Aardrijkskunde Hfst 3.1 t/m 3.5 PDF
Document Details
Uploaded by JoyfulNephrite8106
Meja Pieters
Tags
Summary
These notes cover topics in geography, including atmospheric circulation, the Coriolis effect, and various climate zones (high-pressure areas, low-pressure areas, etc.). The content is suitable for high school-level studies, which is clearly suitable for secondary school students.
Full Transcript
Aardrijkskunde hfst 3.1 t/m 3.5 // Meja Pieters - H4D Online studeren bij https://quizlet.com/_g5lzq1 1. atmosferische cir- Algemeen systeem van luchtstromen op aarde en de culatie daarbij behorende lage- en hogedrukgebieden. 2. corioliseffect...
Aardrijkskunde hfst 3.1 t/m 3.5 // Meja Pieters - H4D Online studeren bij https://quizlet.com/_g5lzq1 1. atmosferische cir- Algemeen systeem van luchtstromen op aarde en de culatie daarbij behorende lage- en hogedrukgebieden. 2. corioliseffect Het effect dat luchtstromen een zijdelingse afwijking krijgen door de draaiing van de aarde. Op het noordelijk halfrond is deze afwijking naar rechts, op het zuidelijk halfrond naar links. 3. hogedrukgebied Een gebied met een hoge luchtdruk, dat ontstaat door- dat lucht daalt. 4. Intertropische Stabiel lagedrukgebied rond de evenaar waar het convergentiezone warm is en door opstijgende lucht veel buien (ITCZ) voorkomen. 5. lagedrukgebied Een gebied met een lage luchtdruk, dat ontstaat door- dat lucht opstijgt. 6. mondiale windsys- Algemeen systeem van luchtstromen op aarde en de temen daarbij behorende lage- en hogedrukgebieden. (ook: atmosferische circulatie) 7. passaat Wind die van de subtropische hogedrukgebieden (30° N.B. en Z.B.) richting de evenaar waait. Op het no- ordelijk halfrond komt deze uit het noordoosten, op het zuidelijk halfrond uit het zuidoosten. 8. wet van Buys Ballot Het effect dat luchtstromen een zijdelingse afwijking krijgen door de draaiing van de aarde. Op het noordelijk halfrond is deze afwijking naar rechts, op het zuidelijk halfrond naar links. 9. moesson Wind die van de subtropische hogedrukgebieden richt- ing de evenaar waait, die vervolgens kruist en van richting verandert. Op het noordelijk halfrond komt de moesson uit het zuidwesten, op het zuidelijk halfrond uit het noordwesten. 10. Klimaatclassificatie indeling van klimaten op basis van de samenhang van Köppen tussen klimaat en natuurlijke plantengroei 1/2 Aardrijkskunde hfst 3.1 t/m 3.5 // Meja Pieters - H4D Online studeren bij https://quizlet.com/_g5lzq1 11. klimaatfactoren Oorzaken voor klimaatverschillen: breedteligging, gebergten, type oppervlak 12. klimaatgebied (kli- groot gebied met sterke overeenkomsten in klimaat maatzone) 13. koude zeestroom Zeestroom afkomstig uit een kouder gebied 14. oceanische circu- Containerbegrip voor alle oceaan- en zeestromen. latie 15. warme zeestroom Zeestroom die afkomstig is uit een warmer gebied. 16. aride zone Landschapszone gekenmerkt door een lage hoeveel- heid neerslag, waardoor woestijn en steppe over- heersen. 17. landschapszone groot gebied met sterke overeenkomsten in landschap 18. tropische zone Landschapszone rond de evenaar, gekenmerkt door tropisch regenwoud, savanne en tropische landbouw. 19. boreale zone Landschapszone gekenmerkt door grote verschillen in temperatuur tussen zomer en winter, waarbij de winters koud zijn. Er groeit hier hoofdzakelijk naaldwoud. 20. gematigde zone Landschapszone gekenmerkt door milde winters, koele zomers en voldoende vocht, waardoor er loof- bossen groeien. Momenteel dichtbevolkt en in hoge mate in gebruik door de landbouw. 21. polaire zone Landschapszone rond de polen met ijskappen, glet- sjers en toendra. 22. subtropische zone Landschapszone op de overgang van aride en gematigde zones, vaak gekenmerkt door droogtetoler- ante vegetatie. 2/2