Eerste Industriële Revolutie 1750-1850 PDF

DE EERSTE INDUSTRIËLE REVOLUTIE 1750-1850 TIJD:1750-1850  Voornamelijk Groot-Brittanië RUIMTE Ook West-Eu Europa (België) EEN SCHARNIERPUNT VAN DE MODERNE TIJD Industrialiseringsproces: Overgang van handmatig naar machinaal produceren. Begon in Groot-Brittannië do...

DE EERSTE INDUSTRIËLE REVOLUTIE 1750-1850 TIJD:1750-1850  Voornamelijk Groot-Brittanië RUIMTE Ook West-Eu Europa (België) EEN SCHARNIERPUNT VAN DE MODERNE TIJD Industrialiseringsproces: Overgang van handmatig naar machinaal produceren. Begon in Groot-Brittannië door gunstige voorwaarden. Bodemrijkdommen: steenkool en ijzererts. Koloniaal imperium: grondstoffen en afzetmarkten. Innovatieve geest: kapitaalrijke ondernemers en wetenschappelijke vooruitgang. BELANGRIJKE INNOVATIES Stoomkracht: Newcomen (1712): Eerste praktische stoommachine, gebruikt in mijnen. James Watt (1787): Verbeterde stoommachine, toepasbaar in textiel en mijnbouw. Cokes: Gezuiverde steenkool Textielindustrie Spoorwegrevolutie TEXTIELINDUSTRIE Van huisnijverheid naar fabrieken: Huisnijverheid: Thuisproductie door vrouwen en kinderen. Mechanisatie maakte grootschalige fabrieksproductie mogelijk. Impact: Verandering in sociale structuren: Groei van de arbeidersklasse. Textiel werd goedkoper en toegankelijker. TRANSPORTINDUSTRIE – SPOORWEGREVOLUTIE Begin in Engeland in de jaren 1820. Belangrijke uitvinding: Stoomlocomotief. Effecten: Snel transport van grondstoffen en afgewerkte producten. Verbetering van handel en internationale connecties. Stimuleerde vraag naar ijzer, staal en steenkool. OPKOMST VAN HET KAPITALISME Van handelskapitalisme naar nijverheidskapitalisme: Handelskapitalisme: Focus op handel en koloniale expansie. Nijverheidskapitalisme: Focus op productie en winst uit machines en fabrieken. Adam Smith - 'Wealth of Nations' (1776): Grondlegger van economisch liberalisme. Vrije handel en beperkte overheidsinmenging. Vrije invoer en vrijhandel:“Onzichbare Hand” Geen handelsbelemmeringen, goederen vrij verhandelbaar. Verschil met mercantilisme: Mercantilisme: Overheid controleert economie. Kapitalisme: Vrije markt en concurrentie. SOCIALE GEVOLGEN Migratie: Plattelandsvlucht: Mensen trokken naar steden voor werk in fabrieken. Groei van steden zoals Manchester en Birmingham. Arbeidersklasse: PROLETARISERING Nieuwe sociale groep met lange werkdagen en slechte omstandigheden. Kinderarbeid was gebruikelijk. Economische structuur: Kapitalisme veranderde de economische orde. Investeringen in industrie werden cruciaal. HISTORISCHE BEELDVORMING Oorzaak-Gevolg: Innovaties (Spinning Jenny, Newcomen) en bevolkingsgroei stimuleerden expansie. Ontbossing leidde tot gebruik van steenkool en cokes. Evolutie-Revolutie: Evolutie: Technologieën zoals huisnijverheid werden doorontwikkeld. Revolutie: Overgang naar fabrieken veranderde de samenleving radicaal. Continuïteit-Verandering: Continuïteit: Landbouw bleef belangrijk. Verandering: Nieuwe arbeidsorganisatie en verstedelijking. REACTIES OP INDUSTRIALISATIE Reacties in de 19e eeuw: Luddites: Verzet tegen mechanisering door vernietiging van machines. Socialisme/Communisme/Anarchisme: Reactie op slechte arbeidsomstandigheden. Vergelijking met vandaag: Angst voor AI en automatisering vandaag. Aandacht voor ethiek en milieu-impact. CONCLUSIE Waarom een scharnierpunt? Veranderde economie en samenleving fundamenteel. Innovaties zoals Spinning Jenny en spoorwegen legden basis voor de moderne wereld. VRAGEN EN DISCUSSIE Welke parallellen zien jullie tussen de industriële revolutie en huidige technologische veranderingen? Hoe beïnvloedt onze huidige technologie de sociale structuur en economische systemen?