Samenvatting Productie: Film Production Summary - PDF
Document Details

Uploaded by AdroitGyrolite5822
Tags
Summary
This document provides a summary of film production. It covers topics such as development and financing, preproduction, production, post-production, distribution, and promotion. The document includes information about the various roles and responsibilities involved in film production, as well as the stages of production, budget and contracts.
Full Transcript
Les 1: Ontwikkeling & Financiering 5 productiefasen: 1. ontwikkeling en financiering 2. preproductie 3. productie 4. postproductie & promotie 5. distributie & release 1.1 Ontwikkeling van het scenario Ontwikkeling van een scenario verloopt in verschillende stappen: 1...
Les 1: Ontwikkeling & Financiering 5 productiefasen: 1. ontwikkeling en financiering 2. preproductie 3. productie 4. postproductie & promotie 5. distributie & release 1.1 Ontwikkeling van het scenario Ontwikkeling van een scenario verloopt in verschillende stappen: 1. Concept dat kan voortkomen uit een origineel idee, een boek of een waargebeurd verhaal. Bij adaptaties van boeken is een licentieovereenkomst met de auteur of uitgever noodzakelijk, waarin rechten, termijn en vergoeding worden vastgelegd. 2. Synopsis is de eerste vorm waarin een idee gepresenteerd wordt, een korte tekst waarin het project kernachtig wordt uitgelegd aan een producent of financierder. Dit wordt vaak ondersteund door een pitch-dossier met o.a. een logline en visueel materiaal. 3. Beatsheet of scènische synopsis: een uitgewerkte versie van het verhaal, opgesplitst in scènes maar nog zonder dialogen. 4. Dialoogversie(s), kunnen soms 5 verschillende versies zijn 5. Shootingscript is de dialoogversie maar met feedback van crew en acteurs. Daarna volgen nog technische correcties in verschillende kleuren (yellows, blues, greens, pinks). Een scenario kan individueel ontwikkeld worden, maar vaak gebeurt dit in een zogenaamde writer’s room, waarin meerdere scenaristen samenwerken om tot één scenario te komen. 1.2 Financiering van een project → Parallel aan scenarioontwikkeling producent vraag subsidies aan bij VAF met dossier synopsis, eventueel eerste uitwerking scenario, referentiemateriaal, intentieverklaringen (welke zender wil dit uitzenden?), CV’s budget? breakdown maken van scenario → alles uitsplitsen (wat zie ik in de scène?) Voor het opstellen van een eerste budget wordt een breakdown gemaakt van het scenario, waarin elk element in een scène praktisch wordt opgesplitst (acteurs, kostuums, locaties, props, enz.). ZIE oefening scène 55 WIL. Elke productie heeft een uniek financieringstraject 1. subsidies VAF: vanuit culturele en economische waardering (Vlaanderen haalt voordeel uit) → enkel op factuur vergoeden ze! (geen figuranten etc.) → 1:1 kosten (100.000 krijgen, 100.000 uitgeven) Eurimages: zelfde als VAF, op Europees niveau → Uitgaven in 4 verschillende landen in Europa Regionaal Economisch Fonds: Screen Flanders, Screen Brussels, Wallimage → 1:8 kosten terugbetalen (100.000 krijgen, 800.000 uitgeven) → Uitgaven per regio Telenet of Proximus: hebben bestedingsverplichting → inbreng = VAF 2. zender of streaming → belangrijke partner bij serie (inbreng = VAF) → kleine partner bij film 3. tax shelter → bedrijf die investeert in film/reeks (belastingvoordeel door extra werkgelegenheid) rendement van ongeveer 6% → goede investering max 50% bruto van totale budget ook voor Europese en internationale co-producties met Belgische kosten 4. co-producties co-producent zoeken in ander landsgedeelte of ander land (lokale subsidies zoeken) 5. distributeur koopt distributierechten op in bepaalde regio → financiert reeks of film betalen een MG (minimumgarantie) → nooit terugkrijgen bij eventuele flop 6. stadsfinanciering film zet stad ‘in the picture’ (ook provinciaal) → som aan productie 7. sponsoring kleine inkomsten, in natura (product in beeld) Les 2: Preproductie → Begint zodra het project groen licht krijgt het scenario is vrijwel afgerond 80 à 90% van de financiering is rond → Films: fase van +/- 12 weken → Series: vaak gelijk aan het aantal draaidagen → line producer of productieleider neemtvanaf nu leiding over van producent 2.1 Line producer aan het werk → Stelt de productieplanning op en organiseert casting, locatiescouting, en de breakdown meeting Regisseur en heads of departments (HoD’s) komen samen om stijl en aanpak te bespreken Crewleden worden aangenomen, materiaal geboekt, repetities gepland en het budget bijgesteld op basis van het finale scenario recces: alle locaties bekijken (technische ploegen kunnen zich hierop voorbereiden) breakdown: alle scenes kort doorlopen met keys prelight: lichten op voorhand klaarzetten, tijd besparen 2.2 Casting en scouting → casting director werkt samen met de regisseur om de geschikte acteurs te zoeken De cast wordt in volgorde gecast: hoofdrollen, bijrollen, nevenrollen, dayplayers en edelfiguranten (= figuranten met beetje tekst) → scouter of location hunter voor locaties Houdt rekening met praktische en juridische aspecten interieur: sluitingsdag, overlast, eventuele aanpassingen, vergoeding exterieur: stand van de zon, afsluiten wegen, overlast, bereikbaarheid filmcel: instantie van de overheid → helpt mee scouten 2.3 Crewstructuur 2.3.1 Productieteam producent → persoon die achter een concept of scenario schaart, voorziet financiering line of executive producer → ‘motor’ van (pre)productie: we doen dit/dat verantwoordelijk voor aantal draaidagen (inclusief uren) betalingsbewijzen goedkeuren communicatie verzekeringen soms ook productieleider (bij kleinere producties) productieleider → altijd op set (aanspreekpunt) wagenpark, elk technisch voertuig kinderarbeid: aanvraag doen bij ministerie rechten clearen: merken en muziek in beeld callsheet productie coördinator → doorgeefluik van alle informatie productie assistent → maakt callsheet (in functie van draaiplanning) travel coordinator → accommodatie voor crew en cast accountant → boekhouder, zorgt ervoor dat iedereen wordt betaald back-office → rapporten doorsturen legal → contacteerbaar voor juridische kwesties 2.3.2 Opnameleiding algemene opnameleider → algemene logistiek van de opnamen (locaties, parkings,...) in samenwerking met assistent opnameleider houd de buurt op de hoogte setopnameleider → altijd op de set continu in communicatie met 1e AD runners → rijden veel rond (brengen harde schijven) 2.3.3 Regie regisseur → creatieve eindverantwoordelijke (regie-visie) begeleidt acteurs 1st AD → maakt draaiplanning en breakdown verantwoordelijk voor verloop van draaidag 2nd AD → aanspreekpunt van de cast (alle praktische vragen) script → continuïteit/raccords showrunner → waakt over hoe de regisseur het scenario uitwerkt (scenarist) figuratie verantwoordelijke 2.3.4 Camerateam DoP → lichtsfeer en cadrage focus puller → verantwoordelijk scherpte van de shots, camera in elkaar steken 2nd camera assistent → helpende hand van de focus puller 3rd camera assistent / data handler → overzetten van gefilmd materiaal 2.3.5 Lichtteam gaffer → maakt lichtplan per locatie en per draaidag (samen met DOP) best boy → rechterhand gaffer + praktische organisatie van licht elektro’s → installeren lampen 2.3.5 Grip team chef grip → verantwoordelijk voor meer technische shots gripper → rechterhand chef grip crane operator → opstellen en bedienen van een kraan travel car operator → opstellen travel car 2.3.6 Geluid chef geluid → opnemen geluid op verschillende sporen en filter al eerste achtergrondgeluid gaat na of geluid bruikbaar is boom operator → neemt dialoog op met boom, zo dicht mogelijk bij acteur noot → een 2e boom operator, bij grote scènes 2.3.7 Beauty department stylist → koopt en huurt alle kostuums kleder → kleed acteurs op set naaister → maakt eventuele kostuums op maat, herstellingen make up → verantwoordelijk voor de look van personages 2.3.8 Art department production designer → bepaalt hele look van serie of film (+ regisseur en dop) art director → rechterhand, tekent plannen uit (meer uitvoerend) rekwisiteur of props master → huurt en koopt props, (spel)rekwisiet constructie team → bouwen hele of gedeeltelijke sets graphic designer → maakt alle grafische elementen runners → props ophalen en leveren swing gang/rippers → ploeg die set komt dressen voor opnames starten setdresser → kijkt per shot wat nodig is in beeld, altijd op set VFX team → ontploffingen, regen, geweerschoten (vergunning voor wapentransport) 2.3.9 Extra’s storyboarder, stunt coördinator, bewaking set (tss 2 draaidagen), steadicam operator, onderwatercamera team, 2nd unit team (2e camera team die extra shots draait), kindercoach, dialect coach, skill coach, animal handler, car handler, setfotograaf, making of team 2.3.10 Teamdynamiek → Een goede sfeer op set cruciaal is voor het succes van de productie! Een gemotiveerde en geïnformeerde crew werkt efficiënter en met meer toewijding. Open communicatie, respect en samenwerking over afdelingen heen zijn essentieel. Les 3: Preproductie DEEL 2 3.1 Voorbereidende meetings → Tech recce (± 4 weken vóór draaidag) alle locaties bekijken met HoD (per scène kijken hoe ze het gaan aanpakken) dag/nacht, materiaal, extra crew DoP kijkt voor draaiplanning in functie van zon opnameleiding kijkt hoe ze het praktisch gaan aanpakken (camions,...) zo dicht mogelijk parkeren enkel voor technische crew DFN of Day for Night: overdag filmen voor nachtscenes (NFD → supermarkt,...) enorm veel materiaallijsten na deze meeting → Lezingen, repetities, fittings en make-up tests acteurs lezen alle scènes en dialogen (gegroepeerd met acteurs die veel samen praten) → shootingscript locken kostuumdoorpas: alles passen van kleren, foto’s genomen voor regisseur + makeup test → Breakdown meeting (1-2 weken vóór start) alle scènes worden doorgenomen met alle HoD’s (enkel gaffer is er niet) scriptdag: bepaalde dag in scenario (raccords laten overeenkomen) 3.2 Materiaal en logistiek → noden worden vastgesteld en productie vraag verschillende offertes op: - een logistieke bestelwagen voor opnameleiding (tafels, stoelen, verkeerskegels, EHBO, koffiemachine) - camera-, licht- en grip-trucks met basis- en aanvullend materieel, - geluidssets, voertuigen voor crew en departementen, - make-up- en kostuumvoorraden - catering voor dag-, nacht- en figuratieshoots. 3.3 Budgetbewaking en contracten - werkbudget: updaten & rapporteren - contracten: cast → 70% prestaties (sociale lasten) 30% rechten (geen sociale lasten) iedereen die creëert krijgt rechten (fotograaf, scenarist, regisseur...) AKV: amateurskunstenvergoeding (min €45 en max €70 per dag) max 30 dagen per jaar, max 7 dagen achter elkaar BV. schilder schildert voor acteur die schilder speelt - crew: zelfstandig, interim, via productiehuis - figuratie: figuratiefiche voor rechten - locatiecontracten: aantal draaidagen en afbreekdagen, vergoeding → contracten moeten in orde zijn vóór eerste draaidag! kinderarbeid: verzoek bij ministerie (minder dan 15 jaar & schoolplichtig) Voor kinderen tot en met 6 jaar : maximaal 4 uur per dag Voor kinderen van 7 tot en met 11 jaar : maximaal 6 uur per dag Voor kinderen tussen 12 en 15 jaar : maximaal 8 uur per dag 3.4 Verzekeringen en risicobeheer productieverzekering → dekt eventuele schade of uitstel van opnamen non-appearance: iemand komt niet opdagen (verzekering betaalt extra draaidag) brandverzekering → meestal al in orde bij gebouw zelf, soms extra burgerlijke aansprakelijkheid → dekt ongevallen figuranten en crew onder productiehuis reisbijstandsverzekering → dekt repatriëring voor ongevallen in buitenland (anders enorm duur) completion bond → amper in België, beschermen van film als die niet afgeraakt (geld terug) errors and omissions beschermt producent tegen claims van auteursrechtelijke aard → bij claim van iemand anders weather insurance niet meer van toepassing, te duur → bij commercials (goed weer) discs en data handling rushes van reeks/film kopiëren → op voorhand doen met testmateriaal feestjes goede verstandhouding bij crew en cast → belangrijk voor dynamiek accommodatie & transport cast en crew die ver van set wonen → organiseren door productie clearen rechten alles moet “gecleared” worden → toestemming vragen aan maker muzieknummers, logo’s, schilderijen, games, TV-fragmenten, foto’s,... publishingrights: rechten in bezit van oorspronkelijke maker (componist) masterrights: rechten in bezit van artiest, spelers rechten vervallen 70 jaar na overlijden 3.5 Welzijn, ecologie en inclusie → plastic bekers vermijden: tas, papieren bekers → vuilnis sorteren catering: een veggiedag per week, laat crew niet zelf opdienen (restjes verdelen op einde) transport: carpoolen, fiets voor kleine afstanden licht: gebruik LED lampen, elektrische of hybride generatoren grip: elektrische voertuigen (quad, golfkar,...) art department: hergebruik van decorstukken productie: geen callsheets of scenario’s uitprinten inclusief: gender, leeftijd, etnische achtergrond (win-win: bijleren van diverse cast/crew) LES 4: Productiefase → start op eerste draaidag, eindigt op laatste draaidag → focus op het dagelijks verloop op de set en het garanderen van continuïteit, veiligheid en efficiëntie. 4.1 Kernbegrippen op de set Scriptdag (SD): elk shot krijgt een scriptdag volgens het tijdsverloop van het scenario, essentieel voor de continuïteit. Page count: lengte van een scène, gemeten in achtsten van een pagina. Day for night / Night for day (DFN/NFD): nachtopnames worden vaak overdag gedraaid en omgekeerd. Continuity / raccord: elk visueel detail (kostuum, props, licht, etc.) moet overeenkomen Video village: locatie waar regisseur en script volgen wat er gefilmd wordt via monitoren. Turnover: rusttijd tussen draaidagen moet minstens 10 uur zijn; bij overschrijding mag de crew turnover-uren aanrekenen. Lunch penalty: indien geen lunchpauze binnen zes uur na aanvang van de draaidag wordt gegeven, kan een vergoeding geëist worden. Establishing shot: korte, vaak externe scène die een nieuwe locatie inleidt. Gebeurd vaak door 2nd camera crew MOS: scènes zonder geluidsopname (“mit ohne sound”). Eindclap: clap om geluid en beeld te synchroniseren is soms op het einde Rushes: ruwe, onbewerkte beelden van de draaidag. Basecamp & holdings: centrale locatie met catering, geparkeerde trucks, kleedruimtes en make-upstations. Ready to shoot (RTS): tijdstip waarop de camera effectief moet draaien. Per diem: dagvergoeding voor hotelverblijvende crew. → Dagelijks bedrag om ’s avonds iets te kunnen gaan eten Wrap: einde van de draaidagen, soms afgesloten met een wrapfeest. 4.2 Draaiplanning → draaidag = 8 à 8,5 effectieve draaiuren, aangevuld met installatie, lunch en wrap. = werkdag van +/- 11u → vijf draaidagen per week is gangbaar. In andere landen (zoals het VK) wordt vaker zes dagen per week gewerkt, maar dit is fysiek en budgettair zwaarder. 4.3 Callsheet → is de centrale tool tijdens de opnames en bevat per draaidag: welke scènes worden gedraaid welke cast en crew wanneer verwacht worden adres van de set, parkeergelegenheid contactinfo, opmerkingen en meldpunt voor ongewenst gedrag De productieassistent stelt de callsheet op, gebaseerd op input van alle afdelingen. In het buitenland gebeurt dit vaak door de 2nd AD. zie slides voor voorbeelden uit WIL 4.4 Logistiek en administratie tijdens de draaidagen → productie is verantwoordelijk voor het inhuren van extra personeel of materiaal volgens de breakdown. → Onkosten worden bijgehouden via: onkostennota’s (met of zonder bon/factuur) kilometerfiches → productie beheert ook volgende zaken: coderen en nakijken van facturen bijhouden en rapporteren van het werkbudget controle van figuratie-uitgaven (via ITP-systeem) doorgeven van Dimona-aangiftes aan het sociaal secretariaat 4.5 Productieboekje → praktisch document met: contactgegevens van cast en crew locaties lokale adressen (bv. restaurants) soms ook gebruikt als basis voor de credits 4.6 Persmoment → start van de opnames bekend te maken, in samenspraak met producent persbericht, interviews, setbezoek en eventueel een synopsis of persboekje → ondank afnemend bereik, goede publiciteit 4.7 Probleemoplossing en welzijn op de set → line producer of productieleider heeft een sleutelrol in het anticiperen op problemen, het bewaken van de veiligheid op de set, en het oplossen van praktische issues → opvolgen van het welzijn van de crew is een belangrijke taak. Een goed draaiende ploeg is cruciaal voor een vlot verloop van de productie. LES 5: Post Productiefase 1. Postproductie → begint met de offline montage (rough cut) beeldmateriaal wordt chronologisch gemonteerd → zodra de montage vastligt (beeldlock), starten parallel meerdere nabewerkingsfases: Conformatie (online): omzetten van de low-res offline versie naar een high-res versie VFX: computereffecten worden toegevoegd (onzichtbaar opgaan in het beeld) Grading: kleurcorrectie en lichtaanpassing onder toezicht van de DoP en grader Begingeneriek en eindcredits: afhankelijk van de stijl; eindgeneriek bevat ook namen van figuranten en extra crew Dialoogmontage: per scène wordt gekozen welk audiospoor (boom of zenders) het best werkt Sound effects en foley: geluiden die sfeer toevoegen, worden uit libraries gehaald of in een studio nagemaakt (foley) Postsynchronisatie & ADR: bij slechte setaudio worden zinnen opnieuw ingesproken ADR: extra zinnen die acteurs inspreken om meer info te geven waar nodig Dubbing: voor internationale releases worden dialogen ingesproken in andere talen Muziek: een composer schrijft originele muziek, of er wordt bestaande (rechtenvrije of te clearen) muziek gebruikt → publishing- en masterrechten zijn nodig. Mix: alle geluidselementen worden samengebracht en gebalanceerd → de finale creatieve én technische afwerking van het geluid Ondertiteling: wordt voorzien in één of meerdere talen Mastering: alle afzonderlijke componenten worden technisch samengevoegd → master wordt bij het productiehuis bijgehouden 2. Distributie → het letterlijk verspreiden van de film of reeks → distributeurs kunnen: onafhankelijk zijn (zoals KFD, Lumière, Cinéart) afhankelijk zijn (= majors, zoals Sony Belgium of Motion Pictures Belgium) → distributeur betaalt een minimumgarantie (MG) aan de producent → in ruil beslist de distributeur: in hoeveel zalen de film speelt welke taalversies voorzien worden → aanmaken van een DCP (Digital Cinema Package) een geformatteerd digitaal bestand geschikt voor projectie in cinema’s 3. Promotie → gevoerd door een gespecialiseerd bedrijf, in samenwerking met de distributeur → trailer: wordt gemonteerd door ervaren editors → filmposters en affiches: visuele ondersteuning op straat en online → interviews en premières: zorgen voor zichtbaarheid van de film of reeks première = belangrijk! wie komt er? Voor series: promotie gebeurt in samenwerking met het betrokken tv-station of streamingplatform 4. Release → strategisch bepaald in overleg met distributeur en producent hangt af van concurrentie en festivals producent stuurt de film ook naar festivals (lanceringsstrategie) box office: het brutobedrag van de ticketverkoop, hier worden eerst volgende kosten vanaf getrokken: de kosten van de bioscoopuitbaters de MG die aan de producent werd betaald kosten van promotie en DCP’s → daarna krijgt de producent een deel van de winst (examenvraag!) De productie van een film of reeks is een langdurig traject. Van het eerste idee tot de officiële release duurt het in de praktijk minstens drie jaar. Geduld, planning en samenwerking zijn cruciaal in elke fase van het proces.