter akelige kenmerken ### **E** **Echec** mislukking**\ Eenheidsstaat** staat met niet-gedifferentieerde soevereiniteit. Geen deelstaten met constitutioneel gewaarborgde competenties. **Eenheidsstaat, gecentraliseerd** Frankrijk. Aan de onderdelen is weinig macht gelaten. **Eenheidsstaat, gedecentraliseerd** Nederland. De onderdelen (bv. provincies) regelen hun eigen huishouding. **Elevator pitch/speech** een beknopte presentatiewijze **Elisie** *ook elisio of hiaat* een stijlfiguur waarbij een klank weg wordt gelaten, om bijvoorbeeld een beter metrum (versmaat) te krijgen. **Voorbeeld:** \'t een en \'t ander (uitspraak: *teen en tander*), d\' eedlen (= d**e** ed**e**len), Neêrland (= Ne**d**erland). **Ellips** een zin waarin het onderwerp of de persoonsvorm of beide ontbreken. De ontbrekende woorden kunnen er vanuit de context makkelijk bij gedacht worden. Zoals gewone volzinnen krijgen elliptische zinnen een beginhoofdletter en een punt op het eind: En nu naar huis/Wordt vervolgd/vrijheid, blijheid/Natuur is belangrijk. Voor u. Voor mij. Voor ons allemaal. **Eminent** zeer bekwaam, uitmuntend **Endogeen** van binnenuit **Enzovoorts** woord dat aangeeft dat verdere opsomming overbodig is **Epigrafie** de wetenschappelijke bestudering van inscripties **ERK** het [Europees Referentiekader voor de Talen (ERK)](https://www.slo.nl/thema/vakspecifieke-thema/mvt/erk/) koppelt de taalvaardigheid in een vreemde taal aan zes beheersingsniveaus, oplopend van A1, A2 (basisgebruiker), naar B1, B2 (onafhankelijk gebruiker) tot C1, C2 (vaardig gebruiker). **Erosie¹** het (langzaam) slijten en transporteren van materiaal [[(erosie en sedimentatie)]](https://www.youtube.com/watch?v=8nMYOzEc_Xc) **Eroderen²** (figuurlijk) geleidelijke achteruitgang of verzwakking. Vb: het vertrouwen is geërodeerd. **Ervan of er van** We schrijven *ervan* aan elkaar als de combinatie een voornaamwoordelijk bijwoord is. Dat is het geval als u de combinatie kunt vervangen door het oorspronkelijke voorzetsel en een naamwoord. Ze geniet ervan. (= ze geniet van iets, *bijvoorbeeld* van de aandacht die ze krijgt)**.** Het hangt ervan af. (= het hangt af van iets, *bijvoorbeeld* van zijn reactie) **Ervoor of er voor** We schrijven *ervoor* aan elkaar als het een voornaamwoordelijk bijwoord is. Dat is het geval als u de combinatie kunt vervangen door het oorspronkelijke voorzetsel en een naamwoord. Hij zit ervoor. (= hij zit ergens voor, *bijvoorbeeld* voor de televisie). Ze zorgt ervoor. (= ze zorgt voor iets of iemand, *bijvoorbeeld* voor de kinderen). Hij pleit ervoor. (hij pleit voor iets of iemand, *bijvoorbeeld* voor vrijstelling) **Erts** een gesteente dat mineralen bevat. [Stroomschema]: Gesteente → erts (specifiek soort gesteente dat mineralen bevat) → mineraal (stof in erts die economisch kan worden gewonnen) → metaal (specifieke stof die uit een mineraal gewonnen kan worden: nikkel, koper, kobalt, ijzer) → nikkel (een specifiek metaal). **Escapisme** de neiging om zich aan taken, verantwoordelijkheden en/of verplichtingen te onttrekken. **Escapistisch** de neiging of drang om uit de werkelijkheid te ontsnappen **Et al** en anderen **Ethos** beroep doen op autoriteit en karakter. De geloofwaardigheid van de spreker zelf. **Etnologisch** richt zich op de bestudering van breed gedragen cultuurverschijnselen in hun historische, sociale en geografische dimensie, waarbij deze dimensies opvat worden als dynamische, groepsgebonden processen van betekenisgeving en toe-eigening. **Etymologie** betekent 'woordafleidkunde': de tak van de taalwetenschap die de oorsprong en geschiedenis van de woorden opspoort. Nederlandse woorden zijn te herleiden tot o.a. het Arabisch, Hebreeuws, Latijn, Grieks, Hoogduits, Engels, Italiaans en het Spaans. **Europese Raad** vergadering van staatshoofden en regeringsleiders van de EU-lidstaten. Zij komen zo'n 8 keer per jaar samen in Brussel. Praten over uitbreiding EU, bespreken langetermijnvisies en doen crisismanagement. **Raad van de Europese Unie** neemt wetgeving aan. De Europese Raad doet dit niet. De Raad van de Europese Unie neemt, evt. samen met het parlement, wetsvoorstellen aan. Die wetsvoorstellen komen uit de Europese Commissie. **Raad van de EU** hierin zetelen, afhankelijk van de concrete agenda, 27 ministers van de Europese Unie. **Raad van Europa** 46 lidstaten, incl. Rusland en Turkije. Staat los van de Europese Unie. Heeft eigen geschiedenis en doelstellingen. Speerpunten: mensenrechten, rechtsstaat en democratie. Samenwerkingen o.b.v. internationale verdragen, zoals het Europees verdrag voor de rechten van de mens. **Europees Hof voor de Rechten van de Mens** zetelt in Straatsburg (Frankrijk). **Europees Hof van Justitie** zetelt in Luxemburg. **E-zine** elektronisch tijdschrift. Samentrekking van 'electronic' en 'magazine'. ### **F** **Federatie** verbond van samenwerkende staten, met constitutioneel gewaarborgde competenties. **Feeëriek** sprookjesachtig mooi, toverachtig **Fenicië** *of Phoenië* historische regio, smalle strak van 250 km bij de Levant. Oostkant Middellandse Zee: Libanon, Syrië. Kuststeden als Tripoli, Beiroet en Akko. **Feniciër** **Fenicisch** semitische taal, nauw verwant aan het Hebreeuws. Fenicisch alfabet ontstond in de 12^e^ eeuw v.C. en werd de basis van zowel de Europese alfabetten (Grieks, Latijn, Cyrillisch) alsook het Hebreeuwse en Arabische alfabet. Het was het eerste echte letteralfabet en ontstond waarschijnlijk uit het Proto-Sinaïtisch (het eerste consonantenschrift). **Finiet** een werkwoord met inflectie (buiging) noemen we finiet. Het wordt ook wel de persoonsvorm genoemd. Het past zich aan het onderwerp aan. De persoonsvorm is het werkwoord dat zich voegt naar de persoon (het onderwerp) in de zin. Een werkwoord zonder inflectie noemen we de \>infinitief. [Het finiete werkwoord komt in de hoofdzin op de tweede plaats] \> Hij gaat jou helpen (gaat = finiet werkwoord, helpen = infinitief). **Floer** een zwarte doorzichtige stof die vooral als teken van rouw wordt gebruikt **Flyer** klein formaat: A5 of A6. Toepassing: uitdelen of neerleggen bij afhaalpunten, enzovoorts. Een poster is groter formaat: A2 tot A0. Toepassing: ophangen op strategische punten voor zichtbaarheid boodschap. **Foeteren** erg mopperen op iemand **Fonaesthetiek** *of fonesthetiek* de studie van de esthetische eigenschappen van geluid (klanken van woorden). **Fonetisch** volgens de spraakklanken. Uitspraakgericht. Op zo'n manier dat het precies de uitspraak weergeeft. "De uitspraak van deze Engelse woorden is fonetisch weergegeven". **Fonetisch schrift** schrift dat zo nauwkeurig mogelijk de uitspraak benadert. In fonetische transcriptie (overzetting, m.n. in andere letters en tekens) vertegenwoordigen woorden uitspraakgeluiden in plaats van een bepaalde spelling. Symbols that represent pronunciation sounds. **Foneem en grafeem** betekenisonderscheidende klank. 'm aa n'. Vb 'bee/r/ vs. bee/n/. Een betekenisonderscheidende klank wordt weergegeven door een grafeem. Dat is een letter of lettercombinatie. Vb /sch/, /eu/. Die lettercombinaties, grafemen, hangen vast aan fonemen, de betekenisonderscheidende klanken. Zo is het grafeem 'eu' in het Nederlands gekoppeld aan het foneem 'eu', als in deur ([[Fonemen en grafemen 4:26]](https://www.youtube.com/watch?v=8YdKqqqvMKE)). Er zijn in het Nederlands 26 letters maar 36 klanken, we moeten dus wel lettercombinaties maken. Eén foneem kan met verschillende grafemen worden weergegeven. Vb: /t/ in pot, bed, katten. De mate van overeenkomst tussen fonemen en grafemen, dus tussen dat wat je hoort en wat je schrijft, wordt de orthografische transparantie van een taal genoemd. Weinig transparante talen hebben een zeer inconsistente grafeem-foneemrelatie. Daarbij kan één grafeem of grafeemcluster verschillende uitspraken hebben. Neem bijvoorbeeld het grafeem 'e' in het Nederlands, daar zijn wel 3 verschillende fonemen aan gekoppeld. Voorbeeld: \ in 'kenteken'. Er is dus geen 1-1 foneem-grafeemkoppeling in het Nederlands. Dat zorgt voor heel wat spelproblemen én uitspraakproblemen. Lijden of leiden? bommelding of bommelding? In het woord \ zitten 3 grafemen, maar 4 fonemen - d-i-y-a. Veel studenten schrijven het woord \ fout omdat er meer grafemen zijn, dan fonemen. Ze schrijven dus alleen de fonemen die ze horen: intressant. Een klankzuiver woord in het Nederlands is 'kat'. **Fonologie** is klankleer. De tak van de taalwetenschap die de kleinste, betekenisonderscheidende klanken bestudeert. Deze klanken heten fonemen. **Fonologisch** klankaspecten: uitspraak, spraakklanken, intonatie en woordaccent **Fopspeen** zuigspeen zonder fles **Fopspeenwoord** een woord zonder duidelijke betekenis, dat iedereen naar eigen inzicht kan interpreteren **Fordistisch** (Fordisme) productiemodel dat gekenmerkt wordt door standaardisatie en massaproductie. In een bredere zin verwijst het Fordisme naar de 20^e^-eeuwse consumptiemaatschappij. **Format** een bepaalde opzet en vorm. Een bepaald document dat als voorbeeld dient. **Frame** de presentatie van informatie om de perceptie en beeldvorming te beïnvloeden **Fraseologie** verzameling gezegden, uitdrukkingen en spreekwoorden. Ook: holle (zinledige) gezegden ### **G** **Gebonden morfeem** een morfeem dat niet zelfstandig kan functioneren. Wett/[ig]. [On]/heil, kop/[je]. **Geenszins** volstrekt niet. Op geen enkele wijze. Helemaal niet. Vb: Ik wil geen geenszins ontkennen dat je gelijk hebt. Vb: Dat was geenszins mijn bedoeling. **Gekunsteld** geforceerd, gemaakt, gedwongen, onnatuurlijk; gekunsteld gedrag, dikdoenerig **Gemangeld** in de verdrukking komen. Bijv. "De consumerende burger, zo vaak gemangeld tussen de onverbiddelijke regels van een strenge overheid en de strapatsen van zelfzuchtige ondernemingen." **Gemeenteraad** hoogste bestuursorgaan. Wetgevende rol (vaststellen beleid en regels) en controlerende rol (toezicht houden op uitvoering beleid door het gemeentebestuur). Daarnaast keurt de gemeenteraad de begroting goed. Coalitiepartijen leveren de wethouders. Hierdoor borgen zij het coalitieakkoord en stabiliteit van de coalitie. **Generiek** niet specifiek. Het beschrijft iets dat toebehoort aan een bepaalde soort of geslacht. Het komt vooral voor als bijvoeglijk naamwoord in combinatie met andere woorden. **Gesloten lettergreep** medeklinker aan het einde van de lettergreep: kip-pen, mus-sen **Gesternte** constellatie; de huidige omstandigheden; onderlinge stand van de sterren op een bep. moment **Getapte jongen** populair, graag gezien**\ Gevoileerd** gedempt; omfloerst; dof; wazig **Gewricht** scharnier dat ervoor zorgt dat je lichaam kan buigen, draaien en strekken, bewegingspunt **Gezegde** (zinsontleding) alle werkwoorden in een zin **Gezegde** een vaste combinatie van woorden met een figuurlijke betekenis die niet afgeleid kan worden uit de afzonderlijke woorden. Bijvoorbeeld "de draad oppakken" en "de kat uit de boom kijken". Een gezegde verschilt van een uitdrukking in de zin van dat een uitdrukking ook een vaste combinatie van woorden is, maar de betekenis ervan vaak wél afgeleid kan woorden uit de afzonderlijke woorden. Bijvoorbeeld: "met de deur in huis vallen" of "het hoofd boven water houden". **Gotspe** een bijzonder grote brutaliteit. Vb: Hij had de gotspe me dat recht in mijn gezicht te zeggen **Grafeem** letter of lettercombinatie (zie ook foneem) **Grammatica** de taalregels. Vb: congruentie tussen onderwerp en persoonsvorm. Een niet goede zin is ongrammaticaal. **Grasduinen** zich ergens geheel in verdiepen; neuzen; snuffelen **Griffie** officieel secretariaat van de gemeenteraad **Grondwoord** woord waar andere woorden van zijn afgeleid. **Grooming** digitaal kinderlokken. Er is sprake van grooming als een volwassene via ICT contact legt met een kind, met de intentie om dat kind te ontmoeten met het doel om seksueel misbruik te plegen ### **H** **Haakjes** ronde haakjes (parenthesen) worden meestal gebruikt om een verduidelijking, verklaring of toevoeging in te voegen. **Haaks gezever** onzinnige, onsamenhangende of onbegrijpelijke dingen **Haar** bezittelijk voornaamwoord om naar vrouwelijke voornaamwoorden te verwijzen: de regering en haar standpunt **Hartenlust** *naar hartenlust*: zoveel als je wilt **Hemeltergend** niet te verdragen **Hertalen** *of intralinguale vertaling* het herschrijven van een tekst in dezelfde taal, maar in een ander register of een andere taalvariëteit (dialect, sociolect). **Heterogeen** niet gelijksoortig **Heteroniem** een vorm van een pseudoniem waarbij een auteur een fictieve schrijverspersoonlijkheid creëert, soms als afsplitsing van zichzelf. **Hispania** Romeinse benaming voor Spanje **Homofoon** licht-ligt, leiden-lijden (klinken hetzelfde, verschillende schrijfwijze, verschillende betekenis) **Homoioteleuton** bij een homoioteleuton komen twee of meer woorden met exact dezelfde uitgang na elkaar. Soms kunnen ze gescheiden zijn door een bijwoord of voornaamwoord, maar over het algemeen staan ze naast elkaar. Het is een vorm van [alliteratie](https://nl.wikipedia.org/wiki/Alliteratie), maar dan op het einde van een woord. Bv: met Pasen zoeken de kinderen eieren. Bv: uam non didicimus, accepimus aut legimus **Homoniem** arm-arm, kussen-kussen (dezelfde vorm, dezelfde klank, verschillende betekenis). Homo betekent dezelfde in het Latijn. **Homogeniteit** overal gelijk, overal hetzelfde samengesteld **Hondenfluitje** alleen door ingewijden begrepen bedekte toespeling. De functie van *dog whistles* is dat de impliciete lading ervan altijd ontkend kan worden **Hoofdgedachte** onderwerp + wat de schrijver over het onderwerp vertelt **Hoofdzin** *zelfstandige zin*. Een zin waar één persoonsvorm in staat, is altijd een hoofdzin. In de hoofdzin staan het onderwerp en de persoonsvorm altijd naast elkaar. Kenmerkend voor hoofdzinnen is dat de persoonsvorm in bevestigende zinnen doorgaans op de tweede, en in vraagzinnen altijd op de eerste plaats staat. Verder kunnen er geen woorden tussen het onderwerp en de persoonsvorm worden geplaatst: *Joris loopt naar school* kan niet *Joris langzaam loopt naar school worden*. In een bijzin kan dat wel: , terwijl [hij] een elektrische fiets in de schuur [heeft] staan. Een algemeen kenmerk van een bijzin is dat de persoonsvorm achteraan staat: *Olivia blijft thuis, omdat ze ziek is*. hoofdzin kan een zelfstandige zin zijn, terwijl een bijzin altijd een afhankelijke zin is. De bijzin heeft de hoofdzin nodig om betekenis te krijgen. **Hook** een element dat meteen de aandacht trekt van de kijker. Het kan een krachtige afbeelding zijn, een pakkende titel of een intrigerende vraag. Zorg voor een sterke hook: de zin/kreet/kop waarmee je in één keer de aandacht van je lezer trekt. Het 'lokmiddel' dat de nieuwsgierigheid wekt. Voorbeelden: Wist je dat \_\_? De beste manier om \_\_. De nr 1 tip voor \_\_\_. Volgens mij ben ik de enige op aarde die \_\_\_. **Hun of hen** gebruik **"**hun**"** wanneer het een meewerkend voorwerp is, zonder voorzetsel: 'Ik geef **hun** een cadeau'. Gebruik **"**hen**"** wanneer het een lijdend voorwerp is en en ná een voorzetsel: 'Ik ga met **hen** naar de bioscoop'. **Hypothese** een stelling die (nog) niet bewezen is. Het nut ervan is het bieden van een mogelijke verklaring van een fenomeen. De wetenschap is vaak niet ver genoeg om uitsluitsel te geven over het wetenschappelijke waarheidsgehalte van een hypothese. ### **I** **Ideografisch** schrift met tekeningen, een zon kan voor licht, warmte of dag staan; beeldschrift **Idiolect** het taalgebruik typerend voor één bepaalde persoon, een eenpersoonsdialect. **Idioom** vaste eenheid woorden die samen meer of iets anders betekenen dan de losse woorden. Voorbeeld: \`\'Op de fles gaan\' is in het Nederlands idioom voor \'failliet gaan\'. Taaltechnisch gezien heet het een 'taaleigenaardigheid'. Het zijn grammaticaal ongebruikelijke zinnen resp. uitdrukkingen, omdat ze afwijken van de letterlijke betekenis van elk deel van de zin. Als elk woord op de gebruikelijke manier geïnterpreteerd kan worden, spreken we van 'letterlijke betekenis'. **Identiteitspolitiek** politiek vanuit de sociale identiteit (gender, achtergrond etc.) en de door deze groep gedeelde ervaring van maatschappelijk onrecht. Deze wordt tegenover de cultureel dominante groep gesteld. **Idiomatisch** verwijst naar de gebruikte uitdrukkingen, woorden of zinnen die een betekenis hebben die niet direct kan worden afgeleid uit de betekenis van de afzonderlijke woorden. Bijvoorbeeld, \"de knoop doorhakken\" heeft een idiomatische betekenis van \"een beslissing nemen\", terwijl de afzonderlijke woorden \"knoop\" en \"doorhakken\" op zichzelf niet de betekenis van \"een beslissing nemen\" hebben. **Idiolect** taalvariant die door één persoon wordt gebruikt. "de uitdrukking hoort bij zijn idiolect" **Incel** *involuntarily celibate* oftewel \"onvrijwillig celibaat\". Verwijst naar een subcultuur van voornamelijk mannen die vinden dat ze geen romantische of seksuele relaties kunnen krijgen, ondanks dat ze dat graag willen. Deze groep heeft vaak een gevoel van woede en frustratie richting de samenleving, en sommige incels wijten hun situatie aan vrouwen of bredere maatschappelijke structuren. **Includeren** opnemen in, insluiten in. "Moeten we dit includeren in onze samenleving?". **Infectie** betekent dat een lichaamsdeel is \"besmet\" met micro-organismen die een reactie of ziekte veroorzaken.**\ Incongruentie** gebrek aan overeenstemming. [Stijlfout waarbij het onderwerp en de persoonsvorm niet beide in het enkelvoud of in het meervoud staan]. In de praktijk zul je deze fout niet zo snel maken: De meisjes voetbalt enthousiast. Lastiger wordt het als het onderwerp uit meer dan één deel bestaat: Het aantal mensen dat schulden heeft, stijgt. Een aantal is een enkelvoudig woord en de kern van het onderwerp. De persoonsvorm staat dan ook in het enkelvoud. Voorbeelden van incongruenties: de directie gaf al ~~hun~~ medewerkers een bonus (= haar). Het bedrijf heeft ~~hun~~ personeel hierover ingelicht (=zijn). Het managementteam heeft vergaderd. ~~Ze hebben~~ de nieuwbouwplannen goedgekeurd (= het heeft). Een groep kinderen ~~zetten~~ de boel op stelten (= zette). Het clubje ~~waren~~ nog lang niet uitgepraat (=was). Maar twintig procent van de aanwezigen [stemden] voor (= stemde). **Infographic** informatieve illustratie: afbeelding die informatie uitbeeldt en verklaart **Inflectie** Verandering van de vorm van een woord, vaak om een grammaticale functie uit te drukken. Bijvoorbeeld: \[paard / paarden\]. Het woord paarden heeft meervoudsinflectie. *Buiging*. **Infinitief** een werkwoord zonder inflectie. In het Nederlands eindigt de infinitief vaak met -en of -n. **Inscriptie** letters die ergens in gegraveerd (= het aanbrengen van tekens op hard oppervlak) zijn. **INT** Instituut voor de Nederlandse Taal **Interdisciplinair** bij een interdisciplinaire samenwerking hebben de disciplines elkaar nodig om een probleem op te lossen. Het begrip interdisciplinair reikt verder dan multidisciplinair -- waarbij disciplines vastomlijnd blijven -- en is specifieker dan een integrale werkwijze. **Intertekstualiteit** het verschijnsel dat literaire teksten echo\'s bevatten van andere (literaire) teksten. Eenvoudig gesteld gaat het om de invloed die uitgaat van vroegere teksten en op welke manier daar creatief mee wordt omgegaan. Het weefsel dat een [tekst](https://nl.wikipedia.org/wiki/Tekst) is, hangt weer met talrijke draden vast aan andere teksten. **Inversie** omkering van de gewone woordvolgorde: subject na de persoonsvorm. 'Gaat Mark i.p.v. Mark gaat'. **Intralinguale vertaling** 'vertaling' binnen één en dezelfde taal. (Intra = binnen; lingua = taal) Hertalen. Het herschrijven van een tekst in dezelfde taal, maar in een ander register; of een andere taalvariëteit (dialect, sociolect) ervan. **IPA** *International Phonetic Alphabet* fonetische transcriptie (internationaal) van het alfabet gebaseerd op het Latijnse alfabet. A special double-triangle colon symbol is used in IPA to indicate that the preceding sound is long. Its form is that of two triangles, each a bit larger than a point of a standard colon, pointing toward each other. ### **J** **Joie de Vivre** cheerful enjoyment of life **Jurisdictie** de rechtsmacht over een bepaald grondgebied ### **K** **Kalergiplan** **Keten** een samenwerkingsverband tussen organisaties die naast hun eigen doelstellingen, één of meer gemeenschappelijk gekozen doelstellingen nastreven. **Ketenpartner** een andere instelling of dienstverlener waarmee de eigen activiteiten worden afgestemd omdat zij eerder of later een rol spelen in het traject rond dezelfde personen **Kinnesinne** woord dat wordt gebruikt om jaloezie of nijd aan te duiden **Klassieke oudheid** concept in westerse geschiedschrijving (8^e^ eeuw v. Chr. -- 476 na Chr.). Begint met de archaïsche periode van het oude Griekenland en eindigt met de val van het West-Romeinse Rijk. De bloeiperiode van de Griekse en Romeinse beschaving. **Kleinburgerlijk** geestelijk bekrompen **Klemtoon** min of meer krachtige nadruk op een woord of lettergreep **Klinisch** betrekking hebbend op de directe zorg voor patiënten, met inbegrip van de diagnose, behandeling, observatie en evaluatie van medische aandoeningen en symptomen. **Klinisch voordeel** verwijst naar een gunstig en meetbaar resultaat dat optreedt bij patiënten a.g.v. een medische behandeling, interventie, medicijn of procedure. **Koekoeksjong** het jong van een [[broedparasiet]](https://nl.wikipedia.org/wiki/Broedparasiet). Het [[koekoeksjong]](https://anw.ivdnt.org/article/koekoeksjong) komt meestal eerder uit zijn ei dan de nestgenoten en werpt dan met zijn vleugels de eieren van de broedvogel uit het nest, én laat zich vervolgens voeren door gastouders. Overdrachtelijk: klaploper, profiteur. **Koepelwoord** zelfstandig naamwoord dat een soort aangeeft. Bestek is een koepelwoord van 'vork' **Koppelteken** *of verbindingsstreepje* gebruik je bij samenstellingen. Je schrijft geen verbindingsstreepje als het een ongelijkwaardige samenstelling is: één woord is het grondwoord en de andere is ondergeschikt. **Kort aangebonden zijn** d.i. niet veel speelruimte hebben, snel boos worden. **Koude** *intensifiers* : abnormaal, akelig, allejezus, barbaars, beestachtig, beestig, bitter, blikslagers, crimineel, deksels, fiks, flink, gemeentjes, grimmig, ijselijk, ijzig, ongenadig, snarig, venijnig, verdikkemes, vernipt, verrekt, verschrikkelijk, verwoed, vinnig, wreed **KPI** *kritieke prestatie-indicatoren* is een manier om prestaties te meten. Voorbeelden: reactietijd bij klachten, brutowinst, aantal websitebezoekers, klantretentie, doorlooptijd Wmo-melding, enzovoorts. **Kraamkamer** verwijzing naar een plaats of situatie waar nieuwe ideeën, innovaties, projecten, of talenten ontstaan en zich ontwikkelen. Overdrachtelijk gebruik. **Kreek** een smal waterstroompje, meestal een zijtak van een rivier of een andere waterweg. Het is kleiner dan een rivier of beek en vaak kronkelig. **Krocht** onderaards hol: *in de krochten van de samenleving* **Kroniek** chronologisch geordend verslag of rapport **Kwezelachtig** overdreven vroom iemand; sufferd; begijn ### **L** **Landingspagina** een webpagina ingericht om bezoekers te converteren in klanten. Ontdaan van afleidende onderdelen van een normale website: menu, footer (paginavoettekst), sidebars **Latijn** dode Italische taal die werd gesproken door de Latijnen, onder wie ook het bekendste Latijnse volk, de Romeinen. Het heet geen Romeins omdat Rome destijds nog niet zo'n belangrijke stad was. Het gebied van Latium (het huidige Lazio, midden Italië) en hun Latijns is ouder dan Rome. Het toeval was dat die kleine substam van Romeinen de overhand kreeg en het Latijn werd geassocieerd met de stad Rome [[meer informatie op Wikipedia]](https://nl.wikipedia.org/wiki/Latijn) **Latijns schrift** een [alfabetisch schrift](https://nl.wikipedia.org/wiki/Alfabet) waarvoor in de loop der eeuwen een aantal [alfabetten](https://nl.wikipedia.org/wiki/Alfabet) is ontwikkeld voor gebruik in vrijwel alle [westerse](https://nl.wikipedia.org/wiki/Westerse_cultuur) geschreven [talen](https://nl.wikipedia.org/wiki/Taal), voornamelijk [Noord-](https://nl.wikipedia.org/wiki/Noord-Amerika) en [Zuid-Amerika](https://nl.wikipedia.org/wiki/Zuid-Amerika), bijna heel [Europa](https://nl.wikipedia.org/wiki/Europa_(werelddeel)), [Sub-Saharaans Afrika](https://nl.wikipedia.org/wiki/Sub-Sahara) en een aantal [Aziatische](https://nl.wikipedia.org/wiki/Azi%C3%AB) landen in vooral [Australazië](https://nl.wikipedia.org/wiki/Australazi%C3%AB) en [Centraal-Azië](https://nl.wikipedia.org/wiki/Centraal-Azi%C3%AB). Het Latijns schrift heeft het grootste aantal gebruikers ter wereld. **Legbatterij** een plaats waar op grote schaal [kippen](https://nl.wikipedia.org/wiki/Kip_(vogel)) zijn gehuisvest met 3 tot 5 dieren in een kooi.**\ Legende** verhaal dat uit het verleden is overgeleverd. Legenda in het Latijn. Kan ook de levensgeschiedenis van een heilige of een episode hieruit betekenen. **Levitatie** het omhoog zweven door uitschakeling van de zwaartekracht **Libertair** door absolute individuele vrijheid geïnspireerd. Anarchistisch. **Lijdende vorm** (passieve zin). Niet de handelende persoon staat centraal, maar het voorwerp waarover het gaat. Wat in een actieve zin een lijdend voorwerp is, verandert in een lijdende zin naar het onderwerp. Voorbeeld actief: 'de leraar legt de rekensom uit'. Voorbeeld passief: 'De rekensom wordt uitgelegd'. **Lingua franca** een taal die als gemeenschappelijke taal wordt gesproken door mensen met verschillende moedertalen. **Lifestyle inflatie** meer uitgeven naarmate je meer verdient **Lijdend voorwerp** wie/wat + werkwoord + onderwerp. Vb: de docent helpt **me**. Wie helpt de docent? "Me" is het lijdend voorwerp. Vb: We kopen **brood**. Wat kopen we? "brood" is het lijdend voorwerp. Om een lijdend voorwerp te vinden, kun je de volgende vraag stellen: \"Wie of wat wordt er door het werkwoord beïnvloed?\". In de zin \"deze fiets is van jou\" is er geen werkwoord dat iets beïnvloedt. Het woord \"is\" is een zijnswerkwoord, dat een toestand aangeeft. Een zin met een lijdend voorwerp zou bijvoorbeeld kunnen zijn: \"Ik koop een fiets\". In deze zin is het werkwoord \"koop\" een werkwoord dat iets beïnvloedt. Het geeft aan dat ik iets koop, namelijk een fiets. Het lijdend voorwerp in deze zin is dus \"een fiets\". **Literatuur** alle proza-, poëzie- en toneelteksten van een bepaald niveau (diepgang). Het antoniem van lectuur. **Loot** nieuwe kleine tak aan een boom **Lorem Ipsum dolor** een opvultekst om te kijken hoe een opmaak er grafisch uitziet. **Luchtkasteel** mooie maar irreële toekomstverwachting. Hij bouwt luchtkastelen door te denken dat hij zonder enige training een professionele atleet kan worden. ### ### **M** **Meta** een voorvoegsel (prefix) dat 'betreffende het onderwerp zelf' betekent. **Metataal** een taal waarmee talen kunnen worden beschreven **Metaal** een metaal zit opgesloten in mineralen en wordt door mijnbouw en raffinage gewonnen. Het mineraal is de natuurlijke bron, en het metaal (ijzer, koper, nikkel, kobalt, zink) is het zuivere element dat daaruit wordt gehaald. Een metaal is dus een specifiek element/specifieke stof die je uit een mineraal wint.\ **Metawiskunde** studie van wiskunde met behulp van wiskundige modellen **Metacognitie** (meta = over; cognos = denken) het denken over het denken **Metacognitieve vaardigheden** het vermogen om na te denken over je eigen denkprocessen **Metafoor** beeldspraak waarbij je zaken met elkaar vergelijkt ZONDER de vergelijking expliciet te noemen. Vb: zo te zien heeft die tomaat heeft hard gesport. Met die tomaat bedoel je dan de persoon die hard heeft gesport, maar de referent wordt niet expliciet genoemd. Voorbeeld waarbij de referent wél expliciet wordt genoemd: "HIJ is zo rood als een tomaat". Dit is een expliciete vergelijking tussen "hij" en "tomaat". Kortweg, geen metafoor. **Macro** a series of instructions. A series of steps that you want Word to automate. Macro heeft een breder toepassingsgebied dan een sjabloon (template). **Manuscript** een manuscript of handschrift is een met [hand](https://nl.wikipedia.org/wiki/Hand) geschreven [tekst](https://nl.wikipedia.org/wiki/Tekst). Meestal wordt hiermee de tekst van een nog niet gepubliceerd [boek](https://nl.wikipedia.org/wiki/Boek_(document)) bedoeld. Dit wordt ook wel de [kopij](https://nl.wikipedia.org/wiki/Kopij) genoemd. **Marchanderen** onderhandelen, afdingen, 'compromissen sluiten' **Markering** door een teken iets laten opvallen of aangeven. Dit kan dus onderstrepen zijn, highlighten, of bijvoorbeeld een verticale rode lijn in de marge, zoals in Wordbestanden 'bij eenvoudige markeringen'. **Marge** de witte ruimte rondom de tekst op een pagina. De afstand tussen de tekst en de rand van het papier. **Metonymie** (naamsverwisseling), naast de metafoor, de belangrijkste vorm van beeldspraak. Je gebruikt een woord of uitdrukking om naar iets anders te verwijzen. Iets anders dat je weglaat. VB: 'Ik kocht een enkele reis'. Je bedoelt niet letterlijk dat je *een enkele* reis kocht, maar *een káártje voor een enkele reis*. Je zegt dus net iets anders dan wat je bedoelt. VB: 'De hand vragen. Je bedoelt niet letterlijk *een hand vragen*, maar *toestemming vragen om te trouwen*. VB (uit de praktijk): Het overzicht hieronder kan u helpen om prettiger in uw huis te blijven wonen. Je bedoelt dat de informatie en de genoemde organisaties kunnen helpen **Mineraal** een natuurlijke, vaste stof die in de aarde voorkomt en niet afkomstig is van planten of dieren. Mineralen ontstaan door geologische processen en hebben een specifieke chemische samenstelling en een kristalstructuur. Ze zijn de bouwstenen van gesteenten en worden gebruikt voor het winnen van metalen of andere nuttige elementen.**\ Ministerie** een overheidsinstelling die verantwoordelijk is voor een specifiek beleidsgebied. Een ministerie bereidt beleid, wetten en regelingen voor. De ministeries zorgen ervoor dat wetten en beleidsregels worden toegepast in de praktijk; soms besteden ze dit (de wettelijke verantwoordelijkheid) uit aan gemeenten. **Misbaar** spektakel, lawaai, vreemde gebaren. Vb: met veel misbaar = met luid geschreeuw en veel lawaai **Misnoegd** chagrijnig, gekwetst, gepikeerd, knorrig, kregel, ontstemd, onvergenoegd, toornig, verontwaardigd **Mood** modaliteit, de 'manier', de 'wijze'. De manier waarop. **Monding** plek waar een rivier uitkomt in ander waterlichaam, zoals een zee, meer of een andere rivier. Het tegenovergestelde is de bron, waar de rivier begint, meestal op een berg of een hoger gelegen gebied. **Monetizen** te gelde maken **Morfeem** kleinste deel van een woord. 1) vrij morfemen en 2) gebonden morfemen. Vrije morfemen komen als zelfstandig woord voor \> op-zoeken. Gebonden morfemen niet \> on-heil. **Morfologie** woordverbuiging en woordvorming **Moederschoot** de baarmoeder; plaats waar het leven zich ontwikkelt **Mutatis Mutandis** betekent letterlijk \"nadat veranderd is wat veranderd moest worden\". Dikwijls betekent dit dat men een tekst niet helemaal herhaalt, maar aan de lezer/toehoorder zegt: verander het op die punten waar het veranderd moet worden. **Middelen van overtuiging** *Ethos, Pathos en Logos, framing, verteltechnieken, Kairos.* **Monumentaal** indrukwekkend groots (bijv.: een - boekwerk) **Monument** een overblijfsel van [kunst](https://nl.wikipedia.org/wiki/Kunst), [cultuur](https://nl.wikipedia.org/wiki/Cultuur), [architectuur](https://nl.wikipedia.org/wiki/Architectuur) of [nijverheid](https://nl.wikipedia.org/wiki/Nijverheid) dat van algemeen belang wordt geacht vanwege de historische, volkskundige, artistieke of andere sociaal-culturele waarde. ### **N** **Naamwoorden** woordsoorten die personen, dingen of zaken aanduiden/bepalen. Voorbeelden van naamwoorden zijn zelfstandige naamwoorden, bijvoeglijke naamwoorden, eigennamen en toponiemen. **Navelstaarderij** opgaan in het nadenken over zichzelf (teveel bezig zijn met jezelf) **Nevel** *of damp, mistbank, smog* vermindering van het zicht door minuscule waterdruppeltjes in de atmosfeer **Neologisme** een willekeurig, nieuw woord in een gegeven taal **Neo** jong, nieuw. Ter aanduiding van het opnieuw plaatsvinden van het in het tweede deel genoemde: *De neogotiek greep terug op de spitsboog en andere vormen uit de late middeleeuwen*. **Netwerk Begrijpelijke Overheid (NBO)** Carel Jansen was/is prominent lid. **Nominalisatie** *of naamwoordstijl* is van een werkwoord een zelfstandig naamwoord maken. Vb: *'Volgend jaar zal er een uitbreiding van de fabriek plaatsvinden'*. Werkwoordstijl *'De fabriek zal volgend jaar worden uitgebreid'*. **Notoir** (van iets ongunstigs) algemeen bekend. Een notoire querulant. Een notoire leugenaar. **Naamwoordelijk gezegde** koppelwerkwoord + naamwoordelijk deel, dat iets over het onderwerp zegt. Bijvoorbeeld "De juf *schijnt* leuk te zijn". Schijnt is het koppelwerkwoord en leuk te zijn zegt iets over de juf: het onderwerp. In de zin "De juf schijnt met een zaklamp", is 'schijnt' slechts het wwg: het zegt namelijk niets over het onderwerp. **New left** **Niet-statelijke gewapende groeperingen** Hamas, Hezbollah (de As van Verzet van Iran). Mujahideen, etc **NT2** of \"Nederlands als Tweede Taal\". In de breedste zin omvat NT2 elke vorm van onderwijs van het Nederlands aan mensen voor wie Nederlands niet de moedertaal is. Het onderwijzen van Nederlands aan een vriend in Bangkok - die verder nooit in Nederland wil wonen en hier dus ook niet zal *integreren of participeren* - valt technisch gezien ook onder de paraplu van NT2. In een professionele of academische context verwijst NT2 echter meestal naar een gespecialiseerd veld binnen het taalonderwijs. NT2-docenten hebben vaak specifieke training of certificering ondergaan die hen bekwaam maakt in het onderwijzen van Nederlands aan niet-moedertaalsprekers. Dit omvat kennis van tweedetaalverwerving, specifieke didactische methoden, en vaak ook een begrip van de culturele en maatschappelijke context waarin de taal wordt gebruikt. In de praktijk wordt de term NT2 dus vaak gebruikt om te verwijzen naar formeel, gestructureerd onderwijs, gegeven door gekwalificeerde docenten, vaak binnen geïnstitutionaliseerde settings zoals taalscholen, inburgeringscursussen, of universiteiten. Samengevat, [hoewel de term NT2 in theorie breed toepasbaar is, wordt hij in de praktijk meestal gebruikt om te verwijzen naar formele, gespecialiseerde vormen van Nederlands onderwijs voor niet-moedertaalsprekers]. Dit onderscheid helpt om de specifieke vaardigheden en kennis van professioneel getrainde NT2-docenten te erkennen. **Nutsvoorzieningen** voorzieningen (zoals gas, water, elektriciteit) die door nutsbedrijven geleverd worden. **Nutsbedrijf** overheids- of particuliere ondernemingen die volgens strenge overheidsvoorschriften zonder onderscheid moeten zorgen voor de essentiële openbare voorzieningen, zoals gas, elektriciteit en riolering. ### **O** **Olifantenpad en geitenpaadje** Als een olifant in de jungle die recht op zijn doel afgaat. Hij omzeilt omwegen. Een short-cut dus. Een geitenpaadje is een lastig en kronkelig pad. Niet per se een bestaand pad. Denk aan geiten die een berg opklimmen en dan ergens lopen waar wandelaars nauwelijk kunnen komen. Als er geen makkelijk begaanbare weg is, dan kun je met een geitenpaadje toch je doel bereiken. **OKR** *Objectives and Key Results* doelen met meetbare resultaten. Wat wil ik bereiken? Hoe weet ik of de doelen zijn bereikt? Oftewel: wat zijn mijn OKR-doelstellingen? OKR\'s beginnen bij de missie en visie van de organisatie. **Omfloerst** beneveld, verhullend, omsluierd, gevoileerd; zodat je het niet goed kunt zien of horen **Omhullen** rondom bedekken, in iets wikkelen. **Omsluieren** bedekt voorstellen: hij omsluierde zijn bedoelingen zo zeer, dat niemand (...) **Oplage** het aantal exemplaren van een drukwerk **\ Onbeklemtoonde klinker** definitie voor een slecht hoorbare klinker **Onbepaald** *of indefiniet* betekent in de context van lidwoorden dat het gaat om het lidwoord \"[een]\", terwijl bepaald verwijst naar de lidwoorden \"de\" en \"het\". Het heet onbepaald omdat het gaat om een niet-specifieke verwijzing. De verwijzing is dus niet nader bepaald → onbepaald. **Onbepaalde wijs** de infinitieve werkwoordsvorm die in het woordenboek staat. **Onderhands** een actie zonder ambtelijke (notariële) tussenkomst. **Onderwerp** wie/wat + pv. Voorbeeld: 'Jan fiets naar school'. Wie fietst? JAN **Ondoelmatig** gebrek aan effectiviteit in het bereiken van beoogde doelen met de beschikbare middelen. Vb: (overmatig) voorschrijven antibiotica bij verkoudheid en virale infecties. Antibiotica hebben geen effect op virussen, alleen op bacteriën. Antibiotica geeft dus geen klinisch voordeel en is in dat geval ineffectief. **Oneigenlijk** niet volgens de regels of de bedoeling. Vb. gebruik in oneigenlijke zin van het woord 'mythe'. **Ongrammaticaal** in strijd met de regels (niet in overeenstemming) van de Nederlandse grammatica. **Onomatopee** een door klanknabootsing gevormd woord. Voorbeeld: *gong, fuut, koekoek* **Onomwonden** zonder het mooier te maken dan het is; categorisch; openlijk **Onovergankelijk werkwoord** *of intransitief* is een werkwoord dat [geen] lijdend voorwerp bij zich heeft. Voorbeeld: groeien en blaffen. Je kunt niet zeggen 'hij groeit een boek'. **Ontluiken** openen, zich ontsluiten **Ontluisterend** beschamend, teleurstellend **Ontsteking** de reactie van het lichaam op schade of een infectie. Het is een verdedigingsmechanisme dat het immuunsysteem activeert om te proberen de schadelijke prikkel, zoals bacteriën, virussen, verwondingen of irriterende stoffen, te bestrijden en herstel te bevorderen. **Onwelgevallig** onaangenaam; ongewenst. In strijd met wat iem. wil: *dat is me niet onwelgevallig* komt me wel goed uit **Opdraaien** voor draaien opwinden **Opportuun** Iets wat op een specifiek moment handig is en goed van pas komt. Vb. 'het is nu niet opportuun om daar op in te gaan'. Een opportunist is een afleiding van opportuun. Een opportunist is iemand die zonder principes handelt. Een opportunist is iemand die zich niet houdt aan normen en waarden maar per situatie bekijkt hoe hij de situatie naar zijn hand kan zetten om er persoonlijk voordeel uit te halen. Vb. 'Vossen zijn opportunisten: ze leven van wat zich ter plaatse het makkelijkst laat verschalken'. **Opt-out** uitstapmogelijkheid. Een middel waarmee een lidstaat die niet wil deelnemen aan EU-beleid, kan uitstappen om een impasse te voorkomen. **Opt-in formulier** digitaal formulier dat bezoekers kunnen invullen om zich vrijwillig aan te melden voor iets, zoals een nieuwsbrief, updates, aanbiedingen, of om toegang te krijgen tot exclusieve content. Het belangrijkste doel van een opt-in formulier is om toestemming te vragen aan bezoekers om hun contactgegevens, zoals e-mailadres, op te slaan en hen in de toekomst berichten of promoties te sturen. **Olympus** berg in Griekenland. Volgens dichter Homerus het 'huis van de goden'. **Onvoltooid verleden tijd** imperfectum "Ik maakte", "Ik pakte", "Ik kocht", "Ik deed", "Ik neukte". Samen met het perfectum vormt het imperfectum 1 van de 2 manieren om over het verleden te praten in het Nederlands. **Voltooid verleden tijd** plusquamperfectum onderwerp + hulpwerkwoord in de o.v.t. (imperfectum) en voltooid deelwoord: "het had gesneeuwd", "Jan had gewerkt", "Hij was gevallen". **Voltooid tegenwoordige tijd** perfectum onderwerp + hulpwerkwoord in de o.t.t. en voltooid deelwoord: "Hij heeft gegeten", "Mevrouw Fatima is overvallen". Meestal de tweede tijdsvorm die je leert in het Nederlands. **Opsomming** elke opsomming bestaat uit een inleidende zin met daaronder de onderdelen van de opsomming. Vóór elk onderdeel staat een cijfer, streepje of punt ('bullet'). Of de onderdelen met een hoofdletter beginnen, of eindigen met een bepaald leesteken, hangt vooral af van de lengte van die onderdelen. Een **opsomming met hele zinnen** begint met een hoofdletter en eindigt met een punt (of vraagteken). Een **opsomming die uit woordgroepen of delen van zinnen bestaat** begint met een kleine letter en eindigt met een puntkomma; alleen het laatste onderdeel van de opsomming krijgt een punt. Een **opsomming die uit één enkel woord of een klein groepje woorden** bestaat, komt na elk deel een komma (en na het laatste deel een punt). Je mag alle leestekens na de dubbele punt weglaten als de delen heel kort zijn en als de overzichtelijkheid extra belangrijk is, zoals in webteksten (zie de Schrijfwijzer van Jan Renkema en Onze Taal). Bij een gemengde opsomming probeer je eerst de structuur gelijk te trekken. Lukt dat niet, kies dan voor de vormgeving die er het beste uitziet. **Orthografische transparantie** de mate van overeenkomst tussen fonemen en grafemen, dus tussen dat wat je hoort en dat wat je schrijft, wordt de orthografische transparantie genoemd. **Overgankelijk werkwoord** *of transitief* is een werkwoord dat een lijdend voorwerp kan hebben of nodig heeft. Voorbeeld: maken. Alleen 'ik maak' is ongrammaticaal: ik maak een foto (lv) **Outgroup hostility** the tendency to dislike members of groups that we don\'t identify with\ **Oxymoron** een paradox die uit één woordgroep bestaat: *donker licht* ### **P** **Paars kabinet** blauw (liberalisme) en rood (sociaaldemocratie), zonder deelname christendemocraten **Palindroom** woord dat hetzelfde blijft als je het omdraait: parterretrap **Paradigma** denkkader waarbinnen 'de werkelijkheid' geanalyseerd en beschreven wordt. Vaak worden lang bestaande paradigma's niet bewust meer beleefd **Paradox** stijlfiguur in de vorm van een ogenschijnlijke tegenspraak: de paradox van God. **Paragraaf** groter tekstblok van bij elkaar horende alinea's. **Paramilitair** een eenheid die georganiseerd is als een militaire organisatie, maar maakt geen deel uit van de officiële strijdkrachten van een land. Dit kan in opdracht van de overheid zijn (SWAT) maar ook los van de overheid (IRA). **Parodie** spottende nabootsing **Parlement** hoogst verkozen beraadslagende orgaan (beraadslagen = ernstig overleggen)**\ Parterre** begane grond of benedenverdieping\ **Parterretrap** een trap die begint op de begane grond en naar de eerste verdieping gaat.**\ Passieve zin** *of lijdende zin* 'worden' of 'zijn' + voltooid deelwoord. In passieve zinnen verdwijnt de handelende persoon naar de achtergrond - en soms volledig. 'De motor wordt gestart (door de schipper)' i.p.v. 'de schipper start de motor'. Ook de kracht van het werkwoord neemt af. Het werkwoord vervult als persoonsvorm een centrale rol in een actieve zin. De zinnen staan er dus wel, maar communiceren niet. **Paternalistisch** bevoogdend. Vaderlijk optreden. Neiging om alles van bovenaf -- als een autoritaire vader -- te regelen en te beslissen. **Pathetisch** *(voornamelijk negatief)* hoogdravend, gezwollen; vol pathos, overdreven zielig **Paleografie** studie rondom het bestuderen en ontcijferen van oude [handschriften](https://nl.wikipedia.org/wiki/Handschrift_(document)) en archiefstukken **Pathologie** ziekteleer; ziekte; studie naar afwijkingen weefsel, stoffen en cellen **Pathos** de emoties die je bij anderen kunt oproepen. Het beroep doen op de emoties. **Patriarchaal** *(patriarchaat)* samenlevingsvorm waarin de man domineert **Paradox** een schijnbare tegenstrijdigheid. **Persoonsvorm** vorm van het werkwoord dat congrueert met het onderwerp (vaak een persoon): het onderwerp. Het onderwerp en de persoonsvorm vormen een syntactische eenheid, de zinskern. **Persoonlijk voornaamwoord** een woord om personen of dingen aan te duiden zonder hun naam te noemen, zoals "ik", "jij", "hij", "zij", "wij". **Piketpaal** paaltje waarmee je de grens van een terrein afbakent of de contouren van een weg aangeeft. **Placeholder** tijdelijke vulling voor iets **Pleonasme** betekent zoiets als overvloed: [ronde] cirkel of [zwarte] inkt. **Plug-in** een plug-in (ook wel invoegtoepassing) is een aanvulling op een computerprogramma. Plug-ins worden over het algemeen gemaakt om een programma uit te breiden. **Plusquamperfectum** Latijn voor 'meer dan perfectum'. In het Nederlands noemen we dit: voltooid verleden tijd. Bijvoorbeeld: "Ik had geroepen" of "Ik was gegaan". **Pionier** iem. die als een van de eersten een bepaald gebied betreedt, zodat hij daar zijn weg moet vinden zonder gebruik te kunnen maken van de ervaring van anderen. **Polyfonische romans** een kenmerk van het verhaal, dat een diversiteit aan gelijktijdige standpunten, gezichtspunten en stemmen omvat (meerstemmigheid). Dit staat tegenover de monologische vertelstijl. Bij polyfonie (polyperspektivisme) zie je een verhalende literatuur waarbij de auteur in relatie tot zijn figuren sterk op de achtergrond treedt. In een polyfone roman zijn de personages niet de spreekbuis van de auteur en vertegenwoordigen ze niet zijn standpunt, maar krijgen ze hun eigen stem. Deze structuur stelt de auteur in staat zijn eigen tegenstrijdige wereldbeeld op te splitsen in de diversiteit van zijn personages. Een polyfone roman wint aan dynamiek door de diverse dialogen waarin de personages binnenkomen; in literatuurwetenschap wordt deze eigenschap [dialogiciteit genoemd](https://mamaija.net/w/index.php?title=Dialogizit%C3%A4t&action=edit&redlink=1). *"Door de pluraliteit van autonome karakters laat Dostojevski verschillende opvattingen en beelden van de werkelijkheid de revue passeren en legt hij niet een enkelzijdig beeld van de werkelijkheid op."* **Pogrom** *погром громить***,** georganiseerd geweld tegen een bepaalde groepen; etnisch, religieus. **Pool** depot van auto's, schepen, arbeidskrachten enz.: arbeidspool, banenpool **Pogrom gewelddadige aanval op specifieke etnische, religieuze of sociale groep,\ Praatplaat** visualisatie van een onderwerp dat door het verbeeldingsproces concreet is gemaakt **Prefix** voorvoegsel. Het prefix is altijd een gebonden morfeem. Het is dus gebonden aan, afhankelijk van, het andere woorddeel \> [on]heil, kop[je], [co]-ouderschap. Niet zelfstandig in de taal voorkomend element dat voor een grondwoord of de stam van een grondwoord geplaatst wordt en in combinatie daarmee een afleiding vormt. **Pregnant** zo dat het sterke indruk achterlaat. Gewichtig. Kernachtig. Zinrijk. Voorbeeld: *hij duidt heel pregnant fenomenen: of het nou over de smartphone gaat, of over opoïdengebruik in de VS* **Processtukken** documenten die worden ingediend bij een rechtbank als onderdeel van een juridische procedure (verzoekschriften, getuigenverklaringen, vonnissen) **Productiemiddelen** arbeid, gebouwen, grondstoffen, land en machines **Proefballon** probeersel(tje). Een proefballon 'oplaten' om de stemming te peilen. **Propositie** een stelling die waarheid of onwaarheid uitdrukt **Prosodie** fonologische eigenschappen van een taaluiting zoals woordklemtoon, zinsaccent en intonatie, die meer dan één klanksegment omvatten **Productieve taalvaardigheid** spreken en schrijven **Pro-drop taal** een taal waar je geen persoonlijk voornaamwoord hoeft te gebruiken als je een werkwoord gebruikt, omdat de uitgang van het werkwoord al aangeeft over welke persoon het gaat. In het Nederlands kunnen we niet *pro-droppen*. Want: ik eet, jij eet, hij eet. Als we alleen 'eet' zeggen weten we dus niet over welke persoon het gaat **Proto-Sinaïtisch schrift** *of proto-kanaänitisch schrift*, was het eerste consonantenschrift. Het [Griekse](https://nl.wikipedia.org/wiki/Grieks_alfabet), het [Arabische](https://nl.wikipedia.org/wiki/Arabisch_alfabet), het [Cyrillische,](https://nl.wikipedia.org/wiki/Cyrillisch_alfabet) het [Fenicische](https://nl.wikipedia.org/wiki/Fenicisch_alfabet), het [Aramese](https://nl.wikipedia.org/wiki/Hebreeuws_alfabet) en het [Latijnse](https://nl.wikipedia.org/wiki/Latijnse_alfabet) [alfabet](https://nl.wikipedia.org/wiki/Alfabet) zijn hier uiteindelijk uit afgeleid. De [Egyptische](https://nl.wikipedia.org/wiki/Egyptisch) afkomst is aan dit alfabet duidelijk zichtbaar **Proza** niet door vers en rijm beheerste taal: proza en poëzie **Proxy** gevolmachtigde; bij proxy, bij volmacht. **Proxygroep** niet-statelijke actor die indirect namens een staat of machthebber handelt om diens politieke, militaire of strategische doelen te bevorderen. Handig voor *deniability*. Denk aan: colectivos, paramilitaire groepen in Colombia (AUC) die strijden tegen de guerrillabeweging FARC, Hezbollah, Hamas. **Proxyoorlog** een oorlog 'bij volmacht'. Twee of meer landen voeren hun strijd uit door steun te geven aan andere groepen of partijen, zogenaamde \"proxy\'s\" (tussenpersonen), die namens hen vechten. **Porte-manteauwoord** mengwoorden. Vlechtwoorden. Delen van andere woorden aan elkaar plakken. Breakfast + lunch = brunch. Vechten + scheiden = vechtscheiding. **Polysemie** *of polysemantisch* woord met meerdere betekenissen. Betekenissen zijn verwant. Steen = kei. Steen = edelsteen. Steen = zerk. ### **Q** **Querulant** ziekelijke klager. Twistziek. Klaagzuchtig persoon. Ruziezoeker. Dwarsligger. Opzettelijk ruziezoeken. ### **R** **Raaskalten** onzinnig praten **Rasse schreden** snel. Voorbeeld: *'De zomer nadert met rasse schreden'*. **Rafelig onderzoeksrapport** slecht onderbouw onderzoeksrapport **Raffinage** het industrieel zuiveren van een [chemische stof](https://nl.wikipedia.org/wiki/Stof_(scheikunde)), door middel van [destillatie](https://nl.wikipedia.org/wiki/Destillatie)**\ Ratificeren** bekrachtigen/goedkeuren **Rbtv** register beëdigde tolken en vertalers. **Receptieve taalvaardigheid** de vaardigheden in het luisteren en lezen. In veel gevallen is de receptieve taalvaardigheid groter dan de productieve taalvaardigheid (spreken en schrijven). Men zegt receptief en niet 'passief' omdat luisteren een actieve bezigheid is. **Receptieve woordenschat** woorden die worden begrepen, maar nog niet productief kunnen worden gebruikt. Een 4-jarig kind heeft doorgaans een receptieve woordenschat van ongeveer 3200 woorden. Een 12-jarig kind heeft een receptieve woordenschat van ongeveer 17.000 woorden. Een volwassene heeft ongeveer 50.000-70.000 woorden in zijn woordenschat. **Receptieve retentie** verwijst naar het vermogen om informatie of kennis te onthouden en op te slaan die is verkregen door middel van receptieve vaardigheden, zoals luisteren, lezen of waarnemen. **Redactie** inkleding\ **Redacteur¹** bewerker van inhoud voor publicatie.\ **Redacteur²** iemand die verantwoordelijk is voor de bewerking (redactie) van de inhoud van een publicatie, bijvoorbeeld een [krant](https://nl.wikipedia.org/wiki/Krant), [tv-programma](https://nl.wikipedia.org/wiki/Tv-programma), [boek](https://nl.wikipedia.org/wiki/Boek_(document)), [tijdschrift](https://nl.wikipedia.org/wiki/Tijdschrift), [encyclopedie](https://nl.wikipedia.org/wiki/Encyclopedie) of [website](https://nl.wikipedia.org/wiki/Website), of die feitelijk werkt aan die inhoud. **Redekundig ontleden** het verdelen van een zin in zinsdelen: / De lieve oma / gaf / haar kleinkinderen / een / **Retorica** *of Ars Rhetorica* over de kunst van het overtuigen en welsprekendheid (4e eeuw: Aristoteles) **Reddingsbootethiek** ontleend aan de metafoor van de reddingsboot die bij een scheepsramp onvoldoende plaats biedt voor alle drenkelingen. Wie wel en wie niet? Wie wel een medische behandeling en opname, en wie niet? **Redigeren** bewerken van tekst. De redactie voeren. In elkaar zetten. Het corrigeren en verbeteren voor publicatie. Structuur, samenhang, doelgroep, consistentie, leesbaarheid, spelling en grammatica. **Register** stijlniveau (*vulgair, informeel, ongemarkeerd, formeel, archaïsch*) van taalgebruik aangepast aan een bepaalde situatie (bijv. deftig, informeel of vulgair). [Situatiegebonden taalgebruik] (woordkeus, zinsbouw). Een juridische tekst kenmerkt zich bijvoorbeeld door het grote aantal [[deelwoordconstructies](https://nl.wikipedia.org/wiki/Deelwoord) en [bijstellingen](https://nl.wikipedia.org/wiki/Bijstelling)]. Grofweg 5 stijlniveaus of stijlregisters: vulgair (zeiken), informeel (pissen, sassen), plassen (ongemarkeerd), formeel (urineren), archaïsch (wateren). **Rekenschap** verantwoording: *zich rekenschap geven van iets geven,* het zich terdege realiseren. **Retouradres** adres waar een niet te bezorgen poststuk naartoe wordt gezonden **Royeren** als lid schrappen **Rul** los en kruimelig van structuur: een rul zandpad ### **S** **Samengestelde zin** heeft meer dan één vervoegd werkwoord en is samengesteld uit meer dan één zin: Ik ga slapen, want ik ben moe. Ik weet zeker dat het morgen mooi weer wordt. [Het is dus een zin met 2 of meer persoonsvormen.]\ **Salonfähig** toegankelijk, sociaal acceptabel. 'Iets wat vroeger een taboe was weer salonfähig maken.' **Schaduwoorlog** een verborgen oorlog. Indirecte methoden zoals cyberaanvallen, economische sancties of via andere niet zichtbare kanalen. **Schalks** *of schelmachtig* is kwajongensachtig, bedrieglijk, guitig **Schakering** geruit als een schaakbord; verscheidenheid van naast elkaar geplaatste kleuren; verscheidenheid van eigenschappen, denkbeelden enz.; de heide met haar duizend lieflijke schakeringen. **Schamperen** op een spottende en minachtende manier spreken. Laatdunkend spreken.**\ Schertsfiguur** iemand die niet ernstig genomen wordt en die men ook niet serieus hoeft te nemen **Schifting** sorteren, uitsplitsen, selectie naar geschiktheid. **Secretaris-generaal** de hoogste ambtenaar van een Nederlands ministerie. De secretaris-generaal is het eerste ambtelijke aanspreekpunt voor de minister. Een secretaris-generaal bij een ministerie is vergelijkbaar met een gemeentesecretaris op lokaal niveau. Beiden zijn de hoogste ambtelijke leidinggevenden binnen hun organisatie. De secretaris-generaal heeft de leiding over de ambtelijke organisatie van een ministerie, terwijl de gemeentesecretaris hetzelfde doet binnen de gemeente. **\ Séance** bijeenkomst met publiek waarbij ze communiceren met [geesten](https://nl.wikipedia.org/wiki/Spook). **Sekte** geïsoleerde afscheidingsbeweging (van de moederorganisatie). Naar binnen gekeerd, geheimzinnig. **Sententie** zinspreuk, spreuk, rechterlijke uitspraak **Seseo** een begrip in de Spaanse taal. In bepaalde varianten van het Spaans maakt men geen onderscheid in uitspraak van de *s* en de *z*. In dialecten die het onderscheid wel kennen, wordt de *s* uitgesproken als \[s\], terwijl de *z* als een \[θ\] klinkt. Deze dialecten hebben \"*distinción*\". Dialecten die beide klanken als \[s\] uitspreken, hebben *seseo*. Worden beide klanken als \[θ\] uitgesproken, dan hebben die dialecten ***ceceo***. Vooral op de [Canarische Eilanden](https://nl.wikipedia.org/wiki/Canarische_Eilanden) en in [Latijns-Amerika](https://nl.wikipedia.org/wiki/Latijns-Amerika) is seseo gebruikelijk. Ceceo is zeldzamer en vind je ook alleen maar in Spanje. Vooral in [Andalusië](https://nl.wikipedia.org/wiki/Andalusi%C3%AB) vindt men dialecten waar dit verschijnsel bestaat. **Soevereiniteit** hoogste macht die onder geen ander gezag staat **Sociolect** groepstaal. Een taalvariant die kenmerkend is voor een specifieke maatschappelijke groep. **Souterrain** verdieping gedeeltelijk onder het maaiveld (maaiveld = aardoppervlak incl. bestrating)**\ Sidebar** balk aan de zijkant van de website. Strook waar vaak allerlei informatie in staat. **Signatuur** een bepaalde manier van denken of optreden die kenmerkend is **Sjabloon** een vooraf ingestelde structuur en invulvelden voor bepaalde documenttypes**\ Slaken** het uiten of loslaten van een geluid, vaak in de vorm van een kreet, zucht, of schreeuw **Slug** het gedeelte van een URL wat achter de domeinnaam staat **Sluier** een verhullend, deels transparant voorhangsel (zijde, katoen of wol) voor het gezicht **Smalend** minachtende, spottende of neerbuigende manier spreken of kijken\ **\ Snob** iem. die voor uiterst beschaafd en ontwikkeld wil doorgaan **Snobistisch** artistieke en culturele belangstelling veinzend **Salonsocialist** niet handelen in lijn met de socialistische idealen die zij prediken **Socialisme** gemeenschappelijk bezit productiemiddelen. Sterk overheidsingrijpen om vrije markt tegen te gaan. Solidariteit. Sociale rechtvaardigheid. **Sociaal-democratie** gematigde loot van de stam van het socialisme **Sociolect** *of groepstaal* een taalvariant gekoppeld aan sociale stratificatie (i.t.t. idiolect, dat het specifieke taalgebruik van één persoon betreft). Voorbeeld: Heb je dat nieuwe secretaressetje van Frits al gezien? Zo, wat een koplampen! (mannentaal). 'Hij dorst niet te zwemmen' (ouderentaal). Het schaamteloze aplomb (heel zelfverzekerd) waarmee hij zich distantieerde is stuitend (hoogopgeleid) **Spaans** een Romaans dialect **Spaanse dialecten** *(variedades dialectales del español)* in grote lijnen kunnen acht verschillende dialecten worden onderscheiden: Castiliaans (niet een dialect maar de oorsprong), Andalusisch en Canarisch Spaans (el andaluz y el canario), Caribisch Spaans (el caribeño), Mexicaans-centraal-Amerikaans Spaans (mexicano-centroamericano), Andes Spaans (el andino), Chileens Spaans (el chileno) en Rioplatense Spaans (el Rioplatense). **Spelonken** holte in een heuvel of een berg. **Spreekwoord** vaste zin, die een bepaalde wijsheid of waarheid bevat **SSL** *Secure Socket Layer* beveiligingsprotocol die de verbinding tussen een website en de browser van de gebruiker versleutelt. Hierdoor kunnen persoonlijke gegevens veilig verzonden worden en worden ze niet onderschept door derden. **\ Standaardtaal** taal die als norm geldt. Officiële taal in het onderwijs, de media en bij de overheid. **Steenkool** is geen metaal. Het is een delfstof die bestaat uit organisch materiaal, voornamelijk koolstof, en wordt gebruikt als brandstof. **Stemhebbende klank** Een klank waarbij de stemband meetrilt, bijvoorbeeld: *b*, *d*, *g* **Stemloze klank** een klank is stemloos wanneer de stemband niet meetrilt, bijv.: p, t, k **Sterke werkwoorden** veranderen van klank in de verleden tijd (help -- hielp) **Steuntaal\ Strapatsen** rare omstandigheden, buitensporigheden, fratsen. Bijv. "De consumerende burger, zo vaak gemangeld tussen de onverbiddelijke regels van een strenge overheid en de strapatsen van zelfzuchtige ondernemingen." **Stratificatie** een term om een scheiding tussen groepen aan te geven. Stratificatie wil zeggen dat er een gelaagdheid is binnen een bepaalde groep. Sociale stratificatie is het indelen van groepen mensen in maatschappelijke lagen waartussen een ongelijkheidsverhouding bestaat. **Stressbeheersing** **Stigmatiseren** is brandmerken: *door dat schandaal is de politicus voorgoed gestigmatiseerd* **Streamen** het direct verzenden van media-inhoud via internet, meestal in realtime. Vaak gebruikt voor live-uitzendingen, zoals live streaming van videogames, evenementen en real-time communicatie. **Stuwdam** een door de mens in een [rivier](https://nl.wikipedia.org/wiki/Rivier) gebouwde versperring, bedoeld voor [irrigatiedoeleinden](https://nl.wikipedia.org/wiki/Irrigatie) of het opwekken van [elektriciteit](https://nl.wikipedia.org/wiki/Elektriciteit). **Substraat** de onderliggende laag of substantie van iets anders. Voorbeeld: een medische substraat (onderliggende ziekte). **Substraattaal** taal die oorspronkelijk werd gesproken (sub = onder) en nu vervangen is door de nieuwe taal. Die bovenliggende taal heet 'superstraattaal'. Het Koptisch is de substraattaal van het Egyptisch-Arabisch. Het Egyptisch-Arabisch is de superstraattaal. Zo'n transitie van taal A naar B kan eeuwen duren. Vaak bevat de superstraattaal nog bepaalde elementen (woordenschat, grammaticale structuren, fonologie) uit de subtaal. Het Latijn is echter niet de substraattaal van het Italiaans, Spaans etc. maar de proto-taal (vooroudertaal). Meer uitleg: [[https://chatgpt.com/c/66fe5a3a-b378-8000-8e8c-ce90f2fa19bb]](https://chatgpt.com/c/66fe5a3a-b378-8000-8e8c-ce90f2fa19bb) **Secundaire literatuur** alles wat over de primaire literatuur geschreven wordt **Superscript ¹ ² ³** een teken dat boven de normale schrijfhoogte wordt geplaatst, gewoonlijk in een iets kleiner corps, 70 tot 90 procent van de normale tekstgrootte. Alt + 0185 = ¹. alt + 0178 ². Alt + 0179 = ³. Alt + 8308 = ⁴. Alt + 8309 = ⁵. Alt + 8310 = ⁶.\ **Syllabus** een document met een overzicht en samenvatting van de onderwerpen die worden behandeld tijdens een cursus. **Syllabisch** in of volgens afzonderlijke lettergrepen **Syntaxis** is de zinsbouw: de manier waarop woorden samen woordgroepen en zinnen vormen. **Semantiek** is betekenisleer. **Stijladvies schrijven** vermijd archaïsch of formuleer taalgebruik. Geen passieve zinsconstructies. Werkwoorden i.p.v. naamwoorden. Voorkom herhaling in woordkeuze. Vermijd afkortingen. Varieer met zinnen en zinsbouw. Varieer met informatiedichtheid. Let op congruentie werkwoordstijden (niet de t.t. en v.t. vermengen) **Stijlfout** afwijking van de regels, conventies **Synthese** verbinding van afzonderlijke, vaak tegengestelde elementen tot een nieuw geheel het opgaan van verschillende delen in een geheel. **Symboolpolitiek** het nemen van maatregelen of acties die vooral bedoeld zijn om een indruk te wekken, maar weinig daadwerkelijke impact hebben op het probleem dat ze lijken aan te pakken. ### **T** **Taal of dialect [[Wat]](https://neerlandistiek.nl/2023/07/wat-is-het-verschil-tussen-een-taal-en-een-dialect/)** **[[is het verschil?]](https://neerlandistiek.nl/2023/07/wat-is-het-verschil-tussen-een-taal-en-een-dialect/)** **Talig teken** een symbool, letter in een taal om betekenis over te brengen **Taalkundig ontleden** het verdelen van zinnen in woorden / De / lieve / oma / gaf / haar / kleinkinderen / een. **Taakbalk** een horizontale balk aan de onderkant van het scherm in Windows die actieve applicaties toont, snelle toegang biedt tot vastgemaakte programma\'s, en systeeminstellingen en meldingen weergeeft. Het bevat ook de Startknop en een systeemvak met status- en meldingsiconen.**\ Taalafstand** **Taaltransparantie** de één-op-één relatie tussen vorm en inhoud. 'Het regent' kent in het Nederlands een vorm van redundantie ('het' voegt niks toe aan de zin). Het Thai is transparanter met *fon tok* (letterlijk 'regen valt'), waarin één vorm correspondeert met één betekenis (fon voor 'regen' en tok voor 'valt'). Het Nederlands is orthografisch weinig transparant: inconsistente foneem-grafeemrelatie (klank en schrift); aan het grafeem 'e' zijn 3 verschillende fonemen gekoppeld: kenteken. 'Dia' heeft 3 grafemen en 4 fonemen. Veel studenten schrijven 'interessant' fout. De reden is dat het woord meer grafemen (11) dan fonemen heeft. Ze schrijven dus alleen wat ze horen: de fonemen. **Taxonomie** een systematische ordening. Indelen in groepen. Vorm van [classificatie](https://nl.wikipedia.org/wiki/Classificatie). **Tautologie** hetzelfde woord weer: [reeds] in de 19e eeuw droegen de vrouwen [al] broeken. **Technisch gezien** vanuit een strikt of letterlijk perspectief **Tekstsoorten (5 soorten)** informatieve tekst (wil iets meedelen, informeren: krantenartikel, schoolboek, bijsluiter medicijn), meninggevende tekst (dagboek, weblog, liefdesbrief, filmbespreking, ingezonden brief), amuserende tekst (verhaal, gedicht, cabaret, jeugdroman), overtuigende tekst (ingezonden brief), activerende tekst (reclametekst) **Ten geleide** ten geleide, wel gebruikt als opschrift voor een begeleidend of inleidend woord bij de uitgave van een geschrift. **Transliteratie** is het proces van het omzetten van een woord of een enkel teken van het ene schrijfsysteem naar dat van een ander. Dit conversieproces wordt normaal gedaan door een letter uit het ene alfabet te nemen en deze fonetisch te matchen met een of meer tekens in een ander alfabet. **Term** woord dat in een bep. vak een eigen, scherpomlijnde betekenis heeft; (in het meervoud) bewoordingen; iets in bedekte termen zeggen iets niet openlijk zeggen, maar laten merken dat je het wel bedoelt. **Ter harte nemen** een goede raad aannemen **Thans** tegenwoordig, nu, in deze tijd **Thesaurus** *woordenboek, encyclopedie en thesaurus* een woordenboek is gericht op lexicon, een encyclopedie op informatieverstrekking en een thesaurus om verwante termen te zoeken die breder of smaller zijn. **Ton** 1000 kg (gewicht). 100.000 (geld). **TPRS** Teaching Proficiency through Reading and Storytelling\ **TPR** Total physical Response **Thematische kennis & domeinspecifieke kennis** algemene kennis (een landkaart) en specifieke kennis (het GPS-systeem). Algemene kennis (het menselijk lichaam) en specifieke kennis (cardiologie) **These** een bewering, stelling **These-antithese-synthese** een argumentatieschema waarbij een initiële stelling (these) wordt tegengesproken door een tegenovergestelde stelling, tegenstelling (antithese), waarna een nieuwe 'stelling' (synthese) ontstaat die de waarheden van beide combineert en de tegenstelling oplost. **These:** Je mag nooit liegen. **Antithese:** Wel als je daarmee het leven redt van een onschuldig kind. **Synthese:** Liegen mag niet, tenzij je er onschuldige levens mee kan redden. Dit schema helpt bij het oplossen van tegenstellingen door het vinden van gemeenschappelijke grond in ogenschijnlijk tegenstrijdige standpunten. **Tijdnotatie** bij tijdnotatie in Nederlandstalige teksten geeft men de voorkeur aan de notatiewijze \"u.mm:ss uur\" **Toorn** boosheid, drift, furie, giftigheid. Vb: *iedereen houdt de adem in voor de toorn van de vorst* **Transcriberen** het omzetten van gesproken taal (of andere audio-informatie) in schrift. Transcriberen is het proces en transcriptie het resultaat. Transcriberen is dus het werkwoord. Transcriptie het zelfst. nmw. **Transcriptie:** het omzetten van audio naar tekst. Het is dus het omzetten van gesproken taal in een schriftelijke vorm die de uitspraak zo getrouw mogelijk weergeeft. Een in de taalkunde veelgebruikt transcriptiesysteem is het IPA (International Phonetic Alphabet). **Tribalisme** je (al te) sterk verbonden voelen met leden van je eigen bevolkingsgroep. ### **U** **Uitdrukking** vaste reeks woorden met een vaak figuurlijke betekenis. Een gezegde is ook een vaste reeks woorden met een figuurlijke betekenis. Het verschil is dat een gezegde geen complete zin is, doordat het werkwoord ontbreekt: met hart en ziel, een open deur, een vrolijke Frans. **Uitgesponnen** langdradig **Uitlijnen** betekent binnen grafische vormgeving dat de positie van een object wordt afgestemd op die van een ander element of ten opzichte van de beschikbare ruimte. **Uitentreuren** steeds opnieuw\ **UI-elementen** User Interface-elementen. De visuele en interactieve componenten die deel uitmaken van de grafische gebruikersinterface (GUI) van een softwaretoepassing of een website. UI-elementen zijn een essentieel onderdeel van user experience (UX).Enkele veelvoorkomende UI-elementen: Knoppen, Tekstvelden, Selectievakjes, Keuzelijsten, Schuifregelaars, Pictogrammen, Navigatiebalken, Dialoogvensters, Tabbladen, Afbeeldingen. ### **V** **Valentie** met de term 'valentie' wordt het geheel aan verbindingsmogelijkheden van een woord aangeduid. **VDI** Virtual Desktop Infrastructure, is een IT-infrastructuur waarmee je vanaf vrijwel elk apparaat (zoals je pc, smartphone of tablet) toegang hebt tot bedrijfscomputersystemen, waardoor je bedrijf je geen fysieke computer hoeft te leveren en te beheren, herstellen en vervangen. **Vectorbestand** een grafische afbeelding die oneindig vergroot of verkleind kan worden zonder kwaliteitsverlies **Verachten** met minachting (= neerkijken op) behandelen **Verbum (o)** taalkundige term voor werkwoord. Woord dat een handeling, proces of toestand aanduidt. Het meervoud is verba. Eén verbum, twee verba. **Verklanken** in klank omzetten **Vermaard** bekend, beroemd (dit woord is in 'onbruik' geraakt) **Verschil taalkundig en redekundig ontleden** bij taalkundig ontleden geef je elk woord van de zin een aparte naam. Bij redekundig ontleden geef je elk zinsdeel een aparte naam. Een zinsdeel kan uit meerdere woorden bestaan. **Versiebeheer** het registreren van wie, wanneer welke actie heeft uitgevoerd op de content. **\ Versluieren** taal die niet direct is, eufemistisch; *hij heeft zijn bedoelingen versluierd* **Vertaalwetenschap** interdisciplinair georiënteerd onderzoeksveld dat de systematische studie beoogt van allerlei vormen en functies van vertaling. **Vertaler** een tolk voert mondelinge werkzaamheden uit. Een vertaler werkt met geschreven teksten. Denk aan het vertalen van rapporten, correspondentie, reclamemateriaal, handleidingen en websites, maar ook officiële documenten zoals diploma\'s, notariële akten en contracten. **Vier dimensies bij uitwisseling boodschap** [zakelijk] (inhoudelijk aspect), [expressief] (de toon waarop de zender de boodschap overbrengt: bezorgd, angstig etc), [relationeel] (hoe ziet de zender de ontvanger, [hoe] brengt de zender de boodschap over), [appellerend] (doel om invloed uit te oefenen) **Vijfde colonne** bepaalde krachten die voor de vijand actief zijn **Vis-à-vis** (cara a cara) tegenover elkaar staand; ten aanzien van; direct tegenover **VitalSource** een online boekenkastprogramma dat wordt gebruikt om toegang te krijgen tot eBooks **Vitriool** bijtend **Vliegen afvangen** op onbeduidende details elkaar beconcurreren dan wel duidelijk willen laten uitkomen dat men zelf gelijk heeft en de ander niet. De ander geen kans bieden om een eigen idee in te brengen, etc. **Voetangels en klemmen** onverwachte moeilijkheden of onvoorziene hindernissen. **V2-regel** Verb second. In het Nederlands komt in de hoofdzin het werkwoord op de tweede plaats. **Voetangels** zijn verdedigingswapens. Het zijn stervormige, metalen voorwerpen met meestal vier of vijf punten, die ook wel kraaienpoten worden genoemd. **Voltooid deelwoord** (verleden deelwoord/participium perfectum) vervoegde vorm van de verleden tijd die aangeeft dat een handeling heeft plaatsgevonden. Deze vervoegde werkwoordsvorm van de verleden tijd wordt gebruikt om de voltooid verleden tijd (ik had gewerkt), de voltooid tegenwoordige tijd (ik heb gewerkt) en de voltooid tegenwoordige toekomende tijd (ik zal gewerkt hebben) te vormen. Het voltooid deelwoord maakt deel uit van het werkwoordelijk gezegde. **Voorvoegsel** woorddeel dat zelf geen woord is maar, voor een woord gevoegd, daarmee een ander woord vormt.\ **Voorbode** bode die vooruitgestuurd is om de komst van iets of iemand aan te kondigen, aanwijzing. **Vooreerst** is standaardtaal in België in de betekenis \'in de eerste plaats, eerst en vooral, eerst, om te beginnen\'. Het is een vrij formeel woord. Synoniemen als in de eerste plaats of eerst en vooral zijn gewoner. **Voornaamwoord** verwijst naar personen, dieren of dingen zonder die met name te noemen. Voornaamwoorden komen dus in feite 'in de plaats van' een zelfstandig naamwoord, bijvoorbeeld *die* in plaats van 'Andrea', of *het* in 'Ik begrijp het!'. Voornaamwoorden zelf hebben niet echt een betekenis; ze verwijzen naar woorden die wél betekenis hebben. Er zijn acht soorten voornaamwoorden. Het vaagste voornaamwoord is het 'Onbepaalde voornaamwoord': verwijst niet naar een specifiek persoon, groep of ding. Bijvoorbeeld *iemand doet het*, *er ging iets mis*, *niemand doet het*. **Voornaamwoordelijk bijwoord** een vbw vervangt een voorzetselgroep (voorzetsel + naamwoord) met een bijwoord + voorzetsel. Dus 'op het dak' wordt 'erop'. **Voorzetselgroep** is een voorzetsel + znw → 'naast het huis', 'op de tafel' **Voorzetselvoorwerp** sommige werkwoorden hebben een vast voorzetsel bij zich. Streven naar, houden van, vrezen voor, reageren op, rekenen op enzovoorts. **Voorzetsel** woordsoort om een relatie tussen twee woorden of zinsdelen aan te geven. Bijvoorbeeld "De kat ligt ONDER de bank", "De auto rijdt OVER de brug", "Wij wandelen IN het park". Een voorzetsel of een prepositie, is een woord dat laat zien hoe een zelfstandig naamwoord zich verhoudt tot andere woorden in een zin. Het geeft aan waar iets zich bevindt, in welke richting iets gaat, of hoe iets gerelateerd is aan andere elementen in de zin. **Vroegmoderne tijd** 15-18e eeuw: 1492 (Columbus) t/m 1789 (Franse revolutie) of Congres van Wenen (1815) **Vrijpostig** een beetje al te vrijmoedig, op het randje van brutaal. **Vrijzinnig** progressief-liberaal. Vrijheid van mening en zingeving staan centraal. ### **W** **Watch time** totale tijd die kijkers besteden aan het bekijken van een video. Het is een belangrijke maatstaf voor de betrokkenheid (engagement) van het publiek en de prestaties van content. Video's met een lage watchtime worden minder snel aanbevolen. **\ Wbtv** Wet beëdigde Tolken en Vertalers [[https://wetten.overheid.nl/BWBR0022704/2018-07-28]](https://wetten.overheid.nl/BWBR0022704/2018-07-28). Bureau Wbtv voert namens de minister van Justitie en Veiligheid (JenV) de Wet beëdigde tolken en vertalers (Wbtv) uit. Een onderdeel daarvan is het bijhouden van het Register beëdigde tolken en vertalers (Rbtv). Bureau Wbtv is onderdeel van de Raad voor Rechtsbijstand. **Werkbalk** een horizontale of verticale balk binnen een applicatie die knoppen en pictogrammen bevat voor directe toegang tot veelgebruikte tools en functies, zoals opmaakopties, bewerkingstools, en andere specifieke commando\'s. Het helpt gebruikers efficiënt te werken door vaak gebruikte functies snel beschikbaar te maken. **Werkwoord** een doe-woord. **Werkwoordsvormen (3)** persoonsvorm, infinitief (onbepaalde wijs), voltooid deelwoord (participium perfectum) **Werkwoordstijden (acht: 8)** onvoltooid tegenwoordige tijd (ik werk), onvoltooid verleden tijd (ik werkte), voltooid tegenwoordige tijd (ik heb gewerkt), voltooid verleden tijd (ik had gewerkt), onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ik zal werken), voltooid tegenwoordige toekomende tijd (ik zal gewerkt hebben), onvoltooid verleden toekomende tijd (ik zou werken), voltooid verleden toekomende tijd (ik zou gewerkt hebben). **Werkwoordspelling** bij werkwoordspelling heb je een soort beslisboom. alleen op de persoonsvorm pas je de regels toe voor werkwoordspelling. Bijvoorbeeld: Siem [vindt] voetballen leuk. **Woorden** zijn lexicale items. Lexicaal = betrekking hebbend op de woordenschat. Wat de mens onderscheidt van dieren, is ons vermogen om woorden (lexicale items) samen te voegen tot zinnen: op een systematische manier! Met andere woorden: onze zinnen hebben structuur! Het is voor een aap fysiek overigens onmogelijk om te praten. Hun strottenhoofd is daar niet geschikt voor. Een chimpansee kan i.p.v. spraak wel gebarentaal leren. Een specifieke chimpansee (Washoe) leerde in de jaren '60 honderden begrippen en kon de begrippen combineren tot 'zinnen'. Maar de productie van die zinnen deed chimpansee Washoe niet systematisch. Zo gebruikte Washoe *tickle you* en *you tickle* door elkaar om uit te drukken dat ze gekieteld wilde worden. Dit dus i.t.t. een mensenkind, waarvan de zin vanaf het begin al een structuur heeft met een vaste woordvolgorde. Taal wordt door gezonde kinderen verworven. Daarin verschilt verwerven van leren: verwerven gaat automatisch: leren vereist een inspanning. Kinderen verwerven de taal van hun omgeving door interactie met de omgeving. Alles wat ze daarvoor nodig hebben is voldoende input. **Woordgroep** *of constituent* woorden die in de zin bij elkaar horen **Woordgeslacht** *of grammaticaal geslacht*. Mannelijk (de), vrouwelijk (de) of onzijdig (het). **Woordklemtoon