Herhaling Spelling J3 (1) PDF
Document Details
Uploaded by ThumbsUpRelativity
CSG Liudger Raai
Tags
Summary
This document is about Dutch spelling rules. It covers topics such as capitalization, punctuation, and the use of certain letters. It includes various examples.
Full Transcript
Herhaling spelling Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord De sfeer is verpest De verpeste sfeer. Schrijf het zo kort mogelijk! Nieuwe materialen schrijf je zonder vervoeging. Na ‘te’ schrijf je het hele werkwoord. Tegenwoordig deelwoord Geeft aan dat de handeling nog bezig is....
Herhaling spelling Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord De sfeer is verpest De verpeste sfeer. Schrijf het zo kort mogelijk! Nieuwe materialen schrijf je zonder vervoeging. Na ‘te’ schrijf je het hele werkwoord. Tegenwoordig deelwoord Geeft aan dat de handeling nog bezig is. Hele werkwoord + -d. Fluitend fietste hij naar school. Hoofdletters en leestekens Aan het begin van de zin. LET OP: ‘s Morgens eet ik altijd brood. Bij namen van personen, plaatsen, landen, straten, provincies, gebergtes en rivieren. In een achternaam zit soms een woord als ‘de’, ‘van’ of ‘van de’. Na een naam of voorletter schrijf je het tussenvoegsel niet met een hoofdletter. Begint de naam bij het tussenvoegsel, dan schrijf je die wel met hoofdletter. (Jan de Vries, J. de Vries, meneer De Vries). Dagen, maanden, windstreken, jaargetijden, en woorden uit een tijdperk (de middeleeuwen) worden niet met hoofdletter geschreven. Als je een woord wilt schrijven met een hoofdletter en het begint met ‘IJ’. Dan schrijf je beide letters met een hoofdletter. (DUS: IJsje en niet Ijsje). Hoofdletters en leestekens Punt: voor het afsluiten van een zin. Vraagteken: voor het afsluiten van een vraagzin. Uitroepteken: na een uitroep of bevel. Kom hier! Komma: o Voor of na een aanspreking: Jij, kun je even opletten, jongen. o Tussen delen van een opsomming: gisteren, vandaag, morgen. o Tussen twee persoonsvormen: Als je komt, moet je blijven eten. Hoofdletters en leestekens Dubbele punt: o Voor het aankondigen van gesproken tekst. Henk zegt: “Ik houd van voetballen.” o Voor het aankondigen van een opsomming: Hij vindt veel sporten leuk: voetbal, volleybal, schaatsen en handbal. Aanhalingstekens: o Bij citaten aan het eind. Henk zegt: “Ik houd van voetballen.” (De aanhalingstekens sluiten de zin ook af). o Citaten aan het begin. “Ik houd van voetballen”, zei Henk. - ”Houd jij van voetbal?”, vroeg Henk. o Onderbroken citaten. o “En toch”, zei Bouke, “ben ik mijn telefoon vergeten.” Spelling: met of zonder –n? Zelfstandig gebruikte telwoorden of bvnw soms met –n. Als telwoorden geen personen aanduiden of niet zelfstandig, zonder -n. Sommige van die honden lijken nogal agressief. (Geen personen) Willen alle medewerkers naar de kantine komen. (Niet zelfstandig) Wel –n als ze personen aanduiden én zelfstandig zijn Je kan er dan geen znw uit de tekst achter zetten. Velen houden van sporten, maar weinigen zijn geschikt voor topsport. Enkelen van de journalisten waren te laat.